2.3 Mobiliteitsonderzoek en -strategie

Het nieuwe stedelijk ziekenhuis ZNA maakt deel uit van de kop van Spoor-Noord. Doorheen de voorbije jaren werd er reeds heel wat gestudeerd op het vlak van mobiliteit voor zowel de kop als geheel, als voor de individuele ontwikkelingen. Hieronder wordt het uitgevoerde onderzoek overlopen.

BPA Spoor-Noord (2005)

Het BPA voorzag in zes bouwvelden met een ruim pallet aan mogelijke ontwikkelingen. Het effect van de automobiliteit op de toen reeds drukke Noorderlaan werd niet in beeld gebracht. Er werden bijgevolg ook geen uitspraken gedaan over een mobiliteitsmanagement om de verkeersdruk van auto’s te vermijden of milderen.

 [image]

Het BPA voorzag wel in een aantal andere elementen waardoor het gebied doorwaadbaar werd voor voetgangers en fietsers. Er werden twee noord-zuid assen afgebakend voor langzaam verkeer, evenals een oost-west gerichte parkhelling met parkbrug (ten zuiden van het plangebied). Hierdoor werd het gebied geopend naar de omliggende stadsdelen en het park.

Masterplan 2020

Het Masterplan 2020 voorziet voor de Antwerpse stadsregio in een stadsregionaal mobiliteitsplan met onder meer bijkomende tramlijnen en bovenlokale fietsverbindingen.

Brabo II

Eén van de tramverlengingen was Brabo II of de doortrekking van de tram naar Ekeren. Het tracé van deze tramlijn werd de voorbije jaren samen met de stad Antwerpen (ontwerpend) onderzocht. Zowel een tram op Hardenvoortviaduct als Kempenstraat werd onderzocht. Uiteindelijk werd na een inhoudelijke afweging beslist om het tracé op de Kempenstraat te leggen. Deze zal tevens gebundeld voorkomen met een bovenlokale fietsroute.

 [image]

 

Onderzoek Noorderplaats (2006)

In 2006 werden ook de mogelijkheden voor het autoverkeer verkend aan de hand van een verkeersonderzoek naar het kruispunt Noorderplaats. Hiervoor werd onderzocht of de Kempenstraat op de Noorderplaats kon worden aangesloten in één richting. De conclusie was dat het aansluiten van de Kempenstraat op dit kruispunt leidde tot een verzadiging van het kruispunt. De toegang tot het noordelijk deel van de kop van Spoor-Noord kwam hierdoor aan het kruispunt Noorderlaan x Asiadok-Oostkaai x IJzerlaan te liggen.

Circulatieprincipes Eilandje en Dam

Om te vermijden dat de Kempenstraat een sluipweg zou worden voor de Noorderlaan en er veel bijkomend verkeer door de wijk Dam zou gaan werd beslist om de weg onder het Hardenvoortviaduct te knippen. Hierdoor wordt een conflict met de tram, die tevens onder de Hardenvoortviaduct gaat, vermeden en kon een verkeersluwe omgeving gemaakt worden aan de geplande kindercampus waardoor deze beter bij het park aansluit.

 [image]

 

Tevens werd een circulatieschema voor het Eilandje opgesteld waarbij een verbinding met de Kempenstraat wordt vermeden voor doorgaand autoverkeer.

Quick Scan Kop Spoor-Noord (Vectris, 2010)

Hoewel er doorheen het proces reeds heel wat randvoorwaarden met betrekking tot de tracés en circulatie van de verkeersstromen werden opgesteld, was het verkeerseffect van de stedenbouwkundige ontwikkelingen nog niet in beeld gebracht. Aangezien het programma meer concreet werd, is beslist om een Quick Scan op te maken die het effect van het programma wenste te onderzoeken en tevens na te gaan of er bijkomende maatregelen genomen dienden te worden. De bouw van een nieuw stedelijk ziekenhuis werd hierin meegenomen.

1 Campus Artesis-Plantijn

2 Noordster (douane)

3 Campus Artesis-Plantijn

4 Parktoren (wonen)

5 Lichttoren (wonen)

6 Uitbreiding Artesis-Plantijn

7 Ziekenhuis

8 Woontoren

9 Woontoren

10 Gemengde toren

(wonen- kantoren)

11 Stedelijk plein

12 Parkhelling

13 Parkbrug

 [image]

 

De studie gaf aan dat een ontwikkeling met een kleiner percentage kantoren en een groter aandeel wonen een positief effect had op de autoverkeersintensiteit.

 [image]

Toch waren bijkomende maatregelen vereist om te evolueren naar een andere modal split om de ontwikkeling bereikbaar te houden. Parkeren was daarin een instrument om deze andere modal split te behalen. Specifiek voor het ziekenhuis werd geadviseerd, op basis van benchmarking en Nederlandse kengetallen, om 1 parkeerplaats per bed te voorzien in plaats van 2. Daarnaast diende in de omliggende straten een kortparkeerregime of een betalend regime in te voeren in combinatie met bewonersparkeren. Daarnaast werd geadviseerd dat er een bedrijfsvervoersplan werd opgemaakt.

Wedstrijd ZNA (2010 – 2013)

De wedstrijd voor het nieuw stedelijk ziekenhuis zette in op twee locaties: de kop van Spoor-Noord en de Slachthuissite.

 [image]

 [image]

Uiteindelijk werd gekozen voor het ontwerp op de kop van Spoor-Noord.

Bedrijfsvervoersplan ZNA (Tritel, 2012)

In een vroege fase van de wedstrijd werd samen met ZNA een bedrijfsvervoersplan uitgewerkt samen met Tritel in uitvoering van de aanbeveling uit de Quick Scan kop Spoor-Noord. Hieruit werd een geheel van ingrepen naar voor geschoven die essentieel waren om te functioneren met 600 parkeerplaatsen. Hierbij werd een onderscheid gemaakt tussen twee groepen van ingrepen:

Ingrepen door andere actoren

Essentiële randvoorwaarden waren:

  • het realiseren van de voetgangerstunnel;

  • de tramhalte vlakbij de toegang tot het ziekenhuis voorzien;

  • een parkeerbeleid in de omgeving uitwerken;

  • ticket P&R moet goedkoper zijn dan een parkeerticket in de parking van het ziekenhuis.

Ingrepen door ZNA zelf

  • versterken aandeel fietsers

    • een velo systeem nabij de toegang

    • kwalitatieve fietsenstallingen en fietsparkeerplaatsen nabij de toegang

    • douches

  • versterken aandeel openbaar vervoer

    • ov abonnement meer subsidiëren

  • beperken parkeerdruk

    • geen autovergoeding voor werknemers

    • wijziging shiften, waardoor de intensiteit meer gespreid wordt

    • delen van parkeerplaatsen waardoor 35% minder parkeerplaatsen diende voorzien te worden.

    • maximum 1,5 pp / per bed

ZNA verklaarde zich akkoord dat het alle maatregelen zal nemen om het ziekenhuis te laten functioneren met 600 parkeerplaatsen.

Wedstrijdontwerp

Het wedstrijdontwerp nam de studie en aanbevelingen mee in het uitwerken van het eigen mobiliteitsconcept.

In het ontwerp heeft het consortium onderzocht waar de verschillende toekomstige gebruikers van dit ziekenhuis vandaan kwamen en wat dit betekende voor het autoverkeer. Niet alleen Antwerpen-Noord maakt hierbij gebruik van het nieuwe ziekenhuis, maar ook Borgerhout (intra en extra muros) en Berchem. Hierdoor werd er van uitgegaan dat de Singel een belangrijk aandeel van het autoverkeer voor de ontsluiting van het ziekenhuis zou dragen. Een kleiner aandeel werd toebedeeld aan de Leien. Deze aanname leidde er toe dat de in en uitrit het autoverkeer bestemd voor ZNA beter kon verwerken.

 [image][image]

Het wedstrijdontwerp werkte ook de verschillende vervoersnetwerken op de site uit.

 [image]

Daarnaast werden er aanvullende maatregelen opgemaakt bovenop het bedrijfsvervoersplan.

Ontsluiting Noorderplaats (Technum, 2013)

Op vraag van de GECORO werd nog bijkomend onderzoek gevraagd naar de ontsluiting van ZNA. De onderzoeksvraag was of er een alternatieve auto ontsluiting mogelijk was ten zuiden van de site. Technum voerde hier een ruimtelijke en verkeerskundige analyse naar uit.

 [image]

De conclusie uit deze studie was dat een bijkomende inwaartse aansluiting naar de Kempenstraat technisch moeilijk maar haalbaar is en dat een aansluiting op de brug een meer gunstig effect kan hebben op de stroomfunctie van het kruispunt. Deze optie kende een hoge kostprijs. Indien na ingebruikname blijkt dat de ontsluitingscapaciteit van Asiadok-Oostkaai en het kruispunt Noorderlaan-Ijzerlaan niet voldoende is voor de vlotte verkeersafwikkeling van de programma’s binnen dit RUP dan dient de bijkomende ontsluiting via een inrit op de helling van het Hardenvoortviaduct voorzien te worden. De stuurgroep van het project besliste op basis hiervan om de huidige ontsluitingsstructuur te behouden.

Wijzigingen sinds het wedstrijdontwerp (2013-…)

Sinds het wedstrijdontwerp wordt er verder ontworpen aan de ondergrondse infrastructuur, de verdeling van de verkeersstromen over de verschillende sleuven en de publieke ruimte. Dit leidde tot het ondergronds brengen van de spoedparking, het uitsplitsen van de sleuven, het compacteren van de sleuven en een herverdeling van de verkeersstromen. Waar de toerit kruist met de voetgangersas wordt het gemotoriseerd verkeer beperkt. Zowel het bezoekersverkeer als het spoedverkeer zullen zich in een sleuf bevinden meer naar het oosten van de site.

 [image]