Jeugdwerkers weten vaak heel veel over de kinderen en jongeren waarmee ze werken en ze zijn vaak hun vertrouwenspersoon. Soms zijn er ook tegengestelde belangen tussen de betrokken partijen zoals ouders, school, de jeugdwerking, de jongeren zelf en het beleid.

Een deontologisch handelingskader kan de jeugdwerker ondersteunen in hoe hij moet handelen in zijn functie en vanuit zijn (pedagogische) rol.

Grotere jeugdwerkorganisaties hebben soms een eigen deontologisch kader vorm gegeven, maar er zijn ook koepelorganisaties zoals Uit De Marge vzw die één hebben opgesteld waar organisaties gebruik van kunnen maken. Een deontologische code is een leidraad om te gebruiken als er morele vraagstukken opduiken bij de uitvoering van de opdracht van een jeugdwerker.

Uit De Marge vzw heeft een ‘Deontologische handleiding voor het jeugdwelzijnswerk’ uitgebracht en een handige overzichtsposter. Die kan je downloaden op hun website.

Het is een concreet handelingskader met praktische handvaten, uitgewerkte procedures en praktijkvoorbeelden voor jeugdwelzijnswerkers en leidinggevenden. Daarnaast gaan ze ook dieper in op de discretieplicht en op welke stappen je kan doorlopen bij verontrustende situaties. De discretieplicht is een zeer belangrijk onderdeel van de deontologische code. Het is een soort geheimhoudingsplicht, vergelijkbaar met het beroepsgeheim van een dokter of CLB - medewerker. Het grote verschil is wel dat de discretieplicht schenden geen strafbaar feit is.  

De handleiding biedt verder een antwoord op vragen als ‘waar kan ik terecht met meldingen en klachten’?

Tot slot wordt er ook stilgestaan bij radicalisering en dieper ingegaan op de nieuwste trends in sociale media en de invloed die dit heeft op kinderen en jongeren. Wat hier in staat (vb. bepaalde procedures) kan je op maat van je eigen organisatiestructuur nog verder aanpassen.

Op de website van De Ambrassade vind je een ‘kennisdossier deontologisch kader’. Het jeugdwerk sloot in 2019 een akkoord rond deontologisch handelen. Dit akkoord bundelt enkele principes zoals het universeel verdrag van de rechten van het kind met het belang van de vertrouwensband en de nood aan een eigen handelingskader of deontologische code voor elke organisatie.