|
3 VISIE | |||||||||||||
|
De onderstaande visie voor het RUP Eilandje is gebaseerd op het Masterplan Eilandje, de Beeldkwaliteitplannen en operationele plannen met voortschrijdend inzicht. 3.1 Globale visie op het Eilandje
Het Eilandje is de schakel tussen stad en haven; het is een levendig stadsdeel voor iedereen
Het Eilandje heeft potentie om uit te groeien tot een nieuw deel van de binnenstad, door de positie tussen stad en haven. De structuur en het gebouwenpatrimonium bieden goede mogelijkheden voor de ontwikkeling van een stedelijk gebied met een eigen kwaliteit en een herkenbare identiteit.
Om de druk in de stad op te vangen, zal er op het Eilandje een gedifferentieerd woningaanbod worden gecreëerd, dat rekening houdt met de behoeftes van zowel uitgesproken stedelijke bewoners zoals starters en senioren, als met het klassieke gezin met suburbane eisen. Het is van belang dat het Eilandje een gemengd woonmilieu blijft voor alle lagen van de bevolking en de huidige bewoners. Het dagelijkse voorzieningenaanbod zal hierop moeten worden afgestemd. Om een levendig en leefbare stadswijk te creëren stelt het Masterplan Eilandje een globale richtinggevende functiemix van 60% wonen, 30% kantoren en handel en 10% culturele en wijkvoorzieningen voorop.
De structuur van dokken en open ruimtes en de aanwezigheid van grootschalige gebouwen dient als basis voor de ontwikkeling van een nieuwe stedelijkheid op het Eilandje. Er ontstaat een gemengd woon- en werkmilieu waarbij de nadruk wordt gelegd op cultuur en stedelijke recreatie. Voorbeelden hiervan zijn de jachthaven, het MAS en het Ballet van Vlaanderen.
De bestaande ruimtelijke kwaliteiten zijn het uitgangspunt voor nieuwe ontwikkelingen
Door de geschiedenis heen combineert het Eilandje de rationele opbouw en de openheid van de haven met het kleinschalige, gemengde milieu van een stedelijke wijk. Het Masterplan Eilandje gaat uit van een behoud en een versterking van de lokale ruimtelijke karakteristieken. De beleving van de open ruimte en zichten, een essentiële kwaliteit die elders in de stad nauwelijks te vinden is, is de basis van elke ontwikkeling in het gebied.
De confrontaties tussen de verschillende schaalelementen worden uitgebuit waar ze een kwaliteit bieden en verzacht waar ze de woonkwaliteit aantasten. Het introduceren van nieuwe landmarks en de versterking van doorgaande lijnen maken het Eilandje maximaal toegankelijk en begrijpbaar, zonder het “eilandkarakter” en de rust teniet te doen.
Culturele as en Londen-Amsterdamas functioneren als verbinding en ontmoetingselement
Het Masterplan Eilandje is voor een stuk gebaseerd op het gedachtegoed van Manuel de Solà-Morales. Die tekende een denkbeeldige lijn van noord naar zuid door Antwerpen die tal van culturele toplocaties met mekaar verbindt. Deze culturele as krijgt een centrale rol op Het Eilandje. Onder meer het Ballet van Vlaanderen, de Red Star Line en de Montevideoloodsen maken er deel van uit. Maar het belangrijkste scharnierpunt is het Museum aan de Stroom (MAS). Dat wordt dé attractiepool en ontmoetingsplaats tussen noord en zuid, tussen west en oost, tussen haven en stad, tussen bewoners, bezoekers, zakenlui en toeristen.
De Londen-Amsterdamstraat vormt de belangrijkste oost-westas die enerzijds het park Spoor Noord verbindt met de Scheldekaaien en anderzijds een link legt tussen de deelwijken op het Eilandje. De Londen-Amsterdamstraat wordt de groene stadsboulevard op het Eilandje uitgerust met een tramlijn die de geplande Leientram met de Kaaientram zal verbinden en zodoende het Eilandje optimaal bereikbaar maakt vanuit binnenstad en omgeving.
De drie deelwijken worden verbonden tot één geheel met behoud van de eigen identiteit
Het Eilandje tekent zich als havenwijk als een bijzonder element af op de kaart van Antwerpen. Binnen het gebied worden verschillende deelgebieden onderscheiden met een duidelijk eigen karakter: het gebied rond het Willem- en Bonapartedok of de Oude Dokken genoemd, de Cadixwijk en de Montevideobuurt. Ze fungeren nu als relatief autonome entiteiten.
Het Masterplan Eilandje tracht deze deelgebieden meer met elkaar in verbinding te brengen en het Eilandje als geheel meer aan de stad enerzijds en de haven anderzijds te verankeren. Voor de deelgebieden zijn er uitwerkingen gemaakt die een antwoord geven op de specifieke ruimtelijke en functionele mogelijkheden en noden van elk deelgebied. Daardoor worden binnen het ruimtelijk geheel van het Eilandje drie deelwijken met een eigen karakter en identiteit gecreëerd.
Het Eilandje is een omgekeerde vorm van stedelijkheid met enorme potenties tot het inzetten van de kaaivlaktes en watervlakken als levendig openbaar domein
Het Eilandje wordt gekenmerkt door een omgekeerde vorm van stedelijkheid, de verhouding tussen bebouwde en open ruimte is hier als het ware omgekeerd. De brede kaaivlaktes en omvangrijke watervlakken van de dokken creëren een stadsgebied met veel open ruimte. De dense bebouwing in de straten wordt gecompenseerd door veel openheid aan de dokranden.
Het Masterplan Eilandje en het Beeldkwaliteitplan voor de Buitenruimte, het Groenplan en het Waterplan zetten hierop in. De kaaien en het water worden gezien als het nieuwe publieke domein op het Eilandje. Hier kunnen de toekomstige bewoners en bezoekers van het Eilandje tot rust komen, spelen, kuieren, praten, mijmeren… Een kwalitatieve heraanleg van de publieke ruimte met veel verblijfsplekken en plaats voor zachte weggebruikers is één van de speerpunten in de planontwikkeling van het Eilandje. Bij de heraanleg wordt teruggegrepen naar de historische identiteit van het Eilandje door een ‘vloeiende ruimte van kasseien’ te creëren waarop een patchwork van groen wordt geprojecteerd.
Het Waterplan herprogrammeert de dokken met een dynamische en aantrekkelijk stedelijk programma bestaande uit een museumhaven, jachthaven, aanmeerplaatsen voor riviercruises en rondvaarten, woonbotenlusters en een drijvend zwembad.
De ontwikkeling is dynamisch en laat een flexibele invulling in tijd en ruimte toe
De ontwikkelingsstrategie voor het Eilandje is richtinggevend en daardoor dynamisch en flexibel. Er kan ingespeeld worden op ontwikkelingen in de komende decennia die niet altijd voorspelbaar zijn. Hiermee wordt bewegingsruimte gegeven aan de stad en de diverse overheden en private marktpartijen die het Eilandje verder zullen vormgeven.
Rond de Oude Dokken worden veelal pakhuizen gerenoveerd en invulprojecten gerealiseerd door de privémarkt. Bakens zoals het Felixarchief en het MAS zijn strategische stedelijke interventies die het gebied opladen tot een wijk met stedelijke allure.
Aan de randen van de Montevideowijk zijn de monumenten en gronden door de haven doorverkocht aan private ontwikkelaars met uitzondering van de Red Star Linegebouwen die stadseigendom werden. De monumentale kop van de Montevideowijk wordt gerestaureerd als culturele trekpleister aan het stedelijke Limaplein langs de Kattendijksluis. Op de westkaai van het Kattendijkdok verrijzen 6 torens temidden van een groene parkstructuur aan het water.
In de Cadixwijk worden de dokranden overgedragen van haven naar stad. De stad zal hier de regie kunnen voeren om circa de helft van de nieuwe wijk gefaseerd te ontwikkelen in een duurzame en sociale mix van woningen, wijkvoorzieningen en economische functies. In het bestaande weefsel realiseert de private markt renovatieen invulprojecten. Een tramlijn langs de groene wijkboulevard Kattendijkdok Oostkaai en een nieuw centraal wijkplein maken het plaatje compleet.
3.2 Visie op deelwijkniveau: Oude Dokken, Montevideobuurt en Cadixwijk
Oude Dokken
Het water als plein
De ruimtelijke structuur van de Oude Dokken is vrij coherent. De bebouwing en de open ruimte zijn er goed op elkaar afgestemd. De pakhuizen aan de rand zijn in volle renovatie of wachten op een herbestemming (zoals het stadsarchief in het Sint‑Felixstapelhuis). De ontwikkelingen op het AMCA-terrein sluiten binnenkort het gat dat geslagen was na het verdwijnen van de Koninklijke Stapelhuizen. Met het MAS krijgen de Oude Dokken een nieuw centrum, en de jachthaven heeft ook het water toegankelijk gemaakt, zodat de dokken als het ware een groot plein gaan vormen, dat langzamerhand ingelijfd wordt bij de stad.
Het Masterplan gaat uit van een bestendiging van deze situatie en een verdere aanvulling van de wanden. Die ingrepen zijn vooral noodzakelijk rond het Bonapartedok. De Tavernierkaai is een brede verkeersader die geen afstemming zoekt met het voetgangerskarakter rond de dokken en die de relatie met de Schelde in de weg staat. Het traject langs deze kaai en de route langs de Falcon-Nassau as zijn onaantrekkelijk, voetgangersonvriendelijk en vol obstakels. Het Chiquitagebouw aan de Rijnkaai en het tankstation ernaast staan met de rug naar het Bonapartedok en vormen een dood punt in de wandeling rond het water.
Vervolledigen van de ‘wanden’ rond de dokken
De nieuwe bebouwing rond de dokken is erop gericht de ‘wanden’ te vervolledigen. Het Koninklijk Entrepot-gebouw op de AMCA-site sluit de ruimte af aan de oostzijde. Het Chiquitagebouw of de Rijnkaaisite wordt aan de kant van de dokken afgemaakt met een bouwblok, volgens de maat van de noordelijke bouwblokken. Op termijn kan het volledige Chiquitagebouw aan de Rijnkaai verdwijnen en worden vervangen door een bouwblok volgens dezelfde maat.
In het zuiden van het Eilandje is de relatie tussen de bebouwing en het water optimaal is. Het Masterplan Eilandje gaat dan ook uit van een bestendiging en aanvulling van bestaande bebouwing en op gang zijnde initiatieven, samen met een vervolledigde aanleg van de kaaien.
Het Museum aan de Stroom en het Felixarchief als stapstenen van de culturele as
De Falcon-Nassau as, of culturele as is, een tweede traject dat de binnenstad bindt met het Eilandje. In het Masterplan Eilandje is deze as opgevat als een traject over de Oude Dokken en de Montevideowijk, langs een aantal solitaire gebouwen die culturele functies huisvesten. Men voelt er dus niet alleen de nieuwe dynamiek van dit stadsdeel maar ook de weidsheid die typisch is voor het Eilandje.
Het schiereiland dat de Hanzestedenplaats vormt wordt ingevuld met een alleenstaand publiek gebouw met name het MAS of het Museum Aan de Stroom dat het centrum en baken van de Oude Dokken wordt. Bovendien geldt het MAS als belangrijkste culturele stapsteen langs de Culturele as op het Eilandje. Dit nieuwe stadsmuseum zal de het verleden, heden en de toekomst van de ‘Scheldestad’ verbeelden in een vaste collectie en thematische tentoonstellingen. Op het dak komt een panoramarestaurant en uitzicht over de stad dat ook publiek toegankelijk is na de sluitingsuren van het museum.
Een ander belangrijke stapsteen wordt gevormd door het Felixarchief of het gerenoveerde Sint-Felixpakhuis waarin een publieke galerij het Eilandje met het stadscentrum verbindt. Als respectievelijk stadsmuseum en stadsarchief vervullen MAS en Felixarchief eveneens een belangrijke culturele bakenfunctie.
Figuur 10
Figuur 10
Functiemix met accent op lofts, horeca en kantoren
Het Masterplan Eilandje wil rond de Oude Dokken een levendige en leefbare stadswijk aan het water creëren via de invulling van een dynamische mix aan functies en activiteiten. De voormalige pakhuizen lenen zich perfect tot de verbouwing van appartementen en lofts met een mooi uitzocht op het water. Daarnaast kunnen invulprojecten in pakhuisstijl plaats bieden aan nieuwe woongelegenheden en kantoren.
Met de AMCA-site, de Rijnkaaisite en de kantoorgebouwen aan de Brouwersvliet hebben de Oude Dokken ook heel wat troeven als kwalitatieve kantoorlocatie, een potentie die het Masterplan Eilandje nog verder in de verf wil zetten. De brede kaaivlaktes aan het water die heringericht worden als groene verblijfsruimten bieden de optimale onderlegger voor terrasjes van allerhande horecagelegenheden. De opening van de culturele trekpleister het MAS centraal in het gebied zal de levendigheid van deze stadswijk nog verder opvijzelen.
Publieke voorzieningen zoals een postkantoor en het Felixarchief ondersteunen bijkomend het wijkweefsel. Het Masterplan Eilandje wil tevens ruimte laten om in te spelen op nieuwe opportuniteiten die zich voortschrijdend in de tijd aanbieden en bepleit een flexibiliteit naar voorschriften.
Het aantal bewoners aan de Oude Dokken zal in de toekomst stijgen tot een kleine 2000 mensen.
Ontwikkelingsstrategie op basis van speerpuntprojecten en invul-/ renovatieprojecten
De Oude Dokken zijn sinds enige tijd onderwerp van renovaties en invulprojecten. Het ‘Renovatio Urbis’-principe uit het s-RSA wordt toegepast in de visie van het Masterplan Eilandje dat een herontwikkeling op twee sporen voorziet. Enerzijds via puntsgewijze, vaak particuliere ingrepen in het bestaande bebouwingsweefsel van pakhuizen en rijwoningen. Anderzijds via grote speerpuntprojecten zoals het Koninklijk Entrepotgebouw, het MAS en de Londentower- of toren.
Steeds dient evenwel een dialoog aangegaan te worden met de omgeving. In de eerste plaats resulteert dit vaak in het behoud van het bestaande beeldbepalende gebouw. Het Beeldkwaliteitplan voor de Architectuur werkt dit thema verder uit in spelregels waarbij op basis van de kwaliteiten van de bestaande bebouwing spelregels worden opgemaakt voor de nieuwe invullingen en projecten. Zo verwijst het MAS in zijn moderniteit naar een verticale stapeling van de vele depots die het Eilandje rijk is. Daartussen kronkelt een publiek ruimte naar een panoramaview als mooie verderzetting van het openbaar domein langs de kaairanden van de Oude Dokken.
Het Koninklijk Entrepot neemt de typologie van het pakhuis over in een neo-klassiek ontwerp dat aangepast is aan de huidige noden van woningbouw. De Londentoren gaat de dialoog aan met de ‘waterstad’ die aan de rede een herkenbare skyline projecteert op het Eilandje.
Elk renovatie-, invul- of geheel nieuw project wordt kritisch bekeken in relatie tot zijn omgeving. Het Masterplan Eilandje en het coördinerende projectbureau Eilandje voorzag inzake opvolging van de kwaliteitsvolle invulling van architectuur in de oprichting van een kwaliteitskamer wat resulteerde onder impuls van de vorige stadsbouwmeester tot de oprichting van een welstandscommissie op stadsniveau die architectuurprojecten op het Eilandje evalueert binnen de krijtlijnvisie van Masterplan Eilandje en het Beeldkwaliteitplan voor de Architectuur.
Figuur 11
Figuur 12
Cadixwijk
Wijk aan het water De Cadixwijk is een dichte, gedifferentieerde woonwijk met een stedelijk type bouwblokken op een orthogonaal patroon, waar men het gevoel krijgt zich binnenin een wijk te bevinden. In de bouwblokken zijn uiteenlopende gebouwtypes terug te vinden: opslagplaatsen en oude scheepsherstelplaatsen staan er naast rijwoningen. Gaandeweg worden oude gebouwen ook opgelapt. De pakhuizen lenen zich heel goed tot allerlei nieuwe functies. Die menging maakt een groot deel van de sfeer uit van het Eilandje. Het is dan ook de bedoeling die in de toekomst te versterken.
Nu bestaat de Cadixwijk uit een beperkt aantal bouwblokken, die gevat zitten in een schil van loodsen en dus afgesloten zijn naar de dokken toe. Het Masterplan Eilandje trekt de wijk door tot aan het water, zodat de Cadixwijk een gezicht krijgt naar het water. Door de uitbreiding krijgt de wijk ook meer een binnenkant, zodat het rustige, beschutte wijkgevoel wordt versterkt, terwijl elke straat een zicht en toegang naar de dokken behoudt. De strategie in de Cadixwijk bestaat eruit enerzijds het wijkgevoel te versterken en anderzijds het contact met het water te herstellen. In het Masterplan Eilandje wordt gestreefd naar een toenadering van de Cadixwijk tot de Oude Dokken en de rest van de stad. De sterke barrièrewerking van de Londenstraat wordt afgezwakt.
Homogeen raster Het hoofdprincipe in deze wijk is de uitbreiding van de bestaande bouwblokstructuur. De grootte en het type van de huidige bouwblokken wordt tot aan de rand gereproduceerd. De zogenaamde ‘ontwikkelbare rand’ van de Cadixwijk zal in regie van de stad worden ontwikkeld.
Het bestaande weefsel ontleent zijn karakter aan de afwisseling van individuele rijwoningen en pakhuistypes. Door de ritmiek van de invulling van de bouwblokken en de ingangen behoudt de buurt ook bij de uitbreiding haar kleinschalig karakter. De overgang tussen de types wordt op een dergelijke manier opgelost dat meerdere functies mogelijk blijven en de bouwblokken niet dichtslibben met onleefbare toestanden tot gevolg.
Het landhoofd aan de kade aan de Kempische brug wordt geaccidenteerd door een torenvolume. Deze toren vormt een bijzonder element aan de rand van de Cadixwijk, maar schrijft zich in de hogere skyline die vooral wordt geïnitieerd langs de Kattendijkdok Westkaai in de Montevideowijk.
Hart en as Het wijkplein Cadix, als groen parkachtig plein, wordt de centrale ontmoetingsplaats van de wijk en combineert een verblijfsfunctie met evenementenplek met halteplaats voor de tram. De wanden ervan worden opgeladen met voorzieningen die interageren met het publiek plein. We kunnen dit doen door in de omgevende bouwblokken in de voorschriften van het RUP meer toe te laten.
Anderzijds speelt de Douanesite een belangrijke rol in de toekomstige beleving van het plein. Op dit moment trekt dit gebouw zich terug van het openbaar domein. Door de herontwikkeling van de plint kan de nieuwe functie sterk bijdragen aan de verlevendiging van het plein.
In het as-model wordt de Kattendijkdok Oostkaai als belangrijkste wijkontsluitingsas en tramboulevard opgeladen met een aangepaste functiemix. Wederom speelt de Douanesite een belangrijke rol in de toekomstige beleving van deze as. Op dit moment trekt dit gebouw zich terug van het openbaar domein. Door de herontwikkeling van de plint kan de nieuwe functie sterk bijdragen aan de verlevendiging en de continuïteit van de as. Hiermee moet rekening gehouden worden bij de opmaak van het RUP.
Samengestelde bouwblokken Het feit dat we voorop stellen dat de Cadixwijk uit een homogeen raster van gesloten bouwblokken bestaat betekent niet dat er binnen deze bouwblokken naar diversiteit kan worden gezocht, integendeel. We willen de grote bouwblokken verdelen in kleinere gehelen. Ze worden dus niet als één gebouw uitgewerkt.
Op deze manier brengen we veel meer diversiteit en menselijke schaal in de wijk zoals dat nu ook reeds al aanwezig is in het bestaande weefsel van de Cadixwijk en de rest van het Eilandje. Het is een schaal die het midden houdt tussen de individualiteit van het stadscentrum en de monotonie van de grootschalige havenloodsen.
Tegelijkertijd levert deze verdeling van de grote bouwblokken het voordeel op van een grotere flexibiliteit en faseerbaarheid in de ontwikkeling. Het wordt ook veel gemakkelijker om de functiemix die we nastreven in de hand te houden aangezien we kavel per kavel kunnen bijsturen. We streven naar een menging van verschillende functies naast elkaar op bouwblokniveau in plaats van een menging van verschillende functies boven elkaar op kavelniveau.
Het Masterplan Eilandje wil de nieuwe bouwblokken van de Cadixwijk ontwikkelen als samengestelde bouwblokken. De grote bouwblokken worden verdeeld in kleinere loten van ongeveer 5000m² vloeroppervlakte.
Functiemix met het accent op een gediversifieerd woonaanbod Het Masterplan Eilandje wil een gelijkmatige functiemix bekomen voor de Cadixwijk. Het operationeel Plan van Aanpak Cadixwijk heeft de functieverdeling verder verfijnd als de richtinggevende verhouding 75% wonen - 4% wijkvoorzieningen - 21% kantoren en handel over de ‘ontwikkelbare rand’. Binnen het woonaanbod wordt gestreefd naar 25% sociaal wonen, 50% betaalbaar wonen en 25% residentieel wonen. De stad zal dit in de ‘ontwikkelbare rand’ verder afdwingen in verkavelingsplannen en een verkoop onder voorwaarden aan private marktpartijen en de sociale huisvestingsmaatschappij. De bedoeling is om een gediversifieerd woonaanbod te creëren van appartementen en grondgbonden gezinswoningen voor een breed publiek. De stad heeft tevens de ambitie om in de nieuwe Cadixwijk gezinnen met kinderen aan te trekken.
Het aantal toekomstige wooneenheden in de Cadixwijk wordt geschat op een kleine 2000 units (appartementen, eengezinswoningen). Hierdoor zal de komende 10 jaar het huidige bewonersaantal van ca. 500 mensen aangroeien tot een 4000-tal. Ondersteunend zal door de stad Antwerpen geïnvesteerd worden in scholen (kleuterlager- en middenschool), kinderopvang, jeugd- en seniorenontmoetingsruimte, sportinfrastructuur…
Ontwikkelingsstrategie in 10 krachtlijnen
In het operationele Plan van Aanpak Cadixwijk wordt de concrete ontwikkelingsstrategie van de Cadixwijk samengebald in 10 krachtlijnen:
Deze taakverdeling geldt als basisprincipe voor de opmaak van het RUP en de detaillering van de voorschriften.
Buurt aan de Schelde In de Montevideobuurt zijn de ruimtelijke en functionele confrontaties veel sterker dan in de Cadixwijk. Het bouwblokkenpatroon is er veel minder uitgebreid en de bouwblokken bestaan er grotendeels uit pakhuizen. De bebouwing staat er in contrast met grote open ruimtes en zware infrastructuur, zoals de Kattendijksluis.
Bovendien loopt er over de Montevideowijk een traject met een stedelijke schaal en aantrekkingskracht: de Scheldekaaien. De Scheldekaaien vormen de overgang van de wijken naar de Schelde. De ontwikkeling van deze kaaien wordt gezien in de ritmiek van open en bebouwde ruimtes over de hele lengte van de Scheldeoever. De kaaien vormen zo een langgerekt, publiek toegankelijk plein dat de stad bindt met het Eilandje.
Torens langs het Kattendijkdok De Montevideobuurt volgt een andere strategie. De wijk is minder een klassieke woonwijk dan de Cadixwijk. De vier bestaande bouwblokken vormen minder een aanzet tot de uitbouw van een klassieke woonwijk. Ze worden dan ook beschouwd als een afgebakend eiland. Anderzijds bestaat de buurt voor een groot deel uit weidse open ruimtes waar de schaal van de haven sterk voelbaar is en die in het Masterplan versterkt worden.
De randen naar het Kattendijkdok en de Rijnkaai worden ingevuld met lossere bebouwing met een variërende typologie en functie. Er is hier dus eerder sprake van een confrontatie van verschillende grootschalige elementen, een morfologie die eigen is aan de haven. De trajecten door de Montevideobuurt lopen meer kriskras; de weidsheid van de haven en het contact met het water zijn er geoptimaliseerd.
Naar het noorden wordt de bebouwing ijler en vormt een overgang naar het meer landschappelijk opgevatte Droogdokkeneiland. De boomaanplant, voorgesteld in het Beeldkwaliteitplan voor de Buitenruimte, speelt hierop in. Het Montevideopakhuis krijgt een nieuw front, onder de vorm van een nieuw gebouw of door het vrijmaken en eventueel deels openmaken van de bestaande gevel.
De culturele as loopt verder in de Montevideobuurt De Falcon-Nassau as, of culturele as is, een tweede traject dat de binnenstad bindt met het Eilandje. In het Masterplan is deze as opgevat als een traject over de Oude Dokken en de Montevideowijk, langs een aantal solitaire gebouwen die culturele functies huisvesten. Men voelt er dus niet alleen de nieuwe dynamiek van dit stadsdeel maar ook de weidsheid die typisch is voor het Eilandje.
Het Ballet van Vlaanderen en de Koninklijke Filharmonie vestigden zich in de jaren ’90 reeds langs de culturele as die het eerst als zodanig werd gedoopt door Manuel de Sola Morales in het kader van Stad aan de Stroom. De pakhuizen aan de noordzijde of op de kop van de Montevideobuurt aan het Limaplein beëindigen voorlopig de as die in een tweede fase meer noordwaarts over het Droogdokkeneiland zou kunnen verderlopen.
Figuur 13
Deze monumenten aan de kop van Montevideobuurt zijn een voormalige schuilplaats voor havenwerklieden (De Shop), de voormalige gebouwen van de legendarische rederij Red Star Line en de voormalige Montevideopakhuizen. De gebouwen zijn onder impuls van de visie van het Beeldkwaliteitplan voor de Architectuur beschermd en worden momenteel gerenoveerd waarbij ze een nieuwe culturele en publiekstrekkende functie krijgen. De Red Star Line wordt een memorial waarin de Stad Antwerpen het verhaal zal vertellen van de miljoenen landverhuizers die destijds vanaf dit punt de oversteek maakten naar New York.
Functiemix met accent op culturele kop en stadstorens In de Montevideobuurt wordt de vooropgestelde functiemix van wonen, kantoren, handel en culturele en publieke voorzieningen verdergezet. Ook hier wordt naar analogie met de andere wijken een specifiek accent gelegd. Door de gecombineerde ontwikkelingsstrategie van behoud van het bestaand weefsel met hierin de beschermde ‘kop van de Montevideowijk’ en slanke en ranke torens aan de rand van het Kattendijkdok worden mogelijkheden gecreëerd om een wijkgericht verwevingsmodel te implementeren.
Hierin wordt de nadruk gelegd op het creëren van een culturele kop van de Montevideowijk met culturele en publiekstrekkende functies. Het aangrenzende Limaplein aan de beschermde Kattendijksluis zal vrijgehouden worden als evenementenplein en tevens als balkon naar de naastgelegen Droogdokkenzone.
Aan de dokrand van het Kattendijkdok wordt in 6 torens ruimte gecreëerd voor een dens woon- en kantorenprogramma dat tegelijk de open doorzichten grotendeels behoudt. De torens moeten alle uitgerust zijn met een ‘stedelijke plint’ dit wil zeggen dat het gelijkvloers levendige functies die interageren met de omgeving dient te herbergen. Tussen de torens worden parkjes aangelegd die het woonmilieu ondersteunen en tevens als rustplek dienst doen langs de Culturele as en voor de toeristen van de aanmerende riviercruises in het Kattendijkdok.
In de Montevideobuurt wordt de programmatische verdeelsleutel wonen/kantorenhandel/ voorzieningen van het Masterplan Eilandje gebiedsgericht doorvertaald in een 50/30/20 verhouding. De 20% behelst de culturele publiekstrekkers op de kop van de wijk en het Ballet van Vlaanderen. Het woningbestand zal stijgen tot ca. 1000 woningen overeenkomstig met een kleine 2000 bewoners.
Ontwikkelingsstrategie via marktbevragingen door het havenbedrijf In de Montevideobuurt zijn grote delen in eigendom van het havenbedrijf. Voorafgaand aan het protocol stad-haven van 2008, dat een gefaseerde overdracht van alle gronden en patrimonium naar de stad bedingt, zijn door het havenbedrijf vanaf 2002 marktbevragingen geörganiseerd. De bevragingsbundels voorzagen een verkoop onder voorwaarden binnen de krijtlijnen van het Masterplan Eilandje.
Vijf bundels werden gelanceerd met betrekking tot de ontwikkeling van respectievelijk: De Shop, de Red Star Line, de Montevideopakhuizen, de torens Westkaai en het Droogdokkeneiland. De laatste bevraging is intussen stopgezet. De overige hebben geresulteerd in de selectie van consortia die intussen het desbetreffende patrimonium van de haven hebben verworven en gestart zijn met herontwikkeling. Enkel in het geval van de Red Star Linegebouwen bestaat het consortium uit publieke partijen met name de Stad Antwerpen en AG Vespa. De private ontwikkelaar van het Westkaaiproject, de zogenaamde nv Kattendijkdok is bij akte gehouden om een parkstructuur aan te leggen tussen de torens die bij oplevering als publiek domein wordt overgedragen aan de stad.
Figuur 14
3.3 Visie op bouwblokniveau 3.3.1 Generieke regels uit het Beeldkwaliteitplan voor de Architectuur In het Beeldkwaliteitplan voor de Architectuur (BKP/AR) worden generieke regels meegegeven die slechts ten dele kunnen doorvertaald worden in een RUP. Er worden kwaliteiten geformuleerd en de architecturale mogelijkheden en/of voorwaarden om deze kwaliteiten te kunnen realiseren. Deze kwaliteiten gaan over het effect van de architectuur op de openbare ruimte, het woonklimaat, duurzaamheid…. Bij de beoordeling van stedenbouwkundige vergunningsaanvragen is het echter belangrijk om deze kwalitatieve generieke spelregels mee in het achterhoofd te houden.
Figuur 15
3.3.2 Bouwblokspecifieke regels Hieronder worden de bouwblokspecifieke regels uit het Beeldkwaliteitplan voor de Architectuur aangegeven, eventueel aangevuld of bijgestuurd door bijkomend ontwerpend onderzoek en voortschrijdend inzicht bij toepassing van het voorgaande BPA Eilandje. Deze regels en richtlijnen vormen de concrete basis voor de uitwerking van stedenbouwkundige voorschriften in dit RUP.
Bestaande bouwblokken In het bestaande bebouwingsweefsel op het Eilandje wordt ruimte gecreëerd voor het wonen als hoofdfunctie ondersteund door andere functies die verweven kunnen voorkomen. Daarnaast kunnen gemeenschapsfuncties overal 100% voorkomen.
In het voorgaande BPA Eilandje werd bij de goedkeuring het CHE of cultuur-historisch erfgoedrapport geschrapt uit de voorschriften omdat het hier een bijkomende procedure, aanvullend aan de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag, betrof. Bovendien kwam het bestaande weefsel onder druk te staan door de aanduiding van een maximum bouwhoogte van veelal 6 bouwlagen ten aanzien van het bestaande weefsel. Hoewel deze bouwhoogte geen verplichting is maar enkel een bovengrens stelt aan bebouwing in het bestaande weefsel wordt dit vaak door de aanvrager als streefdoel gezien. Zonder bijkomende bescherming via de procedure van een CHErapport leidt dit vaak tot afbraak en hogere nieuwbouw. Anderzijds bevat het BPA Eilandje een harmonieregel die op een haast mathematische manier een invulling geeft aan dit principe hetgeen niet steeds strookt met een goede ruimtelijke kwaliteit.
In dit RUP Eilandje wordt het CHE-rapport terug ingevoerd maar ditmaal als onderdeel van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. In de bestaande bouwblokken of het bestaande bebouwingsweefsel wordt bovendien, naar analogie met de binnenstad, de volgende getrapte redenering gevolgd bij een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag voor een bouwproject:
De bestaande bebouwing in het bestaande stedelijk weefsel op het Eilandje wordt geacht waardevol te zijn en de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie is onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde in het bouwblok primeert.
Het Beeldkwaliteitplan voor de Architectuur heeft op perceelsniveau aangeduid welke gebouwen beeldbepalend en/of beschermenswaardig zijn qua exterieur. Op basis van deze evaluatie zijn reeds een heel aantal gebouwen beschermd op het Eilandje. De formeel niet beschermde maar beeldbepalende en/of beschermenswaardige gebouwen op het Eilandje verdienen een bijkomende bescherming. Anders dreigt het karakter van het typische bestaande bebouwingsweefsel met pakhuizen en rijwoningen teloor te gaan ten koste van kaalslag en een teveel aan nieuwbouwprojecten. Tijdens de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag worden de culturele, historische en/of esthetische waarden van alle aanwezige elementen dan ook afgetoetst. De stedenbouwkundige vergunningsaanvraag dient in de beschrijvende nota voldoende informatie te bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de vergunningverlenende overheid deze kan afwegen.
Bij nieuwe invullingen in het bestaande bebouwingsweefsel wordt voornamelijk uitgegaan van de harmonieregel. Dit wil zeggen dat indien het gebouw of delen ervan niet behouden dienen te worden, geldt de harmonieregel voor het bepalen van de bouwhoogte, de kroonlijsthoogte, de bouwdiepte, de vrije hoogte, de terreinbezetting en de plaatsing van de gebouwen. Aspecten zoals gevelmaterialen zitten niet vervat in de harmonieregel van het RUP Eilandje om meer flexibiliteit naar accentbebouwing toe te laten. Sowieso wordt bij de vergunningverlening en het richtinggevend advies van de welstandscommissie rekening gehouden met de krijtlijnen van de Architectuurnota die pleit voor no-nonsense pakhuisarchitectuur eigen aan het Eilandje. Accentbebouwing in het bestaande weefsel wordt slechts in bepaalde gevallen toegestaan waarbij door de Welstandscommissie steeds de dialoog met de omgeving en de ruimtelijke kwaliteit en welstand wordt nagegaan.
In een omgeving waar de bestaande bebouwing homogene kenmerken vertoont, moeten de op te richten of de te verbouwen gebouwen zodanig worden ontworpen dat ze in harmonie zijn met de kenmerken van de omgeving. Bij toepassing van de harmonieregel kijkt met naar de aangrenzende gebouwen, naar de straatwand of naar een ander ruimtelijk geheel. Men bekijkt het gebouw steeds vanuit een logisch geheel in de omgeving waar een harmonische samenhang merkbaar is.
De bouwdiepte bijvoorbeeld wordt in de eerste plaats bepaald door de harmonieregel. Voor nieuwbouw, functiewijzigingen en verbouwing met volumewijziging gelden ook afmetingen waarbinnen alle gebouwen van de bestemmingszone moeten vallen en die met de harmonieregel niet overschreden kunnen worden: de bouwdiepte voor de gebouwen bedraagt maximaal 24 meter op het gelijkvloers en 14 meter op de verdiepingen. In de zone voor bestaand weefsel waar de harmonieregel geldt is geen maximum bouwhoogte opgenomen. Reden hiertoe is te verhinderen dat bestaande lagere bebouwing onder druk komt te staan van afbraak en nieuwbouw met maximum kroonlijsthoogte. De ervaring bij de dienst stedenbouwkundige vergunningen leert dat deze praktijk courant voorkomt op het Eilandje en leidt tot vrij veel kaalslag van beeldbepalende gebouwen. In het RUP Eilandje willen we deze praktijk tegengaan door de dubbele inzet van de CHE-regel en de harmonieregel. Deze regels draaien de regelgeving om en maken het bestaande als referentie voor het nieuwe waardoor hoge gebouwen in weefsel met lagere gebouwen niet mogelijk zijn (bijvoorbeeld delen van de Londen-Amsterdamstraat) en bijvoorbeeld afwijkende hoogbouw in het CHE-gebied aan de Brouwersvliet niet mogelijk is. De mediaanhoogte van de monumentale pakhuizen is daar allesbepalend voor nieuwe bouwhoogte.
Figuur 16
Samenvattend kan gesteld worden dat de regels (die zijn doorvertaald in de voorschriften van dit RUP) aangaande de culturele, historische en/of esthetische waarde (de CHE-regel), de harmonieregel en de maximale bouwdiepte zijn een trapconstructie en moeten op een correcte manier ten opzichte van elkaar toegepast worden. De CHE-regel primeert boven alle andere voorschriften. Een gebouw of een deel van het gebouw dat waardevol is moet blijven bestaan en hersteld worden. Hier gelden tegenstrijdige regels (met inbegrip van de harmonieregel en de maximale bouwdiepte) niet. Wanneer iets niet zo waardevol is dat het behouden moet blijven vanuit cultuurhistorisch perspectief geldt de harmonieregel. Maar deze harmonieregel heeft een limiet op het vlak van bouwdiepte. Indien de harmonieregel vraagt om dieper te bouwen dan de maximale bouwdiepte, geldt de harmonieregel met betrekking tot de bouwdiepte niet, maar wel de regel van de maximale bouwdiepte.
Verder stelt het Beeldkwaliteitplan voor de Architectuur in haar generieke regels dat in de mate van het mogelijke open binnengebieden met een groen karakter in de bouwblokken dienen gecreëerd te worden. Dit veronderstelt een ontpittingsbeleid dat evenwel steeds dient afgewogen te worden ten opzichte van het wenselijke behoud van bepaalde pakhuizen met een grotere bouwdiepte. In bepaalde gevallen kan dit leiden tot deels ontpitting, deels behoud van de meest waardevolle delen van een pakhuis. Dit veronderstelt sowieso steeds een kritische en nauwgezette afweging vanuit het duurzaam ruimtelijk ordeningsbeleid zoals weergegeven in het Beeldkwaliteitplan voor de Architectuur.
Ten slotte dienen in geval van een ondergrondse parking parkinginritten mee geïntegreerd te worden in het gebouw op een kwalitatieve manier en in een gepaste verhouding tot het gebouw zelf. Doodse gevels dienen vermeden te worden.
Opmerking: Het Koninklijk Entrepotgebouw als afwerking van de AMCA-site uit de jaren ’90 aan de rand van het Willemdok is opgenomen in het artikel van het bestaand weefsel of de bestaande bouwblokken omwille van de specifieke randvoorwaarden die het Masterplan Eilandje stelt aan dit project naar inpassing in het bestaand weefsel van de Oude Dokken. Zo doorbreekt het Koninklijk Entrepotgebouw aan het Willemdok als woongebouw de geplande monofunctionele invulling van de AMCA-site als maritieme kantoorzone en past het zich vormelijk naadloos in in de wanden met pakhuizen die de Oude Dokken begrenzen.
Nieuwe samengestelde bouwblokken aan de dokranden In de nieuwe bouwblokken aan de dokranden van de Cadixwijk en het hoekblok aan de Oude Dokken en de Rijnkaai ligt de nadruk op het creëren van een woonweefsel ondersteund door andere functies. De voorgestelde morfologie door het Masterplan is er één van verderzetting van de bestaande orthogonale bouwblokkenstructuur. Ten aanzien van de nieuwe bouwblokken aan de randen van de Cadixwijk die door de Haven aan de Stad zullen worden overgedragen (en dus in eigendom van de Stad komen) zijn bestemmingswijzigingen aangebracht ten opzichte van het RUP Cadix om het toekomstige woonweefsel in de Cadix nog te versterken. Zo zijn de bouwblokken niet langer ingekleurd als zone voor centrumfuncties maar als zone voor wonen zodat de beoogde ontwikkeling van 75% wonen met bijbehorende wijkvoorzieningen (4%) en ‘slechts’ 21% kantoren en handel duidelijk wordt benadrukt. Sowieso zijn en zullen op basis van het RUP Cadix door de Stad Antwerpen geen gronden worden uitgegeven zodat geen sprake is van wijzigingen qua randvoorwaarden ingevolge het RUP Eilandje tegenover andere eigenaars dan de Stad.
Figuur 17
Torens op het Eilandje
Figuur 18
Figuur 18
Bijzondere gebouwen: Rijnkaaisite en Cadixhart
Gebouwen en bouwblokken met stedelijke functies aan de Italiëlei en op de kop van de Montevideowijk In een stadswijk zoals het Eilandje moet ook ruimte worden voorzien voor stedelijke centrumfuncties zoals voorzieningen, kantoren, publiekstrekkende functies… Waar in het woonweefsel deze functies beperkt kunnen voorkomen naast de hoofdfunctie wonen worden in de bouwblokken en gebouwen met stedelijke functies een ruimere invulling met dergelijke functies toegelaten. Sowieso is het wonen ook steeds toegelaten als programma.
Figuur 19
Dynamische watervlakken (Wa)
Het Waterplan Eilandje projecteert een stedelijk waterprogramma op de watervlakken van het Eilandje. In twee fasen wordt de uitbouw van de dokken met een recreatief, cultureel en woonprogramma weergeven met een museumhaven in het Bonapartedok, jachthavens in het Willem- en Kempisch dok, een opstapplaats voor rondvaarten aan de Londenbrug, aanmeerplaats voor riviercruises in het Kattendijkdok, woonbotenclusters in het Houtdok en aan de rand van het Kempisch dok. Daarnaast is er ruimte voor flexibele liplaatsen voor horecaboten en schepen van socio-culturele verenigingen. Ook walvoorzieningen en nautische infrastructuur (kaaimuren, steigers en bruggen) staan ingepland. Het RUP Eilandje wil de uitbouw van een stedelijk waterprogramma en ondersteunende nautische infrastructuur en voorzieningen mogelijk maken. Het desbetreffende voorschrift is ruim en flexibel opgesteld. In praktijk is er een werkgroep Water waarin afstemming wordt gezocht met de havenkapiteinsdienst van het havenbedrijf inzake toekenning van ligplaatsen en uitbouw van nautische infrastructuur.
Kwalitatieve publieke ruimte (Pu)
Extra impulsen voor reca en detailhandel langs dokken, pleinen en wijkassen; ruimte voor creatieve economie
Naar analogie met het BPA Eilandje wordt in het voorliggende RUP met een overdruk of blauwe lijnaanduiding gewerkt die reca en detailhandel ter plaatse eveneens toelaat op de eerste verdieping. Dit wil zeggen dat op die plekken ruimere randvoorwaarden worden gesteld ten aanzien van reca en detailhandel met de bedoeling ze extra impulsen te geven. Ruimtelijk wordt gekozen voor dit beleid langs de voornaamste wijkassen: Culturele noord zuidas, Londen-Amsterdamstraat en Kattendijk Oostkaai. Aanvullend wordt aan de randen van de voornaamste dokken met name het Bonaparte- en Willemdok en het Kattendijkdok eenzelfde beleid gevoerd. De randen van Hout- en Kempisch dok wensen we omwille van het woonkarakter van de Cadixwijk niet extra te stimuleren voor reca en detailhandel. Ten slotte krijgen handel en reca ook meer kansen aan het wijkplein Cadix.
Naar oppervlaktebegrenzing van restaurants, cafés en detailhandel wordt eveneens een gedifferentieerd beleid gevoerd dat gelinkt is aan bepaalde plekken langs dokken en wijkassen. Zo wordt een ruimere netto-handelsoppervlakte toegelaten op kruisingen van wijk- en stadsassen: de hoek Amsterdamstraat-Rijnkaai (OUDE DOKKEN B1, B2), de hoek Londenstraat-Kattendijkdok Oostkaai (CADIX A4, A5)en de Noorderplaats (OUDE DOKKEN H1, H2, H4-H8; CADIX D5, D6). Aan het toekomstige Limaplein, Mexicoplein en Wijkplein Cadix gelden eveneens ruimere nho’s (MONTEVIDEO B1, C1; CADIX A1, B5). Voor de torens is een beleid op maat uitgestippeld dat eveneens ruimte laat voor reca op de hoogste verdieping (bijvoorbeeld panoramarestaurant) of in de Londentower in de bouwlaag waar de parkbrug over de Italiëlei aanlandt.
Het RUP Eilandje wil ook ruimte bieden voor de zogenaamde creatieve economie via de bestemming van ateliers als zijnde ‘werkruimten waar creatieve processen worden verricht (mode, design, media, beeldende kunsten…).
Opmerking: De in het voorontwerp RUP Eilandje gevolgde piste om reca te begrenzen op basis van personencapaciteit is om juridische redenen niet weerhouden zodat vanaf het ontwerp enkel oppervlaktebegrenzingen zijn opgenomen.
Figuur 20
| |||||||||||||

![i_RUP_11002_214_10010_00001_200060.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200060.png)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200061.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200061.png)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200062.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200062.png)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200063.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200063.png)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200064.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200064.png)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200065.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200065.png)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200066.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200066.png)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200067.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200067.png)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200068.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200068.png)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200069.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200069.png)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200070.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200070.png)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200071.jpg [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200071.jpg)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200072.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200072.png)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200073.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200073.png)
![i_RUP_11002_214_10010_00001_200074.png [image]](i_RUP_11002_214_10010_00001_200074.png)
