8.4 Andere beleidsplannen

 

8.4.1 Masterplan Scheldekaaien

 

Het Masterplan Scheldekaaien beoogt de totale heraanleg van de Scheldekaaien van Droogdokkeneiland tot en met Petroleum Zuid. Het masterplan spreekt zich uit over het toekomstig gebruik van de kaaien en bevat krijtlijnen om de ruimtelijke samenhang te garanderen.

 

Ontwerphouding

De ontwerphouding zet op conceptueel niveau een richting uit voor het Masterplan Scheldekaaien. Via globale bewoordingen en aftastende kaaibeelden worden de ambities voor de volledige heraanleg van de kaaien benoemd:

  • De kaaien vormen een dynamisch stedelijk landschap

  • De kaaien zijn van niemand en iedereen

  • De kaaien zijn het portaal van de stad naar de rivier

  • De kaaien zijn het belangrijkste publiek domein van Antwerpen

  • De kaaien zijn maatstaf en uitstalraam voor de stad

 

Krijtlijnen

De krijtlijnen worden uitgezet over de totale omvang van het projectgebied en bepalen de ruimtelijke structuur van het geheel. De ruimtelijke beslissingen zijn gebundeld in 6 thematische lagen:

  • Actieve haven

Deze krijtlijn is in het Droogdokkenpark aanwezig door de heropening van de Kattendijksluis met rechstreekse toegang tot het Kattendijkdok en door het behoud van de meerpalen als aanmeerplaats voor wachtende schepen.

  • Historisch erfgoed en archeologie

In het Droogdokkenpark verwijst deze krijtlijn naar de sluismeesterswoning Royerssluis als beschermd monument, maar ook het pomphuis Royersluis en de Duitse bunker kunnen op projectniveau worden geëvalueerd indien en op welke manier ze in het park kunnen worden geïntegreerd.

  • Waterkering

De voorziene waterkering voor het Droogdokkenpark bestaat uit een vaste waterkering, een dijk tot geactualiseerde Sigmahoogte 9,25m TAW. De locatie van deze dijk is vrij te bepalen in functie van het parkontwerp, en dient de waarneming van getijden buitendijks uit te vergroten. Het Belvédère daarentegen wordt integraal opgehoogd tot geactualiseerde Sigmahoogte 9,25mTAW.

  • Mobiliteit

Op het Droogdokkeneiland wordt de kaaiweg een lokale straat met verkleind wegprofiel, dat het tracé van de huidige Droogdokkenweg volgt. De regionale fietsroute wordt hier niet mee in het wegprofiel geïntegreerd maar volgt een onafhankelijk traject en wordt bepaald in functie van het parkontwerp. Een tramlijn is slechts op lange termijn mogelijk. Een beperkte bestemmingsparking voor de parkbezoekers dient te worden voorzien en dit zowel voor gemotoriseerd verkeer als voor fietsers.

  • Publieke ruimte en beeldkwaliteit

Op het Droogdokkeneiland wordt een gradiënt voorzien van natuurlijkheid, over stedelijkheid naar het havenkarakter van de droogdokkensite. Het grootstedelijk park wordt ontworpen op een wisselende gebruiksintensiteit. Het Belvédère is een leeg mineraal balkon met zicht op stad en rivier. Een globale ontwerpstrategie is noodzakelijk voor heel het Droogdokkeneiland, inclusief droogdokken, vooraleer een parkontwerp kan worden gemaakt.

  • Kaaiprogramma’s

Alleen kleinschalige parkvoorzieningen kunnen worden geïntegreerd in het park. Het Belvédère blijft steeds onbebouwd. Er is ruimte voor een publiekgerichte grootstedelijke functie met beperkte footprint en mits een optimale landschappelijke inpassing in het park. De precieze invulling moet worden bepaald in functie van een opportuniteit op (lange) termijn. Immers, de unieke locatie van het Droogdokkeneiland moet spaarzaam worden ingezet. Voor de grootstedelijke functie werd geen bouwenveloppe bepaald, het maximaal volume is immers afhankelijk van de concrete functie en dient op projectniveau te worden onderzocht. In het Droogdokkenpark zijn verder geen andere permanente functies, noch private functies toegelaten.

 

Typologische karakterisering

Het Droogdokkeneiland wordt gekarakteriseerd als grootstedelijk park én uitwaaiplek. Het Droogdokkeneiland wordt een echte scharnierruimte tussen de Antwerpse metropool en haar befaamde zeehaven. Tussen Royerssluis en Kattendijksluis, en met aan de ene kant de natuurlijke oever en aan de andere kant het havenplatform met de oude droogdokken, liggen alle troeven op tafel om er een indrukwekkend grootstedelijk park van te maken.

 

8.4.2 Masterplan Eilandje

 

Het Masterplan Eilandje geeft de krijtlijnen voor de ontwikkeling van het Eilandje als een stadsinbreidingsproject en vormt de basis voor de beeldkwaliteitplannen en BPA’s die de realisatie ervan moeten concretiseren. Het beoogt zowel herontwikkeling en renovatie van de bestaande bebouwing als ontwikkeling van bijkomend programma. Het Masterplan toont een toekomstbeeld voor het Eilandje waarbij het water een prominente rol speelt. De dokken zijn sfeerbepalend en vormen een verwijzing naar de historiek van het gebied.

 

“De positie van het Droogdokkeneiland in de buitenbocht van de Schelde heeft een bijzonder panorama op de stad tot gevolg. Op het Droogdokkeneiland wordt de overgang van de Schelde naar de droogdokken door een heldere zonering tot stand gebracht. Een centrale route speelt in op deze twee atmosferen en legt een directe relatie met de Montevideowijk. Het actieve gebruik van zowel Royerssluis, Kattendijksluis en Siberiabrug in combinatie met de monumentale droogdokken garanderen het behoud van de historische havenatmosfeer in de toekomst. Het handhaven van beeldbepalende en monumentale bebouwing spelen hier ook een rol in.”

 

Het Masterplan Eilandje fase 2 gaat uit van een driedelige zonering van het Droogdokkeneiland:

 

  • Een westelijke groene, zachte zone langs de Schelde die aansluit op de groenstructuur en zich via het Noordkasteel langs de Schelde naar het noorden begeeft. De groene zone is open van karakter en kent nauwelijks bebouwing. Het Droogdokkeneiland biedt de unieke kans om het groen van het Noordkasteel dichterbij de stad te brengen. De continuïteit van de groene zone is van belang. Deze zone wordt uitgebouwd als een ruig, groen gebied, met aandacht voor ecologie (bijvoorbeeld langs de Scheldeoevers), en met integratie van post-industriële elementen met maritiem karakter.

 

“De groene open ruimte op het Droogdokkeneiland is van groot belang, niet alleen voor het Eilandje, maar voor de hele stad. Een groen park aan de Schelde heeft de potentie uit te groeien tot een formidabel recreatiegebied voor Antwerpen, waaraan het panorama van de Scheldebocht een extra kwaliteit toevoegt. Vanuit het park wordt het zicht over de Schelde op de binnenstad maximaal benut.”

 

  • Een oostelijke zone bestaat uit de oude droogdokken en heeft een hard en stenig karakter. Deze zone is veel meer besloten, wat door bebouwing tussen de dokken toe te voegen nog meer geaccentueerd wordt. De bestaande (al dan niet beschermde) gebouwen van de haven worden gaandeweg aangevuld of vervangen door nieuwe gebouwen van de haven, of door een volledig nieuw programma (bij voorkeur grootschalige functies in de openbare en recreatieve sfeer). De droogdokken worden opengesteld voor publiek als aanvulling op de culturele as met het MAS en het Koninklijk Ballet van Vlaanderen.

 

“Bij de programmatische invulling van het Droogdokkeneiland ligt de nadruk op stedelijke recreatie en bijzondere functies. Het openstellen en zichtbaar maken van de droogdokken voor een groot publiek is een mooie aanvulling op de culturele as door het Eilandje.”

 

  • Een langgerekte overgangszone tussen de noord-zuid ontsluitingsweg vormt de overgang tussen voorgenoemde zones. Het bedient de verschillende activiteiten van parkeerplaats en voorziet de nodige infrastructuur voor exploitatie van het gebied. De parkeerplaats wordt op een landschappelijke manier aangelegd. De bebouwde oppervlakte is beperkt tot maximaal 1/3 van de zone en de bebouwing is op een dusdanige manier ingeplant dat het visueel contact en voetgangersbewegingen tussen de harde en de groene zone mogelijk blijven.

 

“De infrastructuur op het Droogdokkeneiland wordt bepaald door de noord-zuid lijn die de kaaien met de singel moet gaan verbinden. Deze lijn wordt ter hoogte van de Royerssluis met de Siberiastraat verknoopt. Rond de Royerssluis ontstaat een belangrijke entree tot de haven vanuit het Eilandje.”

 

Het nieuwe waterplan definieert de harde droogdokkenzone als een reconversieproject en beschrijft vooral de potentie van het gebied:

 

“De drie eerste droogdokken van de negen imposante droogdokken worden niet meer gebruikt voor droogdokactiviteiten. De andere zes droogdokken zijn nog in industrieel gebruik door AWN (Algemene Werkhuizen Noord, een dienst van het havenbedrijf) en SKB (Scheepvaart- en Konstruktiebedrijf nv, een private firma).

Ook twee gebouwen die in het bouwblok tussen droogdok 1 en 2 staan zijn buiten gebruik. Het gaat om het als monument beschermde pomphuis van 1895 en een vervallen dienstwoning van 1905. Het plaatje leent zich perfect om een al dan niet tijdelijk cultureel programma als een bar, een bioscoop of een theater in op te bouwen en een vervlechting te bekomen van havenactiviteiten en stadsontwikkeling.

Bij het uit dienst nemen van de droogdokken door het havenbedrijf kunnen de droogdokken ingevuld worden met een zeer divers cultureel, museaal en sociaal economisch programma. Er zou een zonering tot stand gebracht kunnen worden waarbij de meest noordelijke droogdokken in gebruik blijven voor scheepsherstelling terwijl de meest zuidelijke herbestemd worden voor recreatieve doeleinden. Het middengedeelte kan een combinatie zijn van de twee, met ruimte voor sociale tewerkstellingsprojecten of scheepsreparatie voor historische schepen.

Verschillende bestaande beeldbepalende gebouwen (verschillende types van loodsen) kunnen herbestemd worden. Voor de herlocalisatie van het sociale tewerkstellingsproject Werkvormm vzw die vandaag gevestigd zijn op kaai 38 in de Cadixwijk zijn de loodsen op de droogdokkensite een ideale vervanger. Voor een actief museum over scheepvaart en over de Antwerpse havenwereld waar je als bezoeker kan mee doen en denken zijn de droogdokken ook dé geschikte plek. Een dok zou ook ingericht kunnen worden als concertzaal, sporthal of zwembad.”

 

Het groenplan geeft een groenstrategie voor het Eilandje weer met een systeem van boomgroepen die over het gebied verspreid worden. Het groenplan werd goedgekeurd in 2005.

 

Voor het Droogdokkeneiland werd in 2005 een bevragingsbundel uitgeschreven door het Gemeentelijk Havenbedrijf. Hierin werden de ontwikkelingsmogelijkheden voor voorzieningen, woningen en kantoren onderzocht. Een belangrijk element in de bevragingsbundel was de ontwikkeling van een internationaal congrescentrum annex hotel en appartementen, ten noorden van de Kattendijksluis. Deze piste werd intussen echter volledig verlaten.

 

8.4.3 Sigmaplan

 

De Schelde ontspringt in Noord-Frankrijk en mondt na een tocht van 355 km door België en Nederland uit in de Noordzee. Binnen dit stroomgebied van ongeveer 21 000 km² is de rivier een belangrijke drager van natuur, stedelijkheid, economische ontwikkelingen en recreatie.

 

Voor het deel van de Schelde dat onderheving is aan getijdenwerking werd het Sigmaplan opgemaakt. Dit werd opgesteld in 1977 en staat in voor de bescherming van mensen en goederen tegen overstromingen. Ondertussen zijn de fysische omstandigheden gewijzigd (met name de stijging van de zeewaterspiegel, de verdieping van de Schelde en de veralgemeende indijking en de klimaatswijzigingen) en zijn nieuwe inzichten gegroeid over de manier waarop bescherming tegen overstromingen moet worden gerealiseerd.

 

Daarom werd het Sigmaplan geactualiseerd en op 22 juli 2005 goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het niveau van 8,35mTAW van de huidige waterkeringsmuur op Rechteroever en de dijk op Linkeroever is volgens dit nieuw plan onvoldoende. In uitzonderlijke omstandigheden van stormspringtij wordt Antwerpen bedreigd door een reëel overstromingsgevaar. Daarom moet de waterkering op 9,25mTAW worden gebracht. Dit is meer dan twee meter boven de ‘blauwe steen’ van de kaaimuur op Rechteroever, of 90cm hoger dan de huidige waterkering in Antwerpen.

 

8.4.4 Gebiedsgerichte mobiliteitsvisie Eilandje - Droogdokkenpark

 

In afwachting van een geactualiseerd mobiliteitsplan kan volgend voorlopig kader dat in overeenstemming met de dienst mobiliteit werd opgemaakt, worden gehanteerd: De Oosterweelknoop vormt een belangrijke ontsluiting voor de haven, maar zal ook het Eilandje beter ontsluiten vanuit het noorden. Zowel in de verdere uitwerking van de Oosterweelknoop als het ontwerp van Droogdokkenweg en Kattendijk-Oostkaai dienen voldoende maatregelen genomen te worden om sluipverkeer via het Droogdokkeneiland naar de binnenstad te vermijden. Om dit te faciliteren is voor zowel Droogdokken als Eilandje minimaal een sturende verkeerslichtenregeling noodzakelijk en een snelheidsbeperking van 30 km per uur. Het wegbeeld dient dit snelheidsregime te ondersteunen. De Royerssluis kan hierbij ingezet worden als een sterke filter in de vorm van een lichtengeregeld T-kruispunt op het Droogdokkeneiland als aansluiting op de bruggen over de Royerssluis en met hoofdrichting Siberiastraat.

Van de Oosterweelknoop naar de binnenstad gaat het verkeer bij voorkeur via de route Straatsburgbrug - Noorderlaan - Leien - Londen-Amsterdamstraat. De Siberiastraat blijft een belangrijke ontsluitingsas richting Siberiabrug en Straatsburgbrug voor zowel haven- als personenvervoer.

 

De belangrijkste verkeersas voor de wijk Eilandje is de as Londenstraat-Amsterdamstraat. Deze straat verzamelt het verkeer van/naar het Eilandje en leidt het naar de Leien. De ontsluiting van de Cadixwijk en het Mexico-eiland verloopt via Mexicostraat/Kattendijk-Oostkaai. De ontsluiting van de Montevideowijk verloopt via Rijnkaai die binnenkort wordt heraangelegd als lokale weg met stedelijk karakter.

 

Om in het Droogdokkenpark tot de gewenste lage verkeersintensiteiten te komen, heeft het College van de stad Antwerpen op 2 maart 2012 beslist om een circulatiebeperking in te voeren ter hoogte van het Droogdokkeneiland. Op basis van een microsimulatie is immers gebleken dat een circulatiebeperking voor het Droogdokkeneiland mogelijk was zonder dat dit leidde tot een overbelasting van het hoofdverkeersnetwerk.

8.4.5 Visie Drookdokkeneiland - Ontwerp Droogdokkenpark

 

De visie over het Droogdokkeneiland en het ontwerp voor het Droogdokkenpark is opgemaakt door Van Belle & Medina Architects en Vogt Landscape Architects als wedstrijdontwerp in het kader van de Open Oproep. De effectieve opdracht is recent opgestart. Zowel aan de visie alsook aan het ontwerp zullen nog een aantal belangrijke wijzigingen aangebracht worden.

 
Het ontwerp vertrekt vanuit een groot respect voor de bestaande kwaliteit van de plek en behoudt ook sterk het bestaande karakter van de site.

Voor de belangrijkste ingreep, de Sigmadijk, wordt voorgesteld om de bestaande dijk te hermodelleren. Deze uitwerking zorgt voor zeer uitgekiende zichten en een versmelting van de verschillende sferen die gevraagd waren in de projectdefinitie: de contemplatieve natuurlijke uitwaaiplek, een stedelijk park en het culturele erfgoed van de havengeschiedenis. Door een aantal zeer precieze ingrepen wordt structuur in het projectgebied aangebracht en wordt ze beter toegankelijk. Het ontwerp slaagt erin de drie sferen van de natuurlijke oever, het stedelijk park en de maritieme versteende zone met elkaar in contact te brengen en op sommige plaatsen zelfs in elkaar te laten overlopen. Alles is zeer precies vormgegeven en er zit een grote gelaagdheid in het ontwerp.

In de grote samenhang van het geheel zijn toch ook heel verschillende deelgebieden terug te vinden.

 

 [image]

Visie Droogdokkeneiland

 

 

 

 

Het belvédère (1) vormt als verhoogd platform een uitkijkpunt op stad en haven, maar is tegelijk een landmark voor de stad. De zeshoekige vorm is een knipoog naar het bastion en creëert met zijn zachte kern van gras en bomen een aangename ontmoetingsplek. De perimeter daarentegen is verhard en vormt een flaneerruimte met weidse uitzichten.

 

Het landschapspark (2) overbrugt met een glooiende topografie de hoogteverschillen tussen de waterkering en het bestaande maaiveldniveau. Op die manier ontstaan open en besloten plekken in het park en worden de zichten op de Schelde, de Royerssluis en de droogdokkensite bepaald. De topografie werd op die manier gemodelleerd, dat zoveel mogelijk bestaande bomen kunnen bewaard worden. De vlakkere delen van het park zijn grasvlaktes terwijl de hellingen uit weiland bestaan. In het landschapspark worden een aantal paviljoenen geplaatst die als schuilplaats dienen en waar kleine voorzieningen zoals sanitair kunnen worden ingericht. In het ontwerp wordt geopteerd om de huidige dijk op te hogen tot de vereiste 9,25 m TAW en op sommige plekken landinwaarts te verbreden. De natuurlijke oever met slikken en schorren blijft daardoor in zijn huidige vorm behouden.

 

Tussen het groene park en de versteende droogdokkensite stelt het ontwerp een recreatiezone (3) voor als transitiezone. Een aantal bestaande loodsen worden er aangevuld met nieuwe paviljoenen. Ook een hangar van de Scheldekaaien, die zich momenteel ter hoogte van Sint-Andries-Zuid bevindt maar wordt afgebroken, wordt hier geherlocaliseerd. De recreatieve zone wordt in het ontwerpvoorstel ingevuld met jeugd en sportprogramma’s, een bezoekerscentrum voor het park en parkeerruimte.

 

Het Droogdokkenplein (4) vormt de entree tot het Droogdokkenpark en brengt oriëntatie op het scharnierpunt tussen het belvédère, het grote dok van de droogdokkensite en de omgeving van de Kattendijksluis. Op deze plek ontstaan tegelijk een aantal interessante doorzichten naar het park en de recreatiezone maar ook naar het verder gelegen Havenhuis en de omgeving van het Noordkasteel.

 

Het evenementenplein (5) vormt een interessante schakel tussen het park en de droogdokken-site. Het verhoogde grasplein geeft ruimte aan allerhande georganiseerde en spontane openluchtactiviteiten en kijkt uit op de beschermde droogdokkensite waar schepen hersteld worden. In het wedstrijdontwerp worden alle bestaande bomen behouden. De topografie van het park werd ontworpen in functie van het behoud van de bomen. Op het evenementenplein en het Belvedere worden linden aangeplant in lineaire patronen om een stedelijk karakter te bekomen. Het gras wordt in deze zones onderhouden in functie van de activiteiten. In het landschapspark worden informele boomgroepen aangeplant bestaande uit fruitbomen, essen, populieren, eiken en berken. Het landschapspark wordt in weiland aangelegd; op sommige plaatsen aangevuld met kruiden en bloemen.

 

In de omgeving van de Royerssluis (6) stelt het ontwerp een intieme tuin voor die gekoppeld is aan de beschermde sluismeesterswoning. Deze ruimte is ingesloten door de infrastructuur van de verbrede Royerssluis. De sluismeesterswoning krijgt een publiekstrekkende functie, zoals een restaurant om de parkbezoekers tot de noordelijke grens van het park aan te trekken en te laten genieten van het spektakel van het versluizen van schepen.

 

Het slikken- en schorrengebied (7) is een beschermd habitatrichtlijngebied en wordt zo veel mogelijk in zijn oorspronkelijke toestand bewaard, door de bestaande dijk op te hogen. De bestaande pier langs de Royerssluis wordt verbreed en toegankelijk gemaakt. Een nieuwe pier verbindt de bestaande pier met het padennetwerk in het park en geeft de bezoekers zicht op de slikken- en schorrenoever.

 

Het geheel levert een park op dat met subtiele ingrepen het bijzondere karakter van de plek langs de Schelde in de verf zet en dat tegelijk een aangename verblijfsruimte creëert volgens de regels van een traditioneel landschapspark.

 

In het ontwerp worden ook voorstellen gedaan voor de toekomstige herbestemming van de droogdokkensite (8). Aangezien de haven hier nog actief is en scheepsherstellingen uitvoert, zijn er voor dit deelgebied nog geen concrete plannen noch budgetten voorzien inzake realisatie. Het is echter belangrijk dat nu al onderzocht wordt op welke manier de droogdokkenzone zal aansluiten op het park en zo in de toekomst mee deel zal uitmaken van de publieke ruimte op het Droogdokkeneiland.

 

Het niveauverschil tussen het park (+6m TAW) en de droogdokkensite (+4,5m TAW) wordt in het ontwerp benut om uitzichten te creëren over de droogdokken. Met deze oplossing wordt de droogdokkensite visueel toegankelijk gemaakt en kunnen de scheepsherstellingen ongestoord plaatsvinden.

 

Op sommige plekken worden ook fysieke toegangen gemaakt aan de hand van trappenpartijen en tribunes waarbij het mogelijk is om de droogdokkensite werkelijk te betreden. Dit kan uiteraard pas wanneer er geen havenactiviteiten meer zijn.

 

Voor droogdok 1 wordt ingegaan op de mogelijkheid om hier een openluchtzwembad te plaatsen, en dit te omkaderen met een stedelijk strand. Het dok kan ook de vaste ligplaats van een historisch schip worden, dat dan als baken voor de entree naar het Droogdokkenpark dient.

 

De globale visie stelt voor om een aantal bijgebouwen van recente makelij tussen droogdokken 1 en 3 te elimineren om zo de waardevolle gebouwen zoals het pomphuis en het AWN‐gebouw ruimtelijk sterker in de verf te zetten en interessante doorzichten te creëren. Samen met droogdokken 2 en 3 kunnen deze gebouwen ingezet worden als maritieme erfgoedsite waar het roerend maritiem erfgoed van de stad kan tentoongesteld worden.

 

De cluster van droogdok 4 tot 6 worden in het plan zorgvuldig gerestaureerd en ingezet voor culturele activiteiten als uitbreiding van het publiek domein. Voor droogdok 8 tot 10 tenslotte wordt voorgesteld om deze in werking te houden voor scheepsherstellingen. Dit zijn de meest recente en robuuste droogdokken en komen daarom ook het meest in aanmerking voor verder gebruik.

 

8.4.6 Paleolandschappelijk booronderzoek

 

In de periode april – mei 2012 is door RAAP een archeologisch booronderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in de opbouw en samenstelling van het begraven paleolandschap en de eventuele aanwezigheid van de historische Scheldedijk en grachten. Hieruit kwamen 3 potentiële archeologische niveaus naar voren: het deklandschap, het holoceen veenlandschap en het holoceen mariene landschap. Indien er bij de realisatie van het park ingrepen plaatsvinden die dieper reiken dan bovenvermelde archeologische niveaus, is een vervolgonderzoek aangewezen om eventuele archeologische vindplaatsen en structuren in kaart te brengen.