7 BIJLAGE 3: JURIDISCHE CONTEXT

 

7.1 Gewestplan

(goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979)

De oeverstrook tussen dijk en Schelde is op het gewestplan bestemd als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. De rest van het Droogdokkeneiland is bestemd als gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s. Bovenop deze bestemmingszones liggen een 3-tal overdrukken:

  • aan te leggen waterweg (1505)

  • reservatiegebieden (1506)

  • bijzonder reservatiegebied met specifieke voorwaarden (1534)

 

Voor het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen geldt art. 17.6.2 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen.

 

Volgens artikel 8.2.1.3 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen geldt voor gebieden voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen:

Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalprodukten van schadelijke aard.

 

Voor de aan te leggen waterweg geldt art. 4.11.2 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen.

 

Volgens artikel 18.7.3 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen geldt voor reservatie- en erfdienstbaarheidsgebieden:

De reservatie- en erfdienstbaarheidsgebieden zijn die waar perken kunnen worden opgesteld aan de handelingen en werken ten einde de nodige ruimten te reserveren voor de uitvoering van werken van openbaar nut, of om deze werken te beschermen of in stand te houden.

 

Volgens artikel 31 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 1998 geldt voor bijzondere reservatiegebieden met specifieke voorwaarden:

In de gebieden die als bijzonder reservatiegebied met specifieke voorwaarden zijn aangeduid, mogen bestaande gebouwen uitgebreid, ver- en herbouwd worden, voor zover deze werken beperkt blijven tot de bestaande bouwhoogte. Nieuwbouw is toegelaten tot op de hoogte van de belendende gebouwen.

 [image]

 [image]

Gewestplan

 

7.2 Andere bestemmingsplannen

Er zijn geen plannen van aanleg van kracht in het plangebied.

 

7.2.1 Gewestelijk RUP Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen

Het gewestelijk RUP Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen omvat het meest noordelijke gedeelte van voorliggend plangebied. Het gewestelijk RUP is definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 19 juni 2009.

Volgend artikel is van toepassing:

  • Artikel 0: Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het grootstedelijk gebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. De bestaande voorschriften kunnen daar door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of BPA’s worden vervangen.

Bij de vaststelling van die plannen en bij overheidsprojecten binnen de grenslijn gelden de relevante bepalingen van de ruimtelijke structuurplannen, conform de decretale bepalingen in verband met de verbindende waarde van die ruimtelijke structuurplannen.

 

 [image]

 [image]

Gewestelijk RUP Afbakening Grootstedelijk Gebied Antwerpen

 

7.2.2 Gewestelijk RUP Afbakening Zeehavengebied Antwerpen

Het in opmaak zijnde gewestelijk RUP Afbakening Zeehavengebied Antwerpen omvat eveneens het meest noordelijke gedeelte van voorliggend plangebied. De Vlaamse regering heeft het gewestelijk RUP op 27 april 2012 voorlopig vastgesteld. Het openbaar onderzoek loopt van 8 juni 2012 tot en met 6 augustus 2012.

Volgende artikels zijn van toepassing:

  • Artikel 1: Afbakeningslijn zeehavengebied:

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. De bestaande voorschriften kunnen daar door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of BPA’s worden vervangen.

Bij de vaststelling van die plannen en bij overheidsprojecten binnen de grenslijn gelden de relevante bepalingen van de ruimtelijke structuurplannen, conform de decretale bepalingen in verband met de verbindende waarde van die ruimtelijke structuurplannen.

  • Artikel 2: Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het grootstedelijk gebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing. De bestaande voorschriften kunnen daar door voorschriften in nieuwe gewestelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of BPA’s worden vervangen.

Bij de vaststelling van die plannen en bij overheidsprojecten binnen de grenslijn gelden de relevante bepalingen van de ruimtelijke structuurplannen, conform de decretale bepalingen in verband met de verbindende waarde van die ruimtelijke structuurplannen.

  • Artikel R1: Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven

Het gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten. Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

    • de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

    • het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn in ondergeschikte orde eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

  • Artikel R3: Grensgebied met het grootstedelijk gebied

Het gebied is bestemd voor zeehaven- en watergebonden bedrijven zoals omschreven in lid 1 van artikel R1. en voor de bestaande bedrijven of activiteiten die aanwezig zijn in dit gebied op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De bestaande bedrijven of activiteiten kunnen blijven bestaan tot de stopzetting. De handelingen die nodig zijn om een bestaand bedrijf of activiteit te bestendigen zijn toegelaten voor zover zij beperkt zijn tot het behoud binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Andere verbouwingen of uitbreidingen zijn niet toegelaten.

Er moet bijzondere aandacht gaan naar een ruimtelijk kwalitatieve en representatieve inpassing in het beeld van het aangrenzende grootstedelijke gebied en naar een kwalitatieve inrichting van de publieke ruimte en inpassing van de bebouwing.

  • Artikel R5: Gebied voor waterweginfrastructuur

Dit gebied is bestemd voor waterweginfrastructuur en aanhorigheden.

In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van die waterweginfrastructuur en aanhorigheden.

Daarnaast zijn toegelaten:

    • - alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, waterwegennetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;

    • - het bergen van baggerspecie in onderwatercellen.

Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.

 

 [image]

 

 [image]

 

Voorontwerp gewestelijk RUP Afbakening Zeehavengebied Antwerpen

In openbare zitting van 14 november 2011 heeft de districtsraad Berendrecht – Zandvliet – Lillo een advies geformuleerd naar aanleiding van de plenaire vergadering van 28 oktober 2011 aangaand het gewestelijk RUP Afbakening Zeehavengebied Antwerpen. Specifiek over het onderwerp van voorliggend RUP is een bezwaar geformuleerd:

De stad Antwerpen vindt het positief dat het hele sluisplateau van de Royerssluis in het havengebied ligt om de sluis maximaal te kunnen moderniseren. Toch is het zuidelijke gedeelte van de Royerssluis een overgangsgebied tussen het zeehavengebied en het stedelijk gebied. Hier grenst het Droogdokkenpark, dat momenteel ontworpen wordt, aan het havengebied. De gebouwen aan deze zijde van de sluis zijn stuk voor stuk beschermde monumenten of gebouwen die opgenomen zijn in de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed. Het afbakeningsGRUP moet de mogelijkheid open houden om stedelijke functies onder te brengen in deze gebouwen, met het oog op de instandhouding van het waardevol erfgoed. De bestemmingsvoorschriften van het artikel R1, gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, bemoeilijken deze instandhouding.

 

7.2.3 Gewestelijk RUP Oosterweelverbinding

Het gewestelijk RUP Oosterweelverbinding omvat het meest noordelijke gedeelte van voorliggend plangebied. Het gewestelijk RUP is definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 16 juni 2006.

De realisatie van de Oosterweelverbinding is in handen van BAM nv beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel.

Volgende artikels zijn van toepassing:

  • Artikel 2: gebied voor ongelijkvloerse wegeninfrastructuur

2.1.

In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren en de aanpassing van een tunnel en voor de aanleg van een viaduct en aanhorigheden. Daarnaast zijn werken, handelingen en wijzigingen in functie van de ruimtelijke inpassing, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren en leidingen toegelaten.

Voor zover de aanleg, het functioneren en de aanpassing van de tunnel en het viaduct niet in het gedrang wordt gebracht, is de in grondkleur aangegeven bestemming van de bestaande verordenende plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen of het onderhavig ruimtelijk uitvoeringsplan eveneens van toepassing.

In dit gebied zijn eveneens toegelaten:

- voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de passende beoordeling, alle werken, handelingen, en wijzigingen in functie van het behoud, de vervanging of de ontwikkeling van natuurwaarden in de speciale beschermingszone voor kwetsbare vogelsoorten, andere diersoorten of planten of van het beperken van de milieu-impact;

- voor zover in overeenstemming met of aangewezen in de watertoets, alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van de optimalisatie van de waterhuishouding, het beheersen van de waterproblematiek en het voorkomen van wateroverlast toegelaten voor zover de technieken van de natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden.

2.2. Oosterweeltunnel

In het gebied voor ongelijkvloerse infrastructuur gereserveerd voor de Oosterweeltunnel zijn de werken, handelingen en wijzigingen toegelaten:

- voor de realisatie van de tunnel en de daarbijhorende kunstwerken,

- voor de beveiliging, de exploitatie en het onderhoud van de tunnel,

- in functie van de waterkering,

- voor de bouw van een bovengronds dienstgebouw aan beide tunnelmonden,

- voor de aansluiting op het (bestaande) wegennet,

- de aanleg van verharding voor het bereikbaar maken van het dienstgebouw, de aansluiting op de openbare weg en het stationeren van de dienstvoertuigen,

De herstelwerken aan het habitatrichtlijngebied Schelde- en Durme-estuarium als gevolg van de tijdelijke verstoring gedurende de aanleg van de tunnel dienen binnen het jaar volgend op de beëindiging van de werken aan de tunnel uitgevoerd te worden. Het herstel dient te gebeuren door de heraanleg van het schor (Weel van Farnese). De aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning voor de aanleg van de tunnel bevat de nodige informatie over de toepassing van deze inrichtingsbepalingen.

2.3 Oosterweelviaduct

In het gebied voor ongelijkvloerse infrastructuur gereserveerd voor het Oosterweelviaduct zijn de werken, handelingen en wijzigingen toegelaten:

- voor de realisatie van het viaduct en de daarbijhorende kunstwerken,

- voor de beveiliging, de exploitatie en het onderhoud van het viaduct,

- voor de aansluiting op het (bestaande) wegennet.

  • Artikel 10: op te heffen reservatie- en erfdienstbaarheidsgebied

De bestaande reservatie- en erfdienstbaarheidsgebieden worden opgeheven.
De in grondkleur aangegeven bestemmingen van de bestaande verordenende plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen of het onderhavig ruimtelijk uitvoeringsplan blijven van toepassing.

 [image]

 

 [image]

 

Gewestelijk RUP Oosterweelverbinding

 

7.3 Stedenbouwkundige vergunningen

De stedenbouwkundige vergunningen zijn aangeduid op het bijgevoegd plan met weergave van de feitelijke en juridische toestand.

 

 

dossiernr

Intern nummer

Aard vergunning

Aard beslissing

Datum beslissing

19621569116041

18/43304-97156/B/

burelen met woongelegenh., parking - 31.10.61 - verg. 9.3.62

Vergunning

4/05/1962

19631183

18/45382-99241/B/

verbouwing - 11.6.1963

Vergunning

30/08/1963

19651020

18/45526/B/

verbouwing - 19.7.1963

Vergunning

9/04/1965

1965549

18/47171-1030/B/

verbouwen drie houtloodsen

Vergunning

2/04/1965

19857290

18/66062-17901/B/

uitbreiden bureelgebouw - 25.4.1985

 

 

1988542

18/71014-87/748/B/

3 halfronde metalen loodsen

Vergunning

2/05/1988

199117666

18/77615-91/044/B/

ommuren stadsafdak

Vergunning

17/06/1991

19951157

1-95/B/0446

slopen magazijn - 21.3.95

Vergunning

16/06/1995

19951510

1-95/B/0733

slopen bunker nr. 15 - 17.5.95

Vergunning

30/08/1995

19971715

DROV/AN1/97/B/0298

bouwen van een industriÙle hangar voor nijverheid

Weigering

9/12/1999

1997334

DROV/AN1/97/B/0077

bouwen van een cleaningsgebouw

Vergunning

30/05/1997

1997621

DROV/AN1/97/B/0131

herstellen pompgebouw droogdok 8

 

 

19982609

AN1/1998/B/0491

slopen van een magazijn en de nabijgelegen schuilbunker

Vergunning

27/08/1999

19992668

AN1/1999/B/0368

slopen van 2 dienstwoningen

Weigering

7/01/2000

20002324

AN5/2000/B/0290

plaatsen van een hoogspanningskabine aan Kaai 46 (Loods Panama)

Vergunning

19/10/2000

20011065

AN1/2001/B/0221

slopen van 5 gebouwen en 3 schuilbunkers
heraanleg met kassei-verharding

Vergunning

17/09/2002

20022224

AN1/2002/B/0419

plaatsen van een bureelcontainercomplex

Vergunning

13/11/2002

2002948

AN1/2002/B/0154

plaatsen van een bureelcontainercomplex

DOSSIER INGETROKKEN OP 09/07/2002

 

20053220

AN1/2005/B/0600

oprichten van een zandstraalinstallatie

Vergunning

3/03/2006

2006405

AN1/2006/B/0117

plaatsen van 4 reclamepanelen in de terreinafsluiting

dossier vervangen door dossier AN1/2006/B/0394

 

20095574

AN1/2009/B/1264

slopen van een gebouwencomplex aan de Droogdokkenweg

Vergunning

7/01/2010

20102518

AN1/B/

slopen van twee opslagplaatsen

Weigering

9/07/2010

20102768

AN1/B/

bouwen van een omheining, verharding en een ingekuipte chemicaliëntank van 20m³ voor een periode van 18 maanden

Vergunning

19/07/2010

2010314

AN1/B/

bouwen van een tijdelijke koepelkeet met aanhorigheden

Weigering

12/05/2010

20105720

AN1/B/

renoveren van het pompstation Royerssluis

 

 

2011590

AN1/B/P/

nieuwbouw bovenbouw van pompstation met aanhorigheden

Vergunning

21/04/2011

20114375

AN1/B/P/

tijdelijk plaatsen van pompen aan het pompstation Royersluis

Vergunning

19/10/2011

 

7.4 Stedenbouwkundige verordeningen

Onderstaand wordt een overzicht weergegeven van geldende stedenbouwkundige verordeningen in het plangebied. Gebiedsgerichte RUP’ s zoals het RUP Droogdokkeneiland kunnen nog wel, zoals voorzien in artikel 56 van het decreet, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben de bepalingen van de bestaande stedenbouwkundige verordeningen die daar strijdig mee zijn, van rechtswege opheffen. Voor zover de voorschriften van het RUP de bepalingen van de verordeningen niet overschrijven, zijn ze van toepassing.

 

  • Gewestelijke verordening Hemelwaterputten

Besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater bvr 1/10/2004 b.s. 8/11/2004 wijz. bvr 23/6/2006 b.s. 22/8/2006.

De verordening bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet-verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakken. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd. Ook de plaatsing van de overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoorden.

  • Gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor toegankelijkheid

Sinds 1 maart 2010 geldt de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor Toegankelijkheid. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn (bijv. winkels, banken, overheidsgebouwen). De bouwheer moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz.

 

  • Gemeentelijke Bouw- en woningverordening

De bouw- en woningverordening, goedgekeurd door de gemeenteraad van Antwerpen in zitting van 25 oktober 2010, is van kracht tenzij anders vermeld in onderhavige voorschriften.

 

7.5 Beschermde monumenten

Volgende gebouwen zijn beschermd.

 

 [image]

 

 

 

 

7.6 Inventaris bouwkundig erfgoed

Volgende gebouwen zijn opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Deze inventaris is een dynamisch document waaraan nog gebouwen kunnen toegevoegd worden.

 

 [image]