In de voorafgaande studies werden vier belangrijke items aangenomen:
1. er is een gedeeld gebruik mogelijk van de speelruimte voor de middenschool, lagere en kleuterschool.
2. de dakverdiepingen kunnen aangewend worden als speelruimte rechtstreeks gekoppeld aan een (groep) van leslokalen.
3. sportfaciliteiten worden gedeeld gebruikt
4. een deel van bergingen en sportfaciliteiten kan (gedeeltelijk) ondergronds opgevangen worden
Werkwijze
1 – hyptohesen in programma
Omdat de keuze en haalbaarheid van deze voorafnamen niet eenduidig te beheersen is een volumestudie werden ze ondergebracht in vijf verschillende hypothesen rond het programma, nl. een opbouwende graad van overlapping in bouwprogramma en een gedeeld gebruik van de buitenruimte. Het gedeeld gebruik van de buitenruimte heeft de meeste invloed op de organisatie van de site.
2 – aanpassing perceelsgrenzen - bouwhoogte
Er wordt gezocht naar drie types van aanpassingen om het bouwprogramma in te passen in de context van park Spoornoord, nl.:
door een extrapolatie van de bouwhoogte aan de zijde Noorderlaan
en/of
een verschuiving van de perceelsgrenzen aan zijde Noorderlaan
Hypothese 1 | geen overlappingen
alle buitenruimte wordt op nivo 0 gerealiseerd
buitenruimte wordt voor kleuter/basis/middenschool zonder overlappingen voorzien
sportfaciliteiten worden bovengronds georganiseerd
sportfaciliteiten worden voorzien als een dubbel hoge ruimte en gebruiken dus het dubbel aan oppervlakte
sportfaciliteiten worden voorzien zonder overlappend gebruik
overdekt buitenruimte wordt mee voorzien in het bebouwd volume
Programma
Bouwvolume = 10830 m² 8844m² + 1290m²
(dubbel hoog sport) + 696m² (overdekte buitenruimte)
Open ruimte = 3120 m²
Hypothese 2 | overlappingen in buitenruimte
idem hypothese 1 behalve:
buitenruimte voor basis/middenschool wordt gedeeld gebruikt
buitenruimte voor kleuters wordt afzonderlijk voorzien
Programma
Bouwvolume = 10614 m²
h1 – 216m² (overlap overdekte buitenruimte)
Open ruimte = 2400 m²
h1 – 720m² (overlap buitenruimte)
Hypothese 3 | sport gedeeltelijk verzonken
idem hypothese 1 behalve:
sportvoorzieningen worden gedeeltelijk verzonken waardoor geen extra m² worden opgenomen voor een dubbel hoge ruimte
Programma
Bouwvolume = 9540 m²
h1 – 1290m² (dubbel hoog sport)
Open ruimte = 3120 m²
Hypothese 4 | sport gedeeltelijk verzonken + gedeeld gebruik
idem hypothese 1 behalve:
sportvoorzieningen worden gedeeltelijk verzonken waardoor geen extra m² worden opgenomen voor een dubbel hoge ruimte
sportvoorzieningen worden gedeeld gebruikt door basisschool en middenschool
Programma
Bouwvolume = 8895 m²
h1 – 1290m² (dubbel hoog sport) – 645m² (gedeeld gebruik sport)
Open ruimte = 3120 m²
Hypothese 5 | sport gedeeltelijk verzonken + gedeeld gebruik
| overlappingen in buitenruimte
idem hypothese 1 behalve:
sportvoorzieningen worden gedeeltelijk verzonken waardoor geen extra m² worden opgenomen voor een dubbel hoge ruimte
sportvoorzieningen worden gedeeld gebruikt door basisschool en middenschool
buitenruimte voor basis/middenschool wordt gedeeld gebruikt
buitenruimte voor kleuters wordt afzonderlijk voorzien
Programma
Bouwvolume = 8676 m²
h1 - 1290m² (dubbel hoog sport)
- 645m² (gedeeld gebruik sport)
- 216m² (overlap overdekte buitenruimte)
Open ruimte = 2400 m²
h1 - 720m² (overlap buitenruimte)
Figuur 69 - Matrix
Oplossing binnen de perceelsgrenzen
Een oplossing binnen de huidige perceelsgrens is enkel haalbaar indien:
sportruimte en buitenruimte gedeeld gebruikt worden
er een hoogte accent wordt geïntegreerd, bv aan de zijde Noorderlaan
Oplossing met behoud van hoogte maar verschuiving grenzen
Een oplossing waarbij de hoogteprincipe, zoals opgenomen in het rup, worden aangehouden resulteert in een verschuiving van de perceelsgrenzen.
Het maximaal programma (hypothese 1) is haalbaar. Het gecombineerd gebruik van bepaalde programmaonderdelen biedt bijkomende mogelijkheden naar programma.
Oplossing met verschuiving grenzen + hoogte accent
Een oplossing waarbij wordt gewerkt met een combinatie van een verschuiving van de perceelsgrenzen en een hoogte accent maakt het mogelijk om het maximaal programma (hypothese 1) te realiseren.
Het gecombineerd gebruik van bepaalde programmaonderdelen biedt bijkomende mogelijkheden naar programma.
|