2.4 Doorwaadbaarheid van het gebied

De doorwaardbaarheid van het gebied is bepaald geweest in het BPA Stedelijk Park Spoor Noord. De uitdaging voor het Park Spoor Noord was/is om bij te dragen in de transformatie van (een groot deel) Antwerpen Noord. In dit oud spoorwegemplacement komen corridors samen: groene corridors, watercorridors en infrastructuurcorridors. Het is een ‘tussengebied’ met als voornaamste rol het verwezenlijken van nieuwe relaties tussen verschillende stadsdelen door het aanbieden van een nieuwe identiteit, waarbij identiteit – volgens Heidegger – niet te vinden is in het subject, maar in de relaties.

Doorheen het park worden dan ook veel paden aangelegd en ‘zachte’ verbindingen gerealiseerd zodat buurten met elkaar verbonden worden, recreatieve activiteiten bereikbaar zijn en het park doorwaadbaar is. De belangrijkste paden zijn:

  • paden voor voetgangers en fietsers die de verschillende ingangen met elkaar verbinden en gelinkt zijn aan het centrale oost-westpad;

  • tunnels onder de spoorwegberm en de Noorderlaan, die de noordelijke en zuidelijke delen van de rond het park liggende stad verbinden.

 

 [image]

Paden (BPA Stedelijk Park Spoor Noord)

 

 [image]

Tunnels (BPA Stedelijk Park Spoor Noord)

 

Het centrale pad integreert belangrijke infrastructuren in en grenzend aan het gebied door 2 hellingen of hellende vlakken te voorzien die enerzijds de aansluiting van het park op het viaduct van de Noorderlaan (parkhelling) en de oversteek van de Italiëlei (parkbrug) mogelijk maken en anderzijds de relatie met het Damviaduct en het Damplein versterken. Ook wordt hierdoor de relatie tussen de verschillende onderdelen van het park (Westelijke Kop, Noorderlaan, Damviaduct en Damplein) en de omringende buurten versterkt. De helling laat bovendien mensen vanuit de verschillende buurten toe de nieuwe stedelijke boulevard (Noorderlaan) te bereiken. De hellingen worden groen ingericht en bevatten voet- en fietspaden.

 

Het westelijk deel van het park of de westelijk kop is verbonden met de Leien, met de voortzetting van de Leien in de Noorderlaan (als nieuwe stedelijke boulevard) en met het stedelijk park. Doel is om een correcte integratie te bewerkstelligen tussen de stedelijke dichtheden in de kop en het park dat er doorheen loopt. De kop laat toe om de bouwprincipes van het campusmodel (architectuurobject vrij geplaatst in een park, bv toren) en de kwaliteiten ervan te combineren met de principes en kwaliteiten van het bebouwd stedelijk weefsel in een tussenfase of in de eindfase van de ontwikkeling. Van belang hierbij is dat het ontwerp van de open ruimte centraal staat.

 

De verbindingen zorgen ook voor een continue link tussen de groene gebieden van de oostelijke (buiten)wijken van de stad en de Schelde in het westen.

 

De verbindingen tussen het oostelijk en westelijk deel van het park en tussen de zuidelijke en noordelijke delen (tunnels en noord-zuiddoorsteken onder en over de Noorderlaan) van het park zijn de structurele elementen van het park. Deze verbindingen werden verankerd in het BPA Stedelijk Park Spoor Noord en worden overgenomen in dit RUP daar waar ze binnen het plangebied liggen.

 

Samenvattend kan dus gesteld worden dat al deze paden en verbindingen, naast het verbinden van de open ruimte- en groenstructuren, noodzakelijk zijn voor de mobiliteit van voetgangers en fietsers en voor de bereikbaarheid van de verschillende (reeds bestaande en toekomstige) functies in en rond het Park Spoor Noord (woonfunctie, hoge school, ziekenhuis, detailhandel, …) vanuit de binnenstad, het Eilandje en de Damwijk.

Wanneer daarnaast ook de Ijzerlaanbrug door een fietsbrug zou worden vervangen, kan hier een doorsteek gemaakt worden via het Park spoor Noord naar de zorgsite en ook verder naar het Eilandje en/of de binnenstad.

 [image]

Schema voetgangersstromen op stadsniveau (Wedstrijdbundel Kairos-Euro Immo Star)