BPA EILANDJE : DELEN CADIXWIJK, MONTEVIDEO EN OUDE DOKKEN

 

 

 

ART.0 ALGEMENE BEPALINGEN

 

 

0.1 Begripsomschrijvingen

 

Ten behoeve van de leesbaarheid is hierbij volgende verklarende begrippenlijst opgenomen.

 

Een gehele constructie (of delen ervan) vernietigen door delen of het geheel uit elkaar te nemen.

 

Afbreken

Een gehele constructie (of delen ervan) vernietigen door delen of het geheel uit elkaar te nemen.

 

Afwijking

Er is sprake van een afwijking wanneer men afwijkt inzake de essentiële aspecten van het voorschrift.

 

Architecturaal kwaliteitsvol gebouw

Gebouw dat omwille van kwaliteitsvolle architecturale, bouwtechnische, culturele, historische of esthetische aspecten waardevol is.

 

Begroeningspercentage

Een op plan of in voorschriften aangegeven percentage, dat de minimale oppervlakte van het deel van een terrein (bv. een perceel) aangeeft dat onverhard en met vegetatie begroeid moet zijn.

 

Benedenverdieping

Laagste verdieping van een huis, gelegen boven de pas van een voetpad.

 

Bergplaats

Gebouw dat tot berging wordt aangewend, met uitsluiting van enig bedrijf.

 

Gebouw dat omwille van culturele, historische of esthetische waarden bescherming verdient.

 

Beschermenswaardig gebouw

Gebouw dat omwille van culturele, historische of esthetische waarden bescherming verdient.

 

Bestemming

Een doeleinde van ruimtegebruik, gedetailleerd tot op het niveau van een kavel of een kaveldeel, die, met behulp van voor het ruimtegebruik bindende voorschriften, aan een bepaald stuk grond wordt toebedeeld.

 

Bijgebouw

Het bouwwerk of gebouw dat aansluit bij het hoofdgebouw of er los van staat, maar niet bedoeld is om de bestemming voorzien in de bestemmingszone te herbergen, tenzij de berging van goederen, gebruiksmiddelen, voertuigen, …, die inherent verbonden zijn aan de bestemming voorzien in de bestemmingszone. Het bijgebouw kan niet los van het hoofdgebouw bestaan.

 

Bouwdiepte

De diepte in meter tussen de uiterste voorgevel, samenvallend of evenwijdig met de rooilijn en de uiterste achtergevel, aan de buitenkant gemeten exclusief balkons of terrassen.

 

Bouwfysisch verantwoorde materialen

Bouwfysisch verantwoorde materialen zijn materialen die beantwoorden aan een zekere vorm van standaardisering.

 

Bouwhoogte

De hoogte gemeten vanaf het toekomstig maaiveld of straatniveau tot de onderkant kroonlijst.

 

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering op gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met uitsluiting van onderbouw en zolder (ook al is deze bewoonbaar).

 

Bouwlaag

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering op gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met uitsluiting van onderbouw en zolder (ook al is deze bewoonbaar).

 

Bovenlokale gemeenschapsvoorziening

Gemeenschapsvoorziening waarvan het wervingsbereik, duidelijk aantoonbaar, (deel)gemeentegrensoverschrijdend is.

 

Bovenverdieping

Verdieping hoger dan de benedenverdieping.

 

Bruto-vloeroppervlakte

De totale beloopbare gebruiksoppervlakte (inclusief buitenmuren) van het gebouw, inclusief kelderoppervlakte, zolderoppervlakte en oppervlakte van de bijgebouwen in geval de kelder of de zolder minimum 2,1m hoog zijn.

CHE-rapport

Een CHE-rapport is een bouwhistorische en beschrijvende studie van een gebouw. Naast een onderzoek ter plaatse leveren archief – en literatuurstudie het nodige materiaal voor het opstellen van dit document. Het CHE rapport kan ofwel een zelfstandig document zijn (vnl.bij bestaande bebouwing met cultureel, historische of esthetische waarden) ofwel kan het deel uitmaken van het omgevingsrapport.

 

Constructie

Elk bouwwerk van hout, steen metaal of ander bouwmateriaal dat hetzij met de grond verbonden is, hetzij op de grond geplaatst is en zodanige afmetingen heeft dat het niet zonder voorgaande werkzaamheden kan worden verplaatst.

 

Discotheek

Een horecabedrijf dat permanent is ingericht op de verkoop van vermaak ondermeer bestaande uit het ten gehore brengen van voornamelijk mechanische en eventueel live muziek, in combinatie met lichteffecten en het gelegenheid geven tot dansen.

 

Naar bestemmingen toe worden diensten aangeduid als activiteiten gericht op een frequentie (een groot deel van de dag voor een groot deel van de werkzaamheden) dienstverlening (met een onmiddellijke en ter plaatse bediening) neer de bevolking (loketfuncties). Het betreft ondermeer vrije beroepen, wasserijen, kapsalons, banken en verzekeringen, reisbureaus en bemiddelingsadvies,…Nachtbars en aanverwante activiteiten kunnen niet onder deze noemer gevat worden.

 

Diensten

Naar bestemmingen toe worden diensten aangeduid als activiteiten gericht op een frequentie (een groot deel van de dag voor een groot deel van de werkzaamheden) dienstverlening (met een onmiddellijke en ter plaatse bediening) neer de bevolking (loketfuncties). Het betreft ondermeer vrije beroepen, wasserijen, kapsalons, banken en verzekeringen, reisbureaus en bemiddelingsadvies,…Nachtbars en aanverwante activiteiten kunnen niet onder deze noemer gevat worden.

 

Eengezinswoning

Een eengezinswoning betreft een grondgebonden (on)zelfstandige woonruimte.

 

Eengezinshuis

Huis dat voor bewoning voor een gezin bestemd is.

 

Gebouw, bouwvolume

Elk bouwwerk, dat een door mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk, met wanden omsloten ruimte vormt.

 

Gemeenschapsvoorziening

Voorziening ten dienste van publiek.

 

Groen

Onverhard en met vegetatie begroeid.

 

Groothandel

Groothandel wordt gedefinieerd als de verzameling ondernemingen die voor eigen rekening en risico goederen verhandelen die buiten de eigen onderneming zijn vervaardigd; en die aan bedrijfsmatige (niet-consumptieve) afnemers worden afgeleverd.

De gemengde inrichtingen die tezelfdertijd aan kleinhandel en aan groothandel doen, vallen eveneens onder het toepassingsveld van het oppervlaktecriterium beschreven onder ‘ontwerp van handelsvestiging’.

 

Samenwerking of verband van een aantal zaken tot een welgeordend en aangenaam aandoend geheel, overeenstemming, het aangepast zijn van elementen aan elkaar en aan hun milieu, harmonie der onderdelen van een bouwwerk, bevredigende samenvoeging,...

 

Harmonie

Samenwerking of verband van een aantal zaken tot een welgeordend en aangenaam aandoend geheel, overeenstemming, het aangepast zijn van elementen aan elkaar en aan hun milieu, harmonie der onderdelen van een bouwwerk, bevredigende samenvoeging,...

 

Hoekgebouw

Gebouw opgericht op een perceel dat aan twee straten paalt op de plaats waar deze elkaar kruisen.

 

Hoofdbestemming

De bestemming die duidelijk de belangrijkste is en tenminste 50% van de bruto vloeroppervlakte inneemt.

 

Horeca

Letterwoord dat staat voor hotels, restaurants en cafés.

 

Hotel

 

Inrichting waar in hoofdzaak logies wordt verstrekt.

Inpandige open ruimten zijn ‘groen’ van karakter

Zie begroeningspercentage.

 

Kantoor

Een gebouw of deel van een gebouw dat uitsluitend bestemd is voor het verrichten van beheers- en administratief werk. Onderricht van werknemers wordt hieronder ook inbegrepen.

 

Kantoorachtigen

Een middencategorie van bedrijfshuisvesting, tussen bedrijven en kantoren. Naast bureauwerk moeten er ook productiegerichte of lichtindustriële activiteiten verricht worden. Het zijn bedrijven met een (veelal hoogtechnologische) activiteit inzake productie, onderzoek en ontwikkeling of laboratoria die gevestigd zijn in aantrekkelijke bedrijfsgebouwen die op kantoorgebouwen lijken, en waarbinnen ook een beperkter aandeel kantoren als onderdeel van het bedrijf aanwezig kan zijn.

 

Kelder

Gedeelte van een huis (gebouw) dat beneden het terreinpeil ligt tussen de fundering van een begane grond.

 

Kleinhandelsbedrijf

De distributie-eenheid waarvan de activiteit bestaat uit het wederverkopen op gewone wijze, in eigen naam en voor eigen rekening, van goederen aan verbruikers en aan kleine gebruikers, zonder deze goederen andere behandelingen te doen ondergaan dan die welke in de handel gebruikelijk zijn.

 

Kopgebouw

Gebouw aan een der uiteinden van een huizenblok en waarvan de vrijstaande zijgevel als een voorgevel is afgewerkt.

 

Kroonlijst

Het snijvlak tussen een rechtopstaande gevel en een hellend dakvlak.

 

Luifel

 

Afdak aan de voorgevel of aan de vrijstaande zijgevel van een gebouw.

 

Loggia

Gesloten glazen veranda aan gevels.

 

Lokale gemeenschapsvoorziening

Gemeenschapsvoorziening waarvan het wervingsbereik, duidelijk aantoonbaar, binnen de (deel)gemeentegrens gelegen is.

 

Een bouwblok dat als één geheel geconcipieerd is.

 

Monoblok

Een bouwblok dat als één geheel geconcipieerd is.

 

Nevenbestemming

Bestemming van een pand die complementair is aan de hoofdfunctie of een bestemming die slechts in ondergeschikte mate toelaatbaar is naast de eerstgenoemde bestemming.

 

Netto handelsoppervlakte

 

De oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van de niet-overdekte oppervlakten. Deze oppervlakte omvat met name de zones voor de kassa en de zones die zich achter de kassa’s bevinden en de inkomruimte indien deze ook worden aangewend om waren uit te stallen of te verkopen.

 

Nieuwbouw

Wanneer een constructie volledig of grotendeels opgebouwd wordt, of wanneer werken uitgevoerd worden die hiermee gelijkgesteld kunnen worden, betreft het nieuwbouw.

 

 

Een meergezinswoning betreft een niet-grondgebonden (on)zelfstandige woonruimte welke gelegen is in een gebouw of een gedeelte van een gebouw en welke ontsloten wordt door één of meer gemeenschappelijke ruimten.

Omgevingsrapport

Een omgevingsrapport is een informatief document voor de vergunningsverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het licht van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften. Een CHE rapport kan hierin een onderdeel zijn.

 

Meergezinswoning

 

Een meergezinswoning betreft een niet-grondgebonden (on)zelfstandige woonruimte welke gelegen is in een gebouw of een gedeelte van een gebouw en welke ontsloten wordt door één of meer gemeenschappelijke ruimten.

Omgevingsrapport

Een omgevingsrapport is een informatief document voor de vergunningsverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het licht van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften. Een CHE rapport kan hierin een onderdeel zijn.

 

Ondergrondse ruimten

Dit zijn ruimten die zich volledig onder het maaiveld bevinden.

 

Onderhouds- of instandhoudingswerken zijn werken die het gebruik van het gebouw voor de toekomst ongewijzigd veilig stellen door het bijwerken, herstellen of vervangen van geërodeerde of versleten materialen of onderdelen.

 

Onderhoudswerken

Onderhouds- of instandhoudingswerken zijn werken die het gebruik van het gebouw voor de toekomst ongewijzigd veilig stellen door het bijwerken, herstellen of vervangen van geërodeerde of versleten materialen of onderdelen.

 

Ontwerp van handelsvestiging

a) Een ontwerp van nieuw bouwwerk waarbij voorzien wordt in de oprichting van een kleinhandelsbedrijf met netto handelsoppervlakte van meer dan 400 m²;

b) Een ontwerp van ‘handelsgeheel’ dat beantwoordt aan de oppervlakte bepaald in a), dit wil zeggen een geheel van kleinhandelsbedrijven die zich al dan niet in afzonderlijke gebouwen bevinden en waarvan al dan niet één en dezelfde persoon de promotor, de eigenaar of de uitbater is, die zich samen op eenzelfde plaats bevinden en die van rechtswege of feitelijk met mekaar verbonden zijn, in het bijzonder op financieel, commercieel of materieel vlak of die het voorwerp zijn van een gezamenlijke of overlegde procedure op het gebied van bouwvergunning;

c) Een ontwerp van uitbreiding van een handelsoppervlakte of van een handelsgeheel dat reeds de oppervlakte bepaald in a) heeft bereikt of zal overschrijden door de uitvoering van het ontwerp;

d) Een ontwerp van uitbating van één of meer kleinhandelsbedrijven of van een handelsgeheel, dat voldoet aan de oppervlakte bepaald onder a) in een bestaand gebouw dat niet bestemd was voor een handelsactiviteit;

e) Een ontwerp van belangrijke wijziging van de aard van de handelsactiviteit dat beantwoordt aan de oppervlakte bepaald in a) en dit in een gebouw dat reeds wordt aangewend voor handelsdoeleinden.

 

Openbaar nut

Aciviteiten van openbaar belang georganiseerd door een publiekrechtelijke rechtspersoon.

 

De verwijzing naar pand of perceel is gekoppeld aan de toestand zoals gebruikt op het kadasterplan van 1 januari 2003 en dat de basis vormt (onderlegger)van het bestemmingsplan. De voorschriften zijn gekoppeld aan de op plan aangeduide panden of percelen.

 

Pand

De verwijzing naar pand of perceel is gekoppeld aan de toestand zoals gebruikt op het kadasterplan van 1 januari 2003 en dat de basis vormt (onderlegger)van het bestemmingsplan. De voorschriften zijn gekoppeld aan de op plan aangeduide panden of percelen.

 

Patiogebouw

Een gebouw dat één of meerdere eigen buitenruimten omsluit.

 

Perceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. Zie ook pand.

 

Perceelsgrens

De fysisch waarneembare grens van een perceel, onafhankelijk van de kadastrale aanduidingen.

 

Voor het publiek toegankelijke dienstverleningen, nutsvoorzieningen, sociale - culturele voorzieningen,…

 

Publiekstrekkende functie

Voor het publiek toegankelijke dienstverleningen, nutsvoorzieningen, sociale - culturele voorzieningen,…

 

Representatieve gebouwen

Representatieve gebouwen zijn gebouwen waarin concentraties van ruimten en lokalen zijn opgenomen die niet voor productie, verwerking of opslag dienst doen. Het kan gaan om woon-, recreatie-, toegang-, representatie-, administratieve, tentoonstellingsruimte. De architectuur van deze gebouwen is veel toegankelijker door een andere gevelopbouw (meer ramen, minder blinde gevelvlakken,…).

 

De grens tussen het openbaar domein en de aanpalende eigendommen.

 

Rooilijn

De grens tussen het openbaar domein en de aanpalende eigendommen.

 

Samengestelde bouwblok

Een bouwblok dat samengesteld is uit verschillende gebouwen. Het is geen monoblok.

 

Sociale huurwoning

Een woning die als hoofdverblijfplaats wordt verhuurd of onderverhuurd door: de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij of een sociale huisvestingsmaatschappij; - het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, een gemeente, een OCMW of een sociaal verhuurkantoor.

 

Sociale koopwoning

Een woning die door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, een sociale huisvestingsmaatschappij of het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen wordt bestemd om verkocht te worden aan woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden.

 

Stedelijke functies

Zie publiekstrekkende functies.

 

Stedelijke plint

De stedelijke plint omvat de onderste bouwlagen van een gebouw waarin er gestreefd wordt naar een invulling met gemengde, aantrekkelijke en stedelijke functies, hoofdzakelijk andere dan wonen. Het aantal bouwlagen behorende tot de stedelijke plint is afhankelijk van de aard (totaal aantal bouwlagen, typologieën,…) van het gebouw.

 

Straatbeeld

Het uitzicht op het geheel van de gebouwde omgeving die de begrenzing vormt van een publieke open ruimte, hetzij straat of plein. De uitzichtbegrenzende bebouwing van een dwarsstraat of aanpalend plein behoort normaliter tot het straatbeeld. In bijzondere gevallen kan het noodzakelijk zijn om het begrip straatbeeld te beperken tot een gedeelte van een straat of plein. Het kan nochtans nooit enger geïnterpreteerd worden dan het aaneengesloten volume bouwvolume van één straat- of pleinzijde van hoek tot hoek.

 

Straatwand

De samenvoeging van alle gevels en bouwelementen tussen twee straathoeken.

 

Strokenbouw

Een inplantingstypologie met alternerend stroken van bebouwde en niet-bebouwde ruimte.

 

Een ruimte van een gebouw die geheel of voor een belangrijk deel bestemd is voor technische uitrusting. De ruimte mag niet ingericht, geschikt zijn als woonvertrek.

 

Technische ruimte

Een ruimte van een gebouw die geheel of voor een belangrijk deel bestemd is voor technische uitrusting. De ruimte mag niet ingericht, geschikt zijn als woonvertrek.

 

Totaalplan

Een totaalplan betreft een masterplan voor een bouwblok, zowel voor een monoblok als voor een samengesteld bouwblok.

Het totaalplan wordt opgemaakt voor een ruimtelijk geheel. Een totaalplan kan zich situeren op verschillende schaalniveaus. Doorgaans wordt in onderhavig BPA het bouwblokniveau, of een deel ervan, bedoelt. Het totaalplan wordt gekenmerkt door een eigen verschijningsvorm en structuur. De opmaak van een totaalplan zal voorwerp uitmaken van het omgevingsrapport.

 

Uitbreiding

Een grotere oppervlakte of volume doen beslaan.

 

Verbouwing

Wanneer een bestaande constructie wordt aangepast, uitgebreid of gewijzigd (met uitzondering van onderhoudswerken) met het doel een aangepast , beter of ander functioneel gebruik of zicht te realiseren, valt dit onder de term verbouwingen.

 

Verdieping

Elk der afdelingen waarin een gebouw door horizontale scheidingsvlakken verdeeld wordt. Ruimte tussen twee vloeren.

 

Verharding

Behandelingen waarbij de bodem aangepast wordt aan een niet natuurlijk gebruik (weg, pad, terras, parking) en de waterdoorlaatbaarheid (sterk) beperkt wordt. Veelvuldig gebruikte verhardingen zijn betonklinkers, kasseien, beton, steenslag, asfalt en dolomiet.

 

Gezamenlijke oppervlakte van de woon- en werkruimtes, exclusief niet bewoonbare kelder- en niet ingerichte of bewoonbare zolderruimtes.

 

Vloeroppervlakte

Gezamenlijke oppervlakte van de woon- en werkruimtes, exclusief niet bewoonbare kelder- en niet ingerichte of bewoonbare zolderruimtes.

 

Volwaardige woonlaag

De dakvorm bevat maximaal één volwaardige woonlaag, eventueel te realiseren in verschillende interne niveaus.

 

Voorgevelbouwlijn

Denkbeeldige lijn die op de plaatsen zonder voortuinzone samenvalt met de rooilijn, en op de andere plaatsen de grens vormt tussen de voortuinzone en de bouwzone; bij hoekgevels ligt ze aan de smalste zijde van de gevel.

 

V/T

Verhouding tussen de som van de totale oppervlakte der bovengrondse vloeren (zgn. technische ruimte of verdieping inbegrepen) en de betrokken grondoppervlakte, waarop het gebouw is opgericht.

Ondergrondse constructies of kelderverdiepingen die niet meer dan 1,5m boven het maaiveld uitkomen worden niet meegerekend in de totale vloeroppervlakte. De afmetingen worden buitenwerks gemeten.

 

Woonvoorzieningen

Woonvoorzieningen zijn zowel dagdagelijkse als niet dagdagelijkse voorzieningen in de woonomgeving, zoals groene ruimten, openbare diensten, scholen, polyvalente ruimten, sportvoorzieningen, winkels, openbaar vervoer,…

 

Het op het plan omlijnd en met een kleur of grafisch teken aangeduid gebiedsdeel dat voor een bepaald, door de voorschriften vastgesteld, gebruik bestemd is.

 

Zone

Het op het plan omlijnd en met een kleur of grafisch teken aangeduid gebiedsdeel dat voor een bepaald, door de voorschriften vastgesteld, gebruik bestemd is.

 

Zonegrens

Grens van een bestemmingszone.

 

Bij toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:

 

Afstand tot perceelsgrens

De kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de perceelsgrens van het bouwperceel.

 

Afstand tot zonegrens

De kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de grens van een bestemmingszone zoals aangeduid op het plan.

 

De nokhoogte

Vanaf het straatniveau of het gewenst maaiveld tot aan het hoogste punt van het bouwwerk.

 

De kroonlijsthoogte

Bij hellende daken, vanaf het straatniveau tot aan de onderkant van de kroonlijst.

 

De dakrandhoogte

Bij platte daken, vanaf het straatniveau tot aan het hoogste punt van de afgewerkte dakrand.

 

0.2 ALGEMENE BEPALINGEN

 

0.2.1 Hiërarchie in voorschriften

 

Het bijzonder plan van aanleg legt de bestemming en inrichting vast van het gebied waarop het plan van toepassing is.

Alle voorschriften van het plan van aanleg hebben dezelfde bindende kracht, ongeacht of zij grafisch zijn voorgesteld of niet.

De stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming en inrichting en het bestemmingsplan zijn gelijkwaardig en hebben dezelfde verordenende kracht.

0.2.2 Schaal en maatvoering

 

De schaal en de daaruit afgeleide maten van het plan zijn indicatief.

Het bestemmingsplan is opgemaakt op basis van een kadastrale ondergrond. De werkelijke afmetingen zullen, daar waar noodzakelijk, door een opmeting ter plaatse worden vastgesteld.

 

0.2.3 Bestaande gebouwen die niet beantwoorden aan de voorschriften

De voorschriften hebben betrekking op de bestaande in hoofdzaak vergunde en niet-verkrotte constructies of concessies.

 

Indien de bestaande bebouwing niet voldoet aan de bebouwings- en inrichtingsvoorschriften van de desbetreffende zone, dan vormen de stedenbouwkundige voorschriften van dit BPA op zichzelf geen weigeringsgrond bij de beoordeling van aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot bestaande gebouwen en verhardingen, voor zover de aanvraag betrekking heeft op:

  • het uitvoeren van instandhoudings- en onderhoudswerken;

  • het verbouwen van niet-verkrotte gebouwen of infrastructuur binnen het bestaande bouwvolume;

  • het deels afbreken van een bestaand gebouw;

  • het uitbreiden van een bedrijfsgebouw of infrastructuur als deze uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van het voortzetten van de uitbating of concessie en deze uitbreiding niet meer bedraagt dan 15% van de bestaande vergunde gebouwen en verhardingen;

  • het veranderen van de uitbating zonder vermeerdering in oppervlakte of volume;

  • het uitbaten in een gebouw of op een infrastructuur waarvoor bij toepassing van dit voorschrift definitief een vergunning voor instandhouding, onderhoud, ver- of herbouwen of uitbreiden van het gebouw of infrastructuur is verleend.

 

Indien de bestaande bebouwing niet voldoet aan de bestemmingsvoorschriften van de desbetreffende zone, dan vormen de stedenbouwkundige voorschriften van dit BPA op zichzelf geen weigeringsgrond bij de beoordeling van aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot bestaande gebouwen en verhardingen, voor zover de aanvraag betrekking heeft op:

  • het uitvoeren van instandhoudings- en onderhoudswerken;

  • het verbouwen van niet-verkrotte gebouwen of infrastructuur binnen het bestaande bouwvolume;

  • het uitbreiden van een gebouw of infrastructuur als deze uitbreiding het noodzakelijk gevolg is van het voortzetten van de bestaande uitbating en deze uitbreiding niet meer bedraagt dan 15% van de bestaande vergunde gebouwen en verhardingen;

  • Beschermde monumenten, waarbij de herbestemming betrekking heeft op: woonfunctie, horeca, dienstverlening, tentoonstellingsruimten of andere bestemmingen; de nieuwe functie moet verenigbaar zijn met de bestemming van de omgeving en in overeenstemming met de functionele en materiële draagkracht van het gebouw.

 

Bij wijzigingen van gebruik dienen de bestemmingsvoorschriften van dit BPA steeds nageleefd te worden.

 

0.2.4 Bouw- en woningverordening

De bouw en woningverordening, goedgekeurd door de gemeenteraad van Antwerpen in zitting van 11 september 1984 en latere wijzigingen, is van kracht tenzij anders vermeld in onderhavige voorschriften.

 

0.2.5 Nutsleidingen en kunstwerken

Werken van algemeen belang, aanleg van nutsleidingen of noodzakelijke infrastructuurwerken worden binnen het geheel plangebied toegestaan.

 

0.2.6 Bouwhoogte

De bouwhoogte wordt uitgedrukt in bouwlagen en meter vanaf het straatniveau tot de kroonlijst.

Het is de bedoeling enerzijds een gevarieerde kroonlijsthoogte te bekomen en anderzijds het gebruik van grotere bouwlaaghoogten te stimuleren. Bij de vaststelling van de hoogte uitgaande van het aantal bouwlagen wordt er aan één bouwlaag een hoogte van min 2,80m en max. 3,60m toebedacht behalve indien anders vermeld in een bepaalde zone. Specifiek is de verdiepingshoogte voor een gelijkvloers min 3,20 max. 4,80m. Een dakvorm bevat maximaal één volwaardige woonlaag.

De beperking m.b.t. de maximum bouwhoogte gelden voor de hoofdgebouwen, niet voor eventuele liftschachten, schouwen, technische ruimten op het dak, antennes,…

 

0.2.7 Vloerpas

De vloerpas van de gebouwen (pas op rooilijn of bouwlijn) bevindt zich op max. 1 m boven het niveau van de as van de weg.

 

0.2.8 Gevelopbouw en gevelgeleding

Elke gevel zichtbaar vanaf de openbare weg moet een constructieve opbouw en geleding kennen.

Het geveldeel van de benedenverdieping vormt hierop geen uitzondering.

Alle zichtbare en vrijblijvende delen van de gevels dienen als volwaardige gevels te worden afgewerkt met architectonisch verantwoorde gevel- of dakbekkingsmaterialen.

0.2.9 Bepalingen inzake ondergrondse ruimten

De aanleg van ondergrondse ruimten is steeds toegelaten.

Het College van burgemeester en schepenen kan voorschrijven dat bepaalde constructies geheel of gedeeltelijk ondergronds worden uitgevoerd, en deze met min. 0,50m teelaarde bedekt en beplant worden teneinde het behoud en ontwikkeling van groen en beplanting na te streven.

Wanneer het College van burgemeester en schepenen de aanplant van hoogstammig groen noodzakelijk acht of de voorschriften het voorschrijven, zal men een minimum van 1,5m teelaarde moeten voorzien.

 

0.2.10 Bepalingen inzake constructies in de open ruimte

Het is toegelaten in de onmiddellijke omgeving van een vergund woongebouw, zaken die tot de normale tuinuitrusting behoren te plaatsen, zoals:

  • maximaal één houten tuinhuisje ofwel één houten hok voor dieren ofwel één houten duiventil. De constructie wordt opgericht ofwel tegen een bestaande vergunde muur, ofwel op ten minste 1 meter van de perceelsgrenzen. De oppervlakte mag maximaal 6 vierkante meter bedragen. Deze constructie mag niet worden opgericht in de voortuinstrook. De kroonlijsthoogte is beperkt tot 2,50 meter; de nokhoogte is beperkt tot 3 meter;

  • maximaal één volière ofwel één serre. De constructie wordt opgericht ofwel tegen een bestaande vergunde muur, ofwel op ten minste 1 meter van de perceelsgrenzen. De oppervlakte mag maximaal 10 vierkante meter bedragen. Deze constructie mag niet worden opgericht in de voortuinstrook. De kroonlijsthoogte is beperkt tot 2,50 meter; de nokhoogte is beperkt tot 3 meter;

  • siervijvers met aanhorigheden met een totale maximale oppervlakte van 30 vierkante meter;

  • rotstuintjes; pergola's; tuinmuurtjes, niet zijnde afsluitingsmuren, met een maximumhoogte van 1,2 meter; barbecues; speeltoestellen; tuinornamenten; brievenbussen.

0.2.11 Bepalingen inzake de toegangen

Het is toegelaten één in - en uitgang te creëren voor voetgangers, voor de nieuw te realiseren bouwblokken, per segment van 6m gevelvlak.

Een voetgangersingang is maximaal 4 meter breed en mag niet gebuikt worden als auto in- of uitgang.

Het College van Burgemeester en Schepenen kan hiervoor gemotiveerd afwijkingen toestaan.

 

Voor de in - en uitgangen van (vracht)auto’s zijn op het plan, voor de nieuw te realiseren bouwblokken, beperkingen aangebracht inzake hun aantal.

Men voorziet maximaal één in- en uitgang per segment van 24 m gevelvlak.

Een auto in- of uitgang is maximaal 6 meter breed.

Het College van Burgemeester en Schepenen kan hiervoor gemotiveerd afwijkingen toestaan.

Deze bepalingen gelden daar waar er een figuratieve aanduiding is weergegeven op het bestemmingsplan ([image]). Elders zijn deze niet van toepassing. Deze figuratieve aanduiding is niet strict inzake de situering van de ingang, maar wel inzake de hoeveelheid.

 

 

0.3 BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN

In het BPA worden diverse bestemmingszones onderscheiden. Binnen ieder van deze zones is een hoofdbestemming vastgelegd en zijn verschillende nevenbestemmingen van toepassing, die al dan niet beperkt toegelaten worden.

De bestemmingszones zijn voor elk perceel of deel van perceel voorgesteld op het bestemmingsplan.

Volgende tabel geeft een overzicht van de toegelaten hoofd- en nevenbestemmingen.

 

Volgende zones worden onderscheiden:

 

Grondkleur

 

Artikel 1 Zone voor bebouwing type I – (overwegend bestaand weefsel)

Artikel 2 Zone voor bebouwing type II – (deels nieuw, deels bestaand)

Artikel 3 Zone voor bebouwing type III – (volledig nieuw invulbouwblok)

Artikel 4 Zone voor bebouwing type IV – (hoogbouw, solitairen)

Artikel 5 Zone voor bebouwing type V – (samengesteld bouwblok)

Artikel 6 Zone voor bebouwing type VI – (strokenbouw)

Artikel 7 Zone voor bebouwing type VII – (patiogebouwen)

Artikel 8 Zone voor sociale woningbouw of gemeenschapsvoorzieningen

Artikel 9 Zone voor representatieve bebouwing

Artikel 10 Zone voor gemeenschapsvoorzieningen

Artikel 11 Zone voor kantoren en stedelijke functies

Artikel 12 Zone voor publiekstrekkende functies

Artikel 13 Zone voor wateroppervlak

Artikel 14 Zone voor openbaar domein

 

Overlay

 

In afwijking van de hoofd- en nevenbestemming kunnen bijkomende bestemmingen toegelaten worden wanneer een overlay-aanduiding van toepassing is. Deze andere bestemming dient daarbij in overeenstemming te zijn met de draagkracht van het gebouw en met de omgeving.

 

Artikel 15 Overlay voor winkels en horeca

Artikel 16 Overlay semi-openbaar domein

 

Volgende tabel geeft een overzicht van de toegelaten hoofd en nevenbestemmingen.

De artikels 4 t.e.m. 9 zijn inzake bestemming gelijkaardig doch verschillend inzake vormelijke (bepalingen m.b.t bebouwing) aspecten.

 

[image] 

 

 

 

0.4 Bepalingen m.b.t. ruimtelijke kwaliteit

In functie van de gewenste beeld - en belevingskwaliteit moeten de constructies en de inrichting van het gebied kwaliteitsvol uitgevoerd worden. Zowel de architectuur van de gebouwen als de vormgeving en inrichting van de buitenruimte moeten bijdragen tot een verhoging van de ruimtelijke kwaliteit.

 

Alle constructies moeten uitgevoerd worden met het oog op de functionaliteit (het gebruik van de ruimten), de herkenbaarheid (aard van de activiteiten en locatie) en het verhogen van de beeldkwaliteit (plaatsing en vormgeving).

 

De essentiële aspecten van de hierna genoemde beleidsdocumenten zijn vertaald in de stedenbouwkundige voorschriften.

Het betreft het Masterplan Eilandje, het Beeldkwaliteitplan Buitenruimte Eilandje-Antwerpen, het Waterplan, het Groenplan en het Beeldkwaliteitsplan Architectuur Eilandje-Antwerpen.

 

ART.1 ZONE VOOR BEBOUWING TYPE I

 

 [image]

 

 

Artikel 1 – zone voor bebouwing type I

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen,.

 

1.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: geen bouwblokken geselecteerd

  • deel Montevideo: B2

  • deel Cadix: B3, C3, C3’,C5, B6,

 

1.2 Bestemming

De zone is bestemd voor het oprichten van ééngezins- of meergezinswoningen, kantoren, handels en horecavestigingen, gemeenschapsvoorzieningen. De nuttige vloeroppervlakte van de eventueel op te richten horecazaken bedraagt hierbij maximaal 200m2.

 

Naast de hoofdbestemming (wonen) is slechts één nevenbestemming per pand toegelaten.

 

Specifieke bepalingen inzake de schaal en de inplanting van de (neven)bestemming zijn de volgende:

 

 [image]

 

Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten:

  • Bedrijven die hinderlijk zijn voor de woonomgeving zoals handelszaken in brandbare, giftige of explosieve stoffen of bedrijven die lawaai-, stof- of geurhinder ontwikkelen.

  • Grootschalige bedrijven, handelsuitbatingen en ontwerpen van handelsvestiging waarvan de oppervlakte van deze activiteit/functie groter is dan 400 m2 netto handelsoppervlakte.

  • Het uitbaten van een discotheek is gelet op de hoofdfunctie wonen niet toegestaan;

 

In geval van een functie op het gelijkvloers, anders dan huisvesting, dient de toegang hiertoe verzekerd te worden via een afzonderlijke van de straat te bereiken ingang.

 

1.3 Bepalingen m.b.t. bebouwing

 

1.3.1 Terreinbezetting

Ieder bestaand gebouw, woonhuis of op te richten gebouw moet voorzien zijn van ten minste één niet overbouwde open plaats, binnenplaats of tuin waarvan de oppervlakte, voor de nieuwe en te herbouwen woningen, bepaald wordt op minimum 15% van de oppervlakte van het perceel. Uitzondering wordt gemaakt voor percelen met geringe diepte, hoekpercelen, percelen met gemengde activiteit/functie waarvoor men een kleiner begroeningspercentage (open ruimte) zal kunnen voorstellen en het bouwblok Cadix B3 waarvoor een begroeningspercentage geldt van 25%.

1.3.2 Plaatsing van de gebouwen

De voorgevel wordt opgericht op de rooilijn zodanig dat een gelijkvormige straatwand verkregen wordt.

Bij het aanbouwen aan de bestaande bebouwing dient de aansluiting harmonisch te gebeuren (zie voorbeeldprofielen). Openingen en onderbrekingen in de straatwand zijn toegestaan voor zover zij het gesloten karakter van de straatwand als geheel respecteren.

 

De voorgevel van het gebouw en de naar de straat gerichte zijgevel van een hoekgebouw worden ingeplant op de voorgevelbouwlijn. Tenzij anders aangegeven op plan, komt deze overeen met de rooilijn. De achtergevel wordt opgericht op minimum 9m achter de voorgevel, overeenkomstig het profiel van de aaneengesloten bebouwing.

Er zal zoveel mogelijk getracht worden aan te sluiten, wat betreft inplanting, aan een van de gebuurpanden of aan beiden.

 

1.3.3 Afmetingen van de gebouwen

 

Bestaande bebouwing – voorgevel: de volledige perceelsbreedte of overeenkomstig de bestaande toestand indien het een normaal bebouwbaar perceel betreft inzake de breedte.

Nieuwe bebouwing - voorgevel: voor nieuwe verkavelingen, verdelingen en bebouwing minimum 6 m, voor hoek- en kopgebouwen minimum 10m

Bouwhoogte

Zoals is vermeld op het bestemmingsplan. De vermelde afmetingen worden gemeten vanaf het straatniveau tot de bovenkant van de kroonlijst.

Bij het aanbouwen aan de bestaande bebouwing dient de aansluiting harmonisch te gebeuren, dwz dat men zo veel als mogelijk zal aansluiten, wat de bouwhoogten betreft, aan de gebuurpanden. (zie voorbeeldprofielen ).

 

  • Buurpanden beiden hoger dan de voorgestelde maximale bouwhoogte

Indien beide buurpanden hoger zijn dan de maximale bouwhoogte zoals vermeld op het bestemmingsplan :

De maximum hoogte is gelijk aan de laagste van deze twee panden;

De minimum hoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte.

  • Buurpanden beiden lager dan voorgestelde maximale bouwhoogte

Indien beide buurpanden lager zijn dan de maximale bouwhoogte zoals vermeld op het bestemmingsplan:

De minimum hoogte gelijk aan de hoogte van het hoogste van deze panden;

De maximum hoogte is 3m hoger, dan de hoogste, maar nooit hoger dan het toegelaten maximum zoals vermeld op plan.

  • Eén van de buurpanden hoger/lager dan de voorgestelde maximale bouwhoogte

Indien één van de buurpanden hoger/lager is dan de maximale bouwhoogte zoals vermeld op het bestemmingsplan:

De minimum hoogte is gelijk aan de laagste van één van de buurpanden;

De maximale hoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte.

Bouwdiepte

Maximaal de volledige diepte van het perceel binnen de geldende bestemmingszone zoals aangeduid op het bestemmingsplan rekening houdende met minimum 15% open ruimte vrijhouden per perceel.

De bouwdiepte voor gebouwen bedraagt min 9m.

De bouwdiepte voor gebouwen bedraagt maximaal 24m op straatniveau en max. 14 m op verdieping.

De niet bebouwde delen van de zone worden aangelegd als tuin of verhard in functie van de aanleg van terrassen, toegangen of parkeerruimte.

 

1.3.4 Welstand

 

Dakvorm

Het daktype is vrij.

Materialen

Als dakbedekkings en gevelmateriaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten.

De materialen moeten per bouwblok gelijkaardig en in harmonie zijn.

 

ART.2 ZONE VOOR BEBOUWING TYPE II

 

 [image]

 

 

Artikel 2 – zone voor bebouwing type II

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

2.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: B3, C1, C3, D1, D2, G2, E1, F1, G1,

  • deel Montevideo: B2, C2

  • deel Cadix: B6

 

2.2 Bestemming

De zone is bestemd voor het oprichten van ééngezins- of meergezinswoningen, kantoren, handels- en horecavestigingen, gemeenschapsvoorzieningen. De nuttige vloeroppervlakte van de eventueel op te richten horecazaken bedraagt hierbij maximaal 200 m2.

 

Minimum de helft van de bruto vloeroppervlakte moet per pand een woonbestemming hebben.

 

Specifieke bepalingen inzake de schaal en de inplanting van de (neven)bestemmingen zijn de volgende:

 

 [image]

 

Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten:

  • Bedrijven die hinderlijk zijn voor de woonomgeving zoals handelszaken in brandbare, giftige of explosieve stoffen of bedrijven die lawaai-, stof- of geurhinder ontwikkelen;

  • Grootschalige bedrijven, handelsuitbatingen en ontwerpen van handelsvestiging waarvan de oppervlakte van deze activiteit/functie groter is dan 400 m2 netto handelsoppervlakte.

  • Het uitbaten van een discotheek is gelet op de hoofdfunctie wonen niet toegestaan;

 

In geval van een functie op het gelijkvloers, anders dan huisvesting, dient de toegang hiertoe verzekerd te worden via een afzonderlijke van de straat te bereiken ingang.

 

2.3 Bepalingen m.b.t. bebouwing

 

2.3.1 Terreinbezetting

 

Bestaande bebouwing

Ieder bestaand gebouw, woonhuis of op te richten gebouw moet voorzien zijn van ten minste één niet overbouwde open plaats, binnenplaats of tuin waarvan de oppervlakte, voor de nieuwe en te herbouwen woningen, bepaald wordt op minimum 15% van de oppervlakte van het perceel. Uitzondering wordt gemaakt voor percelen met geringe diepte, hoekpercelen en percelen met gemengde activiteit/functie. De oppervlakte van de niet overbouwde open plaats, binnenplaats of tuin wordt in deze gevallen vastgesteld door het College van burgemeester en schepenen.

 

2.3.2 Plaatsing van de gebouwen

De voorgevel wordt opgericht op de rooilijn zodanig dat een gelijkvormige straatwand verkregen wordt.

Bij het aanbouwen aan de bestaande bebouwing dient de aansluiting harmonisch te gebeuren (zie voorbeeldprofielen). Openingen en onderbrekingen in de straatwand zijn toegestaan voor zover zij het gesloten karakter van de straatwand als geheel respecteren.

 

De voorgevel van het gebouw en de naar de straat gerichte zijgevel van een hoekgebouw worden ingeplant op de voorgevelbouwlijn. Tenzij anders aangegeven op plan, komt deze overeen met de rooilijn. De achtergevel wordt opgericht op minimum 9m achter de voorgevel, overeenkomstig het profiel van de aaneengesloten bebouwing.

Er zal zoveel mogelijk getracht worden aan te sluiten, wat betreft de inplanting, aan één van de gebuurpanden of aan beiden.

Eén project kan geen volledige bouwblokgevel bevatten. Een project gelegen in de lange zijde van een bouwblok kan maximaal 1/3 van de bouwblokgevel beslaan. Voor een project gelegen in de korte zijde kan dit maximaal 1/2 van de bouwblokgevel beslaan.

 

2.3.3 Afmetingen van de gebouwen

Bestaande bebouwing – voorgevel: de volledige perceelsbreedte of overeenkomstig de bestaande toestand indien het een normaal bebouwbaar perceel betreft inzake de breedte.

Nieuwe bebouwing - voorgevel: voor nieuwe verkavelingen, verdelingen en bebouwing minimum 6 m; voor hoek- en kopgebouwen minimum 10m.

Bouwhoogte

Zoals vermeld op het bestemmingsplan. De vermelde afmetingen worden gemeten vanaf het straatniveau tot de bovenkant van de kroonlijst.

 

Bouwblokken Oude Dokken C1, D1, E1, F1, G1

De maximale bouwhoogte is 6 bouwlagen.

Op de bouwblokken met de vermelding 4(6) (Oude Dokken E1, F1, G1) is volgende regelgeving van toepassing:

De maximale bouwhoogte is 6 bouwlagen. De eventuele vijfde en zesde laag moet trapsgewijs achteruitgelegen zijn (min. 30° t.o.v gevelvlak) van de inpandige ruimte van elk bouwblok en van de straatgevels. Hiernaast is het toegelaten maximaal 75% van de oppervlakte van de vierde verdieping te bebouwen voor de realisatie van de vijfde bouwlaag. De vijfde en zesde bouwlaag zijn gelegen binnen de contouren van de denkbeeldige 30 graden lijn.

 

Bij het aanbouwen aan de bestaande bebouwing dient de aansluiting harmonisch te gebeuren, dwz dat men zo veel als mogelijk zal aansluiten, wat de bouwhoogten betreft, aan de gebuurpanden (zie voorbeeldprofielen ).

 

 

 

  • Buurpanden beiden hoger dan de voorgestelde maximale bouwhoogte

Indien beide buurpanden hoger zijn dan de maximale bouwhoogte zoals vermeld op het bestemmingsplan :

De maximum hoogte is gelijk aan de laagste van deze twee panden;

De minimum hoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte.

  • Buurpanden beiden lager dan voorgestelde maximale bouwhoogte

Indien beide buurpanden lager zijn dan de maximale bouwhoogte zoals vermeld op het bestemmingsplan:

De minimum hoogte gelijk aan de hoogte van het hoogste van deze panden;

De maximum hoogte is 3m hoger, dan de hoogste, maar nooit hoger dan het toegelaten maximum zoals vermeld op plan.

  • Eén van de buurpanden hoger/lager dan de voorgestelde maximale bouwhoogte

Indien één van de buurpanden hoger/lager is dan de maximale bouwhoogte zoals vermeld op het bestemmingsplan:

De minimum hoogte is gelijk aan de laagste van één van de buurpanden;

De maximale hoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte.

 

Bouwdiepte

Maximaal de volledige diepte van het perceel binnen de geldende bestemmingszone zoals aangeduid op het bestemmingsplan rekening houdende met 15% open ruimte te behouden per perceel.

De bouwdiepte voor gebouwen bedraagt min 9m.

De bouwdiepte voor gebouwen bedraagt maximaal 24m op straatniveau en max. 14 m op verdieping

De niet bebouwde delen van de zone worden aangelegd als tuin of verhard in functie van de aanleg van terrassen, toegangen of parkeerruimte.

 

2.3.4 Welstand

 

Dakvorm

Het daktype is vrij.

(Gevel)materialen

Als dakbedekkings- en gevelmateriaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten.

De materialen moeten per bouwblok gelijkaardig en in harmonie zijn.

 

ART.3 ZONE VOOR BEBOUWING TYPE III

 

 [image]

 

 

Artikel 3 – zone voor bebouwing type III

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

3.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: D1, E1, F1, G1, H3

  • deel Montevideo: B2

  • deel Cadix: B6’, C6, D6

 

3.2 Bestemming

De zone is bestemd voor het oprichten van ééngezins- of meergezinswoningen, kantoren, handels en horecavestigingen en gemeenschapsvoorzieningen.

De nuttige vloeroppervlakte van de eventueel op te richten horecazaken bedraagt hierbij maximaal 200 m2.

 

Minimum de helft van de bruto vloeroppervlakte moet per pand een woonbestemming hebben.

Minimum ¼ van de terreinoppervlakken moeten ingenomen worden door niet overbouwde open ruimten en tuinen. Tenzij het een beschermd monument, een beschermenswaardig gebouw of pakhuistype betreft, dan komt deze vereiste te vervallen.

Tenzij het bouwblok Cadix B6’ betreft waarvoor een bebouwingspercentage geldt van 100%.

 

Specifieke bepalingen inzake de schaal en de inplanting van de (neven)bestemmingen zijn de volgende:

 

 [image]

 

Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten:

  • Bedrijven die hinderlijk zijn voor de woonomgeving zoals handelszaken in brandbare, giftige of explosieve stoffen of bedrijven die lawaai-, stof- of geurhinder ontwikkelen;

  • Grootschalige bedrijven, handelsuitbatingen en ontwerpen van handelsvestiging waarvan de oppervlakte van deze activiteit/functie groter is dan 400 m2 netto handelsoppervlakte.

  • Het uitbaten van een discotheek is gelet op de hoofdfunctie wonen niet toegestaan;

 

In geval van een functie op het gelijkvloers, anders dan huisvesting, dient de toegang hiertoe verzekerd te worden via een afzonderlijke van de straat te bereiken ingang.

3.3 Bepalingen M.B.T. bebouwing

 

3.3.1 Terreinbezetting

Voor nieuwe bouwblokken zal men een niet bebouwde oppervlakte voorzien die minimum 25% van de totale oppervlakte per perceel bedraagt.

Op deze algemene bepaling gelden volgende uitzonderingen:

  • Voor het bouwblok Cadix B6’ waarvoor een bebouwingspercentage geldt van 100%.

 

De diepte van de ondergrondse parkeergarages moet aanplanting van hoogstammige bomen mogelijk maken in deze niet bebouwde zone. Deze inpandige open ruimten zijn 'groen' van karakter.

 

3.3.2 Plaatsing van de gebouwen

De voorgevel wordt opgericht op de rooilijn zodanig dat een gelijkvormige straatwand verkregen wordt.

Bij het aanbouwen aan de bestaande bebouwing dient de aansluiting harmonisch te gebeuren (zie voorbeeldprofielen). Openingen en onderbrekingen in de straatwand zijn toegestaan voor zover zij het gesloten karakter van de straatwand als geheel respecteren.

 

De voorgevel van het gebouw en de naar de straat gerichte zijgevel van een hoekgebouw worden ingeplant op de voorgevelbouwlijn. Tenzij anders aangegeven op plan, komt deze overeen met de rooilijn.

Er zal zoveel mogelijk getracht worden aan te sluiten, wat betreft de inplanting, aan een van de gebuurpanden of aan beiden.

 

3.3.3 Afmetingen van de gebouwen

Bestaande bebouwing – voorgevel: de volledige perceelsbreedte of overeenkomstig de bestaande toestand indien het een normaal bebouwbaar perceel betreft inzake de breedte.

Nieuwe bebouwing - voorgevel: voor nieuwe verkavelingen, verdelingen en bebouwing minimum 6 m; voor hoek- en kopgebouwen minimum 10m

Bouwhoogte

Zoals vermeld op het bestemmingsplan. De vermelde afmetingen worden gemeten vanaf het straatniveau tot de bovenkant van de kroonlijst.

 

Bouwblokken Oude Dokken D1, E1, F1, G1

De maximale bouwhoogte is 6 bouwlagen.

Op de bouwblokken met de vermelding 4(6) (Oude Dokken E1, F1, G1) is volgende regelgeving van toepassing:

De maximale bouwhoogte is 6 bouwlagen. De eventuele vijfde en zesde laag moet trapsgewijs achteruitgelegen zijn (min. 30° t..o.v gevelvlak) van de inpandige ruimte van elk bouwblok en van de straatgevels. Hiernaast is het toegelaten maximaal 75% van de oppervlakte van de vierde verdieping te bebouwen voor de realisatie van de vijfde bouwlaag. De vijfde en zesde bouwlaag zijn gelegen binnen de contouren van de denkbeeldige 30 graden lijn.

Eén project kan geen volledige bouwblokgevel bevatten. Een project gelegen in de lange zijde van een bouwblok kan maximaal 1/3 van de bouwblokgevel beslaan. Voor een project gelegen in de korte zijde kan dit maximaal 1/2 van de bouwblokgevel beslaan.

 

Bij het aanbouwen aan de bestaande bebouwing dient de aansluiting harmonisch te gebeuren, dwz dat men zo veel als mogelijk zal aansluiten, wat de bouwhoogten betreft, aan de gebuurpanden (zie voorbeeldprofielen ).

 

 

Buurpanden beiden hoger dan de voorgestelde maximale bouwhoogte

Indien beide buurpanden hoger zijn dan de maximale bouwhoogte zoals vermeld op het bestemmingsplan:

De maximum hoogte is gelijk aan de laagste van deze twee panden;

De minimum hoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte.

  • Buurpanden beiden lager dan voorgestelde maximale bouwhoogte

Indien beide buurpanden lager zijn dan de maximale bouwhoogte zoals vermeld op het bestemmingsplan:

De minimum hoogte gelijk aan de hoogte van het hoogste van deze panden;

De maximum hoogte is 3m hoger, dan de hoogste, maar nooit hoger dan het toegelaten maximum zoals vermeld op plan.

  • Eén van de buurpanden hoger/lager dan de voorgestelde maximale bouwhoogte

Indien één van de buurpanden hoger/lager is dan de maximale bouwhoogte zoals vermeld op het bestemmingsplan:

De minimum hoogte is gelijk aan de laagste van één van de buurpanden;

De maximale hoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte.

Bouwdiepte

Maximaal de volledige diepte van het perceel binnen de geldende bestemmingszone zoals aangeduid op het bestemmingsplan rekening houdende met 25% open ruimte te behouden per perceel, behalve voor de hoger vermelde uitzonderingen (zie 3.3.1).

De niet bebouwde delen van de zone worden aangelegd als tuin of verhard in functie van de aanleg van terrassen, toegangen of parkeerruimte.

3.3.4 Welstand

 

Dakvorm

Het daktype is vrij.

 

Materialen

Als dakbedekkings en gevelmateriaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten.

De materialen moeten per bouwblok gelijkaardig en in harmonie zijn.

 

 

 

ART.4 ZONE VOOR BEBOUWING TYPE IV

 

 [image]

 

 

Artikel 4 - zone voor bebouwing type IV – hoogbouw, solitairen

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

4.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: geen bouwblokken geselecteerd

  • deel Montevideo: D2, D3-4, D5-6-7

  • deel Cadix: geen bouwblokken geselecteerd

 

4.2 Bestemming

De zone is bestemd voor het oprichten van hoogbouw in functie van meergezinswoningen, torengebouwen, kantoren, handels- en horecavestigingen, gemeenschapsvoorzieningen.

 

Inzake functies bestaat minstens 60% van de totaal te bouwen vloeroppervlakte uit woonvoorzieningen.

Maximaal 30 % van het totale vloeroppervlaktepakket kan als kantoorvoorziening ingevuld worden.

 

Specifieke bepalingen inzake de schaal en de inplanting van de nevenbestemmingen zijn de volgende:

 

 [image]

 

Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten:

  • Bedrijven die hinderlijk zijn voor de woonomgeving zoals handelszaken in brandbare, giftige of explosieve stoffen of bedrijven die lawaai-, stof- of geurhinder ontwikkelen;

  • Grootschalige bedrijven, handelsuitbatingen en ontwerpen van handelsvestiging waarvan de oppervlakte van deze activiteit/functie groter is dan 2.000 m2 netto handelsoppervlakte.

  • Het uitbaten van een discotheek is gelet op de hoofdfunctie wonen niet toegestaan;

 

De toegang tot de verdiepingen dient verzekerd te worden via een afzonderlijke van de straat te bereiken ingang.

 

4.3 Bepalingen m.b.t. bebouwing

 

4.3.1 Terreinbezetting

Bouwblok Montevideo D 2

Een volume kan worden opgericht, binnen de aangegeven bestemmingszone, met een verdiepingsoppervlakte (grondvlak) van maximaal 400 m2 en minimaal 225 m2

Het verdiepingoppervlak is hoogstens gelijk aan of kleiner dan het grondvlak.

De totaal te realiseren bruto vloeroppervlakte bedraagt maximaal 6.400 m2.

 

Bouwblok Montevideo D 3-4

Het is verplicht twee afzonderlijke volumes op te richten, binnen de aangegeven bestemmingszone, met een gezamenlijk grondvlak van maximaal 1.000 m2; waarvan één volume maximaal 400m² en een ander volume maximaal 600m² bedraagt.

Het verdiepingsoppervlak heeft per torengebouw, zowel voor de gelijkvloerse als voor de hogere verdiepingen, een minimale afmeting van 225 m2.

De totaal te realiseren bruto vloeroppervlakte bedraagt maximaal 16.000 m².

 

Bouwblok Montevideo D 5-6-7

Het is verplicht drie volumes op te richten, binnen de aangegeven bestemmingszone, met een gezamenlijk grondvlak van 1.400 m2. Maximaal 1 toren heeft 600 m2 als verdiepingsoppervlakte, voor de overige geldt 400 m2 als een maximum.

Het verdiepingsoppervlak heeft, zowel voor de gelijkvloerse als voor de hogere verdiepingen, een minimale afmeting van 225 m2.

De totaal te realiseren bruto vloeroppervlakte bedraagt maximaal 22.400 m².

 

4.3.2 Plaatsing van de gebouwen

De voorgevel van het gebouw en de naar de straat gerichte zijgevel van een hoekgebouw worden ingeplant op de voorgevelbouwlijn (rooilijn). Hiervoor is een volgende symbool aanduiding gebruikt ([image].)

 

Behoudens de verplicht te realiseren inplantingen kan men schuiven met deze aanduidingen binnen de hierna beschreven marges.

 

Bouwblok Montevideo D 2

Een strook van 15 m langs de rand van de Saskom dient gevrijwaard te worden als publiek gebied (cfr. zone voor openbaar domein).

Een strook van 10m tussen de nieuwe gevellijn en het Kattendijkdok dient gerespecteerd.

 

Bouwblok Montevideo D 3-4,

Een strook van 10m langs de rand van het Kattendijkdok dient in elk geval volledig gevrijwaard als publiek gebied (cfr. zone voor openbaar domein).

Een strook van 20m tussen de bestaande gevellijn en de westelijke grens van de bouwplek dient gerespecteerd.

De loodrechte afstand tussen torengebouw 3 en torengebouw 4 bedraagt minimaal 60 m en maximaal 75m. Het meest noordelijk in te planten volume staat op de verplichte bouwlijn, nl. op 10 m t.o.v het Kattendijkdok en op 85,5 m van het bruggehoofd van de Saskom.

 

Bouwblok Montevideo D 5-6-7

Een strook van 10m langs de rand van het Kattendijkdok dient in elk geval volledig gevrijwaard als publiek gebied (cfr. zone voor openbaar domein).

Een strook van 20m tussen de bestaande gevellijn en de westelijke grens van de bouwplek dient gerespecteerd.

De loodrechte afstand tussen torenvolume 1 (de meest zuidelijke toren) en torenvolume 2 bedraagt minstens 35 m en maximaal 40m, tussen torenvolume 2 en 3 minstens 40 m en maximum 55 m.

 

4.3.3 Afmetingen van de gebouwen

 

Bouwhoogte

De maximale bouwhoogte van de torengebouwen bedraagt 50m of 16 bouwlagen. Een minimale hoogte bedraagt 6 lagen of 17m. Inzake de maximale hoogte kan men 20% afwijken, zowel in meer- of minwaarde, van de voorgeschreven hoogte (50m).

Bouwdiepte

Bouwblok Montevideo D 2

De maximale gevellengte van de langste zijde van het torenvolume bedraagt 20 m.

 

Bouwblok Montevideo D 3-4

De maximale gevellengte van de langste zijde van de torengebouwen bedraagt 30 m voor één (de grootste) van de torens en 25 m voor de overige.

De gevel met de kortste zijde heeft een lengte van maximum 20m.

 

Bouwblok Montevideo D 5-6-7

De maximale gevellengte bedraagt 30 m voor elk van de torens langs de langste zijde, en 20 m langs de kortste zijde.

 

4.3.4 Welstand

 

Dakvorm

Het daktype is vrij.

Materialen

De vier gevels van de torengebouwen zijn voorgevels en worden als zodanig afgewerkt, zowel voor de gelijkvloerse verdieping als voor de overige verdiepingen.

Als dakbedekkings- en gevelmateriaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten.

De materialen moeten per bouwblok gelijkaardig en in harmonie zijn.

In- en uitgangen

In geval van de gelijkvloerse verdieping kan maximaal ¼ van het geveloppervlak ingenomen worden door toegangen (hekken en poorten). De toegang naar de ondergrondse parkeergarage is in het gebouw gesitueerd. In- of uitritten kunnen niet op het publiek domein gesitueerd worden.

Stedelijke plint

De ruimten die gesitueerd zijn op het gelijkvloers mogen enkel ingericht worden als toegang tot de hogergelegen functies of voor functies, gericht op het openbaar domein, zoals publieke voorzieningen, handelszaken, horeca,…

Niet bebouwde delen

De niet bebouwde delen worden ingericht als openbaar domein, dat ten allen tijde publiek toegankelijk moet zijn. Het is verboden de toegang tot ondergrondse ruimten aan te leggen in het openbaar domein.

4.3.5 Bepalingen m.b.t. parkeren

Het parkeren wordt volledig ondergronds georganiseerd. Het parkeerdek kan niet boven het niveau van het maaiveld uitsteken, en moet publiek toegankelijk blijven.

Er wordt een strook voorzien vanaf de westelijke grens van de bouwplek met een maximale breedte van 26m voor de verdieping -1. Het verdiepingsniveau -1,5 en de diepere niveaus kunnen maximaal 40m breedte hebben.

De zuidelijke en noordelijke begrenzingen van de parkeerstrook kunnen doorlopen tot aan de uiterste grenzen van de bouwplekken (D2, D3-4, D5-6-7).

De diepte van de ondergrondse parkeergarages moet de aanplanting van hoogstammige bomen mogelijk maken.

 

 

 

ART.5 ZONE VOOR BEBOUWING TYPE V -SAMENGESTELDE BOUWBLOKKEN

 

 [image]

 

 

Artikel 5 - zone voor bebouwing type V - samengestelde bouwblokken

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

5.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: geen bouwblokken geselecteerd

  • deel Montevideo: geen bouwblokken geselecteerd

  • deel Cadix: bouwblok A2, A3, A4, D2, D4

 

5.2 Bestemming

De zone is bestemd voor het oprichten van ééngezins- of meergezinswoningen, kantoren, handels en horecavestigingen, hotels, gemeenschapsvoorzieningen. De nuttige vloeroppervlakte van de eventueel op te richten horecazaken bedraagt hierbij maximaal 200 m2.

 

Minimum de helft van de bruto vloeroppervlakte moet per pand of perceel een woonbestemming hebben.

 

Specifieke bepalingen inzake de schaal en de inplanting van de (neven)bestemmingen zijn de volgende:

 

 [image]

 

Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten:

  • Bedrijven die hinderlijk zijn voor de woonomgeving zoals handelszaken in brandbare, giftige of explosieve stoffen of bedrijven die lawaai-, stof- of geurhinder ontwikkelen;

  • Grootschalige bedrijven, handelsuitbatingen en ontwerpen van handelsvestiging waarvan de oppervlakte van deze activiteit/functie groter is dan 400 m2 netto handelsoppervlakte.

  • Het uitbaten van een discotheek is gelet op de hoofdfunctie wonen niet toegestaan;

 

In geval van een functie op het gelijkvloers, anders dan huisvesting, dient de toegang hiertoe verzekerd te worden via een afzonderlijke van de straat te bereiken ingang.

 

5.3 Bepalingen m.b.t. bebouwing

 

5.3.1 Terreinbezetting

Voor deze (nieuwe) bouwblokken zal men een niet bebouwde oppervlakte voorzien die minimum 25% van de totale oppervlakte per perceel bedraagt.

De diepte van de ondergrondse parkeergarages moet aanplanting van hoogstammige bomen mogelijk maken in deze niet bebouwde zone. Deze inpandige open ruimten zijn 'groen' van karakter.

 

5.3.2 Plaatsing van de gebouwen

De voorgevel wordt opgericht op de rooilijn zodanig dat een gelijkvormige straatwand verkregen wordt.

Bij het aanbouwen aan de bestaande bebouwing dient de aansluiting harmonisch te gebeuren (zie voorbeeldprofielen). Openingen en onderbrekingen in de straatwand zijn toegestaan voor zover zij het gesloten karakter van de straatwand als geheel respecteren.

 

De voorgevel van het gebouw en de naar de straat gerichte zijgevel van een hoekgebouw worden ingeplant op de voorgevelbouwlijn. Tenzij anders aangegeven op plan, komt deze overeen met de rooilijn. De achtergevel wordt opgericht op minimum 9m achter de voorgevel, overeenkomstig het profiel van de aaneengesloten bebouwing.

Er zal zoveel mogelijk getracht worden aan te sluiten, wat betreft inplanting, aan een van de gebuurpanden of aan beiden.

5.3.3 Afmetingen van de gebouwen

Bestaande bebouwing – voorgevel: de volledige perceelsbreedte of overeenkomstig de bestaande toestand indien het een normaal bebouwbaar perceel betreft inzake de breedte.

Nieuwe bebouwing - voorgevel: voor nieuwe verkavelingen, verdelingen en bebouwing minimum 6 m; voor hoek- en kopgebouwen minimum 10m.

Bouwhoogte

Zoals vermeld op het bestemmingsplan. De vermelde afmetingen worden gemeten vanaf het straatniveau tot de bovenkant van de kroonlijst.

Bij het aanbouwen aan de bestaande bebouwing dient de aansluiting harmonisch te gebeuren, dwz dat men zo veel als mogelijk zal aansluiten, wat de bouwhoogten betreft, aan de gebuurpanden (zie voorbeeldprofielen).

 

  • Buurpanden beiden hoger dan de voorgestelde maximale bouwhoogte

Indien beide buurpanden hoger zijn dan de maximale bouwhoogte zoals vermeld op het bestemmingsplan :

De maximum hoogte is gelijk aan de laagste van deze twee panden;

De minimum hoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte.

  • Buurpanden beiden lager dan voorgestelde maximale bouwhoogte

Indien beide buurpanden lager zijn dan de maximale bouwhoogte zoals vermeld op het bestemmingsplan:

De minimum hoogte gelijk aan de hoogte van het hoogste van deze panden;

De maximum hoogte is 3m hoger, dan de hoogste, maar nooit hoger dan het toegelaten maximum zoals vermeld op plan.

  • Eén van de buurpanden hoger/lager dan de voorgestelde maximale bouwhoogte

Indien één van de buurpanden hoger/lager is dan de maximale bouwhoogte zoals vermeld op het bestemmingsplan:

De minimum hoogte is gelijk aan de laagste van één van de buurpanden;

De maximale hoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte.

 

Bouwdiepte

De bouwdiepte voor gebouwen bedraagt min 9m.

De bouwdiepte voor gebouwen bedraagt maximaal 24m op straatniveau en max. 12 m op verdieping

De niet bebouwde delen van de zone worden aangelegd als tuin of verhard in functie van de aanleg van terrassen, toegangen of parkeerruimte. De inpandige open ruimten zijn ‘groen’ van karakter.

 

5.3.4 Welstand

 

Dakvorm

Het daktype is vrij.

Materialen

Als dakbedekkings- en gevelmateriaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten.

De materialen moeten per bouwblok gelijkaardig en in harmonie zijn.

5.3.5 Bepalingen m.b.t. parkeren

Het parkeren wordt volledig ondergronds georganiseerd. Het parkeerdek kan niet boven het niveau van het maaiveld uitsteken.

De diepte van de ondergrondse parkeergarages moet aanplanting van hoogstammige bomen mogelijk maken in deze niet bebouwde zone. Deze inpandige open ruimten zijn 'groen' van karakter.

 

ART.6 ZONE VOOR BEBOUWING TYPE VI -STROKENBOUW

 

 [image]

 

 

Artikel 6 - zone voor bebouwing type VI - strokenbouw

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

6.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: geen bouwblokken geselecteerd

  • deel Montevideo: geen bouwblokken geselecteerd

  • deel Cadix: B1, C1

 

6.2 Bestemming

De zone is bestemd voor het oprichten van ééngezins- of meergezinswoningen, kantoren, handels en horecavestigingen, gemeenschapsvoorzieningen. De nuttige vloeroppervlakte van de eventueel op te richten horecazaken bedraagt hierbij maximaal 200 m2.

 

Minimum de helft van de bruto vloeroppervlakte moet per pand of perceel een woonbestemming hebben.

 

Specifieke bepalingen inzake de schaal en de inplanting van de (neven)bestemmingen zijn de volgende:

 

 [image]

 

Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten:

  • Bedrijven die hinderlijk zijn voor de woonomgeving zoals handelszaken in brandbare, giftige of explosieve stoffen of bedrijven die lawaai-, stof- of geurhinder ontwikkelen;

  • Grootschalige bedrijven, handelsuitbatingen en ontwerpen van handelsvestiging waarvan de oppervlakte van deze activiteit/functie groter is dan 400 m2 netto handelsoppervlakte.

  • Het uitbaten van een discotheek is gelet op de hoofdfunctie wonen niet toegestaan;

 

In geval van een functie op het gelijkvloers, anders dan huisvesting, dient de toegang hiertoe verzekerd te worden via een afzonderlijke van de straat te bereiken ingang.

 

6.3 Bepalingen m.b.t. bebouwing

 

6.3.1 Terreinbezetting

Voor deze bouwblokken zal men een niet bebouwde oppervlakte voorzien die minimum 35% van de totale oppervlakte per perceel bedraagt.

 

6.3.2 Plaatsing van de gebouwen

De dwarsvolumes hebben een breedte variërend tussen 8 en 10m. De patio’s (open ruimten) hebben een breedte variërend tussen 17 en 20m.

De inpandige langsvolumes hebben een diepte van variërend tussen 8 en 10m en liggen 4 tot 6 m teruggetrokken van de bouwlijn.

De bouwlijn aan de lange straatzijde wordt gevormd door de kopse gevels van de dwarsvolumes en eventueel een tuinmuur die ze verbindt en inzake uitwerking en materiaal deel uitmaakt van de gevel. Deze tuinmuur is max. 4m hoog. De dwarsvolumes kunnen aan de kade max. 4m uitkragen boven de openbare ruimte, de vrije hoogte onder de uitkraging is min. 4m.

Afwijkingen op de hogerbeschreven bematingen kunnen worden gerealiseerd tot 20%, in min of meerwaarde, in zoverre de vooropgestelde verhoudingen worden gerespecteerd. Behalve voor de uitkragingen over de openbare ruimte, langs de dokrandzijde.

De voorgevelfronten worden opgericht op de rooilijn zodanig dat een gelijkvormige straatwand verkregen wordt.

 

figuur 1 principeschets - inplanting

 

 [image]

 

6.3.3 Afmetingen van de gebouwen

 

Bouwhoogte

De maximale bouwhoogte is beperkt tot 6 bouwlagen en variërend tussen 18 en 22m; behalve voor de inpandige volumes aan de straatzijde, deze hebben 4 bouwlagen (tussen 12 en 16m) als maximale bouwhoogte.

Bouwdiepte

Maximaal de volledige diepte van het perceel binnen de geldende bestemmingszone zoals aangeduid op het bestemmingsplan .

De niet bebouwde delen van de zone worden aangelegd als tuin of verhard in functie van de aanleg van terrassen, toegangen of parkeerruimte. De inpandige open ruimten zijn ‘groen’ van karakter.

 

6.3.4 Welstand

 

Dakvorm

Het daktype is vrij.

Materialen

Als dakbedekkings- en gevelmateriaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten.

De materialen moeten per bouwblok gelijkaardig en in harmonie zijn.

6.3.5 Bepalingen m.b.t. parkeren

Het parkeren wordt volledig ondergronds georganiseerd.

De diepte van de ondergrondse parkeergarages moet aanplanting van hoogstammige bomen mogelijk maken in deze niet bebouwde zone. Deze inpandige open ruimten zijn 'groen' van karakter.

 

ART.7 ZONE VOOR BEBOUWING TYPE VII - PATIOGEBOUWEN

 

 [image]

 

 

Artikel 7 - zone voor bebouwing type VII - patiogebouwen

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

7.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: geen bouwblokken geselecteerd

  • deel Montevideo: geen bouwblokken geselecteerd

  • deel Cadix: bouwblok A1, A5, D1, D5,

 

7.2 Bestemming

De zone is bestemd voor het oprichten van ééngezins- of meergezinswoningen, kantoren, handels en horecavestigingen, gemeenschapsvoorzieningen.

 

Minimum de helft van de bruto vloeroppervlakte moet per pand of perceel een woonbestemming hebben.

 

Specifieke bepalingen inzake de schaal en de inplanting van de (neven)bestemmingen zijn de volgende:

 

 [image]

 

Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten:

  • Bedrijven die hinderlijk zijn voor de woonomgeving zoals handelszaken in brandbare, giftige of explosieve stoffen of bedrijven die lawaai-, stof- of geurhinder ontwikkelen;

  • Grootschalige bedrijven, handelsuitbatingen en ontwerpen van handelsvestiging waarvan de oppervlakte van deze activiteit/functie groter is dan 400 m2 netto handelsoppervlakte.

  • Het uitbaten van een discotheek is gelet op de hoofdfunctie wonen niet toegestaan;

 

In geval van een functie op het gelijkvloers, anders dan huisvesting, dient de toegang hiertoe verzekerd te worden via een afzonderlijke van de straat te bereiken ingang.

 

 

7.3 Bepalingen m.b.t. bebouwing

 

7.3.1 Terreinbezetting

De verhouding tussen bebouwbare vloeroppervlakte en terreinoppervlakte is maximaal 3,6 (V/T = 3,6).

Voor de nieuwe bouwblokken, nieuwe patiogebouwen is het toegelaten de gelijkvloerse verdieping volledig te bebouwen.

Voor de verdiepingen mag men maximum 75% van de terreinoppervlakte bebouwen.

7.3.2 Plaatsing van de gebouwen

De voorgevel wordt opgericht op de rooilijn zodanig dat een gelijkvormige straatwand verkregen wordt.

Openingen en onderbrekingen in de straatwand zijn toegestaan voor zover zij het gesloten karakter van de straatwand als geheel respecteren.

 

De voorgevel van het gebouw en de naar de straat gerichte zijgevel van een hoekgebouw worden ingeplant op de voorgevelbouwlijn. Tenzij anders aangegeven op plan, komt deze overeen met de rooilijn.

7.3.3 Afmetingen van de gebouwen

Nieuwe bebouwing - voorgevel: voor nieuwe verkavelingen, verdelingen en bebouwing minimum 6 m; voor hoek- en kopgebouwen minimum 10m.

Bouwhoogte

De maximale bouwhoogte is beperkt tot 6 bouwlagen en variërend tussen 18 en 22m.

De vermelde afmetingen worden gemeten vanaf het straatniveau tot de bovenkant van de kroonlijst.

De bouwhoogte van de gelijkvloerse verdieping mag 1,5 bouwlagen bevatten, op voorwaarde dat de bovenste laag opgevat is als duplexlaag en de oppervlakte ervan slechts 50% is van het werkelijke gelijkvloers.

 

Bouwdiepte

Maximaal de volledige diepte van het perceel binnen de geldende bestemmingszone zoals aangeduid op het bestemmingsplan (bebouwingpercentage gelijkvloers 100%).

De bouwdiepte voor gebouwen bedraagt min 9m.

De niet bebouwde delen van de zone worden aangelegd als tuin of verhard in functie van de aanleg van terrassen, toegangen of parkeerruimte. De inpandige open ruimten zijn ‘groen’ van karakter.

 

7.3.4 Welstand

 

Dakvorm

Het daktype is vrij.

Materialen

Als dakbedekkings en gevelmateriaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten.

De materialen moeten per bouwblok gelijkaardig en in harmonie zijn.

 

7.3.5 Bepalingen m.b.t. parkeren

Ondergronds parkeren is in principe verplicht.

Het is toegelaten het parkeren hier geheel of gedeeltelijk in de gelijkvloerse sokkel te organiseren op voorwaarde dat deze nagenoeg volledig omringd is met publieke of commerciële functies.

De architectuur van dergelijke parking moet mogelijk maken dat deze ruimte kan evolueren naar andere bestemmingen.

 

ART.8 ZONE VOOR WONINGBOUW OF GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN

 

 [image]

 

 

Artikel 8 -zone voor sociale woningbouw of gemeenschapsvoorzieningen

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

8.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: geen bouwblokken geselecteerd

  • deel Montevideo: geen bouwblokken geselecteerd

  • deel Cadix: bouwblok B2, B2’, C2, D3

 

8.2 Bestemming

De zone is bestemd voor het oprichten van gemeenschapsvoorzieningen, ééngezins- of meergezinswoningen, kantoren, handels en horecavestigingen.

Specifieke bepalingen inzake de schaal en de inplanting van de (neven)bestemmingen zijn de volgende:

 

 [image]

 

Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten:

  • Bedrijven die hinderlijk zijn voor de woonomgeving zoals handelszaken in brandbare, giftige of explosieve stoffen of bedrijven die lawaai-, stof- of geurhinder ontwikkelen;

  • Grootschalige bedrijven, handelsuitbatingen en ontwerpen van handelsvestiging waarvan de oppervlakte van deze activiteit/functie groter is dan 1.000 m2 netto handelsoppervlakte.

  • Het uitbaten van een discotheek is gelet op de hoofdfunctie wonen niet toegestaan;

 

In geval van een functie op het gelijkvloers, anders dan huisvesting, dient de toegang hiertoe verzekerd te worden via een afzonderlijke van de straat te bereiken ingang.

 

8.3 Bepalingen m.b.t. bebouwing

 

8.3.1 Terreinbezetting

 

Bestaande bebouwing

Ieder bestaand gebouw of woonhuis moet voorzien zijn van ten minste één niet overbouwde open plaats, binnenplaats of tuin waarvan de oppervlakte, voor de nieuwe en te herbouwen woningen, bepaald wordt op minimum 15% van de oppervlakte van het perceel. Uitzondering wordt gemaakt voor percelen met geringe diepte, hoekpercelen en percelen met gemengde activiteit/functie. De oppervlakte van de niet overbouwde open plaats, binnenplaats of tuin wordt in deze gevallen vastgesteld door het College van burgemeester en schepenen.

Nieuw op te richten bouwblokken of gebouwen

Voor nieuwe bouwblokken zal men een minimum niet bebouwde oppervlakte voorzien die 25% uitmaakt van de totale oppervlakte per perceel. De diepte van de ondergrondse parkeergarages moet aanplanting van hoogstammige bomen mogelijk maken in deze niet bebouwde zone. Deze inpandige open ruimten zijn 'groen' van karakter.

 

8.3.2 Plaatsing van de gebouwen

De voorgevel wordt opgericht op de rooilijn zodanig dat een gelijkvormige straatwand verkregen wordt.

Bij het aanbouwen aan de bestaande bebouwing dient de aansluiting harmonisch te gebeuren (zie voorbeeldprofielen). Openingen en onderbrekingen in de straatwand zijn toegestaan voor zover zij het gesloten karakter van de straatwand als geheel respecteren.

 

De voorgevel van het gebouw en de naar de straat gerichte zijgevel van een hoekgebouw worden ingeplant op de voorgevelbouwlijn. Tenzij anders aangegeven op plan, komt deze overeen met de rooilijn.

 

Uitzondering hierop wordt gevormd voor de Bombaystraat waar de plaatsing van de gebouwen vrij is.

De ontstane open ruimten zijn ‘groen’ van karakter.

Bouwhoogte

Zoals vermeld op het bestemmingsplan.

 

8.3.3 Welstand

 

Dakvorm

Het daktype is vrij.

 

Materialen

Als dakbedekkings en gevelmateriaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten.

De materialen moeten per bouwblok gelijkaardig en in harmonie zijn.

 

8.3.4 Bepalingen m.b.t. parkeren

Het is toegelaten het parkeren hier geheel of gedeeltelijk in de gelijkvloerse sokkel te organiseren op voorwaarde dat deze nagenoeg volledig (minimaal 60%) omringd is met publieke of commerciële functies.

De architectuur van dergelijke parking moet mogelijk maken dat deze ruimte kan evolueren naar andere bestemmingen.

 

 

ART.9 ZONE VOOR REPRESENTATIEVE BEBOUWING

 

 [image]

 

 

Artikel 9 – zone voor representatieve bebouwing

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met aartikel 0. Algemene bepalingen.

 

9.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: B1, B2 en H 8

  • deel Montevideo: geen bouwblokken geselecteerd

  • deel Cadix: E1, B5

 

9.2 Bestemming

De zone is bestemd voor het oprichten van ééngezins- of meergezinswoningen, kantoren, handels en horecavestigingen, discotheken, hotels, gemeenschapsvoorzieningen. De nuttige vloeroppervlakte van de eventueel op te richten horecazaken bedraagt hierbij maximaal 200 m2. Het uitbaten van een discotheek is toegestaan tot 300 m2.

 

Specifieke bepalingen inzake de schaal en de inplanting van de (neven)bestemmingen zijn de volgende:

 

 [image]

 

Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten:

  • Bedrijven die hinderlijk zijn voor de woonomgeving zoals handelszaken in brandbare, giftige of explosieve stoffen of bedrijven die lawaai-, stof- of geurhinder ontwikkelen;

  • Grootschalige bedrijven, handelsuitbatingen en ontwerpen van handelsvestiging waarvan de oppervlakte van deze activiteit/functie groter is dan 2.000 m2 netto handelsoppervlakte.

 

In geval van één of meerdere bovenverdiepingen worden bestemd voor huisvesting dient de toegang hiertoe verzekerd te worden via een afzonderlijke van de straat te bereiken ingang.

9.3 Bepalingen m.b.t. bebouwing

 

9.3.1 Terreinbezetting

Bouwblok Oude Dokken B1 en B2

De zone mag men maximaal 85% bebouwen.

 

Bouwblok Oude Dokken H 8

De zone mag men maximaal 85% bebouwen.

In geval van een torengebouw is het toegelaten een volume op te richten met een verdiepingsoppervlakte (grondvlak) van maximaal 1.250 m2.

De totaal te realiseren bruto bebouwingsoppervlakte bedraagt voor het torenvolume maximaal 20.000m².

Het gezamenlijk totaal (sokkel+toren) te realiseren bruto vloeroppervlakte van het bouwvolume bedraagt maximaal 60.000m²

 

Bouwblok Cadix B5

De zone mag men maximaal 50% bebouwen.

 

Bouwblok Cadix E1

De zone mag men maximaal 50% bebouwen.

In geval van een torengebouw is het toegelaten een volume op te richten met een verdiepingsoppervlakte (grondvlak) van maximaal 600 m2.

Het verdiepingsoppervlak heeft, zowel voor de gelijkvloerse als voor de hogere verdiepingen, een minimale afmeting van 225 m2.

Het totaal te realiseren bruto bebouwingsoppervlakte bedraagt maximaal 9.600 m2.

 

 

De diepte van de ondergrondse parkeergarages moet aanplanting van hoogstammige bomen mogelijk maken in de niet bebouwde zone.

Deze (inpandige) open ruimten zijn 'groen' van karakter. Deze (groene) ruimte, moet ten volle zichtbaar zijn van op de openbare weg en heeft niet alleen effect op de privé of collectieve ruimte maar kan via doorzichten inwerken op de privé of collectieve ruimte.

 

9.3.2 Plaatsing van de gebouwen

De plaatsing van de gebouwen is vrij.

De niet-bebouwde ruimte zal gevrijwaard worden als toegankelijk gebied met een (semi) openbaar karakter.

 

Bouwhoogte

Bouwblok Oude Dokken B1 en B2

De maximale bouwhoogte is vermeld op het bestemmingsplan. De 45°- regel dient gerespecteerd langsheen de Bataviastraat.

 

Bouwblok Oude Dokken H 8

De maximale bouwhoogte van het bouwvolume (sokkel) bedraagt 31m of 9 bouwlagen. Een minimale hoogte bedraagt 6 lagen of 18m.

De maximale bouwhoogte van het torengebouw bedraagt 64m of 25 bouwlagen. Inzake de maximale bouwhoogte kan men 20% afwijken, zowel in meer- of minwaarde, van de voorgeschreven hoogte (64m).

 

Bouwblok Cadix B5

De maximale bouwhoogte is vermeld op het bestemmingsplan.

 

Bouwblok Cadix E1

De maximale bouwhoogte van het torengebouw bedraagt 50m of 16 bouwlagen. Een minimale hoogte bedraagt 2 bouwlagen of 8m. Inzake de maximale bouwhoogte kan men 20% afwijken, zowel in meer- of minwaarde, van de voorgeschreven hoogte (50m).

 

Bouwdiepte

Bouwblokken Oude Dokken B1, B2

Maximaal de volledige diepte van het perceel binnen de geldende bestemmingszone zoals aangeduid op het bestemmingsplan rekening houdende met 15% open ruimte te behouden per perceel.

 

Bouwblokken Oude Dokken H8 en Cadix E1, B5

De bouwdiepte is vrij, zolang de respectievelijke terreinbezettingspercentages van de vrije ruimte gevrijwaard blijven voor aanleg als openbare groene ruimte.

De niet bebouwde delen van de zone worden aangelegd als tuin, parkzone of verhard in functie van de aanleg van terrassen en aanhorigheden i.f.v. horeca, toegangen, parkeerruimte, groene of openbare ruimte.

 

9.3.3 Welstand

 

Dakvorm

Het daktype is vrij.

 

Materialen

De vier gevels van het torengebouw (Cadix E1, Oude Dokken H8) zijn voorgevels, en worden als zodanig afgewerkt, zowel voor de gelijkvloerse verdieping als voor de overige verdiepingen.

Als dakbedekkings- en gevelmateriaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten.

De materialen moeten per bouwblok gelijkaardig en in harmonie zijn.

 

Een geel kruis (zie figuur[image]) op het bestemmingsplan geeft ter hoogte van de Dinantstraat de overbouwingsmogelijkheid aan.

Ter hoogte van het symbool dient de doorgang van de Dinantstraat, minimum 4m hoog en de officiële breedte van de weg, gevrijwaard te worden.

 

Bij de uitwerking van het gebouw Oude Dokken H8 zal men op voldoende wijze rekening houden met de mogelijke aansluiting/aanlanding van de brug over de Leien. De brug dient de verbinding te verzorgen tussen het gebied van het BPA Eilandje en het gebied van het BPA Spoor-noord.

 

Overbouwingsmogelijkheid

Een geel kruis (zie figuur[image]) op het bestemmingsplan geeft ter hoogte van de Dinantstraat de overbouwingsmogelijkheid aan.

Ter hoogte van het symbool dient de doorgang van de Dinantstraat, minimum 4m hoog en de officiële breedte van de weg, gevrijwaard te worden.

 

Aansluitingsmogelijkheid

Bij de uitwerking van het gebouw Oude Dokken H8 zal men op voldoende wijze rekening houden met de mogelijke aansluiting/aanlanding van de brug over de Leien. De brug dient de verbinding te verzorgen tussen het gebied van het BPA Eilandje en het gebied van het BPA Spoor-noord.

 

9.3.4 Bepalingen m.b.t. parkeren

Het parkeren wordt volledig ondergronds georganiseerd voor de bouwblokken Oude Dokken B1, B2 en H8.

Voor het bouwblok Oude Dokken H8 geldt bovendien dat men het parkeren gezamenlijk zal organiseren voor zowel de nieuwe als de bestaande ondergrondse parkeergarages.

Men zal de ingang van de parkeergarages oriënteren op de Italiëlei.

De ingang t.h.v. de Napelsstraat wordt opgeheven vanaf het moment dat men de ingang t.h.v. van de Italiëlei in gebruik wordt genomen.

 

 

ART.10 ZONE VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN

 

 

 [image]

 

 

Artikel 10 – zone voor gemeenschapsvoorzieningen

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

10.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: C2, D2.

  • deel Montevideo: C2

  • deel Cadix: C4,C6.

 

10.2 Bestemming

De zone is bestemd voor het oprichten van ééngezins- of meergezinswoningen, handels en horecavestigingen, gemeenschapsvoorzieningen en functies van openbaar nut, waarbij deze laatste functie als hoofdfunctie voor de bestemmingszone geldt.

Voor bouwblok Oude Dokken - C2 is deze zone bestemd voor een torengebouw.

 

Specifieke bepalingen inzake de schaal en de inplanting van de (neven)bestemmingen zijn de volgende:

 

 [image]

 

Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten:

  • Grootschalige bedrijven, handelsuitbatingen en ontwerpen van handelsvestiging waarvan de oppervlakte van deze activiteit/functie groter is dan 1.000 m2 netto handelsoppervlakte.

 

10.3 Bepalingen m.b.t. bebouwing

 

10.3.1 Terreinbezetting

Nieuwe constructies en gebouwen kunnen opgetrokken worden in overeenstemming met het karakter van de zone.

Bouwblok Oude Dokken C2:

Het is toegelaten een volume op te richten met een verdiepingsoppervlakte (grondvlak) van maximaal 1.600m2.

Het verdiepingsoppervlak heeft, zowel voor de gelijkvloerse als voor de hogere verdiepingen, een minimale afmeting van 650 m2.

Het totaal te realiseren bruto bebouwingsoppervlakte bedraagt maximaal 20.000m².

Hiernaast is het toegelaten verschillende paviljoenen op te richten met een gezamenlijke maximale bruto oppervlakte van 1.500m².

Voor de bouwblokken Cadix C4 en C6 zal men een niet bebouwde oppervlakte voorzien die minimum 15% uitmaakt van de totale oppervlakte per perceel.

10.3.2 Plaatsing van de gebouwen

De plaatsing van de gebouwen is vrij binnen de bestemmingszone, behalve voor bouwblok Cadix C4 en C6 van Cadixwijk, waarbij de bestaande bouwlijn wordt gevolgd.

Voor bouwblok Oude Dokken C2 worden de niet bebouwde delen gevrijwaard als publiek domein.

 

Bouwhoogte

Zoals is vermeld op het bestemmingsplan. De vermelde afmetingen worden gemeten vanaf het straatniveau tot de bovenkant van de kroonlijst.

Bij het aanbouwen aan de bestaande bebouwing dient de aansluiting harmonisch te gebeuren.

De inplanting van de voorgevel is vrij.

 

Bouwblok Oude Dokken C2

De maximale bouwhoogte van het torengebouw bedraagt 65m of 16 bouwlagen. Een minimale hoogte bedraagt 6 lagen of 18m.

De maximale gevellengte van de langste zijde van het torenvolume bedraagt 40 m.

De maximale bouwhoogte van de paviljoenen is 1 bouwlaag.

 

10.3.3 Welstand

 

Dakvorm

Het daktype is vrij.

Materialen

Als (dakbedekkings)materiaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten.

De materialen moeten per bouwblok gelijkaardig en in harmonie zijn.

Bouwblok Oude Dokken C2

De vier gevels van het torengebouw zijn voorkanten, zowel voor de gelijkvloerse verdieping als voor de overige verdiepingen.

In- en uitgangen

In geval van de gelijkvloerse verdieping kan maximaal 1/4 van de totale gevellengte ingenomen worden door toegangen (hekken en poorten). De toegang naar de ondergrondse parkeergarage is in het gebouw georganiseerd. In- of uitritten kunnen niet op het publiek domein gesitueerd worden.

 

10.3.4 Bepalingen m.b.t. parkeren

Ondergronds parkeren is verplicht voor geheel nieuwe bouwblokken. Behalve voor het bouwblok Oude Dokken C2 waarvoor het ondergronds parkeren wordt voorzien t.h.v. de Godefriduskaai.

 

 

ART.11 ZONE VOOR KANTOREN EN STEDELIJKE FUNCTIES

 

 [image]

 

 

Artikel 11 – zone voor kantoren en stedelijke functies

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

11.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: B3, B4, C4, H1, H2, H4, H5, H6, H7 en H9

  • deel Montevideo: geen bouwblokken geselecteerd

  • deel Cadix: B5

 

11.2 Bestemming

De zone is bestemd voor het oprichten van kantoren. Volgende functies worden als nevenbestemming toegelaten: ééngezins- of meergezinswoningen, handels en horecavestigingen, discotheken, hotels, gemeenschapsvoorzieningen. Het uitbaten van een discotheek is toegestaan tot 300 m2.

 

 

Specifieke bepalingen inzake de schaal en de inplanting van de (neven)bestemmingen zijn de volgende:

 

 [image]

 

Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten:

  • Bedrijven die hinderlijk zijn voor de woonomgeving zoals handelszaken in brandbare, giftige of explosieve stoffen of bedrijven die lawaai-, stof- of geurhinder ontwikkelen;

 

In geval van één of meerdere bovenverdiepingen worden bestemd voor huisvesting dient de toegang hiertoe verzekerd te worden via een afzonderlijke van de straat te bereiken ingang.

 

 

11.3 Bepalingen m.b.t. bebouwing

 

11.3.1 Terreinbezetting

De maximale terreinbezetting is 100%.

11.3.2 Plaatsing van de gebouwen

De bestaande bouwlijn is aangegeven op het bestemmingsplan.

11.3.3 Afmetingen van de gebouwen

Bestaande bebouwing – voorgevel: de volledige perceelsbreedte of overeenkomstig de bestaande toestand indien het een normaal bebouwbaar perceel betreft inzake de breedte.

Nieuwe bebouwing - voorgevel: voor nieuwe verkavelingen, verdelingen en bebouwing minimum 6 m; voor hoek- en kopgebouwen minimum 10m

Bouwhoogte

Zoals is vermeld op het bestemmingsplan. De vermelde afmetingen worden gemeten vanaf het straatniveau tot de bovenkant van de kroonlijst.

 

Bouwdiepte

Maximaal de volledige diepte van het perceel binnen de geldende bestemmingszone zoals aangeduid op het bestemmingsplan.

De niet bebouwde delen van de zone worden aangelegd als tuin of verhard in functie van de aanleg van terrassen, toegangen of parkeerruimte.

 

11.3.4 Welstand

 

Dakvorm

Het daktype is vrij.

(Gevel)materialen

Als dakbedekkings en gevelmateriaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten.

De materialen moeten per bouwblok gelijkaardig en in harmonie zijn.

11.3.5 Bepalingen m.b.t. parkeren

Het parkeren wordt volledig ondergronds georganiseerd bij nieuw op te richten bouwblokken. Het parkeerdek kan niet boven het maaiveld niveau uitsteken, en moet publiek toegankelijk blijven.

 

ART.12 ZONE VOOR PUBLIEKSTREKKENDE FUNCTIES

 

 [image]

 

 

Artikel 12 – zone voor publiekstrekkende functies

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

12.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: H9, H4

  • deel Montevideo: B1, C1

  • deel Cadix: geen bouwblokken geselecteerd

 

12.2 Bestemming

De zone is bestemd voor het oprichten van ééngezins- of meergezinswoningen, handels en horecavestigingen, kantoren, discotheken, hotels, gemeenschapsvoorzieningen.

 

Specifieke bepalingen inzake de schaal en de inplanting van de (neven)bestemmingen zijn de volgende:

 

 [image]

 

Volgende bestemmingen zijn niet toegelaten:

  • Bedrijven die hinderlijk zijn voor de woonomgeving zoals handelszaken in brandbare, giftige of explosieve stoffen of bedrijven die lawaai-, stof- of geurhinder ontwikkelen;

 

12.3 Bepalingen mbt bebouwing

 

12.3.1 Terreinbezetting

De maximale terreinbezetting is 100%.

12.3.2 Plaatsing van de gebouwen

De voorgevel wordt opgericht op de rooilijn zodanig dat een gelijkvormige straatwand verkregen wordt.

Bij het aanbouwen aan de bestaande bebouwing dient de aansluiting harmonisch te gebeuren (zie voorbeeldprofielen). Openingen en onderbrekingen in de straatwand zijn toegestaan voor zover zij het gesloten karakter van de straatwand als geheel respecteren.

 

Bouwhoogte

Zoals is vermeld op het bestemmingsplan. De vermelde afmetingen worden gemeten vanaf het straatniveau tot de bovenkant van de kroonlijst.

Bij het aanbouwen aan de bestaande bebouwing dient de aansluiting harmonisch te gebeuren.

 

12.3.3 Welstand

 

Dakvorm

Het daktype is vrij voor wat de nieuw op te richten gebouwen betreft.

De dakvorm gebruikt bij de Shop en de Montvideomagazijnen zal men inzake de essentiële aspecten (o.a. hellingsgraad, verschijningsvorm) respecteren.

Materialen

Als (dakbedekkings)materiaal zijn enkel bouwfysisch verantwoorde materialen toegelaten.

De materialen moeten per bouwblok gelijkaardig en in harmonie zijn.

 

 

ART.13 ZONE VOOR WATEROPPERVLAK

 

 [image]

 

 

Artikel 13 – zone voor wateroppervlak

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

13.1 Bestemming

Deze zone is bestemd voor de aanleg, het beheer en de exploitatie van waterwegeninfrastructuren en kunstwerken - zowel boven als onder de waterspiegel - waterberging en -winning, transport, recreatie, en wonen te water.

Deze zone heeft tevens een verblijfsfunctie voor de vergunningshouders.

 

13.2 Inrichting

Constructies in functie van uitbouw, onderhoud en beheer van de hogergenoemde activiteiten zijn toegelaten op basis van schriftelijk advies van de beheerder van het wateroppervlak.

Het advies van de beheerder is bindend.

 

 

ART.14 ZONE VOOR OPENBAAR DOMEIN

 

 [image]

 

 

Artikel 14 - zone voor openbaar domein

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

14.1 Bestemming

De zone is bestemd voor de aanleg van openbare wegenis en pleinen. Deze zone vervult een verkeers- en verblijfsfunctie voor gemotoriseerd en niet gemotoriseerd verkeer.

 

14.2 Inrichting

De zone is bestemd voor de aanleg van openbare wegen, het te realiseren wegprofiel dient te worden bepaald in overleg met de stedelijke diensten. In deze zone zijn groen- en terrasaanleg, straatmeubilair en alle voorzieningen toegelaten die tot de normale uitrusting van de publieke ruimte behoren, mits toelating wordt verkregen van de instelling die het domein beheert.

 

 

ART.15 OVERLAY VOOR WINKELS EN HORECA

 

 [image]

 

 

Artikel 15 - overlay voor winkels en horeca

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

15.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: diverse bouwblokken

  • deel Montevideo: diverse bouwblokken

  • deel Cadix: diverse bouwblokken

 

15.2 Bestemming

Het betreft een overlay.

Horeca en winkels zijn toegelaten, in de weergegeven zone, op het gelijkvloers en de eerste verdieping.

Het is niet toegelaten grootschalige bedrijven, handelsuitbatingen of ontwerpen van handelsvestiging te ontwikkelen waarvan de oppervlakte van deze activiteit/functie groter is dan 2.000 m2 netto handelsoppervlakte.

Uitzondering hierop wordt gevormd door de bouwblokken Cadix A5, Oude Dokken B1, B2, H3 en H8 waarbij er geen oppervlaktebeperking wordt gehanteerd.

 

 

ART.16 OVERLAY SEMI OPENBAAR DOMEIN

 

 [image]

 

 

Artikel 16 - overlay semi openbaar domein

 

Onderhavige voorschriften dienen in samenhang gelezen te worden met artikel 0. Algemene bepalingen.

 

16.1 Bouwblokken of bouwblokdelen

Het betreft volgende bouwblokken of delen van bouwblokken

  • deel Oude Dokken: H1 t.e.m H9

  • deel Montevideo: geen bouwblokken geselecteerd

  • deel Cadix: geen bouwblokken geselecteerd

 

16.2 Bestemming

De zone is bestemd voor de aanleg van semi openbaar domein. Het te realiseren ontwerp dient te worden bepaald in overleg met de stedelijke diensten. In deze zone is groenaanleg en alle straatmeubilair toegelaten dat tot de normale uitrusting van semi openbaar domein behoort, mits toelating wordt verkregen van de vergunningsverlenende overheid en de instelling die het domein beheert.

16.3 Inrichting

De bouwheer of exploitant is verantwoordelijk voor de uitvoering en het onderhoud van het semi openbaar domein. Het semi openbaar domein zal aangelegd worden volgens principes voorgeschreven door de vergunningverlenende overheid.

 

De bouwheer, eigenaar of exploitant zal eeuwigdurend verantwoordelijk zijn voor alle schade en gevolgschade toegebracht aan zowel de bovengrondse als ondergrondse constructies, door gelijk welke oorzaak ontstaan, met inbegrip van de verantwoordelijkheid tegenover naburige eigendommen.

 

 

 

Profielen

 

figuur 1 principeschets - inplanting

 

 

 

 [image]

 

figuur 2 doorsnede

 

 [image]

 

figuur 3 inplanting

 

 [image]

 

figuur 4 bouwdiepte

 

 [image]

 

figuur 5 bouwhoogte

 

 [image]