7.1.3 Bestaande ruimtelijke structuur rechteroever

 

 

 [image]

 

 

7.1.3.1 Omgeving Noordkasteel

 

De omgeving Noordkasteel is sterk getypeerd door de ligging aan de Schelde. Het betreft de meest uitgesproken bocht van de Schelde nabij de stad. Deze buitenbocht kent van nature een sterke dynamiek door het continue proces van uitschuring en afzetting. Dit proces werd doorheen de tijd bedwongen door de aanleg van de rivierdijk en inpoldering. Op deze locaties ontstonden regelmatige dijkdoorbraken die diepe kuilen (welen of wielen) achterlieten en delen van de polders opnieuw onder water zetten. De dijken en de polders werden bijgevolg verhoogd in functie van veiligheid en een permanent gebruik van de gronden. Een opvallend relict van de oude Scheldepolder is de Oosterweelkerk en de directe omgeving waar het oorspronkelijke polderpeil is bewaard gebleven.

De specifieke locatie langs de Scheldebocht werd vanuit strategische belangen in de militaire geschiedenis volop benut. Het gebied was omwille van het overzicht over de Schelde zeer geschikt om de meest noordelijke verdediging van de stad te vestigen. Het Noordkasteel vormde het sluitstuk tussen Schelde en stadsomwalling. In het gebied tussen de Schelde en de dokken komt een ensemble van militaire relicten uit opeenvolgende periodes in de geschiedenis voor.

De belangrijkste gekende archeologische sites bevinden zich op de rechter Scheldeoever en omvatten het voormalig fort Piementel, de voormalige dorpskern van Oosterweel (gelegen rond de nog bestaande kerk) en het Noordkasteel. Bij het graven van de verschillende dokken ten Noorden van Antwerpen in de late 19de en begin 20ste eeuw kwamen talrijke archeologische vondsten aan het licht, waaronder verschillende uit de steentijden en de metaaltijden. De mogelijkheid is dus reëel dat ook in het projectgebied dergelijke vondsten voorkomen.

Het oudste relict zijn de restanten van het Piementelfort (locatie afleidbaar uit tracé Scheldedijk). Van het verdedigingsfort Noordkasteel (meest noordelijke citadel die deel uitmaakte van de stadsomwalling) is meer bewaard gebleven. Het betreft een kazemattencomplex met grondwal, gracht en een sluisje dat de verbinding maakte met de Schelde.

 

 

 [image][image]

 

fort Piementel en het voormalig dorp Oosterweel op een 19de-eeuwse kaart (l) en het kerkje van

Oosterweel (r)

 

 

7.1.3.2 Eilandje

 

In het ontwikkelingsproces van het Eilandje, dat zich vooral in de negentiende eeuw afspeelde, lichten twee wetmatigheden op. In de eerste plaats voltrok zich zowel op stedenbouwkundig als op sociaal en economisch vlak een breuk op het moment van het slopen van de wallen. Deze cesuur was dermate ingrijpend voor het Eilandje dat zij niet alleen als katalysator optrad in het urbanisatieproces, maar tevens de eigendomsstructuur en de sociale woonsituatie diepgaand wijzigde. In de tweede plaats werd vanuit het kwantitatief onderzoek naar de verstedelijking, het bouwproces en het sociaal-economisch profiel van de wijk een spanning vastgesteld tussen de economische havenbelangen en de residentiële stadsbelangen. Concreet resulteerde deze confrontatie tussen stad en haven in een diversiteit aan functies. De havengebonden economische belangen uitten zich op stedenbouwkundig vlak in de aanleg van brede kaaien, spoorwegen, magazijnen en dokken. De residentiële functies reflecteerden in een aanzienlijke hoeveelheid woonhuizen die tussen de pakhuizen verschenen. Toch werd - en wordt tot op heden - het uitzicht van het Eilandje grotendeels bepaald door de haven. De komst van het MAS naar het gebied bracht hier recent verandering in.

De geografische uitdeining van de haven naar het noorden en de expansie van de stad naar de omliggende dorpen zette gedurende de negentiende eeuw langzaam een scheiding tussen stad en haven in. Het Eilandje trad op als interface van beide processen, waarbij het kan worden geïnterpreteerd als de laatste grote gezamenlijke manifestatie van haven en stad, alvorens de haven definitief in noordelijke richting verschoof. De graduele verschuiving van de Antwerpse haven liet op het Eilandje diepe sporen na. Op stedenbouwkundig vlak was de structuur van de haven en de ligging van de dokken bepalend voor het stratenpatroon. Bovendien namen de havengebonden gebouwen steeds het voortouw in het expansieproces van het Eilandje.

Het beeld van het noordelijke deel van het Eilandje wordt bepaald door het industriële verleden - de dokkenstructuur - en het omgevende water. Op het Droogdokkeneiland is dit het sterkste aanwezig. Aan de kant van de Schelde zijn er schorren die een natuurfunctie vervullen. Aan de kant van het Kattendijkdok liggen de droogdokken. Op de westelijke kop van het Mexicoeiland bevinden zich twee beschermde monumenten: het pomphuis en de brandweerkazerne (Kaai 63, nu Technische dienst van de haven). Het grootste deel van het Mexicoeiland wordt gedomineerd door een aantal nieuwe bedrijfsgebouwen (Schenker Belgium, Panalpina Cargo Center). Vandaag functioneert het Eilandje als belangrijk doorgangsgebied voor het verkeer tussen de stad en de haven. De Straatsburgbrug versterkt deze functie nog.

 

 

7.1.3.3 Omgeving Lobroekdok

 

De vorm en het ontstaan van het Lobroekdok hebben een historische achtergrond. Het dok is immers gegraven in een bestaande lunet van de Brialmont-omwalling. Aangezien het dok op het laagste punt ligt in zijn omgeving en gelegen is nabij het samenkomen van zowel het Groot Schijn als het Klein Schijn, is het aspect ‘water’ steeds belangrijk geweest op de site. Toen de wallen verdwenen en het Albertkanaal werd gegraven, werd het Schijn ingebuisd en omgelegd. Het Lobroekdok werd pas in de eerste helft van de vorige eeuw gegraven en is momenteel in onbruik geraakt.

De zone Lobroekdok omvat in hoofdzaak het dok en de bedrijvigheid er rond. Twee bovenlokale functies geven identiteit aan het gebied maar hebben nauwelijks een relatie met het dok: het Sportpaleis en het Slachthuis. In het Sportpaleis worden geregeld grootschalige evenementen georganiseerd die op piekmomenten aanzienlijke verkeershinder veroorzaken op de huidige R1. In deze omgeving zijn het viaduct van Merksem (R1) en het Lobroekdok beeldbepalend.

 

 

7.1.3.4 Steenborgerweert

 

In de zone Steenborgerweert zijn overwegend bedrijven gevestigd. Het gebied wordt afgebakend door het Albertkanaal, de Noorderlaan en de IJzerlaan. Het gebied wordt in twee gesplitst door de spoorlijn. Deze situatie maakt dat de verbondenheid met de omliggende wijken zeer beperkt is. Het gedeelte van de wijk ten westen van de spoorlijn kent de laatste jaren een heropleving. Deze heropleving manifesteert zich in de vestiging van nieuwe bedrijven, renovatie van gebouwen en nieuwbouw.

 

 

7.1.3.5 Luchtbal / Merksem

 

Rond het station Luchtbal situeren zich vier sterk verschillende kwadranten. Het noordwestelijke kwadrant bestaat voor het overgrote deel uit sociale woningbouw. Ondanks het feit dat er een grote variëteit aan woontypologieën (torens, hoge stroken, tuinwijken) aanwezig is, vormt de hoogbouw in een groene omgeving het dominante beeld. Langsheen de Noorderlaan is er een centraal gelegen ontwikkeling van lokale commerciële voorzieningen (supermarkt, wassalon, apotheek, bank, café). Daarnaast zijn er ook een school, sportterreinen en een cultureel centrum aanwezig. Het CC Luchtbal heeft een bovenlokale aantrekkingskracht.

In de zuidwestelijke kwadrant treffen we een beschutte werkplaats aan die naast een dagverblijf eerder industriële activiteiten uitvoert. Deze werkplaats is sterk verbonden met de school voor bijzonder onderwijs die het centrale bouwblok van het gebied inneemt. Daarnaast zijn er nog twee stelplaatsen: één van De Lijn en één van Cars De Polder. De rest van de zone wordt ingenomen door KMO’s.

De twee oostelijke kwadranten, aan de overzijde van de spoorweg en naast de ring R1, maken deel uit van de kern van Merksem. Het betreft hier voornamelijk residentiële functies. Langsheen de hoofdweg ligt een groene bufferzone. Op de grens tussen deze bufferzone en de residentiële wijken bevinden zich nog een aantal andere functies: een fastfoodrestaurant, een supermarkt, een beschutte werkplaats en een waterzuiveringsstation.

 

 

 

7.1.3.6 Ten Eekhove

 

De deelzone Ten Eekhovelei wordt begrensd door de bebouwing langs Ten Eekhovelei de R1, Schijnpoortweg en de Turnhoutsebaan.

Tussen de bestaande ringinfrastructuur en de bebouwingslijn ligt een grotendeels braakliggend gebied met een variabele breedte dat geregeld als parking bij evenementen in het Sportpaleis en Lotto-arena wordt ingeschakeld.

Structurerende elementen binnen deze zone zijn de bebouwingslijn van de woningen langs Ten Eekhovelei en de dubbele bomenrij die betreffende percelen markeert, de waterloop het Schijn en de toegang tot de premetrotunnel met tramhalte en aansluitende bovengrondse tramspoorlijn.

Verder huisvest het gebied een oefenpleintje voor manoeuvres auto en motovoertuigen, een tijdelijke sporthal (opblaasbare constructie), een parkje, de technische installaties op het Groot Schijn (pompen en vuilroosters) en een deelsegment van het Ringfietspad (verbinding Schijnpoortweg – Rivierenhof).

 [image]