8.4.5 Visie Drookdokkeneiland - Ontwerp Droogdokkenpark

 

De visie over het Droogdokkeneiland en het ontwerp voor het Droogdokkenpark is opgemaakt door Van Belle & Medina Architects en Vogt Landscape Architects als wedstrijdontwerp in het kader van de Open Oproep. De effectieve opdracht is recent opgestart. Zowel aan de visie alsook aan het ontwerp zullen nog een aantal belangrijke wijzigingen aangebracht worden.

 
Het ontwerp vertrekt vanuit een groot respect voor de bestaande kwaliteit van de plek en behoudt ook sterk het bestaande karakter van de site.

Voor de belangrijkste ingreep, de Sigmadijk, wordt voorgesteld om de bestaande dijk te hermodelleren. Deze uitwerking zorgt voor zeer uitgekiende zichten en een versmelting van de verschillende sferen die gevraagd waren in de projectdefinitie: de contemplatieve natuurlijke uitwaaiplek, een stedelijk park en het culturele erfgoed van de havengeschiedenis. Door een aantal zeer precieze ingrepen wordt structuur in het projectgebied aangebracht en wordt ze beter toegankelijk. Het ontwerp slaagt erin de drie sferen van de natuurlijke oever, het stedelijk park en de maritieme versteende zone met elkaar in contact te brengen en op sommige plaatsen zelfs in elkaar te laten overlopen. Alles is zeer precies vormgegeven en er zit een grote gelaagdheid in het ontwerp.

In de grote samenhang van het geheel zijn toch ook heel verschillende deelgebieden terug te vinden.

 

 [image]

Visie Droogdokkeneiland

 

 

 

 

Het belvédère (1) vormt als verhoogd platform een uitkijkpunt op stad en haven, maar is tegelijk een landmark voor de stad. De zeshoekige vorm is een knipoog naar het bastion en creëert met zijn zachte kern van gras en bomen een aangename ontmoetingsplek. De perimeter daarentegen is verhard en vormt een flaneerruimte met weidse uitzichten.

 

Het landschapspark (2) overbrugt met een glooiende topografie de hoogteverschillen tussen de waterkering en het bestaande maaiveldniveau. Op die manier ontstaan open en besloten plekken in het park en worden de zichten op de Schelde, de Royerssluis en de droogdokkensite bepaald. De topografie werd op die manier gemodelleerd, dat zoveel mogelijk bestaande bomen kunnen bewaard worden. De vlakkere delen van het park zijn grasvlaktes terwijl de hellingen uit weiland bestaan. In het landschapspark worden een aantal paviljoenen geplaatst die als schuilplaats dienen en waar kleine voorzieningen zoals sanitair kunnen worden ingericht. In het ontwerp wordt geopteerd om de huidige dijk op te hogen tot de vereiste 9,25 m TAW en op sommige plekken landinwaarts te verbreden. De natuurlijke oever met slikken en schorren blijft daardoor in zijn huidige vorm behouden.

 

Tussen het groene park en de versteende droogdokkensite stelt het ontwerp een recreatiezone (3) voor als transitiezone. Een aantal bestaande loodsen worden er aangevuld met nieuwe paviljoenen. Ook een hangar van de Scheldekaaien, die zich momenteel ter hoogte van Sint-Andries-Zuid bevindt maar wordt afgebroken, wordt hier geherlocaliseerd. De recreatieve zone wordt in het ontwerpvoorstel ingevuld met jeugd en sportprogramma’s, een bezoekerscentrum voor het park en parkeerruimte.

 

Het Droogdokkenplein (4) vormt de entree tot het Droogdokkenpark en brengt oriëntatie op het scharnierpunt tussen het belvédère, het grote dok van de droogdokkensite en de omgeving van de Kattendijksluis. Op deze plek ontstaan tegelijk een aantal interessante doorzichten naar het park en de recreatiezone maar ook naar het verder gelegen Havenhuis en de omgeving van het Noordkasteel.

 

Het evenementenplein (5) vormt een interessante schakel tussen het park en de droogdokken-site. Het verhoogde grasplein geeft ruimte aan allerhande georganiseerde en spontane openluchtactiviteiten en kijkt uit op de beschermde droogdokkensite waar schepen hersteld worden. In het wedstrijdontwerp worden alle bestaande bomen behouden. De topografie van het park werd ontworpen in functie van het behoud van de bomen. Op het evenementenplein en het Belvedere worden linden aangeplant in lineaire patronen om een stedelijk karakter te bekomen. Het gras wordt in deze zones onderhouden in functie van de activiteiten. In het landschapspark worden informele boomgroepen aangeplant bestaande uit fruitbomen, essen, populieren, eiken en berken. Het landschapspark wordt in weiland aangelegd; op sommige plaatsen aangevuld met kruiden en bloemen.

 

In de omgeving van de Royerssluis (6) stelt het ontwerp een intieme tuin voor die gekoppeld is aan de beschermde sluismeesterswoning. Deze ruimte is ingesloten door de infrastructuur van de verbrede Royerssluis. De sluismeesterswoning krijgt een publiekstrekkende functie, zoals een restaurant om de parkbezoekers tot de noordelijke grens van het park aan te trekken en te laten genieten van het spektakel van het versluizen van schepen.

 

Het slikken- en schorrengebied (7) is een beschermd habitatrichtlijngebied en wordt zo veel mogelijk in zijn oorspronkelijke toestand bewaard, door de bestaande dijk op te hogen. De bestaande pier langs de Royerssluis wordt verbreed en toegankelijk gemaakt. Een nieuwe pier verbindt de bestaande pier met het padennetwerk in het park en geeft de bezoekers zicht op de slikken- en schorrenoever.

 

Het geheel levert een park op dat met subtiele ingrepen het bijzondere karakter van de plek langs de Schelde in de verf zet en dat tegelijk een aangename verblijfsruimte creëert volgens de regels van een traditioneel landschapspark.

 

In het ontwerp worden ook voorstellen gedaan voor de toekomstige herbestemming van de droogdokkensite (8). Aangezien de haven hier nog actief is en scheepsherstellingen uitvoert, zijn er voor dit deelgebied nog geen concrete plannen noch budgetten voorzien inzake realisatie. Het is echter belangrijk dat nu al onderzocht wordt op welke manier de droogdokkenzone zal aansluiten op het park en zo in de toekomst mee deel zal uitmaken van de publieke ruimte op het Droogdokkeneiland.

 

Het niveauverschil tussen het park (+6m TAW) en de droogdokkensite (+4,5m TAW) wordt in het ontwerp benut om uitzichten te creëren over de droogdokken. Met deze oplossing wordt de droogdokkensite visueel toegankelijk gemaakt en kunnen de scheepsherstellingen ongestoord plaatsvinden.

 

Op sommige plekken worden ook fysieke toegangen gemaakt aan de hand van trappenpartijen en tribunes waarbij het mogelijk is om de droogdokkensite werkelijk te betreden. Dit kan uiteraard pas wanneer er geen havenactiviteiten meer zijn.

 

Voor droogdok 1 wordt ingegaan op de mogelijkheid om hier een openluchtzwembad te plaatsen, en dit te omkaderen met een stedelijk strand. Het dok kan ook de vaste ligplaats van een historisch schip worden, dat dan als baken voor de entree naar het Droogdokkenpark dient.

 

De globale visie stelt voor om een aantal bijgebouwen van recente makelij tussen droogdokken 1 en 3 te elimineren om zo de waardevolle gebouwen zoals het pomphuis en het AWN‐gebouw ruimtelijk sterker in de verf te zetten en interessante doorzichten te creëren. Samen met droogdokken 2 en 3 kunnen deze gebouwen ingezet worden als maritieme erfgoedsite waar het roerend maritiem erfgoed van de stad kan tentoongesteld worden.

 

De cluster van droogdok 4 tot 6 worden in het plan zorgvuldig gerestaureerd en ingezet voor culturele activiteiten als uitbreiding van het publiek domein. Voor droogdok 8 tot 10 tenslotte wordt voorgesteld om deze in werking te houden voor scheepsherstellingen. Dit zijn de meest recente en robuuste droogdokken en komen daarom ook het meest in aanmerking voor verder gebruik.