|
RUP BROUWERSVLIET | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
COLOFON Stad Antwerpen Stadsontwikkeling, Omgeving, Ruimte Grote Markt 1, 2000 Antwerpen Tel +32 3 338 23 80 ruimtelijkeplanning@antwerpen.be
Studiebureau Sweco 1 INLEIDING 1.1 Situering Het plangebied van ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Brouwersvliet ligt in het district Antwerpen, nabij de Schelde. Het gebied bevindt zich in de binnenstad en meer bepaald in de noordelijk gelegen wijk het ‘Eilandje’.
De grote structuurbepalende elementen in de omgeving zijn de Schelde, de dokken (Bonapartedok en Willemsdok) in de wijk het Eilandje en het stedelijk weefsel van de historische binnenstad met onder meer het Schipperskwartier. De Scheldekaaien worden gescheiden van het stedelijk weefsel door de Kaaiweg die samen met de Leien instaan voor de verbinding van noord naar zuid en vice versa.
De Waaslandtunnel, die de binnenstad met Linkeroever verbindt (enkel voor gemotoriseerd verkeer), kruist het plangebied ondergronds in het verlengde van de Brouwersvliet.
Luchtfoto met situering plangebied RUP Brouwersvliet (bron kaart: Open Street Map) Luchtfoto met situering plangebied RUP Brouwersvliet
1.2 Aanleiding Het RUP Brouwersvliet heeft betrekking op het bouwblok gelegen op de hoek van Brouwersvliet, Tavernierkaai en Adriaan Brouwerstraat. Dit gebied maakt ruimtelijk deel uit van de wijk het ‘Eilandje’ op het grondgebied van de stad Antwerpen.
In het gebouw is SD Worx gehuisvest. SD Worx wenst het huidige gebouw af te breken, een nieuw kantoorgebouw op te richten en hier haar kantoorfuncties te concentreren. Momenteel bevinden deze zich in verschillende kantoorgebouwen in de buurt. Sinds 2011 maakt het perceel deel uit van het RUP Eilandje. Binnen dit RUP is in de betreffende bestemmingszone de heropbouw van een kantoorgebouw als hoofdbestemming niet toegestaan.
De vraag van SD Worx strookt voornamelijk inzake bestemming niet met het vigerende RUP, hetgeen de opmaak van voorliggend RUP noodzaakt. Belangrijk is echter dat voorliggend RUP inzake inrichting het vigerende RUP en de bouwcode zoveel mogelijk tracht te volgen.
Luchtfoto met aanduiding bouwblok van het RUP Brouwersvliet (bron: Bing Maps + eigen bewerking)
1.3 Relatie met het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) Het RUP wordt opgemaakt in uitvoering van het s-RSA en moet het generiek beleid van het s-RSA mee operationaliseren. De relatie van het RUP Brouwersvliet tot het s-RSA is opgenomen in bijlage “beleidskader”.
Kaderend binnen het s-RSA wordt het plangebied voor het RUP Brouwersvliet opgenomen binnen de visie van het Eilandje fase 1 met de deelwijk Oude Dokken. De Brouwersvliet wordt als scharnierpunt gezien waar het stedelijk karakter wordt omgebogen en wordt daarom mee binnen het strategisch of actief beleid aangeduid als onderdeel van de strategische ruimte ‘harde ruggengraat’. Hier is het belangrijk om de stedelijke ontwikkeling, waaronder ook de kantoorfunctie, te ondersteunen.
2 ONTWIKKELINGSVISIE 2.1 Visie en doelstellingen 2.1.1 Ontwikkelingskader In het ontwikkelingskader voor Brouwersvliet zijn volgende doelstellingen voorgesteld:
Schets ontwikkelingskader 2.1.2 Visie op het globale patrimonium Met de bouw van het nieuwe kantoorgebouw herbekijkt SD Worx haar globale patrimonium dat zich op het Eilandje bevindt en dit om de vooropgestelde functiemenging uit het RUP Eilandje in deze buurt mede te garanderen.
Het plangebied (blauw) is eigendom van SD Worx. Zoals eerder aangehaald beschikt SD Worx op kortere afstand over verschillende (kantoor)gebouwen (rood). Het plangebied zelf betreft de gebouwen ter hoogte van Brouwersvliet 5 en 15 (BV5). De andere gebouwen in eigendom van SD Worx betreffen de gebouwen ter hoogte van Brouwersvliet 2-4-6 (BV2) (kantoorgebouw), Van Schoonbekeplein 6 (HB6) (kantoorgebouw Havenbuilding), Rouaansekaai 4 (RK4) (parking + fitness) en Blauwbroekstraat 2 (BS2) (bedrijfsrestaurant). In het gebouw Brouwersvliet 2-4-6 is een deel van het gebouw in mede-eigendom van het zusterbedrijf Xerius.
Op de locatie waar een nieuw kantoorgebouw wordt opgericht (BV5) voorziet SD Worx een concentratie van haar kantoorfuncties met op de gelijkvloerse verdieping een minimum aan publiek toegankelijke inrichtingen.
De Havenbuilding (HB6) is eigendom van SD Worx en KBC. KBC is mede- eigenaar en bezit ongeveer 75% van het gelijkvloers. Voor de rest is de Havenbuilding in het bezit van SD Worx en wordt momenteel voornamelijk als kantoorruimte gebruikt. SD Worx bekijkt de haalbaarheid om dit gebouw grotendeels om te zetten naar appartementen.
Het kantoorgebouw aan de overzijde (BV2) blijft grotendeels als kantoorgebouw weerhouden. Dit gebouw omvat tevens een tentoonstellingsruimte met een oppervlakte van 300 tot 400m² die voor diverse kunsttentoonstellingen voor het brede publiek gebruikt kan worden. Gemiddeld zijn er een 10 tot 12 tentoonstellingen per jaar. Ook bevinden zich binnen dit gebouw een 8-tal appartementen en dit aan de zijde van de Blauwbroekstraat.
Het bedrijfsrestaurant (BS2) aan de Blauwbroekstraat 2 omvat ook een aantal vergaderzalen. Dit perceel is minder geschikt voor appartementen vandaar dat hier destijds het bedrijfsrestaurant is onder gebracht. Als het restaurant zou kunnen verhuizen naar het nieuwe kantoorgebouw dan kan opnieuw nagedacht worden over een gepaste invulling van dit pand. Het opzet is niet om hier kantoorruimte bij te maken.
Het gebouw aan de Rouaansekaai 4 (RK4) omvat een parking en een fitness. Ook op deze plek wenst SD Worx geen kantoorruimte te voorzien. In dit gebouw kan nagedacht worden over een nieuwe bestemming op lange termijn, dewelke de functiemenging ten goede komt.
Het gebouw aan de Giststraat tot slot is ingevuld als kantoor. Het opzet is dit als dusdanig te behouden. Het gebouw wordt volledig verhuurd.
Eigendommen SD Worx
2.2 Ontwerpend onderzoek Aan de hand van verschillende scenario’s werd de site ontwerpmatig afgetoetst. Het verschil tussen de scenario’s is gebaseerd op verschillende invullingen van de harmonieregel alsook op de invulling van de gewenste bouwdiepte in combinatie met vrije ruimte. De verschillende scenario’s dienen beschouwd te worden als denkoefeningen.
Bij deze verschillende scenario’s wordt uitgegaan van volgende basisconcepten:
Door de toename van de bouwhoogte voetnoot 1 neemt de BVO van het gebouw ten opzichte van het huidige gebouw niet toe. Dit komt doordat 15% van het perceel open ruimte betreft. Bij de toename van de bouwhoogte blijft de harmonieregel gerespecteerd en wordt het zicht op het MAS niet aangetast.
Door een ondergrondse parking te realiseren in het nieuwe kantoorgebouw kan SD Worx haar volledige parkeerbehoefte hier (en in haar andere eigendommen) beantwoorden. Bovendien kan door een gemeenschappelijk gebruik van deze parking, waarbij parkeerplaatsen buiten de kantooruren door omwonenden kunnen gebruikt worden, de parkeerdruk op het openbaar domein doen afnemen.
Het opzet van het RUP is het oprichten van een nieuw kantoorgebouw waar de kantoorfuncties meer kunnen geconcentreerd worden. SD Worx huisvest in de omgeving van het plangebied momenteel kantoorfuncties in 3 gebouwen, zijnde het plangebied zelf (Brouwersvliet 5 en 15: BV5), ter hoogte van Brouwersvliet 2 (BV2) en ter hoogte van het Van Schoonbekeplein 6 (HB6). Met de realisatie van het nieuwe bouwblok zullen alle medewerkers gehuisvest worden in BV2 en BV5. Dit wil zeggen dat HB6 leeg komt te staan. Voor de nieuwe invulling van dit gebouw wordt gedacht aan woonfuncties.
Vijf scenario’s (mogelijke invullingen) plangebied vanuit ontwerpend onderzoek
3 TOELICHTING BIJ DE VOORSCHRIFTEN 3.1 Opzet van het RUP en de voorschriften Door middel van voorliggend Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) wordt een juridisch kader gecreëerd om de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor het bouwblok gelegen op de hoek van Brouwersvliet, Tavernierkaai en Adriaan Brouwerstraat vast te leggen. In het RUP wordt de gewenste bestemming, inrichting en/of beheer gebiedsgericht vastgelegd. De voorschriften hebben een verordenend karakter, dit wil zeggen dat ze de juridische basis vormen voor het verlenen van stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen.
De ambitie is om zowel de bestemming als de inrichting zoals vastgelegd in het RUP Eilandje voor dit bouwblok, waarin SD Worx gehuisvest is, te herdefiniëren. SD Worx wenst het huidige gebouw af te breken, een nieuw kantoorgebouw op te richten en hier haar kantoorfuncties te concentreren. Momenteel bevinden deze zich in verschillende kantoorgebouwen in de buurt. Volgens het vigerende RUP Eilandje is in de betreffende bestemmingszone de heropbouw van een kantoorgebouw als hoofdbestemming immers niet toegestaan. Naast het wijzigen van de bestemming blijft het merendeel van de voorschriften van het RUP Eilandje overeind.
De stedenbouwkundige krachtlijnen worden doorvertaald in het RUP. Het RUP is een evenwichtsoefening tussen het vastleggen van bepalingen om de kwaliteit te garanderen en het inbouwen van vrijheden om in te spelen op toekomstige noden en behoeften.
3.2 Algemene voorschriften De voorschriften zijn cumulatief met de Bouwcode die steeds moet worden toegepast. Indien er een strijdigheid is tussen beide, primeren de voorschriften van dit RUP. De algemene voorschriften zijn van toepassing voor het gehele plangebied en dus voor elke zone. 3.2.1 Algemene ruimtelijke kwaliteit en milieukwaliteit Ruimtelijke kwaliteit is nauw verbonden met:
uitgangssituatie;
3.2.2 Archeologisch patrimonium 3.2.3 Draagkracht 3.2.4 Overgangsmaatregel De vigerende wetgeving van de Vlaamse Codex aangaande zonevreemde constructies blijft natuurlijk onverwijld geldig zonder dat dit expliciet wordt vermeld in de stedenbouwkundige voorschriften. 3.2.5 Parkeren en toegangen Dit voorschrift heeft tot doel het publiek domein visueel zoveel mogelijk te vrijwaren van gemotoriseerd verkeer. 3.2.6 Publiek domein 3.2.7 Vrije hoogte van het gelijkvloers Bij nieuwbouw bedraagt de vrije hoogte van het gelijkvloers minimaal 3,20m. 3.2.8 Dakvorm / 3.2.9 Ondergrondse ruimten De ondergrondse ruimte mag over de totaliteit van het perceel worden aangelegd. Wel moet rekening gehouden worden met de groenvoorzieningen en eventuele hoogstammen die in de open ruimte worden aangeplant. 3.2.10 Materialen /
3.3 Bijzondere voorschriften 3.3.1 Artikel 1. Zone voor Centrumfuncties (Ce) § 1 Bestemming Het doel van voorliggend RUP is voor het plangebied meer flexibiliteit in te bouwen dan wat vandaag mogelijk is binnen het RUP Eilandje. Concreet betekent dit dat alle toegestane bestemmingen mogelijk blijven maar dat er geen beperkingen meer zijn inzake oppervlaktes opgenomen voor bepaalde centrumfuncties zoals voor de kantoorfunctie. Dit maak het mogelijk dat het gebouw volledig kan herbouwd worden als kantoorgebouw.
Voor het maximaliseren van de verblijfskwaliteit op het geplande publiek domein is het zeer gewenst een levendig gelijkvloers te creëren. Daarom dient minimaal 50% van de gelijkvloerse bruto vloeroppervlakte van het gebouw ingevuld te worden met publiek toegankelijke inrichtingen die bijdragen aan de levendigheid van het straatbeeld en de buurt.
§ 2 Inrichting Harmonieregel In een omgeving waar de bestaande bebouwing homogene kenmerken vertoont, moeten de op te richten of de te verbouwen gebouwen zodanig worden ontworpen dat ze in harmonie zijn met de kenmerken van de omgeving. Aan de zijde van de Schelde is de bouwhoogte beperkt tot 45m. Op de hoek met de Adriaan Brouwerstraat neemt deze hoogte af, rekening houdende met de plaatselijk beperkte wegbreedte. Voor de bouwhoogte van de gevels gericht naar de Adriaan Brouwerstraat en de Brouwersvliet geldt de harmonieregel waarbij men kijkt naar de bebouwing in deze straten en niet naar de hoekgebouwen aan de Tavernierkaai. Op deze manier past het gebouw zich in in het redezicht aan de Schelde.
Bouwdiepte
Draagstructuur De draagstructuur van het gebouw moet erop voorzien worden om flexibel ingevuld te kunnen worden in die zin dat de mogelijkheid moet bestaan om het gebouw op termijn een andere functionele invulling te geven.
Open ruimte De voorziene oppervlakte aan open ruimte (15%) stemt overeen met deze in het RUP Het Eilandje. Deze open ruimte kan zowel op het gelijkvloers als op de verdieping gerealiseerd worden. Het doel van deze open ruimte is om voldoende licht in het gebouw te trekken.
§ 3 Beheer /
§ 4 Overgangsbepalingen / 3.3.2 Artikel 2. Overbouwing Binnen deze deelzone is bebouwing op het gelijkvloers en de eerste verdieping niet toegestaan. Enkel vanaf de tweede verdieping is bebouwing mogelijk. In functie van de stabiliteit kunnen binnen deze deelzone wel steunpilaren worden opgericht voor zover deze een minimale doorgang van 2,00m voor de voetgangers niet hinderen.
3.4 Afstemming categorieën gebiedsaanduidingen Vlaams gewest In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering op 15 mei 2009, wordt opgelegd dat een stedenbouwkundig voorschrift te allen tijde sorteert onder een categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding.
In volgende tabel wordt aangegeven in welke categorie de bestemmingszone uit voorliggend RUP valt.
4 GEVOLGEN EN ACTIES TER REALISATIE 4.1 Op te heffen voorschriften Na de inwerkingtreding van dit ruimtelijk uitvoeringsplan, worden de bestemmingen en de bijhorende voorschriften van het RUP Eilandje, die binnen de begrenzing van dit ruimtelijk uitvoeringsplan liggen, opgeheven en vervangen door de voorschriften van het RUP Brouwersvliet.
De voorschriften vullen de stedenbouwkundige verordeningen van de stad Antwerpen aan. De voorschriften van de verordeningen zijn onverminderd van kracht. Indien er een strijdigheid is met de voorschriften van dit RUP, primeren de voorschriften van het RUP. 4.1.1 RUP Het Eilandje Volgende voorschriften van het RUP Eilandje (definitief vastgesteld door de gemeenteraad 27/06/2011) worden door de opmaak van het RUP Brouwersvliet opgeheven:
De volledige weergave van de stedenbouwkundige voorschriften is in bijlage toegevoegd.
4.2 Register planbaten, planschade, kapitaalschade en compensatie De zone voor Centrumfuncties valt onder de gebiedscategorie wonen. Dit wil zeggen dat er geen planbaten of planschade van toepassing is. 5 CONCLUSIES EFFECTBEOORDELINGEN 5.1 Mer-screening (of planmilieueffectrapport) Het team MER heeft, na ontvangst van het volledige dossier, bij brief van 03 mei 2017 geoordeeld dat het RUP Brouwersvliet geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is.
Deze screening werd in september 2019 bevestigd geactualiseerd.
In bijlage is de beslissing van het team MER aangaande de actualisatie van 07 december 2020 toegevoegd. 5.2 Ruimtelijk veiligheidsrapport Het team externe veiligheid gaf aan dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport dient te worden opgesteld. Zie advies team externe veiligheid in bijlage.
6 BIJLAGEN BIJLAGE A: FEITELIJKE TOESTAND A.1 Beschrijving van de bestaande toestand A.1.1 Bestaande functies en morfologie
Het plangebied maakt onderdeel uit van de wijk het Eilandje. Het Eilandje is een oud-havengebied gelegen langs de Schelde ten noorden van de Antwerpse binnenstad. Het vormt het overgangsgebied tussen het stadscentrum en de actuele haven. De wijk wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan bebouwing. Dit stadsdeel heeft recent een grote transformatie ondergaan en behoort steeds meer tot de binnenstad. Het is ondertussen een levendig stadsdeel geworden met eerder grote bouwblokken (oorspronkelijk veelal pakhuizen) en de open ruimte van de dokken.
Het huidige kantoorgebouw is gefaseerd opgebouwd, bestaat daarom uit verschillende entiteiten wat zorgt voor een onlogische interne structuur. Het bestaande gebouw beschikt over een verhuurbare vloeroppervlakte van circa 15.100 m². De grondoppervlakte van het bouwblok bedraagt circa 2.266 m².
Luchtfoto met situering plangebied RUP Brouwersvliet
Grondplannen bouwblok Brouwersvliet
Het plangebied (blauw) is eigendom van SD Worx. Zoals eerder aangehaald beschikt SD Worx op kortere afstand over verschillende kantoorgebouwen (rood). Het plangebied zelf betreft de gebouwen ter hoogte van Brouwersvliet 5 en 15 (BV5). De andere gebouwen in eigendom van SD Worx betreffen de gebouwen ter hoogte van Brouwersvliet 2-4-6 (BV2) (kantoorgebouw), Van Schoonbekeplein 6 (HB6) (kantoorgebouw Havenbuilding), Rouaansekaai 4 (RK4) (parking en fitness) Blauwbroekstraat 2 (BS2) (bedrijfsrestaurant) en Brouwersvliet 29.
Het plangebied ligt evenwel aan de Schelde. In het gebouw Brouwersvliet 2-4-6 is een deel van het gebouw in mede-eigendom van het zusterbedrijf Xerius. Ook in de Havenbuilding valt een deel van het gebouw onder mede-eigendom van KBC.
A.1.2 Bestaande groenstructuur Binnen de afbakening van het plangebied is geen beplanting aanwezig. Ook in de onmiddellijke omgeving van het plangebied komt er weinig beplanting voor. Op de Brouwersvliet staat een dubbele rij platanen. Deze groenstructuur stopt ter hoogte van de kaaien.
Eigendommen SD Worx
A.1.3 Bestaande ontsluiting en parkeren Het plangebied wordt voor gemotoriseerd verkeer ontsloten via de Kaaiweg (Orteliuskaai / Van Meterenkaai / Tavernierkaai) en verbindt de site met het stedelijk wegennet. De Brouwersvliet verbindt het plangebied met de Leien. Onder de Brouwersvliet ligt de Waaslandtunnel, die enkel toegankelijk is voor gemotoriseerd verkeer, en de verbinding maakt met Linkeroever.
Onderstaand overzicht geeft de beschikbare parkeerplaatsen weer die SD Worx in eigendom heeft:
In het gebouw Brouwersvliet 2-4-6 zijn de hierboven opgegeven 80 parkeerplaatsen in eigendom van SD Worx. De andere eigenaar (Xerius) beschikt ook nog over eigen parkeerplaatsen in dit gebouw. In totaal heeft SD Worx 376 parkeerplaatsen in eigendom en dus beschikbaar voor de werknemers.
Het noordzuid georiënteerd dubbelrichtingsfietspad (fiets-o-strade FR10) langs de kaaien, zorgt ervoor dat het plangebied vlot bereikbaar is voor de zachte weggebruiker.
Ook met het openbaar vervoer is de site goed bereikbaar. Tram 7 (Mortsel – Eilandje) en bus 36 (Fr. Rooseveltplaats – Linkeroever) ontsluiten momenteel Brouwersvliet. De halte ‘Brouwersvliet’, op de hoek van Brouwersvliet en de Kaaiweg, grenst aan het plangebied. De geplande optimalisatie van het openbaar vervoernetwerk wordt verder toegelicht in paragraaf 8.3 ‘lopende of geplande projecten in de omgeving van het plangebied’.
A.2 Wandeling doorheen het gebied
Foto-aanduidingen
BIJLAGE B: JURIDISCH KADER B.1 Algemeen overzicht
B.2 Gewestplan Het gewestplan Antwerpen (goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen) bepaalt volgende bestemming voor het plangebied van het RUP Brouwersvliet:
Het plangebied ligt in de bestemming woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde. In de gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. Bijkomend zijn bijzondere voorschriften betreffende de hoogte van de gebouwen (BVR 07/07/00) van toepassing. In (onder meer) het stadscentrum van Antwerpen (dit is het gedeelte van de stad dat begrensd wordt door de Leien) wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria: 1° de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten; 2° de eigen aard van de hierboven vermelde gebieden; 3° de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Gewestplan met afbakening RUP Brouwersvliet
B.3 Plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen B.3.1 GRUP Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen (AGGA) Het plangebied is gelegen binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen. De Vlaamse regering heeft op 19 juni 2009 het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen (GRUP AGGA) definitief vastgesteld.
Met dit plan stelt de Vlaamse Regering twee zaken voor:
Het plan stimuleert een stedelijk gebiedsbeleid. Dit betekent dat vanuit het principe van gedeconcentreerde bundeling het stedelijk gebied wordt versterkt. Hierbij vormen ontwikkeling, verdichting en concentratie de uitgangspunten. Om uitzwerming, lintbebouwing en wildgroei van activiteiten in het buitengebied te vermijden, is dit beleid gericht op het creëren van een aanbod aan bijkomende woningen, het voorzien van ruimte voor economische activiteiten, het versterken van stedelijke activiteiten en het stimuleren van andere vormen van mobiliteit. Zo wordt een versnippering van de ruimte voorkomen. Er moet echter ook rekening gehouden worden met de draagkracht van het stedelijk gebied, niet alleen kwantiteit maar ook kwaliteit van ruimte en woonomgeving staat voorop. Het is noodzakelijk om de stedelijke gebieden te vernieuwen door het doorvoeren van onder andere een meer dynamische stadsvernieuwing en door strategische projecten. Het ontwikkelen van nieuwe woontypes en kwalitatieve leefomgevingen is een doelstelling.
Er zijn geen specifieke voorschriften van kracht voor het plangebied.
Afbakening GRUP AGGA
B.3.2 RUP Eilandje De Deputatie heeft in zitting van 1 september 2011 het RUP Eilandje goedgekeurd. Voor het gebied Eilandje werd een masterplan, een beeldkwaliteitplan voor de buitenruimte, een beeldkwaliteitplan voor de architectuur, een groenplan, een waterplan en een RUP opgemaakt. Het plangebied van het RUP Eilandje komt overeen met het projectgebied van het Eilandje fase 1. Het RUP bestaat uit drie wijken: de Oude Dokken, de Montevideowijk en de Cadixwijk. Het RUP Eilandje vervangt hierdoor het bijzonder plan van aanleg (BPA) Eilandje, Het RUP Cadix en het gewestplan. De directe aanleiding voor de opmaak van dit RUP was de jeugdculturele zone die de stad wil onderbrengen in een oud magazijn in de Ankerrui. Verder worden de voorschriften en het grafisch plan zoveel mogelijk vereenvoudigd en qua opbouw en formulering in overeenstemming gebracht met het RUP Binnenstad, dat grenst aan het plangebied. Op deze wijze wordt de actualisering en vereenvoudiging van het RUP Binnenstad verdergezet voor het Eilandje.
Het bouwblok ligt binnen de bestemmingszone ‘artikel 1: zone voor wonen_bestaand weefsel’ (Wo 1). In deze zone is de bruto-vloeroppervlakte beperkt tot maximaal 1.500 m² voor kantoren, diensten en ateliers. De voorziene overgangsmaatregel is niet van toepassing bij nieuwbouw.
Grafisch plan RUP Het Eilandje
B.3.3 RUP Binnenstad Op 1 februari 2013 besliste de Raad van State de definitieve vaststelling van het plan door de gemeenteraad op 5 maart 2012 en de goedkeuring ervan door de deputatie op 26 april 2012 te schorsen in zoverre het de Gedempte Zuiderdokken bestemt tot "zone voor publiek domein". Voor de binnenstad werd in uitvoering van het S-RSA een RUP opgemaakt. Dit RUP is gebiedsdekkend voor de gehele binnenstad binnen de Leien en grenst aan het plangebied van het RUP Brouwersvliet. Het beoogt de volledige herziening van de 21 BPA's die voorheen in dit gebied de bestemmingen bepaalden.
Grafisch plan van het RUP Binnenstad
B.3.4 RUP Rijnkaai De gemeenteraad stelde het RUP definitief vast op 17 december 2018.
Het plangebied van het RUP Rijnkaai wordt gekenmerkt door het contrast tussen de historische havenkranen en twee voormalige havenloodsen met een cultuurhistorische waarde (namelijk Hangar 26/27 en de Waagnatie) enerzijds en de open kaaivlakte die grotendeels wordt ingenomen als parking anderzijds.
De Rijnkaai-site zal fungeren als scharnier en overgang tussen enerzijds het noordelijke sluitstuk van de herinrichting van de Scheldekaaien, met name het Droogdokkenpark met een natuurlijke oeverinrichting, en anderzijds het versteende deel van de Scheldekaaien naar het zuiden toe met de typerende kaaimuur en eerder mineraal karakter. Daarnaast staat het plangebied ook in voor de directe link naar de Schelde vanuit de nieuwe stadswijk en het havenkwartier Eilandje. De Scheldekaaien vormen een belangrijke publieke ruimte voor de binnenstad en daarom wordt private toe-eigening onwenselijk geacht. Omwille van de aanwezige havenloodsen en de daarin ondergebrachte functies vormt het plangebied hierop een uitzondering: het s-RSA bevestigt het publieke karakter van de functies in de stedelijke plint van de gebouwen en stelt het zoveel mogelijk beperken van bebouwing op maaiveld voorop. Tegelijkertijd wordt gekozen voor een mix van andere stedelijke functies. Deze visie wordt in het masterplan Scheldekaaien bevestigd, waar een vermenging van stedelijke functies op de verdieping toegelaten wordt.
Concreet wordt uitgegaan van een herbestemming van twee zones afgebakend in het masterplan voor evenementen & congres, gemeenschapsvoorzieningen, vrijetijdsdiensten en diensten als hoofdfunctie met daarnaast ook kantoor, detailhandel en horeca als nevenfuncties. Deze zones zijn ruimer dan de huidige bebouwing: nieuwe bouwenveloppes worden afgebakend. Tussen en rond deze zones wordt er een bestemming als publiek plein en ‘stedelijk balkon’ vooropgesteld. In een bijkomend advies wordt door de masterplanners voorgesteld om het stedelijke balkon als publieke ruimte in te zetten om de projecten Waagnatie en Hangar 26/27 te verbinden. Om een globale, geïntegreerde ontwikkeling van de Rijnkaai-site binnen de krachtlijnen van het masterplan Scheldekaaien mogelijk te maken is een herbestemming noodzakelijk en wordt een RUP opgemaakt.
Het grafisch plan voorziet volgende bestemmingszones:
En volgende overdrukken:
Grafisch plan RUP Rijnkaai (bron: stad Antwerpen)
B.3.5 RUP Friendship site
Het schepencollege keurde in zitting van 28 juni 2019 de startnota voor het RUP Friendship site goed.
Het RUP Friendship site betreft een partiële herziening van het bestaande RUP Eilandje en grenst aan het RUP Brouwersvliet. Het doel van het RUP is om de locatie te herontwikkelen tot één samenhangend en levendig stadsdeel. Het plangebied omvat vandaag twee zones gelegen tussen de Londen-Amsterdamstraat, Sint-Laureiskaai, Rijnkaai en Bataviastraat. Het noordelijk deel ligt vandaag volgens het RUP Eilandje in de zone voor centrumontwikkelingen Ce4 (B1) en het zuidelijk deel in de zone voor wonen Wo2 (B2). Het opzet is om, door het opheffen van de Dinantstraat, deze drie bouwvelden (B1 + B2 + Dinantstraat) te herontwikkelen tot één integrale en geïntegreerde bouwblokontwikkeling. Hierdoor zijn nieuwe ruimtelijke configuraties mogelijk zoals het creëren van een centrale groene buitenruimte in het hart van het bouwblok.
Situering RUP Friendship site (bron: stad Antwerpen)
B.4 Verordeningen B.4.1 Bouwcode De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Bouwcode’ is van kracht vanaf 4 april 2011. De bouwcode is een verzameling van regels die bepalen hoe in de stad Antwerpen gebouwd of verbouwd mag worden. Bouwplannen moeten aan deze voorschriften voldoen om een omgevingsvergunning te krijgen. De voorschriften van voorliggend RUP primeren boven deze van de Bouwcode. B.4.2 Gewestelijke verordening hemelwaterputten, infiltratie en buffervoorzieningen Deze gewestelijke stedenbouwkundige verordening (d.d. 05/07/2013) bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakten. Het algemene uitgangsprincipe hierbij is dat zoveel mogelijk herbruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd naar de riolering.
BIJLAGE C: BELEIDSKADER C.1 Relatie met de bovenlokale ruimtelijke structuurplannen C.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Goedgekeurd bij besluit door de Vlaamse Regering d.d. 23/09/1997 en later gewijzigd
Volgende selecties zijn van toepassing:
C.1.2 Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) De opmaak van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen verloopt in drie stappen: Groenboek, Witboek en (Ontwerp) Beleidsplan. De Vlaamse Regering keurde het groenboek BRV goed op 4 mei 2012. Het Witboek BRV werd op 30 november 2016 goedgekeurd.
De Vlaamse Regering heeft de ambitie om het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) te realiseren als opvolger van het RSV. Het Witboek, de tweede mijlpaal na het Groenboek, formuleert doelstellingen, ruimtelijke ontwikkelingsprincipes en activiteiten die de basis zullen vormen de ruimte van Vlaanderen te transformeren.
Het Witboek Beleidsplan Ruimte formuleert 6 strategische doelstellingen tegen 2050:
De ruimtelijke ontwikkelingsprincipes vormen de basis om ruimtevragen een duurzame plaats te geven. De motivatie van ruimtelijke keuzes gebeurt door een set van principes als geheel evenwichtig.
C.1.3 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen Goedgekeurd bij ministerieel besluit d.d. 10/07/2001 en later gewijzigd
In het kader van RSPA behoort het plangebied tot de hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’. Dit is het deel van de Vlaamse ruit dat op grondgebied van de provincie Antwerpen gelegen is. Karakteristiek voor de hoofdruimte is de sterke verwevenheid van functies en activiteiten en de ambitie om te streven naar een stedelijke vernieuwing. De hoofdruimte ‘Antwerpse fragmenten’ wordt nog verder uitgewerkt in zeven deelruimten.
In de hoofdruimte Antwerpse fragmenten cirkelen de verschillende deelruimten rond het grootstedelijke gebied Antwerpen Het plangebied is gelegen in de deelruimte ‘Grootstedelijk Gebied Antwerpen’. De deelruimte ‘Grootstedelijk Antwerpen’ behoudt een centrale rol en biedt ruimte aan de meest hoogwaardige functies. Dat geldt voor wonen, bedrijvigheid, dienstverlening, grootschalige voorzieningen, (bv cultuur, gezondheidszorg, recreatie,...), distributie of verkeer. Een dergelijke concentratie van functies mag niet worden verzwakt door nieuwe polen van dit niveau te creëren.
De Schelde wordt in deze deelruimte opgenomen in een nieuwe gemengd groene, gemengd stedelijke vinger van het grootstedelijk gebied. Een nieuwe band van stedelijkheid aan het water met wonen, natuur en groen, dienstverlening en voorzieningen vervangt daarbij de vroegere en huidige bedrijvigheid. In deze deelruimte wordt het zwaartepunt gelegd op de ruimtelijk-economische structuur van de provincie.
Eén van de doelstellingen van het ‘Grootstedelijk Gebied Antwerpen’ is het uitbouwen van een kwalitatieve woonomgeving. De morfologische en functionele dichtheid van Antwerpen kernstad kan worden verlaagd enerzijds door het doorlopend herwaarderen van het weefsel en anderzijds door het uitvoeren van herbestemmingsprojecten.
C.2 Relatie met het s-RSA en inspiratienota C.2.1 Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) Algemeen Het strategisch ruimtelijk structuurplan s-RSA werd goedgekeurd door de deputatie van de provincie Antwerpen op 21 december 2006. Voor het s-RSA is in 2013 het initiatief genomen om een evaluatie en actualisatie door te voeren. Het evaluatierapport werd op 19 december 2014 goedgekeurd en hierna werd de actualisatiefase opgestart.
Het s-RSA opteert voor een subtiel ingrijpen op wat Antwerpen eigen is. Het tracht met een beperkt aantal strategische acties een maximaal stimulerend effect te hebben op de plek en zijn omgeving. Daartoe formuleert het een generiek en een gebiedsgericht actief beleid. Deze zijn complementair en kunnen niet los van elkaar worden bekeken. Richtinggevend gedeelte
Generiek beleid
Het generiek beleid beoogt de opmaak van een algemeen referentiekader dat van toepassing is op heel de stad. Het tracht zeven beelden uit het collectief geheugen te versterken: Antwerpen als Waterstad / Ecostad / Havenstad / Spoorstad / Poreuze stad / Dorpen en Metropool / Megastad. Voor elk van deze beelden is een visie ontwikkeld die op haar beurt wordt vertaald in maatregelen en acties. Het plangebied komt aan bod in elk van deze beelden (m.u.v. megastad).
Waterstad
Het herstellen van het waternetwerk kan gebeuren door de oorspronkelijke structuur opnieuw zichtbaar te maken daar waar mogelijk is. Dit betekent dat de kwaliteit van het publiek domein rondom rivier, beken, dokken en kanaal moet vergroot worden en dat de toegankelijkheid ervan moet verbeteren. Het beklemtonen van de relatie met het water betekent in hoofdzaak een herbevestiging van de ruimte langs de Schelde (‘stad aan de stroom’). De Schelde wordt hierbij beschouwd als het meest structurerende element van het ruimtelijk structuurplan en van de stad zelf.
Binnen het generiek beleid worden, vanuit het beeld van de ‘waterstad’, de volgende uitspraken gedaan met betrekking tot het plangebied: in het bijzonder kunnen torens de nieuwe centraliteit van de Schelde op symbolische wijze aangeven ter hoogte van het Eilandje en Nieuw Zuid en hiermee de Antwerpse skyline ten noorden en ten zuiden vervolledigen. Het gaat hier in hoofdzaak om het leggen van kwalitatieve accenten in de skyline. Het is niet de bedoeling een ‘muur’ te creëren langs de Kaaien. De vernieuwing van de Scheldekaaien, waar de Loodswezensite (aan de overzijde van het plangebied) deel van uitmaakt, valt binnen dit domein.
Ecostad
Nieuwe ruimtelijke verbanden moeten gelegd worden tussen bestaande of beschermde, uitgeruste groengebieden, recreatieve voorzieningen en de woongebieden. Barrières (veelal mobiliteitsinfrastructuren) moeten hierbij weggewerkt worden. Deze verbindingen zijn essentieel voor het realiseren van het concept van een functionele en vormelijke complexiteit voor de open ruimte. Het ontwikkelen van de ontbrekende schakels (missing links) als kwaliteitsvolle open ruimtegebieden (toegankelijk maken) is een belangrijk onderdeel in de realisatie van de open ruimteverbindingen.
Het plangebied ligt ten zuiden van de open ruimte verbinding 4, tussen Schijnvallei en Scheldeboord via Spoor Noord.
Havenstad
Het scheidingsmodel haven/stad is de algemene regel. Anderzijds moet ook een verbetering van de ruimtelijke interactie tussen stad en haven (in de randen in transformatie) doorgezet worden. Het vormgeven van een meer stedelijke omgeving in de contactzones met de haven of een buffer vormen tussen de noordelijke dorpen en de haven (poldergebieden) is een belangrijke doelstelling.
Het Eilandje is reeds verregaand in transformatie: de Oude Dokken, de Montevideo- en de Cadixwijk in een eerste fase; het Droogdokken Eiland en het Mexico-Eiland in de tweede fase. Een stedelijke omgeving wordt hiervoor nagestreefd, waarbij de relatie met de dokken en de Schelde bevestigd wordt en waarin ook havengerelateerde functies kunnen gevestigd worden.
Spoorstad
Het openbaar vervoer, treinen en tramlijnen, kunnen een positieve rol spelen in het verwezenlijken van een nieuwe stedelijke concentratie, waarbij de verdere spreiding, fragmentatie en gebrek aan stedelijkheid in het grootstedelijk gebied wordt tegengegaan. De rol van het openbaar vervoer moet verder versterkt worden. Deze oplossingen, samen met de uitwerking van een fijnmazige en optimale verdeling van het verkeer over het lager netwerk van de stad, moet van de stad een ruimtelijk ‘open’ systeem maken, net zoals haar economie en haar samenleving. Dit is coherent met de mogelijkheden van haar noord-zuid geografische oriëntatie en met de kansen van haar fysische expansie.
Aanvullend bij de selectie van de tramlijnen uit het Masterplan Antwerpen en Pegassusplan worden een aantal bijkomende spoorlijnen voorgesteld. De toekomstige tramlijnen op het Eilandje volgen hieruit als concrete actie
Poreuze stad
Vanuit de doelstelling om het sociaal-maatschappelijk, cultureel, economisch evenwicht in verschillende wijken te herstellen via ingrepen in de morfologie, de leegstand terug te dringen en de porositeit te verhogen, kunnen een aantal richtlijnen aangehaald worden die ondersteunend werken bij de opmaak van RUP’s. Op basis van de bestaande ruimtelijke structuur worden een aantal gebiedstypes aangeduid, met daaraan gekoppeld een specifiek ruimtelijk beleid:
Dorpen en metropool
Het Eilandje en Nieuw Zuid kunnen beschouwd worden als een uiteinde, vlakbij de Kernstad. Voor deze gebieden is een sterk programma nodig: een functionele mix die voor een groot deel uit huisvesting bestaat en met speciale aandacht voor de bewoonbaarheid en het publieke domein. Er zijn ook voorzieningen en functies nodig op stedelijk schaalniveau, zoals het inpassen van opleidings- en sportmogelijkheden die in de binnenstad al aanwezig zijn of nog ontbreken. De gebieden moeten gezien worden als een schakel tussen de stad en de rivier.
Actief beleid
Het actief beleid concentreert zich op vijf strategische ruimten: Harde Ruggengraat / Zachte Ruggengraat / Groene Singel / Levend Kanaal / Lager Netwerk met Stedelijke Centra. Binnen deze ruimten worden strategische programma’s geformuleerd, die op hun beurt specifieke projecten omvatten.
Het Eilandje maakt deel uit van de harde ruggengraat, samen met Antwerpen Noord, de Scheldekaaien, de Scheldebruggen, de binnenstad en de omgeving van het centraal station, Zuid, Nieuw Zuid, IPZ en de Zuidelijke Scheldeoevers.
C.2.2 Inspiratienota In 2018 werd de inspiratienota voor de Stad Antwerpen uitgegeven. Deze inspiratienota omvat de speerpunten voor een globale ruimtelijke toekomstvisie voor Antwerpen met een tijdshorizon tot 2050. De onderzoeksfase van de nota liep van 2016 tot 2018 en vormt de basis voor het nieuwe Strategische Ruimteplan Antwerpen (SRA) die vanaf 2019 wordt uitgewerkt. De inspiratienota is het vervolg op de beleidsnota van de stadsbouwmeester Christian Rapp en geeft inspiratie om te werken aan een nieuw strategisch ruimteplan voor de stad volgens drie overkoepelende thema’s: levendige woonstad, slimme netwerkstad en veerkrachtig landschap. Het eerste thema “Levendige woonstad” beschrijft de woonbeleidsvisie. De stad vernieuwt en groeit maar op maat van haar burgers. De planning van het aantal woningen is onder controle. Dat geeft de ruimte om sterker te sturen op kwalitatieve én betaalbare woningen in een levendige woonomgeving om zo starters en gezinnen te charmeren een duurzame Antwerpse wooncarrière uit te bouwen. De Slimme Netwerkstad gaat over ondernemen, kennis en connectiviteit. Antwerpen is een bedrijvige stad met een diversiteit aan economieën en ondernemerschap waarbij we ruimte geven om een bloeiende ondernemingscarrière uit te bouwen in de stad. Om concurrentieel te blijven moeten we de bedrijvigheid die we hebben, koesteren maar ook durven vernieuwen, innoveren en de ketens korter maken. Vanuit een heldere wegenhiërarchie streeft de stad naar een sterk stadsnetwerk. Op, rond en binnenin deze netwerken moet een nieuw evenwicht worden verzekerd, dat zich uit in co-modaliteit, leefbaarheid, verkeersveiligheid en waar iedereen toegang tot heeft. Het laatste thema, Veerkrachtig landschap, vormt de contramal van de vorige twee thema’s en richt zich op de onbebouwde ruimte van water en groen. Om verder te bouwen aan een gezonde en veerkrachtige stadsbiotoop moet het aanwezige groenareaal versterkt worden, in de groene nevel en de Superparken. Het Ringpark en de Schelde vormen de groene en blauwe connectors. Het groenplan en het waterplan vormen de basis voor een veerkrachtige stadsontwikkeling die uitgaat van een kwalitatieve status quo van groen. Dit plan wordt gerealiseerd met concrete projecten. Een up-to-date monitoringsysteem onderbouwt beslissingen en toont de effecten. Op die manier rollen we de groene loper verder uit. Over het plangebied van het RUP Friendship site worden geen specificaties opgenomen, wel over het Eilandje. Het RUP heeft voornamelijk betrekking op het eerste thema, namelijk “levendige woonstad”. De stapsgewijze ontwikkeling van het Eilandje heeft tot de uitvinding van de term ‘slow urbanism’ geleid en transformeert geleidelijk van een historische havenwijk naar een ‘nieuw’ stukje binnenstad, waarbij het tegelijk op een bescheiden manier contact zoekt met de haven. Drie overkoepelende thema’s
C.3 Lopende of geplande projecten in of in de omgeving van het plangebied In of onmiddellijk aangrenzend aan het plangebied zijn een aantal grootschalige projecten gepland of in onderzoek. Hierna volgt een beknopte opsomming, een aantal worden verder nader toegelicht. C.3.1 Masterplan Eilandje Het Masterplan Eilandje werd opgeleverd in 2002, en opgemaakt door Buro 5 Maastricht onder leiding van toenmalig stadsbouwmeester René Daniëls. Het doel van dit masterplan is om het Eilandje terug leefbaar maken, met aandacht voor wonen, werken en vrije tijd. Het masterplan bevat de stedenbouwkundige krijtlijnen voor de verdere ontwikkeling van het gebied.
Het Masterplan Eilandje duidt twee fasen aan voor de herontwikkeling. Fase 1 bestaat uit de deelwijken Oude Dokken, Montevideowijk en Cadixwijk. Elk van deze deelwijken krijgt een sterke eigen identiteit. Met fase 2 blikt het masterplan vooruit naar een verdere toekomst, naar het noorden richting haven. Fase 2 gaat onder meer over het Droogdokkeneiland, het Mexico-Eiland en het oostelijk gelegen Kempeneiland.
Nadien is het masterplan verder uitgewerkt in vier gedetailleerde documenten: een beeldkwaliteitsplan voor de buitenruimte (2002) en voor de architectuur (2004), een groenplan (2005) en een waterplan (2004).
Het Masterplan Eilandje (goedgekeurd in 2002) gaat uit van een aantal strategische interventies om een levendige en leefbare stadswijk te creëren. Vooreerst wordt bijzondere aandacht besteed aan de kwalitatieve uitbouw van het publieke domein met de vele dokken en watervlakken als een belangrijk onderdeel ervan. De realisatie van een jachthaven in het Willemdok en de geplande heraanleg van de kaairanden langs de Oude Dokken kaderen hierbinnen. Verder wil het Masterplan Eilandje de historische en maritieme identiteit van dit historische havengebied benadrukken, daarom werd ingezet op de bescherming van monumenten en beeldbepalende gebouwen die herbestemd worden tot wonen-, kantoren-, culturele en wijkondersteunende functies. Nieuwe invulprojecten rond de Oude Dokken moeten de geest ademen van de historische pakhuizen en depots.
Het beschermde Sint-Felixpakhuis is zodoende gerenoveerd als stadsarchief en rond de Oude Dokken zijn de voorbije jaren diverse loftprojecten gerealiseerd in de bestaande en nieuwe gebouwen. Het Masterplan Eilandje definieert tevens een culturele noord-zuidas die centraal door het Eilandje loopt en het gebied linkt met de historische binnenstad. Langs deze as worden culturele stapstenen uitgezet, zoals de realisatie van het Museum aan de Stroom (MAS) op de Hanzestedenplaats.
De oostwest gerichte Londen-Amsterdamstraat vormt de belangrijkste wijkontsluitingsweg vanaf de Italiëlei. De heraanleg voorziet een verblijfsboulevard met centrale trambaan waarlangs de vestiging van plaatselijke winkels en horeca kan worden gestimuleerd.
Conceptschets noordzuid-as en oostwest-as (bron: Masterplan Eilandje)
C.3.2 Beeldkwaliteitsplannen Eilandje Om deze globale visie verder thematisch te detailleren werden beeldkwaliteitsplannen opgemaakt. Hier worden meer in detail spelregels vastgelegd voor de aanleg van het publieke domein, groenvoorziening, bebouwing en functionele programmatie van de dokken. De beeldkwaliteitsplannen zijn geen officieel goedgekeurde beleidsdocumenten, maar geven wel het gewenst beleid weer.
Het Beeldkwaliteitsplan voor de Buitenruimte van Atelier JPLX i.s.m. Desvignes Landschapsarchitecten (2002) bevat heldere visierichtlijnen voor de vormelijke herinrichting van straten, pleinen en dokranden. Ook hier moet het typische karakter van het Eilandje met al haar ruwheid en éénvoud duidelijk uitspringen. De specifieke aanleg van de dokranden en kades in eenheid en uniformiteit definieert het beeld van het Eilandje en maakt het Eilandje tot een herkenbaar geheel. Hierbij wordt gewerkt met bestaande materialen zoals kasseien, platines en blauwe hardsteen. Sporen van de geschiedenis: monumenten, sluizen, bruggen, pakhuizen en kranen… zijn de kwaliteiten van het Eilandje en dienen hierbij gevrijwaard te worden. Het publieke karakter van de dokkades dient eveneens gegarandeerd te blijven.
Het Beeldkwaliteitsplan voor de architectuur of kortweg ‘Architectuurnota’ van Atelier JPLX (2004) geeft een visie op de ontwikkeling van de bestaande en de toekomstige bebouwing op het Eilandje. Het plan biedt een stevig kader zodat private en publieke bouwplannen eraan getoetst kunnen worden. Op basis van de uitvoerige inventaris in het plan zijn reeds meerdere monumenten beschermd op het Eilandje. De voormalige havenactiviteiten hebben de buurt een eigen karakter gegeven met een sterke sociale en culturele geladenheid. Renovatie- en nieuwbouwprojecten moeten zoveel mogelijk binnen de authentieke sfeer van het Eilandje passen. Een belangrijk aspect is bijvoorbeeld het gebruik van specifieke materialen zoals kasseien, staal, baksteen en hardsteen. Dit zijn de elementen die typisch zijn voor het Eilandje omdat ze een gevoel van éénvoud en ruwheid creëren.
Het Waterplan van Urban Design-Vrolijks (2004) vormt een belangrijke aanvulling op het Masterplan. Het accent ligt hier op het verder uitbouwen van het maritieme karakter. De havenbekkens blijven behouden en krijgen maritieme functies: een commerciële havenfunctie, een toeristisch-recreatieve functie of zelfs een woonbestemming. Het water is de sfeerdrager van het nieuwe Eilandje en moet vanaf het land zichtbaar zijn. Het waterprogramma van het Eilandje moet voor iedere Antwerpenaar iets te bieden hebben. De komst van de jachthavens in het Willem- en Kempisch dok waren de eerste waterprojecten op het Eilandje. Momenteel wordt gewerkt aan een verdere operationalisering van het Waterplan met aanmeerplaatsen voor riviercruises en rondvaarten in het Kattendijkdok, in het Bonapartedok, zones voor woonboten in het Houten Kempisch dok en een drijvend openluchtzwembad. Waterwegen en Zeekanaal renoveerde ondertussen de Kattendijksluis voor schepen.
Intussen werd het Waterplan geactualiseerd (2011). Met dit Waterplan+ (WP+) engageert de Stad zich om het waterbeleid op het Eilandje in het daglicht te houden en een aantal projecten duidelijk te definiëren en op de agenda te plaatsen.
In het Groenplan van Desvignes Landschapsarchitecten (2005) wordt een groenstrategie uitgewerkt voor het Eilandje. De wijk wordt opgespannen tussen twee stadsparken: het geplande Droogdokkenpark (waarvan momenteel de eerste fase, de Belvédère is uitgevoerd) en Park Spoor Noord. In de wijk zelf wordt een groenstructuur voorzien bestaande uit boomgroepen langs de kades en in de binnenstraten, tijdelijke landschappen, parkstructuren langs de Westkaai en op het wijkplein Cadix en laanaanplantingen langs de boulevards. Er is gekozen voor aanleg door middel van boomgroepen die verspreid worden over de dokranden omdat klassieke laanbeplantingen hier te transparant zijn om een antwoord te kunnen bieden op de schaalgrootte van de open ruimte op het Eilandje. Dit principe is al toegepast bij de heraanleg van de kades rond de Oude Dokken.
C.3.3 Groenplan
Het Groenplan voor het Eilandje dateert van juni 2005.
Het karakter van het Eilandje wordt gevormd door de weidsheid van de dokken en de kaden, gevat in een orthogonaal patroon.
De strategie voor landschappelijke aanleg van het groenplan, heeft tot doel groen te introduceren in dit stadsdeel, dat vroeger nooit groen gekend heeft. Het gevaar bestaat echter om de ruimte te banaliseren. De introductie van elementen die een schaal geven aan de site, zou haar kwaliteit van buitengewone ruimte ondermijnen. De introductie van elementen met een binnenstedelijke connotatie, zou het gevoel van vrijheid op de minerale kades beperken. Het toevoegen van nieuwe elementen, in dit geval groen, moet dus uitermate doordacht gebeuren. De vooropgestelde strategie voor landschappelijke aanleg probeert de eenheid van het Eilandje te accentueren, zonder haar openheid te verliezen.
Het Groenplan wordt opgebouwd uit vijf ‘bouwstenen’, die samen visueel één geheel vormen. Deze bouwstenen worden gedefinieerd in functie van hun specifieke locatie en situatie.
De laatste bouwsteen, de gekende rijtjesaanplanting van bijvoorbeeld platanen, wordt door de stad veelvuldig toegepast en behoeft geen verdere uitleg in het Groenplan. De eerste vier bouwstenen worden verduidelijkt en uitgewerkt aan de hand van telkens een casestudy.
Het Groenplan voor het Eilandje legt overwegend nadruk op groen in de openbare ruimte (kade, straten), maar geeft geen specifieke richtlijnen voor groen op het niveau van een bouwblok.
De parkstructuur, één van de bouwstenen, wordt in het Groenplan in principe geprojecteerd op de publieke kades. In een ruimere interpretatie zou dit ook toegepast kunnen worden op semi-publieke en collectieve binnenruimtes van bouwblokken. Enkele belangrijke principes van de parkstructuur zijn:
Andere mogelijke interessante elementen uit het Groenplan zijn:
Bodemsoorten (bron: Groenplan)
C.3.4 Klimaatadaptatieplan stad Antwerpen 2015 - 2020 Het klimaatplan voor de stad Antwerpen dateert van oktober 2015 en heeft als tijdshorizon 2020. Hiermee werkt de stad aan een klimaatneutraal en klimaatrobuust Antwerpen.
Dit wil zeggen minder tot geen broeikasgassen uitstoten zoals CO₂ en Antwerpen klaarmaken om klimaatveranderingen tegen te gaan zoals hitte, droogte en hevige neerslag. De stad ondertekende begin 2009 het Burgemeestersconvenant (Covenant of Mayors). Daarin engageren Europese steden zich om tegen 2020 minstens 20% minder CO₂ uit te stoten. De stad maakte daarom een klimaatplan 2020. In 2017 tekende de stad het hernieuwde Burgemeesterconvenant, waarbij ze zich ook engageert om te streven naar:
Daarom werkt de stad nu aan het nieuw klimaatplan 2030 Antwerpen.
Het klimaatplan 2015 – 2020 focust zowel op mitigatie als op adaptatie. Het plan benoemt voor het luik mitigatie concrete maatregelen voor de verschillende betrokken sectoren (residentiële sector, teritiaire sector en energie, mobiliteit, hernieuwbare energie en de stedelijke diensten). De klimaatadaptatiestrategie is gestoeld op 4 sporen:
Tot slot zoomt het klimaatplan in op enkele strategische projecten in uitvoering, waaronder de Cadixwijk.
Bijlage 1 omvat maatregelenfiches. Op vlak van mitigatie zijn deze vrij concreet uitgewerkt, op vlak van adaptatie hebben deze overwegend betrekking op verdere kennisontwikkeling en (verdere uitwerking van) beleidsplannen.
C.3.5 Sigmaplan Voor het deel van de Schelde dat onderhevig is aan getijdenwerking werd het Sigmaplan opgemaakt. Dit werd opgesteld in 1977 en staat in voor de bescherming van mensen en goederen tegen overstromingen. Ondertussen zijn de fysische omstandigheden gewijzigd (met name de stijging van de zeewaterspiegel, de verdieping van de Schelde en de veralgemeende indijking en de klimaatswijzigingen) en zijn nieuwe inzichten gegroeid over de manier waarop bescherming tegen overstromingen moet worden gerealiseerd.
Daarom werd het Sigmaplan geactualiseerd en op 22 juli 2005 goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het niveau van 8,35 meter TAW van de huidige waterkeringsmuur op rechteroever is volgens dit nieuw plan onvoldoende. In uitzonderlijke omstandigheden van stormspringtij wordt Antwerpen bedreigd door een reëel overstromingsgevaar. Daarom moet de waterkering op 9,25 meter TAW worden gebracht. Dit is meer dan twee meter boven de ‘blauwe steen’ van de kaaimuur en 90cm hoger dan de huidige waterkering.
C.3.6 Heraanleg van de Scheldekaaien De heraanleg van de Scheldekaaien is cruciaal voor het herstellen van de band tussen de stad en de Schelde. In 2005 beslisten de stad Antwerpen en de Vlaamse overheid om samen een masterplan voor dit ambitieuze project op te maken. De aanleiding was drieledig:
Het project overspant het gebied van Droogdokkeneiland in het noorden tot en met Petroleum-Zuid ten zuiden van de binnenstad. De Loodswezensite, die tegenover het bouwblok Brouwersvliet ligt, maakt binnen de heraanleg van de Scheldekaaien deel uit van zone 3, Bonapartedok en Loodswezen. In zone 3 zullen op strategisch gekozen punten mobiele waterkeringen voorzien worden. Op die manier blijft het uitzicht op de Schelde vanuit het MAS, Hanger 26 en het Loodswezen intact. Er wordt ook onderzocht of een vaste waterkering in de gebouwen kan geïntegreerd worden. De oude toegangsgeul tot het Bonapartedok kan worden ingericht als opstapplaats voor watertransport.
Beeld Loodswezen en snede, Masterplan Scheldekaaien Syntheseplan Masterplan Scheldekaaien
Het wegprofiel van Rijnkaai tussen de Kattendijksluis en het kruispunt met de Amsterdamstraat is recent heraangelegd. Er is een nieuwe rijweg, nieuwe voetpaden aan stadszijde, een nieuw fietspad en een wandelstrook aan de kant van de kaaien voorzien.
C.3.7 Ontwikkeling van Oude Dokken en Montevideowijk
De wijk Oude Dokken staat vrijwel helemaal op punt. De Oude Dokken is de buurt rond het Bonapartedok en het Willemdok, die het eerst aan de beurt kwam bij de herontwikkeling. De Oude Dokken ligt naast het Schipperskwartier, en vormt aldus de schakel tussen de historische binnenstad, de rest van het Eilandje en de haven. Sinds de start van de herontwikkeling kent het gebied een enorme bloei. Gerealiseerde projecten die de toon hebben gezet zijn onder meer de jachthaven Willemdok, het Felix-Archief, het MAS.
De herontwikkeling van de Montevideowijk is volop bezig. Zowel publieke als private bouwwerken worden binnenkort opgestart, zijn van start gegaan of zijn al in een vergevorderd stadium van uitvoering. In de binnenstraten van de wijk worden ondertussen gestaag pakhuizen verbouwd en gerenoveerd, zoals de historische Sambapakhuizen tussen de Rijnkaai en de Braziliëstraat. De stad wil al die historische gebouwen in ere laten herstellen en opnieuw in gebruik laten nemen. Langs het Kattendijkdok staan in totaal 6 woontorens. Het Limaplein in het noorden van de wijk is aangelegd als een levendig evenementenplein met zicht op het water.
Oude Dokken en Montevideowijk
C.3.8 Masterplan Mobiliteit 2020 Op 30/03/2010 besliste de Vlaamse Regering om principieel in te stemmen met een aangepast Masterplan (Masterplan 2020).
Het Masterplan Antwerpen is opgesteld door het Vlaams Gewest met als doelstellingen:
In het besluit van de Vlaamse Regering over het Masterplan 2020 wordt gesteld dat er tegen 2020 een duurzame modal split voor de Antwerpse agglomeratie moet bereikt worden van 50/50: 50% van de vervoersbewegingen dient te voet, met de fiets of met het openbaar verboer te gebeuren.
De Oosterweelverbinding wordt ook opgenomen in dit masterplan. De Vlaamse Regering wil namelijk een dubbele ondertunnelde oplossing voor de Derde Scheldekruising uitvoeren (zie ook GRUP Oosterweelverbinding en GRUP Oosterweelverbinding – wijziging). Daarnaast zijn als relevante selecties te vermelden de tramlijn Linkeroever-Zwijndrecht en de ontsluiting Linkeroever-Noord als strategische projecten in dit masterplan. Ook de tramlijn naar Beveren is een bijkomend project binnen masterplan 2020.
C.3.9 Mobiliteitsplan Antwerpen Het richtinggevend gedeelte van het Mobiliteitsplan Antwerpen ‘Actief en bereikbaar’ werd goedgekeurd op 22/01/2015.
Het mobiliteitsplan is cruciaal voor de uitbouw van het mobiliteitsbeleid waarvoor de gemeente bevoegd is. Het mobiliteitsplan legt ook de visie op de verschillende netwerken voor fiets, openbaar vervoer en auto vast. Daarnaast is het gemeentelijk mobiliteitsplan het kader voor de projecten en acties die in samenwerking met andere partners (het Vlaams gewest, De Lijn, de NMBS, de provincies, ...) gerealiseerd kunnen worden.
In dit mobiliteitsplan staan de visie en strategie van de stad voor een actief en bereikbaar Antwerpen beschreven. De nadruk op ‘actief’ komt van het idee dat bewoners, bedrijven, handelaars en bezoekers hun activiteiten organiseren dankzij efficiënte verplaatsingen van en naar de woning, het werk, de school, de winkel, sport- en culturele voorzieningen en van en naar een onderneming, de klant, een vergadering, een bedrijventerrein of de haven. Bereikbaar betekent de impuls voor activiteiten die bewoners en bezoekers, pendelaars en investeerders aantrekt om een stedelijke dynamiek op gang te brengen. Niet het verplaatsingsmiddel (fiets, tram, auto,…), maar de gebruiker staat hierbij centraal.
In het mobiliteitsplan wordt gesproken van een oeververbinding tussen Linker- en Rechteroever. Dit kan door middel van bv. waterbussen, watertaxi’s, een overzetboot,... Wat de verbindingen over land betreft wil het mobiliteitsplan inzetten op het doortrekken van het openbaar vervoeraanbod tot Linkeroever-Noord. In eerste instantie zou dit gebeuren door het inzetten van de streeklijnen. Nadien kan de nood aan een tramantenne worden geëvalueerd. Verder is Linkeroever opgenomen in de lage emissiezone die in de loop van 2016 werd ingevoerd.
Brabo 2
Brabo 2 (Noorderlijn) en het eerder uitgevoerde Brabo 1 bundelen een aantal projecten die het aanbod van het openbaar vervoer in de Antwerpse regio uitbreiden en de bijhorende stedelijke infrastructuur verbeteren. Het Masterplan 2020 Antwerpen (2010),dat verder bouwt op de initiële doelstellingen van het Masterplan Mobiliteit Antwerpen (2000), vormen de aanleiding tot de Brabo-projecten.
Brabo 2 omvat de heraanleg van de Noorderleien en het Operaplein, een nieuwe tramverbinding naar Ekeren en het Eilandje. Het project moet via het openbaar vervoer zorgen voor een vlotte, hoogwaardige verbinding met het noorden van de stad en het Eilandje. De Oosterweelverbinding sluit de Antwerpse Ring en moet zorgen voor vlotter verkeer, veiligere wegen en minder sluipverkeer.
Deze projecten samen zijn een hefboom voor een betere bereikbaarheid en duurzame mobiliteit, voor een betere leefomgeving en kwaliteit, en voor de ruimtelijke en economische ontwikkeling. Deze projecten vragen ook vanuit de stad een gedreven project- en procesmanagement, en bovendien een geïntegreerde gebiedsgerichte aanpak en afstemming met de strategische ruimten die de inzet vormen van het stedelijk beleid.
Projecten Brabo 2, strategische projecten (Bron: BAM/SAM)
C.3.10 Waterbus Antwerpen zet sinds 1 juli 2017 in op watermobiliteit met de invoering van de Waterbus. De Waterbus vormt een alternatief voor woon-werkverkeer. Het volgt twee trajecten op de Schelde: Hemiksem-Steenplein en Steenplein-Lillo en een traject op het Albertkanaal (Havenhuis-Wijnegem). C.3.11 Beleidsnota detailhandel 2020 In april 2020 keurde het Antwerpse college de nieuwe beleidsnota detailhandel goed. Hiermee zet de stad Antwerpen alles in op leegstandbestrijding en voorkomt het uitrafeling van de winkelgebieden. Om een antwoord te bieden op alle vragen over duurzaamheid, bereikbaarheid, winkelvloeroppervlakte, relevantie van handelszaken en consumentengedrag, stippelt de nieuwe beleidsnota vijf definiërende krachtlijnen uit:
Het plangebied van voorliggend RUP maakt deel uit van de zone voor verspreide bewinkeling type 2 (nog geen detailhandel aanwezig op de locatie). Wanneer bijkomende, nieuwe detailhandel aangevraagd wordt, moet er voorzichtig omgesprongen worden met de oppervlakte. Er staat heel wat bestaande winkelruimte leeg en verdere versnippering van handelsruimte buiten de kernwinkelgebieden kan dat probleem alleen maar vergroten. Enkel wanneer de oppervlakte kleiner is dan 100 m² netto vloeroppervlakte (nvo) of 150 m² bruto vloeroppervlakte (bvo), kan dat voor alle categorieën toegelaten worden (als kleine, verspreide buurtwinkels). Grotere units kunnen dan enkel binnen de categorie 1 (voeding) nieuw ingepland worden en tot 400 m² nvo of 500 m² bvo ook voor categorie 3 (bloemen en planten). Steeds moet er de focus zijn op de dagelijkse noden van de bewoners en moet de ruimte multimodaal bereikbaar zijn (klanten moeten vlot te voet, met de fiets, met het openbaar vervoer en/of de auto de winkel kunnen bereiken). Locaties langs steenwegen, invalswegen of op knooppunten van openbaar vervoer hebben daarbij de voorkeur. C.3.12 Beleidsnota ruimtelijke economie Op 25 januari 2021 is de beleidsnota ruimtelijke economie goedgekeurd door de gemeenteraad. Hierin staat onder meer dat de stad Antwerpen de uiteenlopende kantoorvragen van ondernemingen in de toekomst zal blijven faciliteren. Eén van de beleidskeuzes is dat in de historische binnenstad binnen de Leien grootschalige nieuwe kantoorontwikkelingen mogelijk maakt voor zover deze met respect voor en in harmonie met de historische omgeving kunnen ingepast worden.
Ook wordt er in deze nota voor gepleit dat bedrijvigheid opnieuw verankerd wordt in de ruimtelijke basislaag van de stad. Hierbij gaat met uit van een ‘slimme verweving’ waarbij bedrijf en omgeving in harmonie zijn.
BIJLAGE D: BESLISSING DIENST MER
zie link BIJLAGE E: BESLISSING DIENST VEILIGHEIDSRAPPORTAGE
zie link BIJLAGE F: Op te heffen voorschriften
zie link voetnoten 1 Het huidige gebouw van SD Worx is 33m hoog aan de Tavernierkaai. In de startnota werd een bouwhoogte van 37m | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||

![i_RUP_11002_214_10022_00001_200000.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200000.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200001.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200001.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200002.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200002.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200003.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200003.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200004.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200004.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200005.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200005.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200006.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200006.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200007.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200007.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200008.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200008.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200009.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200009.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200010.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200010.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200011.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200011.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200012.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200012.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200013.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200013.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200014.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200014.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200015.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200015.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200016.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200016.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200017.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200017.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200018.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200018.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200019.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200019.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200020.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200020.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200021.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200021.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200022.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200022.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200023.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200023.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200024.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200024.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200025.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200025.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200026.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200026.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200027.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200027.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200028.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200028.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200029.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200029.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200030.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200030.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200031.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200031.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200032.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200032.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200033.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200033.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200034.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200034.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200035.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200035.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200036.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200036.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200037.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200037.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200038.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200038.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200039.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200039.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200040.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200040.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200041.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200041.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200042.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200042.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200043.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200043.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200044.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200044.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200045.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200045.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200046.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200046.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200047.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200047.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200048.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200048.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200049.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200049.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200050.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200050.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200051.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200051.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200052.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200052.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200053.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200053.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200054.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200054.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200055.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200055.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200056.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200056.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200057.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200057.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200058.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200058.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200059.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200059.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200060.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200060.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200061.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200061.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200062.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200062.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200063.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200063.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200064.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200064.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200065.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200065.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200066.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200066.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200067.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200067.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200068.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200068.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200069.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200069.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200070.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200070.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200071.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200071.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200072.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200072.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200073.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200073.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200074.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200074.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200075.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200075.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200076.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200076.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200077.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200077.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200078.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200078.jpg)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200079.png [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200079.png)
![i_RUP_11002_214_10022_00001_200080.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10022_00001_200080.jpg)
