4.4 Zone voor maatschappelijke functies

De aanwezigheid van gemeenschapsfuncties is belangrijk om de wijk levendig te houden en te voorzien in haar eigen behoeften. Kenmerkend voor deze functies is dat ze een grote grondoppervlakte hebben. Doorheen de tijd kunnen bepaalde behoeften veranderen maar de nood aan gemeenschapsfuncties zal steeds blijven. Om te voorkomen dat deze grote kavels op de vrije vastgoedmarkt zouden komen wanneer een activiteit een site zou verlaten, worden ze opgenomen in een aparte bestemmingszone. De zone is afgebakend op basis van de huidige toestand. Twee percelen wijken hiervan af. Het zijn twee grotere onbebouwde percelen die vlak bij een bestaande school gelegen zijn en ze daarom een grote potentie hebben om capaciteitsuitbreiding te creëren. Het ene perceel, op de hoek van de Lange Scholiersstraat en de Pionierstraat is eigendom van stad Antwerpen, het andere perceel, tussen de Kerkstraat en Lammekensstraat is nog in privéeigendom maar de onderhandelingen voor een aankoop in der minne door stad Antwerpen zijn reeds vergevorderd.

Percelen kleiner dan 500m² zijn niet in deze zone opgenomen omdat ze frequenter te vinden zijn in het gebied. Ze opnemen in de zone voor maatschappelijke functies zou een te grote hypotheek kunnen leggen op de herontwikkeling ervan.

Niet alle maatschappelijke functies zijn overal even wenselijk. Daarom is een aftoetsing van deze functie met haar onmiddellijke omgeving essentieel.

Aftoetsing naar:

  • ruimtelijke inpassing

  • mobiliteit

  • bezoekersuren en -pieken

 

 

 

4.4.1 Stedelijke plint - publieke plint

Gemeenschapsvoorzieningen staan ten dienste van de bewoners. Omdat de ruimte schaars is en de behoefte naar publieke functies groot, is het wenselijk dat deze gebouwen zo publiek mogelijk worden gehouden en meervoudig ruimtegebruik wordt gestimuleerd. Een speelplaats van een school bijvoorbeeld kan buiten de schooluren een speeltuin zijn voor de buurt. Maar ook een cafetaria van een sportvoorziening kan een publieke functie zijn. De invulling en vormgeving van de stedelijke plint is daarom cruciaal. Hij moet transparant en toegankelijk zijn waardoor de gemeenschapsfunctie een bredere aantrekkingskracht en gebruik heeft dan deze van haar hoofdfunctie (concept van brede gemeenschapsfunctie).

4.4.1 Stedelijke plint - publieke plint

Gemeenschapsvoorzieningen staan ten dienste van de bewoners. Omdat de ruimte schaars is en de behoefte naar publieke functies groot, is het wenselijk dat deze gebouwen zo publiek mogelijk worden gehouden en meervoudig ruimtegebruik wordt gestimuleerd. Een speelplaats van een school bijvoorbeeld kan buiten de schooluren een speeltuin zijn voor de buurt. Maar ook een cafetaria van een sportvoorziening kan een publieke functie zijn. De invulling en vormgeving van de stedelijke plint is daarom cruciaal. Hij moet transparant en toegankelijk zijn waardoor de gemeenschapsfunctie een bredere aantrekkingskracht en gebruik heeft dan deze van haar hoofdfunctie (concept van brede gemeenschapsfunctie).

4.4.2 Bouwen in tweede orde

Gemeenschapsvoorzieningen beslaan grotere percelen. Ze zijn daarom flexibeler in hun ruimtelijke configuratie. Bebouwing in tweede orde is toegelaten indien ze de woonkwaliteit van de aangrenzende percelen niet hypothekeert en uiteraard de eigen ruimtelijke kwaliteit en draagkracht respecteert.

Publieke voorzieningen in het binnengebied kunnen een verruiming creëren van het openbaar domein doordat ook de onbebouwde ruimte publiek wordt. Dit ondersteunt een van de doelstellingen van het RUP om 2060 groener en opener te maken. In bepaalde gevallen, meestal bij kleinere bouwblokken, is het dan weer eerder wenselijk om geen publieke activiteiten in het binnengebied te organiseren maar het zoveel mogelijk privaat te houden, in harmonie met haar omgeving.

4.4.3 Complementaire functies

Sommige gemeenschapsfuncties hebben slechts enkel behoefte aan de onderste bouwlagen. Daarom worden nevenfuncties op de bovenliggende verdiepingen toegelaten voor zover ze verweefbaar zijn met de maatschappelijke functie en onderbouwd kan aangetoond worden dat geen andere maatschappelijke functie de bovenliggende verdiepingen kan innemen.

Detailhandel en reca zijn enkel toegelaten als ze rechtstreeks in relatie staan met de aanwezige maatschappelijke functie. Ze zijn er ondergeschikt en complementair aan maar zijn ook, los van de gemeenschapsfunctie te gebruiken door de buurt. Een cafetaria van een school bijvoorbeeld zou ook tijdens het weekend geopend kunnen zijn.