2.2 Planningscontext

 

2.2.1 Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)

Volgens het RSV (BVR 23.09.1997) moet het stedelijk beleid volgende doelstellingen nastreven:

 

    • Het stimuleren en concentreren van activiteiten;

    • Het vernieuwen van de woon- en werkstructuur via strategische stedelijke projecten

    • Het ontwikkelen van nieuwe woningtypologieën en kwalitatieve woonomgevingen;

    • Het leefbaar en bereikbaar houden door andere vormen van mobiliteit en locatiebeleid

    • Het verminderen van het ongeordend uitzwermen van functies.

 

Binnen het RSV werd Antwerpen, geselecteerd als grootstedelijk gebied, binnen het stedelijk netwerk van de Vlaamse Ruit. Er zijn ontwikkelingsperspectieven vooropgesteld voor de grootstedelijke gebieden zoals o.a. minimale woondichtheden, een differentiatie en verbetering van de woningvoorraad, een versterking van de multifunctionaliteit, het ontwikkelen van kantoren aan de knooppunten van openbaar vervoer, het afstemmen van voorzieningen op het belang van het stedelijk gebied, het bundelen van de kleinhandel en het behoud en de ontwikkeling van Randstedelijke groengebieden.

 

Er is in het RSV ook een specifiek beleid inzake stedelijke mobiliteit uitgewerkt. Overeenkomstig de benadering van het RSV dient aan het locatiebeleid (afstemmen bereikbaarheidsprofiel locatie versus mobiliteitsprofiel activiteit) een gebiedsgericht parkeerbeleid gekoppeld te worden, dat gericht is op een selectieve uitbouw van parkeermogelijkheden rondom goed door openbaar vervoer bediende locaties. Het gunstige geplande bereikbaarheidsprofiel van het plangebied (met o.m. geplande traminfrastructuur) en het selectief parkeerbeleid met maximale parkeernormen voor o.a. wonen en kantoren. Voor grootschalige handelszaken, groothandel, bedrijvigheid, zorginstellingen, sportcomplexen, vrijetijdsinstellingen, gemeenschapsvoorzieningen en publieke parkings wordt evenzeer een selectief parkeerbeleid en goede modal split nagestreefd. Hiervoor zijn geen normen in de voorschriften opgenomen en zal bij de vergunningverlening een afweging worden gemaakt op basis van enerzijds een duurzame afweging tussen het bereikbaaheidsprofiel van de locatie en het mobiliteitsprofiel van de activiteit en anderzijds een gebiedsgerichte toetsing aan de draagkracht van de omgeving.

 

De inhoudelijke uitgangspunten van het BPA Eilandje worden behouden in het huidige RUP. Deze uitgangspunten (ontwikkeling van het Eilandje als stadsinbreidingsgebied voor de kernstad met verweving van diverse stedelijke functies) geven uitvoering aan de principes van het RSV waardoor het voorliggende RUP met het RSV in overeenstemming is. De verdere ontwikkeling van het Eilandje kan beschouwd worden als strategisch stedelijk project met belangrijke impuls voor stedelijke vernieuwing.

 

RSV p.332: ‘Het is noodzakelijk de stedelijke gebieden te vernieuwen door het voeren van o.a. een meer dynamische stadsvernieuwing. De vernieuwing van verwaarloosde of onderbenutte terreinen is hiervan een essentieel onderdeel.’’

 

2.2.2 Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA)

Binnen het RSPA (MB 10.07.2001) worden vier hoofdruimten onderscheiden: de AntwerpseFragmenten, de Noorderkempen, de Oostelijke Netwerken en het Netegebied. Antwerpen behoort uiteraard tot de Antwerpse Fragmenten. Elk van deze hoofdruimten werd verder uitgewerkt in deelruimten. Op die manier zijn 14 deelruimten afgebakend. De stad Antwerpen is onderdeel van de deelruimte ‘Grootstedelijk Antwerpen’. Antwerpen heeft een centrale rol binnen de provincie en biedt ruimte aan de meest hoogwaardige functies. Het voorliggend RUP is in overeenstemming met het RSPA.

 

Een ruimtelijk concept voor deze deelruimte vanuit de invalshoek van de provincie bevatvolgende ruimtelijke principes of ordeningsbeginselen:

 

    • Het grootstedelijk gebied wordt gezien als een geheel van gelijkwaardige grootstedelijke woonomgevingen met een hoog voorzieningenniveau. De meer perifere woonomgevingen nemen daarbij een aantal taken over van de kernstad. Het onderscheid tussen het voorzieningenniveau van deze laatste en dat van de andere woonomgevingen vervaagt. De dichtheid van de kernstad verlaagt, deze van de meer perifere woonmilieus verhoogt.

    • De samenhang tussen de verschillende woonomgevingen wordt verzekerd door grootstedelijke elementen als een grootstedelijke groenstructuur en grootstedelijke assen. De groenstructuur bestaat uit groene vingers, geworteld in de Antwerpse gordel en doorlopend in een natuurlijk netwerk verweven tussen de woonomgevingen. De grootstedelijke assen zijn dragers van voorzieningen, van hoogdynamische activiteiten en van openbaar vervoer.

    • De Schelde wordt opgenomen in een nieuwe gemengd groene, gemengd stedelijke vinger van het grootstedelijk gebied. Een nieuwe band van stedelijkheid aan het water met wonen, natuur en groen, dienstverlening en voorzieningen vervangt daarbij de vroegere en huidige bedrijvigheid.

    • De woonomgevingen worden verbonden door een hoogwaardig openbaar vervoer netwerk. In principe moet elke woonomgeving in contact staan met elke andere.

 

Rond Antwerpen zijn drie andere deelruimten gedefinieerd: de Antwerpse haven, het bebouwd perifeer landschap en de Antwerpse gordel.

 

Relevante aspecten voor het RUP Eilandje zijn:

 

    • Het Eilandje is een overgangsgebied tussen de stad en de haven. In principe maakt het deel uit van de woonomgeving Antwerpen kernstad. Allerlei overgangsfuncties vinden hier plaats, zo ook een toegang tot de haven van waaruit het openbaar en collectief vervoer in de haven wordt georganiseerd.

    • Door het verdichten, hergebruiken en efficiënt benutten van de oudere havendelen, kunnen de voortgaande verschuiving en verwijdering van de haven ten opzichte van de stad Antwerpen worden tegengegaan.

 

 

2.2.3 Relatie met het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA)

Het RUP Eilandje wordt opgemaakt in uitvoering van het s-RSA (BD 21.12.2006). Het s-RSA stelt in de bindende bepalingen een verdere implementatie en perationalisering van het actief beleid voor aan de hand van een aantal hefboomprojecten. Het RUP Eilandje is in overeenstemming met het s-RSA.

 

Het Eilandje fase 1 met de deelwijken Oude Dokken, Montevideowijk- en Cadixwijk worden aangeduid als onderdelen van de strategische ruimte ‘harde ruggengraat’ en geselecteerd als hefboomproject (s-RSA, pg 324, bindend deel). Het RUP vormt een essentieel onderdeel van het Masterplan Eilandje voor dit hefboomproject.

 

Het s-RSA wil het Eilandje ontwikkelen tot een aangename woonwijk aan het water. Hierbij is de visie van het Masterplan Eilandje geïmplementeerd in het richtinggevend deel van het s-RSA. Bij de herontwikkeling wordt uitgegaan van de bestaande historische en maritieme identiteit van het Eilandje. Via strategische interventies in het bestaande bebouwingsweefsel en het openbaar domein aangevuld met nieuwe invullingen aan de dokranden wordt een stapsgewijze en duurzame transformatie voorzien.

 

Het s-RSA bepleit sterk het principe van de ‘Renovatio Urbis’ of de kleine stapsgewijze ingrepen in het bestaande weefsel en openbaar domein waarbij verleden, heden en toekomst hand in hand gaan. Op het Eilandje vertaalt zich dit in de vele renovatie- en invulprojecten in het historische weefsel van pakhuizen, loodsen en rijwoningen. Het Masterplan Eilandje en het s-RSA maken van het behoud van beeldbepalende bebouwing een speerpunt.

 

Aan de dokranden is er ruimte voor geheel nieuwe ingrepen. Daar worden in de visie van Masterplan Eilandje en het s-RSA de voormalige en huidige bedrijfsgebouwen vervangen door torens (in de Montevideobuurt) en bouwblokken (in de Cadixwijk). Temidden van de Oude Dokken van Napoleon en Koning Willem I verrijst de toren van het MAS of Museum aan de Stroom als voornaamste stapsteen van de denkbeeldige culturele noord-zuidas die het Eilandje met het stadscentrum verbindt.

 

Het s-RSA ziet een kwalitatief openbaar domein als onderlegger voor duurzame stadsvernieuwing. Dit strookt eveneens met de visie van het Masterplan Eilandje, Beeldkwaliteitplan voor de Buitenruimte, Groenplan en Waterplan waarin de brede kaaivlaktes en omvangrijke watervlakken van de dokken als kwalitatief openbaar domein zullen worden heringericht hierbij refererend naar het verleden (‘een vloeiende ruimte van kasseien en dokken’) en tegelijk aangepast aan de huidige noden van een levendige en leefbare stadswijk. Zo worden de dokranden aangelegd als groene corridors met boomgroepen en parkvakken, de brede straten als groene boulevards en de huidige parking van het Douanegebouw als parkachtig Cadixplein of groene long van de wijk.” (s-RSA, pg 218, richtinggevend deel).

 

 [image]

Figuur 6

 

Het s-RSA duidt het Eilandje in het mentale beeld van ‘Dorpen en Metropool’ aan als een stadswijk met een dynamische mix van functies. De nadruk komt hierbij te liggen op een woonwijk ondersteund door een spectrum aan culturele, recreatieve en nutsvoorzieningen. Verder wordt het Eilandje en de kop van Spoor Noord aangeduid als kantoorlocatie waar kleinschalige kantoren en headquarters zich kunnen vestigen. Tevens moet plaats kunnen geboden worden aan de zogenaamde creatieve economie.

 

Het s-RSA wil inzetten op hoogbouw en neemt de opmaak van een hoogbouwnota op in de bindende bepalingen. (s-RSA, pg 322, richtinggevend deel). Het s-RSA wil het idee van “stad aan de stroom” versterken door in te zetten op torens: “In het bijzonder kunnen torens de nieuwe centraliteit van de Schelde op symbolische wijze aangeven ter hoogte van het Eilandje en nieuw zuiden en hiermee de Antwerpse skyline ten noorden en ten zuiden vervolledigen. het gaat hier in hoofdzaak om het leggen van kwalitatieve accenten in de skyline.” (s-RSA, pg 35, richtinggevend deel). Het s-RSA specificeert door voor het Eilandje expliciet als doelstelling te stellen: “Het vervolledigen van de Antwerpse skyline door in te zetten op hoogbouwprojecten op het Eilandje zodat op die manier een dens stedelijk programma kan worden gecreëerd met een beperkte footprint zodat de openheid van het gebied en de vele doorzichten behouden blijven.” (s-RSA, pg 215, richtinggevend deel). Momenteel is de hoogbouwnota in opmaak waarin de principes van het s-RSA en deze van het Masterplan Eilandje als uitgangspunt dienen.

 

Het s-RSA voorziet de aanleg van tramlijnen op het Eilandje door: “In te zetten op een duurzaam evenwicht tussen een kwalitatieve aanleg van het verblijfsdomein, openbaar vervoersontsluiting (tram) en parkeermogelijkheden. Volgende tramlijnen worden voorzien: Kaaitram, Londenstraat-Amsterdamstraat, Kattendijkdok Oostkaai- Mexicostraat en benoemt de tram-as Kattendijkdok Oostkaai- Mexicostraat en Groene Singel.”(s-RSA, pg 215, richtinggevend deel).

 

 

2.2.4 Masterplan Mobiliteit Antwerpen

Het Masterplan Mobiliteit Antwerpen (BVR 15.12.2000) is geen globaal mobiliteitsplan. Het wil korte termijnoplossingen bieden voor een groot deel van de mobiliteitsproblemen voor Antwerpen en omgeving. Het Masterplan biedt geen oplossing voor alle problemen, het beperkt zich tot ‘de prioriteiten der prioriteiten’.

 

Op 9 mei 2008 besliste de Vlaamse Regering de uitbouw van de stedelijke tramlijnen op het Eilandje onder te brengen in het project BraboII (heraanleg Leien 2de fase – tramlijn Ekeren) als uitvoering van de 1ste fase van het Masterplan Antwerpen.

 

 

2.2.5 Bestuursakkoord 2007-2012

De algemene visie van het bestuursakkoord is: “Antwerpen wil een aantrekkelijke stad zijn om te wonen of te bezoeken. Daarom wil het stadsbestuur samen met de districten zwaar blijven investeren in de kwaliteit van stedenbouw in al zijn vormen: de ontwikkeling van nieuwe wijken en de opleving van bestaande stadsdelen, de organisatie van het verkeer, de inplanting van openbare gebouwen met architecturale kwaliteit, de aanleg van pleinen, parken en plantsoenen, en van kleine en grote straten.”

 

Om deze visie waar te maken vormt het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen de basis van de verdere uitwerking het bestuursakkoord. Naast de gebiedsgerichte uitspraken doet het bestuursakkoord ook stadsbrede uitspraken die van tel zijn binnen het Eilandje.

 

Naar mobiliteit wordt er algemeen gesteld dat de stad bereikbaarder moet worden: te voet, met de fiets en met het openbaar vervoer. Om dit te bekomen moeten de fietsers en voetgangers zich veilig en comfortabel kunnen bewegen. Ter ondersteuning van deze gedachte dienen er meer fietsenstallingen voorzien te worden in wijken waar er veel rijhuizen en appartementen zijn. Tenslotte wil men meer tramlijnen aanleggen tijdens deze legislatuur.

 

Toch moet de stad ook met de auto bereikbaar blijven, daarom wil men het parkeerplan evalueren en optimaliseren. Tevens wil men autodelen versterken en dan vooral in de nieuwe stadsprojecten.

 

Ten aanzien van duurzaamheid wil Antwerpen een voorbeeldige milieustad zijn en bij de verschillende facetten van het bestuur (van stadsontwikkeling over aanbestedingen tot huisvesting en organisatie van het eigen vervoer en dat van het personeel,…) rekening houden met ecologische criteria.

 

Met deze algemene en gebiedsgerichte ambities wil de stad Antwerpen een aangename stad zijn voor gezinnen in alle mogelijke samenstellingen. Daarenboven wil het stadsbestuur blijven ijveren voor een betaalbare en comfortabele woning voor al deze mensen.

 

Toch wil de stad de komende jaren in de eerste plaats extra inzetten op één doelgroep: het is voor de toekomst van de stad van groot belang dat gezinnen met kinderen in de stad blijven wonen. Of, nog ambitieuzer, dat deze gezinnen terug in de stad komen wonen. De stad wil het woningaanbod opvoeren met grote projecten voor stadsvernieuwing, en met bijkomende privé-woningen en sociale woningen (waar het huidige gemiddelde van sociale huurwoningen niet is bereikt).

 

Antwerpen bestrijdt sociale segregatie in het wonen en streeft naar sociale vermenging door sociale woningen, betaalbare huizen en duurdere woningen zoveel mogelijk te mengen. Het stadsbestuur erkent de noodzaak aan bijkomende sociale huisvesting in Antwerpen. Antwerpen wil dat er meer sociale koopwoningen op zijn grondgebied worden aangeboden. De sociale woningbouw moet door de kwaliteit van concept en architectuur een meerwaarde betekenen voor de buurt. Kleinschaligheid moet de norm zijn.

 

 [image]

Figuur 7

 

 [image]

Figuur 7

 

 

 

2.2.6 Masterplan en beeldkwaliteitplannen Eilandje

Het Masterplan Eilandje (CBS 20.03.2002) gaat uit van een aantal strategische interventies om een levendige en leefbare stadswijk te creëren. Vooreerst wordt bijzondere aandacht besteed aan de kwalitatieve uitbouw van het publieke domein met de vele dokken en watervlakken als een belangrijk onderdeel ervan. De realisatie van een jachthaven in het Willemdok en de geplande heraanleg van de kaairanden langs de Oude Dokken kaderen hierbinnen.

 

Verder wil het Masterplan Eilandje de historische en maritieme identiteit van dit historische havengebied benadrukken. Vandaar dat ingezet is op de bescherming van monumenten en beeldbepalende gebouwen die geherprogrammeerd worden naar wonen-, kantoren-, culturele en wijkondersteunende functies. Nieuwe invulprojecten rond de Oude Dokken moeten de geest ademen van de historische pakhuizen en depots. Het beschermde Sint-Felixpakhuis is zodoende gerenoveerd als stadsarchief en rond de Oude Dokken zijn de voorbije jaren diverse loftprojecten gerealiseerd in de bestaande en nieuwe gebouwen.

 

Het Masterplan Eilandje definieert tevens een culturele noord-zuidas die centraal oer het Eilandje loopt en het gebied linkt met de historische binnenstad. Langs deze as worden culturele stapstenen uitgezet, zoals de realisatie van het Museum aan de Stroom (MAS) op de Hanzestedenplaats.

 

De oost-west gerichte Londen-Amsterdamstraat vormt de belangrijkste wijkontsluitingsweg vanaf de Italiëlei. De heraanleg voorziet een verblijfsboulevard met centrale trambaan waarlangs de vestiging van plaatselijke winkels en horeca kan worden gestimuleerd.

 

Om deze globale visie verder thematisch te detailleren werden beeldkwaliteitplannen goedgekeurd. Hier worden meer in detail spelregels vastgelegd voor de aanleg van het publieke domein, groenvoorziening, bebouwing en functionele programmatie van de dokken.

 

Het betreft:

 

    • Het Beeldkwaliteitplan voor de Buitenruimte van Atelier JPLX i.s.m. Desvigne Landschapsarchitecten (CBS 20.03.2002)

    • Het Beeldkwaliteitplan voor de Architectuur of de ‘Architectuurnota’ van Atelier JPLX (CBS 07.05.2004),

    • Het Waterplan van Urhahn Urban Design-Vrolijks (CBS 07.05.2004)

    • Het Groenplan van Desvigne Landschapsarchitecten (CBS 15.07.2005).

 

Het Beeldkwaliteitplan voor de Buitenruimte bevat heldere visierichtlijnen voor de vormelijke herinrichting van straten, pleinen en dokranden. Ook hier moet het typische karakter van het Eilandje met al haar ruwheid en éénvoud duidelijk uitspringen. De specifieke aanleg van de dokranden en kades in eenheid en uniformiteit definieert het beeld van het Eilandje en maakt het Eilandje tot een herkenbaar geheel. Hierbij wordt gewerkt met bestaande materialen zoals kasseien, platines en blauwe hardsteen. Sporen van de geschiedenis: monumenten, sluizen, bruggen, pakhuizen en kranen… zijn de kwaliteiten van het Eilandje en dienen hierbij gevrijwaard te worden. Het publieke karakter van de dokkades dient eveneens behouden te worden De ondergrondse parkeergarage is een belangrijke toevoeging aan de publieke ruimte waarbij de ontwikkelingen in hun eigen parkeerbehoefte moeten voorzien.

 

In het Groenplan wordt een groenstrategie uitgewerkt voor het Eilandje. De wijk wordt opgespannen tussen twee stadsparken: het geplande Droogdokkenpark en het intussen gerealiseerde Park Spoor Noord. In de wijk zelf wordt een groenstructuur voorzien bestaande uit: boomgroepen langs de kades en in de binnenstraten, tijdelijke landschappen, parkstructuren langs de Westkaai en op het wijkplein Cadix enlaanaanplantingen langs de boulevards. Er is gekozen voor aanleg door middel van boomgroepen die verspreid worden over de dokranden omdat klassieke laanbeplantingen hier te transparant zijn om een antwoord te kunnen bieden op de schaalgrootte van de open ruimte op het Eilandje. Dit principe is al toegepast bij de heraanleg van de kades rond de Oude Dokken.

 

De Architectuurnota geeft een visie op de ontwikkeling van de bestaande en de toekomstige bebouwing op het Eilandje. Het plan biedt een stevig kader zodat private en publieke bouwplannen eraan getoetst kunnen worden. Op basis van de uitvoerige inventaris in het plan zijn reeds meerdere monumenten beschermd op het Eilandje.

De voormalige havenactiviteiten hebben de buurt een eigen karakter gegeven met een sterke sociale en culturele geladenheid. Renovatie- en nieuwbouwprojecten moeten zoveel mogelijk binnen de authentieke sfeer van het Eilandje passen. Een belangrijk aspect is bijvoorbeeld het gebruik van specifieke materialen zoals kasseien, staal, baksteen en hardsteen. Zij zijn typisch voor het Eilandje omdat ze een gevoel van éénvoud en ruwheid creëren.

 

Het Waterplan vormt een belangrijke aanvulling op het Masterplan. Het accent ligt hier op het verder uitbouwen van het maritieme karakter. De havenbekkens blijven behouden en krijgen maritieme functies: een commerciële havenfunctie, een toeristisch-recreatieve functie of zelfs een woonbestemming. Het water is de sfeerdrager van het nieuwe Eilandje en moet vanaf het land zichtbaar zijn.

Het waterprogramma van het Eilandje moet voor iedere Antwerpenaar iets te bieden hebben. De komst van de jachthavens in het Willem- en Kempisch dok waren de eerste waterprojecten op het Eilandje. Momenteel wordt gewerkt aan een verdere operationalisering van het Waterplan met aanmeerplaatsen voor riviercruises en rondvaarten in het Kattendijkdok, een Museumhaven in het Bonapartedok, zones voor woonboten in het Hout- en Kempisch dok en een drijvend open luchtzwembad. Waterwegen en Zeekanaal renoveert de Kattendijksluis voor schepen.

 

2.2.7 Plannen van aanpak en sectorale studies voor het Eilandje

Ondanks het zeer uitgebreide planningskader voor het Eilandje, was het noodzakelijk om de concrete uitvoering van de publieke ruimte en de Cadixwijk vorm te geven in plannen van aanpak.

 

Het betreft:

 

    • Het Plan van Aanpak Publieke Ruimte (CBS 07.04.2007)

    • Het Plan van Aanpak Cadixwijk (CBS 11.05.2008)

 

Daarnaast vereisten een aantal complexe thema’s een verdere uitdieping in sectorale beleidsplannen.

 

Het gaat om:

 

    • De Mobiliteitsstudie Eilandje van Libost groep-Vectris (CBS 10.07.2009)

    • De Duurzaamheidsstudie Cadixwijk of Masterplan Duurzaamheid Cadix van EVR-Daidalos Peutz (CBS 27.11.2009)

 

 

2.2.7.1 Het Plan van Aanpak Publieke Ruimte

Het Plan van Aanpak Publieke Ruimte Eilandje (CBS 07.04.2007) geeft een raming, fasering en timing weer voor de heraanleg van de publieke ruimte op het Eilandje. Hierbij wordt uitgegaan van de inrichtingsprincipes van het Beeldkwaliteitplan voor de Buitenruimte en het Groenplan. Volgend op de heraangelegde Oude Dokken worden in de meerjarenplanning en –begroting achtereenvolgens de aanleg van de Londen-Amsterdamstraat, de Montevideowijk en de Cadixwijk opgenomen. In het Plan van Aanpak worden tevens de diverse subsidiemogelijkheden (Provinciaal Fietsfonds, Vlaams Stadsvernieuwingsfonds en Stedenfonds en Europees Interreg IVa) in beeld gebracht. Voor de Cadixwijk wordt voorgesteld om op basis van de vastgoedontwikkeling het publieke domein te financieren. AG Stadsplanning Antwerpen i.s.m. District Antwerpen en Aquafin voeren uit.

 

2.2.7.2 Het Plan van Aanpak Cadixwijk

Het Plan van Aanpak Cadixwijk (CBS 11.05.2008) regisseert vanuit het Masterplan en de Beeldkwaliteitplannen de gefaseerde gebiedsontwikkeling van de Cadixwijk. Op basis van het protocol stad-haven (GR 19.02.2009) en desbetreffend gemeenteraadsbesluit (GR 25.10.2010) zullen de dokranden van de Cadixwijk aan de Stad worden overgedragen. In 10 krachtlijnen geeft het Plan van Aanpak de ambities voor de ontwikkeling weer zoals het creëren van een gemengde ontwikkeling met ruimte voor sociaal en betaalbaar wonen, energiezuinig en duurzaam bouwen, het inzetten op wijkvoorzieningen zoals scholen, kinderopvang en sport (zie verder). De wijkontwikkeling wordt in tandem aangestuurd door AG Stadsplanning Antwerpen en AG Vespa waarbij de opbrengsten uit de verkoop onder voorwaarden aan huisvestingsmaatschappijen en ontwikkelaars wordt gebruikt voor de kwalitatieve heraanleg van de publieke ruimte. Dit principe wordt ‘ontwikkelen onder een glazen stolp’ genoemd. Na het RUP Eilandje worden verkavelingsplannen op gemaakt om de bouwzones verder op te delen in kavels van ca. 5000m² en zodoende samengestelde bouwblokken te bekomen. De verkavelingsplannen geven meer in detail bestemmings- en inrichtingsvoorschriften weer op kavelniveau. Dit vormt het concrete kader voor de verkoop onder voorwaarden die een wedstrijdformule inhoudt met een evaluatie op basis van ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en financieel bod. Voor de compacte bouwzones en de Cadixtoren zal meteen een wedstrijd worden uitgeschreven. De aanleg van een nieuw wijkplein Cadix en de uitbouw van de SISA-school tot Kunstencampus verloopt via een open oproepprocedure bij de Vlaams Bouwmeester.

 

2.2.7.3 De Mobiliteitsstudie Eilandje

De Mobiliteitsstudie Eilandje (CBS 10.07.2009) bestaat uit drie onderdelen: de ontwerpmatige uitwerking van een tramnetwerk Eilandje, de ontwerpmatige uitwerking van de twee belangrijkste wijkontsluitingsassen (Londen-Amsterdamstraat en Kattendijkdok Oostkaai) en de opmaak van een parkeerstudie. De mobiliteitsstudie Eilandje voorziet in een tramnetwerk met tramlijnen langs de Londen- Amsterdamstraat, de Rijnkaai en de Kattendijkdok Oostkaai. Het ontwerp van de mobiliteitsstudie tekent binnen het kader van het Beeldkwaliteitplan voor de Buitenruimte en het Groenplan groene stadsboulevards met vrije trambaan en veel ruimte voor fietsers en voetgangers. Als gevolg van de voorgestelde vrije tramdoorgang langs de Kattendijkdok Oostkaai werd het wegprofiel zoals voorzien in het BPA Eilandje verbreed in het RUP Cadix. De parkeerstudie legt ten slotte parkeernormen op voor het Eilandje

 

 [image]

Figuur 8

 

 

2.2.7.4 De Duurzaamheidsstudie Cadixwijk

De Duurzaamheidsstudie Cadixwijk of het Masterplan Duurzaamheid Cadix-Eilandje (CBS 27.11.2009) is een verdere uitwerking van de 10e krachtlijn van het Plan van Aanpak Cadixwijk waarin de focus wordt gelegd op een duurzaame wijkontwikkeling. Op basis van een duurzaamheidsmeting met 11 criteria (ligging, mobiliteit, energie, water, groen, innovatie…) worden maatregelen weergegeven op gebouw- en wijkniveau. De belangrijkste maatregelen zijn bij collegebesluit vastgelegd. Het gaat om:

    •  

    • Structureel verderzetten van het stadsinbreidingsproject Eilandje waarbij een oude haven wordt omgevormd tot een bruisende stadwijk aan het water met een mix aan bewoners, gebruikers en functies

    • STOP principe nog verder doorvoeren in de verdere uitwerking van het ontwerp van het openbaar domein

    • Autodelen en publieke fietsen doorvoeren in de wijk

    • Opmaak groenbeheersplan door de groendienst en een waterbeheersplan; het voorzien van gescheiden riolering

    • Aanmoedigen van groene gevels naast de verplichte groene daken uit de bouwcode en groenaanleg om de stedelijke opwarming tegen te gaan

    • Hergebruik van grijs- en regenwater stimuleren in gebouwen/bouwblokken; gebruik van waterbesparende toestellen in gebouwen aanmoedigen

    • Hergebruik van bouwmaterialen stimuleren; duurzaam materiaalgebruik aanmoedigen

    • Trias energetica nastreven; maximum E-peil en isolatiecoëfficiënt opleggen bij nieuwbouw; energiezuinig en passief bouwen stimuleren door milieubonussen toe te kennen

    • Haalbaarheid wijkverwarming nagaan

    • Zonlichttoetreding bewaken bij nieuwbouw; windhinder indijken

    • Meegroeiwoningen introduceren

    • Haalbaarheid van een fietspunt en sociaal restaurant nagaan

    • Tijdelijk gebruik van sites voorafgaand aan de definitieve ontwikkeling onderzoeken; een sociaal planningsbeleid voeren om de transitie in de wijk in goede banen te leiden

    • Haalbaarheid van certificering van wijken (bvb. LEED, BREAM…) op stadsbreedniveau nagaan en toepassen op de Cadixwijk

    • Bij de ontwikkleing van de wijk aanknoping zoeken bij kennisuitwisselingsprogramma’s en subsidieprogramma’s; opmaken van een wijkcharter inzake beheer (‘Cadix, wijk van A’)

 

Deze maatregelen zullen worden uitgevoerd op wijkniveau door de Stad of als randvoorwaarden worden meegenomen in de verkoop onder voorwaarden.

 

De duurzaamheidsmeting geeft eveneens de sterk negatieve milieu-impact weer van de geplande bouw van het zogenaamde Lange Wapperviaduct. De studie maakte dan ook onderdeel uit van het discours binnen de Stad Antwerpen om een tunnelalternatief bij het Vlaams Gewest te bedingen hetgeen intussen formeel beslist werd door de Vlaamse regering.

 

De ambities en maatregelen uit het Masterplan Duurzaamheid Cadixwijk kaderen binnen een stedelijke ambitie om een energiezuinige, ecologische en duurzame stad uit te bouwen. In deze context zijn op stadsbreedniveau een aantal plannen in opmaak:

 

    • Voor groen: het stedelijk groenplan (in opmaak)

    • Voor mobiliteit: het mobiliteitsplan (herziening in opmaak)

    • Voor energie en klimaat: het stedelijk klimaatplan (in opmaak)

    • Voor luchtkwaliteit en geluidshinder: het geïntegreerd actieplan van de luchtkwaliteit en beheersing van de geluidshinder (in opmaak, oplevering begin 2011)

    • Voor water: het beleidsplan rond ‘water in de stad’ (opmaak in voorbereiding)

    • Het lichtplan (in voorbereiding)

 

Dit plannenkader zal bij de verdere ontwikkeling van de wijk in de mate van het mogelijk meegenomen worden.

 

2.2.8 Masterplan Scheldekaaien

Ten slotte wordt het Masterplan Scheldekaaien, als belangrijk aangrenzend beleidsplan aan het RUP Eilandje, besproken. Het Masterplan Scheldekaaien van PROAP en de bijbehorende principe-overeenkomst (GR 20.09.2010) bevatten de krijtlijnen voor de heraanleg van de Scheldekaaien en een financiële overeenkomst tussen de Stad Antwerpen en Waterwegen en Zeekanaal voor de uitvoering. Het Masterplan Scheldekaaien voorziet de integratie van een nieuwe verhoogde waterkering in een hertekend kaaienlandschap vanaf het Noordkasteel tot Hobokenpolder bestaande uit meanderende mobiele waterkeringen, dijklichamen, taluds en gebouwensokkels. Het behoud van de bestaande historische identiteit van de Scheldekaaien staat hierbij voorop. Het Masterplan doet eveneens uitspraken over het doortrekken van een kaaientram vanaf het Eilandje (ter hoogte van de Londen- Amsterdamstraat) tot Nieuw Zuid. De Scheldekaaien moeten autoluw worden met veel ruimte voor fietsers en voetgangers. Aan de Rijnkaai ter hoogte van de Oude Dokken wordt de site van het Loodswezen heringericht met en getijdentuin. Meer naar het noorden wordt de bouwblokstructuur van de Montevideowijk doorgetrokken tot op de kaaien. Op het Droogdokkeneiland voorziet het Masterplan Scheldekaaien een gevarieerd parklandschap bestaande uit een getijdenoever, een stedelijk park en de minerale droogdokkenzone.

 

 [image]

 

 [image]

Figuur 9