4.1.5 Samenvoegen van percelen

De korrelmaat en gevelbreedte moeten in harmonie zijn met het referentiebeeld. De voorschriften over samenvoegen van percelen streven naar het behoud of herstel van de gemiddelde korrelmaat: een perceelsbreedte van +/-6 meter. Smallere percelen kunnen dus verbreed worden en passen qua vormgeving van de gevel bij de gemiddelde, kleinere korrelmaat.

Er zijn veel kleine huizen met een gevelbreedte van minder dan 5 meter. Deze geringe breedte beperkt de ontwikkelingsmogelijkheden van het perceel. Daarom is het mogelijk dat in deze situatie twee of drie kavels worden samengenomen en eventueel herverdeeld worden om er een of twee comfortabele woningen op te realiseren. Het doel van deze percelen samen te voegen is om een of meerdere comfortabele woningen te creëren en niet om meer densiteit (aantal woongelegenheden) te verkrijgen. Daarom wordt de regel met betrekking tot de te beschermen eengezinswoning hier verder doorgetrokken. Bestaande eengezinsgebouwen moeten dus behouden blijven.

De belangrijkste kenmerken van het huis in deze context is ten eerste de aanwezigheid van een individuele voordeur die rechtstreeks uitgeeft op het openbaar domein en die in een klassieke huizenrij om de 4 à 6 meter voorkomt en ten tweede een bruto binnenoppervlakte die gemiddeld boven de 90m² ligt. Deze kenmerken moeten overgenomen worden bij nieuwbouw. De typologie van het huis moet niet per definitie behouden blijven. Grondontsloten woningen kunnen hier dus aan gelijkgesteld worden.

 
Bij samenvoegen van verschillende huizen mogen er maximaal evenveel huizen, of een typologie die hieraan is gelijkgesteld, gerealiseerd worden . Huizen mogen dus niet louter vervangen worden door appartementen, studio's of kamers.

 [image]

3 (smalle) percelen met huizen samenvoegen om 2 bredere huizen te maken is toegelaten.