5 VAN VISIE NAAR STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

 

5.1 Doelstelling en strategie

Post X is slechts een onderdeel van wat een RUP Top- en kantoorlocatie Berchem station moet worden. Dit uitgebreid RUP vraagt echter de verdere uitwerking van een aantal onderzoeksvragen die een langere studietijd vergen en/of samenhangen met de verdere uitwerking van het Masterplan Mobiliteit Antwerpen.

De aanleiding om dit deel-RUP Post X versneld en enigszins beknopt op te maken is de goedkeuring van het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen dd. 19 juni 2009 (incl. de gedeeltelijke intrekking dd. 4 september 2009) waarin Post X als gebied voor stedelijke activiteiten werd opgenomen.

Om de stedelijke visie door te vertalen en ongewenste ontwikkelingen tijdens het onderzoeksproces ifv een uitgebreid RUP Top- en kantoorlocatie Berchem station te voorkomen is het noodzakelijk om op korte termijn het GRUP Afbakening Grootstedelijk gebied Antwerpen voor het deelgebied Post X op een aantal vlakken te verfijnen. Vanuit deze dringende noodzaak is ervoor gekozen om de voorschriften die in het GRUP Afbakening Grootstedelijk gebied Antwerpen voor het deelgebied Post X werden uitgeschreven volledig over te nemen in dit RUP. Om begripsverwarring te vermijden werden wel een aantal aanpassingen ifv terminologie doorgevoerd. Daarnaast werden de voorschriften van het GRUP aangevuld met een bijkomend bijzonder voorschrift mbt detailhandel, hoofd- en ondersteunende functies, omgevingskwaliteit en de aanduiding van een verbinding voor langzaam verkeer.

5.2 Aanvullingen en aanpassingen ten opzichte van het GRUP

In deze paragraaf wordt getracht om de aanvullingen en aanpassingen ten opzichte van de oorspronkelijke voorschriften van het GRUP Afbakening Grootstedelijk gebied Antwerpen voor deelgebied Post X inzichtelijk te maken. De verantwoording van deze aanpassingen wordt weergegeven onder 4.3.

De oorspronkelijke tekst wordt in zwart weergegeven. Doorgehaalde tekst wordt geschrapt. De aanvullingen en aanpassingen worden in oranje weergegeven.

Artikel 3B.1. Gebied voor stedelijke activiteiten

Artikel 1. Zone voor gemengde functies - (Ge) – kantoren en recreatie/maatschappelijke functies

1.1 Het gebied is bestemd voor wonen, handelsactiviteiten, horeca, bedrijven, kantoren en diensten, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, openbare publieke groene en verharde ruimten, socioculturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen. Onder handelsactiviteiten wordt verstaan: ondersteunende, thematisch georiënteerde commerciële verkoopsoppervlakte in functie van een regionaal afzetgebied.

De activiteiten zijn toegelaten onder de volgende voorwaarden:

  • een verweving van kantoren enerzijds en maatschappelijke en/of recreatieve functies anderzijds vormt de hoofdfunctie binnen deze zone. De overige functies zijn ondersteunend aan deze hoofdfunctie en/of de omliggende wijken.

  • de bruto-vloeroppervlakte van grootschalige detailhandel wordt beperkt tot 1200m²/eenheid

  • bij een concentratie van handelsactiviteiten wordt de totale bruto-vloeroppervlakte van de verschillende handelsactiviteiten samen beperkt tot 15.000 m², inclusief netto verkoop handelsoppervlakte, reserve, technische en sociale lokalen, bureaus en andere handelsruimten. De minimale netto verkoopoppervlakte bedraagt 10.000 m². (gedeeltelijke intrekking door de Vlaamse Regering van 04.09.09)

 

De volgende activiteiten zijn niet toegelaten:

  • afvalverwerkingsbedrijven

  • logistiek (op- en overslag, voorraadbeheer, fysieke distributie en groupage), groothandel en bedrijven met een hoog mobiliteitsprofiel en/of een grote parkeerbehoefte.

 

1.2. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact betreft verenigbaar zijn met de omgeving. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan:

  • De relatie met de in de omgeving aanwezige functies;

  • De invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers;

  • De invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;

  • De relatie met de in de omgeving van het woongebied vastgelegde bestemmingen;

 

1.3.Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning zal worden beoordeeld aan de hand van volgende criteria:

  • zorgvuldig ruimtegebruik

  • een kwaliteitsvolle aanleg van het plangebied

  • de afwerking van de gebouwen en de architecturale bakenfunctie langsheen de R1, de Singel en de Spoorlijn

  • de ruimtelijk stedenbouwkundige maatregelen in het kader van de verkeersafwikkeling inzake commercieel verkeer en de afstemming ervan op de bewoning en het functioneren van de Singel

  • een gunstig effect op de omgevingskwaliteit (oa lucht- en geluidsproblematiek, maar ook fauna en flora, water, microklimaat) door middel van compositie, vormgeving en materialisatie

 

Minimaal volgende inrichtingsprincipes dienen gerespecteerd te worden:

  • het bouwen in meerdere lagen

  • een functionele en ruimtelijk kwalitatieve relatie creëren tussen het plangebied, het stationsplein van Berchem station, de Singel, het bermenlandschap langsheen de R1, de groengebieden Wolvenberg en Rode Kruislaan

  • parkeren wordt gegroepeerd voor verschillende bedrijven of geïncorporeerd in het bedrijfsgebouw voor zover het beheer dit toelaat

  • gebouwen langsheen de R1 en de Binnensingel (R10) dienen zodanig te worden geschikt dat zij de indruk van één architectonisch en stedenbouwkundig geheel geven ter ondersteuning van de bakenfunctie.

 

1.4. In het gebied zijn eveneens toegelaten, voor zover de hoofdbestemmingfunctie niet in het gedrang komt, voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de watertoets, alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van het bereiken van de randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud van de watersystemen en het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden toegelaten voor zover de technieken van de natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden.

1.5. Bij vergunningsaanvragen voor een project dat een terreinoppervlakte beslaat vanaf 1 ha wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied.

De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is in het gebied en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van het gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

Artikel 2. Lijn symbolisch - Verbinding voor langzaam verkeer

2.1 Bestemming

De pijl symboliseert een verbinding voor langzaam verkeer tussen de wijk Groenenhoek, de postsite en het station.

Deze verbinding is bestemd voor:

- verplaatsingen van bewoners uit de woonwijk extra-muros van/naar de postsite en het station

- verplaatsingen van bezoekers van de postsite van/naar het station

De pijl op het grafisch plan is een symbolische aanduiding die geen exacte locatie voorstelt.

2.2 Inrichting

Minimaal volgende inrichtingsprincipes dienen gerespecteerd te worden:

- de verbinding tussen de woonwijk en de postsite moet min. 1.8 m breed zijn (obstakelvrij en zonder boordsteen)

- de verbinding tussen de postsite en het station moet daarenboven gedimensioneerd worden ifv de voetgangersstromen die op piekmomenten van/naar de postsite worden verwacht

- niveauverschillen moeten zo worden uitgevoerd dat de fiets op eenvoudige wijze mee aan de hand kan (bvb dmv fietsgoot) en een goede toegankelijkheid voor de gebruikers wordt gegarandeerd

- een kwaliteitsvolle aanleg van de langzaam verkeerverbinding als onderdeel van een systeem van open ruimten in de stationsomgeving

De verbinding moet zo worden ingeplant dat:

- een logische routing ontstaat tussen woonwijk, postsite en station

- een sociaal gecontroleerde en veilige verbinding ontstaat door de wisselwerking tussen het programma (levendige gevels) en de open ruimte

- een logische aansluiting op de toegangen van het programma op de postsite, het station en de woonwijk ontstaat

 

 

 

 

5.3 Verantwoording van de aanpassingen en aanvullende voorschriften

 

5.3.1 Aanduiding verbinding voor langzaam verkeer

Het s-RSA pleit in de stationsomgeving Berchem voor een geïntegreerd programma dat inwerkt op het station en de publieke ruimte. In het RUP Post X wordt specifiek een verbinding voor langzaam verkeer aangeduid.

De argumentatie achter de verbinding voor langzaam verkeer komt voor uit de nood aan:

  1. een sterke relatie tussen de postsite en het station

De postsite en het station zijn van elkaar gescheiden door de Singel, die zowel door de verkeersfunctie als verdiepte ligging een belangrijke barrière vormt. Het programma van de postsite moet in belangrijke mate ontsloten worden via het openbaar vervoer en zal bijgevolg bijkomende voetgangersstromen tussen het station en de nieuwe ontwikkeling veroorzaken. Een sterkere relatie (zowel visueel als fysiek) voor langzaam verkeer tussen de postsite en het station in het bijzonder en de openbaar vervoersmogelijkheden in het algemeen is dan ook onontbeerlijk.

  1. de integratie van de bestaande langzaam verkeersverbinding tussen woonwijk, postsite en station

Langsheen het spoorweglichaam ligt vandaag een ongelijkvloerse verbinding voor langzaam verkeer die Berchem intra-muros en het stationsplein over de Singel heen, via de postsite, verbindt met de woonwijk aan de overzijde van de Ring. De kwaliteit van de verbinding laat vandaag zowel ruimtelijk, visueel als sociaal te wensen over.

Locatie: De pijl in het RUP Post X symboliseert een ongelijkvloerse verbinding tussen woonwijk, postsite en station. Het betreft een symbolische aanduiding die geen exacte locatie voorstelt. Wel is het vandaag zo dat er reeds ongelijkvloerse verbindingen over de Ring en de Singel aanwezig zijn, gekoppeld aan het spoorweglichaam. Deze zouden binnen dit project opgewaardeerd kunnen worden. Het ontwerpend onderzoek dat mbt de langzaam verkeersverbinding werd gevoerd wijst bovendien uit dat bij een meer centrale ligging van de verbinding tussen de postsite en het stationsplein een moeilijke relatie met het stationsplein ontstaat. Dit is het gevolg van de aanwezige niveauverschillen tussen de postsite en het stationsplein en de vrije hoogte die noodzakelijk is voor de verkeersfunctie van de Singel.

Dimensionering: De minimum te hanteren maatgevende passeersituatie voor de verbinding voor langzaam verkeer is 1,80m obstakelvrij (exclusief boordsteen). Dit is de maat die gehanteerd wordt voor voetpaden in het draaiboek stappers van Openbaar Domein.

De breedte van het gedeelte dat het station en post X verbindt dient gedimensioneerd te worden op basis van de bepalingen van het vademecum voetgangersvoorzieningen. Het vademecum geeft wenselijke breedtes weer in functie van het aantal te verwachten bezoekers per minuut. De dimensionering zal voor dit gedeelte van de langzaam verkeersverbinding dus in directe relatie staan tot de voetgangersstromen die op piekmomenten worden verwacht.

 

Toegankelijkheid: Bijzondere aandacht moet besteed worden aan de toegankelijkheid van de langzaam verkeersverbinding. Een ongelijkvloerse kruising mag geen obstakel vormen voor de toegankelijkheid van rolstoelgebruikers, mensen met kinderwagens, …. Er dient onderzocht te worden of een lift en/of hellend vlak aan beide zijden een oplossing kan bieden. De verbinding is in de eerste plaats bedoeld als voetgangersverbinding. De niveauverschillen moeten echter zo worden uitgevoerd dat de fiets op eenvoudige wijze mee aan de hand kan (bvb dmv fietsgoot).

Veiligheid en sociale controle: De bestaande verbinding voor langzaam verkeer laat qua veiligheid en sociale controle te wensen over. Het feit dat zowel het station als de postsite zich met de achterzijde van het programma naar de verbinding richten is hierin een belangrijke factor. Bij een nieuwe ontwikkeling moet een sociaal gecontroleerde en veilige verbinding ontstaan door de wisselwerking tussen het programma (levendige gevels) en de open ruimte en door een logische aansluiting op de toegangen van het programma op de postsite en het station. Daarnaast moet er grote aandacht zijn voor een kwalitatieve inrichting en verlichting van de langzaam verkeersverbinding.

Onderdeel van een groter systeem: De aanduiding van deze verbinding in het RUP komt voort uit een aantal specifieke noden. De publieke ruimte en verbindingen die voor een project binnen het RUP Post X gecreëerd worden, moeten echter bedacht worden vanuit een sterke overkoepelende visie die de postsite plaatst binnen een systeem van publieke ruimte in de stationsomgeving en de stad.

 

 

5.3.2 Aanvullend bijzonder voorschrift mbt grootschalige detailhandel

 

Binnen de voorschriften van het GRUP Afbakening Grootstedelijk gebied Antwerpen is voor Post X reeds een beperking inzake detailhandel opgenomen waarbij de totale bruto-vloeroppervlakte (BVO) van de verschillende handelsactiviteiten samen beperkt tot 15.000 m².

 

In het bijzonder aanvullend voorschrift van RUP Post X mbt grootschalige detailhandel wordt bijkomend een maximum BVO van 1200 m²/eenheid opgelegd voor detailhandel. Dit om te voorkomen dat er bvb hypermarkten, grote supermarkten, woonwarenhuizen of andere grote trekkers in Post X worden ondergebracht.

 

Grootschalige detailhandel op Post X vormt immers een bedreiging op het vlak van mobiliteit. Grote handelszaken creëren een grote autoverkeerstroom en parkeerdruk. In het plan-MER GRUP Afbakening Grootstedelijk gebied Antwerpen wordt aangegeven dat de restcapaciteit op de Singel onvoldoende sterk is om verkeersgenererende activiteiten te kunnen opvangen. Gezien de ligging op een knooppunt van openbaar vervoer vormt dit niet noodzakelijk een knelpunt. Een sterke oriëntatie van het programma voor de site op een ontsluiting via openbaar vervoer is noodzakelijk. Het plan-MER concludeert dat dit betekent dat grootschalige detailhandel zoals bvb een hypermarkt niet wenselijk is op deze locatie, gezien deze functie onvoldoende kan ontsloten worden via het openbaar vervoer. Met de invoering van het bijzonder aanvullend voorschrift mbt grootschalige detailhandel in het RUP Post X kiest de stad ervoor deze aanbeveling vanuit het plan-MER door te vertalen in het RUP.

 

5.3.3 Bestemmingszone gemengde functies (Ge) en aanduiding hoofdfunctie

In het s-RSA wordt gesteld dat het postgebouw een nieuw gemengd programma moet krijgen dat in hoofdzaak bestaat uit kantoren en een grote stedelijke en publieke, semi-publieke functie als toplocatie. De nabijheid van een hoofdstation, de groene Singel en de Ring zijn hierbij de hoofdmotieven. De verweving van beide hoofdfuncties is in het s-RSA een bijzonder aandachtspunt.

Deze visie wordt in het RUP Post X vertaald door te kiezen voor de bestemmingszone voor gemengde functies (Ge) met daarbinnen een verweving van enerzijds kantoren, anderzijds maatschappelijke en/of recreatieve functies. Kantoren en maatschappelijke en/of recreatieve functies vormen dus samen de hoofdbestemming. De overige functies die in het GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen in deze bestemmingszone worden vermeld, blijven toegelaten maar enkel ondersteunend aan deze hoofdfunctie en/of de omliggende wijken.

 

De keuze voor een verweving van kantoren en maatschappelijk en/of recreatieve functies als hoofdfunctie wordt versterkt door de vaststellingen in het plan-MER Afbakening Grootstedelijk gebied Antwerpen. Hier wordt immers duidelijk gesteld dat de restcapaciteit op de Singel onvoldoende is om sterk verkeersgenererende activiteiten te kunnen opvangen. En dat een sterke oriëntatie van het programma voor de site op een ontsluiting via het openbaar vervoer noodzakelijk is. Kantoren en maatschappelijk en/of recreatieve functies kunnen daarbij eenvoudiger op het openbaar vervoer worden afgewikkeld dan bvb handelsactiviteiten. Bovendien zorgt de combinatie van beide functies ervoor dat de parkeerinfrastructuur complementair kan worden ingezet. Aangezien kantoren en publiekstrekkende functies doorgaans in een ander tijdsvenster opereren.

 

5.3.4 Toevoeging criterium mbt omgevingskwaliteit

Als onderdeel van de visievorming rond de strategische ruimte Groene Singel werd in de loop van 2009 een ecologische studie uitgevoerd. Algemeen kan uit deze studie geconcludeerd worden dat de Strategische Ruimte Groene Singel als grootste aaneengesloten groene keten binnen de fusiestad Antwerpen een zeer belangrijke ecologische waarde heeft voor de milieuaspecten fauna en flora en microklimaat. Maar tegelijkertijd één van de meest vervuilde zones van de stad is voor wat betreft luchtvervuiling en geluidsbelasting.

Opvallend is ook dat het centrale deel van de strategische ruimte, tussen de aansluiting met de E313 en E19, zowel qua ecologische waarde en verbinding, als qua vervuiling het slechtste scoort. Dit is te verklaren door het feit dat de bermen hier vrij smal zijn, het verkeer sterk gebundeld is en bovendien ook drukker dan op de andere segmenten van de Ring. De postsite is in dit centrale gedeelte gelegen.

Bovenstaande vaststellingen worden ook bevestigd in het plan-MER Afbakening Grootstedelijk gebied Antwerpen.

Vanuit de visie op de strategische ruimte Groene Singel wordt gesteld dat ontwikkelingen in deze ruimte zo moeten worden geconcipieerd dat ze ecologisch versterkend werken. De compositie, vormgeving en materialisatie van het project kan daartoe bijdragen (bvb groendaken, absorberende gevelmaterialen, waterinfiltratie, …). De juiste keuzes in het project kunnen tot gevolg hebben dat de omgevingskwaliteit niet enkel voor de gebruikers van Post X, maar ook voor de omgeving verbeterd, en omgekeerd.

 

Via een bijzonder aanvullend voorschrift voegt de stad in het RUP Post X het aspect omgevingskwaliteit in de brede zin van het woord – onder andere lucht- en geluidsproblematiek, maar ook fauna en flora, water, microklimaat - toe als extra criterium waaraan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning zal beoordeeld worden.

 

5.3.5 Terminologische aanpassingen

De stad stelt zich tot doel om kwalitatieve RUP’s af te leveren in uitvoering van het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen. Daartoe werd in 2007 een handboek en een begrippenlijst opgemaakt als basis bij de opmaak van RUP’s.

Bij de opmaak van het RUP Post X werd ervoor gekozen om de voorschriften die in het GRUP Afbakening Grootstedelijk gebied Antwerpen voor het deelgebied Post X werden uitgeschreven integraal over te nemen en aan te vullen met een aantal bijkomende bijzondere voorschriften (zie ook 5.1 doelstelling en strategie).

Om begripsverwarring te vermijden werden in de originele tekst van het GRUP Afbakening Grootstedelijk gebied Antwerpen een aantal terminologische aanpassingen doorgevoerd. Deze werden aangegeven onder 5.2 aanpassingen en aanvullingen.