1 INLEIDING

 

1.1 Aanleiding

Het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) kadert binnen de uitvoering van het Masterplan Scheldekaaien, dat de totale heraanleg van de Scheldekaaien van Droogdokkeneiland tot en met Petroleum Zuid beoogt. In 2005 beslisten de stad Antwerpen en de Vlaamse overheid om een masterplan voor de Scheldekaaien op te maken. Voor deze opdracht viel de keuze op de tijdelijke vereniging van het Portugese landschapsbureau PROAP en het Vlaamse architectuurbureau WIT en het Italiaanse D-Recta en Idroesse. In 2010 werd het definitief ontwerp Masterplan Scheldekaaien opgeleverd en goedgekeurd door de stad Antwerpen en Waterwegen & Zeekanaal nv.

Door de stijging van de zeespiegel en de klimaatswijzigingen, en door de verdieping en veralgemeende indijking van de Schelde, vormt de veiligheid tegen overstromingen een belangrijk aandachtspunt. Het huidige niveau van 8,35m TAW is onvoldoende om de stad ook in de toekomst voldoende bescherming te bieden. Daarom stelt het geactualiseerde Sigmaplan dat de waterkering ter hoogte van Antwerpen op 9,25m TAW moet worden gebracht. Dit is 2,25 meter boven de ‘blauwe steen’ van de kaaimuur op Rechteroever (7,00m TAW), of 90 cm hoger dan de huidige waterkering.

In praktijk hoeft de huidige waterkering niet gewoon verhoogd te worden, maar bestaan er tal van mogelijkheden om een voldoende hoge waterkering te realiseren, gecombineerd met een kwalitatieve invulling van het openbaar domein. Het is duidelijk dat deze ingreep een zeer grote impact zal hebben op het toekomstige gebruik en het uitzicht van de kaaistrook. De ambitie is daarom het optimaal integreren van de waterkering in de publieke ruimte, waarbij de veiligheid wordt gegarandeerd.

In het Masterplan Scheldekaaien krijgt het Droogdokkeneiland een bestemming als grootstedelijk rivierpark. Binnen dit grootstedelijk park wordt de waterkering geïntegreerd in een publieke parkruimte. De oostzijde van het Droogdokkeneiland wordt gekenmerkt door havengerelateerde infrastructuur met hoge cultuurhistorische waarde. Er bestaat een protocol tussen Stad Antwerpen en het Gemeentelijk Havenbedrijf die de eigendomsoverdracht van het Eilandje, waaronder ook het Droogdokkeneiland, bepaalt. Het complex Algemene Werkhuizen Noord (AWN) op de Droogdokkenweg maakt echter geen deel uit van deze overdracht aangezien hier momenteel nog havenbedrijvigheid aanwezig is. Op lange termijn is het evenwel de bedoeling dat ook dit complex aan de stad wordt overgedragen.

Op 19 november 2010 keurde het college de projectdefinitie voor het Droogdokkenpark goed. Op 15 juli 2011 besliste de raad van bestuur van AG Stadsplanning om de studieopdracht voor het ontwerp en de uitvoering van de inrichting van het Droogdokkenpark aan de Tijdelijke Vereniging Van Belle & Medina Architects en Vogt Landscape Architects te gunnen. De toekenning van deze studieopdracht gebeurde via de procedure van de Open Oproep van de Vlaams Bouwmeester.

De huidige bestemming volgens het gewestplan van het westelijk deel van het plangebied is “gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen”, terwijl het oostelijk deel van Droogdokkeneiland is bestemd als “gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s”. De grens tussen beide bestemmingszones volgt de lijn van de huidige waterkering. De opmaak van een RUP is dus noodzakelijk indien men de vooropgestelde visie van een grootstedelijk rivierpark wil realiseren.

De opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan gebeurt conform de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening die in werking trad op 1 september 2009.

1.2 Situering

Het Droogdokkeneiland heeft een oppervlakte van circa 23ha. Het wordt als ‘eiland’ omgeven door water: het Kattendijkdok en de Schelde vormen de oost-west grenzen van het projectgebied, de Royerssluis en de Kattendijksluis vormen de noord-zuidelijke begrenzing.

 

Het gebied wordt doorkruist door een aantal noord-zuid georiënteerde wegen zoals de Droogdokkenweg, de Sloepenweg, de Sluisstraat en de Oosterweelsteenweg.

 

 [image]

Luchtfoto met situering site

 

 

1.3 Relatie met het s-RSA

Het RUP wordt opgemaakt in uitvoering van het s- RSA en moet het generiek beleid van het s- RSA mee operationaliseren. De relatie met de doelstellingen van het generiek beleid en de doorwerking hiervan in het RUP en de randvoorwaarden vanuit het actief beleid van het s- RSA zijn beschreven in de planningscontext (in bijlage).

Kaderend binnen de visie van het s-RSA opteert de stad ervoor om de westelijke zone een groen karakter te geven en de hardere functies, zoals voorzien in het s-RSA, onder te brengen in de oostelijke zone van het gebied. Deze hardere functies hebben een eerder laag dynamisch karakter. Het s-RSA maakt melding van de inplanting van een cultuurrecreatieve topactiviteit. Het RUP verduidelijkt dat het inderdaad over cultuurrecreatieve activiteiten gaat die gewenst zijn in de maritieme site. De activiteiten dienen laagdynamisch te zijn zodanig dat ze niet te veel verkeer genereren hetgeen ruimtelijk niet verenigbaar is met een stedelijk park. Activiteiten waar aan gedacht wordt zijn culturele functies zoals een museum.