3.3 Opzet voor de voorschriften

In het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) wordt de gewenste bestemming, inrichting en/of beheer gebiedsgericht vastgelegd. De voorschriften hebben een verordenend karakter, dit wil zeggen dat ze de juridische basis vormen voor het verlenen van stedenbouwkundige en verkavelingsvergunningen.

De stedenbouwkundige krachtlijnen worden doorvertaald in het RUP. Het RUP is een evenwichtsoefening tussen het garanderen van een optimale ruimtelijke ontwikkeling van het gebied en het openlaten van stedenbouwkundige vrijheden die kunnen inspelen op toekomstige noden en behoeften.

In het RUP worden in de toelichtingsnota de nodige kwaliteitscriteria opgesomd zowel inzake bestemming alsook inzake inrichting om de gewenste invulling en samenhang van het gebied te waarborgen. Het is de bedoeling dat deze kwaliteitscriteria gemotiveerd worden bij de vergunningsaanvraag voor nieuwbouw of verbouwing.