3 Beslissing Vlaamse Regering van14/02/2014

 

De aanleiding voor de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Oosterweelverbinding – wijziging’ is de belissing van de Vlaamse Regering van 14/02/2014 (zie bijlage IIIj) aangaande de principiële beslissing inzake de derde Scheldekruising: tracékeuze en bijhorende uitvoeringsvariant en exploitatievariant (uitgebreide bespreking zie onder hoofdstuk 4). In deze beslissing gelast de Vlaamse Regering de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, met de opmaak van een GRUP tot wijziging van het GRUP Oosterweelverbinding van 16 juni 2006 en ter beraadslaging voor te leggen aan de Vlaamse Regering.

 

 

3.1 Historiek

 

In 1997 werd gestart met de opmaak van het Masterplan Mobiliteit Antwerpen (goedkeuring Vlaamse regering op 15/12/2000), dat een oplossing moest bieden aan de toenemende mobiliteitsproblemen die een bedreiging vormen voor de ontwikkeling van de Antwerpse agglomeratie en haven. Eén van de voorgestelde mobiliteitsoplossingen was de aanleg van een derde Scheldekruising waarmee de ring R1 rond Antwerpen wordt gesloten.

Na studiewerk en de opmaak van een plan-MER (goedgekeurd op 30/5/2005) leidde dit tot de keuze voor de noordelijke sluiting van de Ring (R1) via een tracé met een afgezonken tunnel onder de Schelde, een volwaardig knooppunt t.h.v. het Noordkasteel (het Oosterweelknooppunt) en het zgn. “Lange Wapper”-viaduct tussen dit knooppunt en de aansluiting op de ring R1. Om dit project juridisch mogelijk te maken werd het gewestelijk RUP Oosterweelverbinding opgemaakt, dat op 16/6/2006 definitief werd vastgesteld door middel van een besluit van de Vlaamse Regering.

Vervolgens werd het project technisch uitgewerkt en werd een project-MER opgesteld, dat op 4/4/2007 werd goedgekeurd door de dienst Milieueffectrapportagebeheer.

Op 4/5/2009 diende de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) de bouwaanvraag in voor de Oosterweelverbinding. In de loop van het proces was evenwel weerstand gerezen tegen het project – met name tegen het “Lange Wapper”-gedeelte ervan en tegen de geplande configuratie van de R1 t.h.v. het viaduct van Merksem –, zowel vanuit diverse actiegroepen als vanuit de stad Antwerpen.

Op 18/10/2009 werd een volksraadpleging georganiseerd in de stad Antwerpen, waarin een meerderheid zich tegen de toen voorliggende stedenbouwkundige vergunning uitsprak.

Op 30/03/2010 besliste de Vlaamse Regering om principieel in te stemmen met een aangepast Masterplan (Masterplan 2020) en gaf ze opdracht aan BAM de haalbaarheid van een ondertunnelde oplossing te onderzoeken voor de relatie Oosterweelknooppunt-R1 volgens het Oosterweeltracé. (bijlage IIIj)

Uitgaande van dit onderzoek besliste de Vlaamse regering op 24/9/2010 (VR PV 2010/36 - punt 0035 ) om de Ring rond Antwerpen te sluiten met twee tunnels, één onder de Schelde en één cut& cover tunnel tussen de Oosterweelknoop en de Ring. Dit tracé werd door de Vlaamse regering als voorkeursvariant beschouwd en dient als dusdanig volgens de vastgelegde procedures uitgewerkt te worden. (bijlage IIIj)

Met dezelfde beslissingen van 24/9/2010 en 29/9/2010 wordt het Masterplan 2020 geactualiseerd en worden de doelstellingen van het Masterplan herbevestigd en verruimd 1:

 

“Het Masterplan Antwerpen is opgesteld door het Vlaams Gewest met als doelstellingen:

 

- Het garanderen van de bereikbaarheid van stad en haven.

- Het verhogen van de verkeersveiligheid.

- Het herstellen van de leefbaarheid.”

 

 

 

3.2 Voorafgaand onderzoek

 

Voor de realisatie van een 3e Scheldekruising met een viaduct over het zuidelijk havengebied werd door het Vlaamse Regering het GRUP Oosterweelverbinding vastgesteld op 16/06/2006. De keuze van de Vlaamse regering voor een tunnel in plaats van een viaduct (BVR 24/09/2010) had als gevolg dat het nieuwe project technisch niet meer realiseerbaar op basis van het GRUP Oosterweelverbinding van

16/06/2006. Ter realisatie van het nieuwe project dient dit GRUP dan ook op een aantal plaatsen gewijzigd te worden, zowel wat betreft de bestemmingen als wat betreft de stedenbouwkundige voorschriften. De voorschriften laten bijvoorbeeld niet toe om een tunnel te bouwen binnen de voorschriften die gelden voor het Oosterweelviaduct “Lange Wapper”.

De vaststelling dat een wijziging van het GRUP Oosterweelverbinding nodig was om het nieuwe project te kunnen realiseren, was de aanleiding voor verder onderzoek: de opmaak van een plan-MER (inclusief de elementen voor de opmaak van de watertoets, passende beoordeling of VEN-toets, bijlage IIIc) , een ruimtelijke veiligheidsrapportage (RVR, bijlage IIIe), een studie Tunnelveiligheid (zie bijlage IIIh) en een Verkeersveiligheidseffectbeoordeling (zie bijlage IIIg). Hoewel het procedureel niet verplicht is, werd voor de 3de Scheldekruising tevens een maatschappelijke kosten baten analyse (MKBA, bijlage IIIf) opgemaakt.

In al deze rapporten werden dezelfde alternatieve tracés en uitvoeringsvarianten onderzocht. Deze alternatieve tracés komen overeen met de als redelijk beschouwde alternatieven in het kader van het plan- MER Oosterweelverbinding:

- Oosterweel,

- Meccano,

- Oosterweel-noord,

- 2de Kennedytunnel,

- Centrale tunnel met enkel een aansluiting op E313.

De resultaten van deze studies en een afweging van deze resultaten tussen de verschillende alternatieven hebben uiteindelijk geleid tot de beslissing Vlaamse regering van 14/02/2014, waarin de Vlaamse regering een keuze maakt met betrekking tot het tracé, de uitvoeringsvaranten en de exploitatievariant.

 

 

3.3 Beslissing Vlaamse regering 14/02/2014 (bijlage IIIk)

 

 

 

De Vlaamse Regering beslistte op 14/02/2014:

 

 

Herbevestiging Masterplan

1. De Vlaamse Regering herbevestigt het “Masterplan 2020” en de hierin opgenomen doelstellingen en samenhangend geheel aan infrastructuurwerken en beleidsmaatregelen. Alle lopende procedures en initiatieven die kaderen in het Masterplan 2020 worden onverkort voortgezet, waaronder de plan- procedure voor A102/R11bis.

 

Tracékeuze

2. De Vlaamse Regering beslist principieel het tracé Oosterweelverbinding verder uit te werken als 3de Scheldekruising. Het biedt de beste garantie naar bereikbaarheid van stad en haven en het verhogen van de verkeersveiligheid. Op vlak van leefbaarheid zorgt de Oosterweelverbinding voor een herstel van de leefbaarheid. Het tracé Oosterweelverbinding heeft bovendien met een significante voorsprong de grootste netto contante waarde van alle alternatieven.

 

 

Keuze uitvoeringsvarianten

3. De Vlaamse Regering beslist principieel om de uitvoeringsvariant met twee boven elkaar gelegen cut & covertunnels aan de zuidzijde van het Straatsburgdok verder uit te werken.

 

4. De Vlaamse Regering beslist principieel om de uitvoeringsvariant ‘verschuiving knooppunt Schijnpoort naar het zuiden onder de vorm van een Holland complex’ verder uit te werken

 

5. De Vlaamse Regering beslist principieel om de uitvoeringsvariant R1 in tunnel onder het Albertkanaal verder uit te werken. De Vlaamse Regering hecht groot belang aan de perceptieve kenmerken en ruimtelijke aspecten en het beperken van de hinder op het hoofdwegennet gedurende de uitvoering.

 

 

In dat opzicht wegen de ruimtelijke voordelen en de beperktere hinder voor het hoofdwegennet bij de tunnelvariant op tegen de technische risico´s, risico´s op vlak van timing en de hogere kostprijs.

 

Keuze exploitatievariant

6. In lijn met de eerdere beslissingen van de Vlaamse Regering van 10/06/2005, 22/07/2005 en 28/03/2009, herbevestigt de Vlaamse Regering

principieel de beslissing om het project op ESR-neutrale wijze te realiseren met alternatieve financiering op basis van tol. Het tolregime dient te voldoen aan de Europese Tolreglementering.

De Vlaamse Regering beslist principieel om, rekening houdend met de resultaten van het plan-MER, te opteren voor gedifferentieerde tol op de drie Scheldekruisingen in functie van de technische realiseerbaarheid en onder de voorwaarden van een sluitende financiering, het behoud van een tolvrije Scheldekruising voor personenwagens, en het verzekeren van de veiligheid in de Kennedytunnel op basis van de tunnelrichtlijn.

De Vlaamse Regering geeft opdracht aan BAM om het principe van gedifferentieerde tol uit te werken en af te stemmen met de Europese diensten, met deze mogelijkheid rekening te houden bij het opstellen van de concessiestructuur voor de realisatie van de Oosterweelverbinding, en dit ter beslissing voor te leggen aan de Vlaamse Regering.

 

Verdere implementatie van de voorliggende beslissing

7. De Vlaamse Regering vraagt aan de actoren van het kernteam Poort Oost onder leiding van de gouverneur van de provincie Antwer pen om in te staan voor de doorwerking en verdere afstemming van de tracékeuze en de ontwikkelingsscenario’s naar andere planprocessen voor projecten in de regio;

 

8. De Vlaamse Regering gelast de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, met de opmaak van een GRUP tot wijziging van het GRUP Oosterweelverbinding van 16 juni 2006 en ter beraadslaging voor te leggen aan de Vlaamse Regering;

 

9. De Vlaamse Regering gelast de minister van Mobiliteit en Openbare Werken tot de coördinatie van de opmaak van de nota “milderende maatregelen en flankerend beleid” . In deze nota dient aangegeven te worden welke maatregelen zijn opgenomen in de projectbegroting van de Oosterweelverbinding. Voor de maatregelen die niet zijn opgenomen in de projectbegroting van de Oosterweelverbinding dient een verdere inhoudelijke uitwerking te gebeuren (maximaal concretiseren van de maatregel) en dient deze uitwerking ook begroot te worden. Deze nota dient tegelijkertijd met de voorlopige vaststelling van het GRUP aan de Vlaamse Regering voorgelegd te worden.

 

10. De Vlaamse Regering gelast BAM om alle genoemde rapporten ter beschikking te stellen via website www.vlaanderen.be/masterplan2020 2 en verdere communicatie-initiatieven te organiseren.

 

11. De Vlaamse Regering machtigt de BAM om de realisatie van het voorkeurstracé verder voor te bereiden met inbegrip van een financieel voorstel, de nodige vervolgstudies daartoe op te starten en daarover met de Vlaamse Regering terug te koppelen;”

 

Voor de uitvoerige motivatie van deze keuze wordt verwezen naar de nota die leidde tot beslissing zelf, die werd opgenomen in bijlage IIIj. Met voorliggende ontwerp GRUP wordt uitvoering gegeven aan beslispunt 8 van de beslissing van de Vlaamse regering van 14/02/2014. Na goedkeuring van het GRUP zal het nieuwe project Oosterweelverbinding met het tracé en de uitvoeringsvarianten zoals beslist op 14/02/2014 gerealiseerd kunnen worden.