2.5 Parkeren

In hetgeen volgt wordt een overzicht gegeven in de manier waarop de parkeernormen in de verschillende documenten en met betrekking tot het plangebied zijn opgenomen.

 

Het BPA Stedelijk Park Spoor Noord neemt maximumnormen voor het stallen van auto’s op. Bij de uitwerking van het wedstrijdontwerp van het ziekenhuis werd uitgegaan van de in die periode gangbare (maximum)normen bij de stad.

 

De nieuwe bouwcode (definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 28 april 2014 – ter goedkeuring voorliggend aan de Provincie Antwerpen) vertrekt van minimumnormen voor zowel het parkeren (bezoekers) als het stallen (bewoners, werknemers) van auto’s en fietsen.

 

In de plan-MER-screening is uitgegaan van het maximum aantal parkeer- en stalplaatsen voor het gehele plangebied van het RUP.

 

In het RUP wordt – voor het scenario met ziekenhuis - gesteld dat het aantal stal- en parkeerplaatsen beperkt is tot deze noodzakelijk voor het functioneren van het project en dat dit aantal zal worden bepaald op basis van het aantal gebruikers , de schaal en het type van gebruik zodat het mobiliteitsprofiel afgestemd is met het bereikbaarheidsprofiel.

Specifiek voor het ziekenhuis wordt de norm voor het stallen (personeel) en parkeren (bezoekers) van auto’s vastgelegd alsook het aantal te voorziene fietsstal- en fietsparkeerplaatsen. Dit naar analogie met de werkwijze uit de bouwcode waar gesteld wordt dat op basis van onderzoek voor deze functie de gehanteerde norm op maat bepaald dient te worden. Het aantal te voorziene plaatsen kan aldus overgenomen worden uit de plan-MER-screening.

Voor de overige functies is de bouwcode (zie verder) van toepassing voor het bepalen van het aantal stal- en parkeerplaatsen voor auto’s en fietsers.

Specifiek Voor de woonfunctie werd in de plan-MER-screening (zie verder) vertrokken van een aanname van het aantal woningen (30.000m² aan 100m² per woning geeft 300 woningen) vermits exacte cijfers omrent oppervlakten, woningtypes en woningsegment niet gekend waren/zijn. Bij de berekening van het aantal stal- en parkeerplaatsen zijn bijgevolg volgende normen gehanteerd:

  • voor auto’s: 1,1 parkeerplaats/woning

  • voor fietsen: 2 plaatsen per woning

Het exacte aantal benodigde stal- en parkeerplaatsen voor deze overige functies is verder te specifiëren op projectniveau en in het kader van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, waarbij de berekeningswijze wordt toegelicht alsook het aantal plaatsen wordt verantwoord in de mobiliteitscontext van deze site.

De minimumnormen en toepassingsmethodiek van de bouwcode is van toepassing:

Woon- of gemengd project met meer dan 5 wooneenheden:

 

- woningen > 90m²

- 1,35 / woning

- woningen (60m² tem 90m²)

- 1,2 / woning

- woningen < 60m²

- 1,05 / woning

 

Verder bepaalt het RUP dat de autostal- en -parkeerplaatsen ondergronds moeten worden voorzien in de zone voor centrumfuncties en de zone voor publiek domein. De fietsparkeerplaatsen (bezoekers) moeten bovengronds gevestigd worden en nabij de toegang. De fietsstalplaatsen kunnen ondergronds worden voorzien.

 

Definitieve normkeuze:

Functie

auto

fiets

kader

Ziekenhuis

1,5 plaatsen per bed (personeel en bezoekersparkeren inbegrepen)

1,15 plaatsen per bed (personeel)

0,6 plaatsen per bed (bezoekers en patiënten)

plan-MER-screening

Wonen

bouwcode

bouwcode

bouwcode

Overige functies

bouwcode

bouwcode

bouwcode

 

BPA Stedelijk Park Spoor Noord

De hoeveelheid parkeerplaatsen die moet voorzien worden voor ongeveer 200.000m² bruto vloeroppervlakte is afhankelijk van het programma voor elk perceel en van het effect van de verbetering van het openbaar vervoersnet.

Onderstaande normen zoals opgenomen in het BPA zijn maximumnormen:

  • kantoren: 1 parkeerplaats van 25m² bruto per 3 werknemers of per 75m² (1 werkplek voor 1 werknemer is 25m²);

  • woningen: 1,5 parkeerplaats van 25m² bruto per woning (berekend met gemiddelde oppervlakte van 100m²);

  • hogeschool- en studentenhuisvesting: 1 parkeerplaats van 25m² bruto per 3 werknemers/studenten (idem kantoren: 1pp/75m²).

 

Voor het bepalen van het aantal fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen zijn geen normen opgenomen.

 

Wedstrijdontwerp ziekenhuis met flankerende woontorens (april 2012)

ZNA heeft zich akkoord verklaard met het standpunt van de stedelijke dienst voor mobiliteit dat de ambitieuze modal splits moeten worden nagestreefd aangezien de reservecapaciteit op het wegennet beperkt is. ZNA engageert zich om maximale maatregelen te nemen die duurzaam verkeer promoten zodanig dat 600 parkeerplaatsen (personeel en bezoekers) voor het ziekenhuis de parkeerbehoefte voor auto’s kunnen dekken.

Analyse, uitgevoerd door de stedelijke dienst voor mobiliteit (addendum aan de MOBER), bracht volgende gegevens aan het licht:

  • Het aantal parkeerplaatsen bedraagt voor de Antwerpse ziekenhuizen ongeveer 1,5 per bed. De buurten rondom deze ziekenhuizen kampen niet met een noemenswaardige overlast op parkeergebied.

  • Het aantal parkeerplaatsen voor de Nederlandse ziekenhuizen ligt tussen 1,2 en 1,7 plaatsen per hospitaalbed.

Voor fietsers werd geadviseerd om 300 fietsstalplaatsen te voorzien voor werknemers, 162 fietsparkeerplaatsen voor bezoekers en 6 fietsparkeerplaatsen voor patiënten.

Fietsenstallingen voor personeel bevinden zich ondergronds. Fietsparkeerplaatsen voor bezoekers bevinden zich bij voorkeur nabij de bezoekerstoegang.

De gehanteerde modal split:

 

te voet

Fiets

OV

auto

werknemers

12%

23%

26%

30% (+9% als passagier)

patiënten

3%

2%

5%

90%

bezoekers

15%

20%

25%

40%

(bron: Mober en addendum, 2011)

 

Plan-MER-screening (november 2013)

Het RUP werd onderworpen aan een milieueffectenrapportage. In de screeningsnota is met de volgende aantallen voor het stallen en parkeren van voertuigen en fietsers rekening gehouden:

Fiets

Functie

Norm

Oppervlakte {m²}

Aantal pp

Totaal

ziekenhuis personeel

 

400 bedden

384p

 

ziekenhuis bezoekers

 

 

162p

 

ziekenhuis reserve (80% bezetting + frictieleegstand)

 

 

144p

690p

wonen

2p/won gemiddeld

30.000m² (300won)

600p

600p

 

Auto

Functie

Norm

Oppervlakte {m²}

Aantal pp

Totaal

ziekenhuis

max 1,5pp/bed

400 bedden

600pp

 

wonen

max 1,1pp/won

30.000m²

330pp

930pp

 

De auto-parkeerplaatsen voor het ziekenhuis en de woontorens worden voorzien in één grote ondergrondse parking (2 bouwlagen) onder het ziekenhuis zodat de parkeerplaatsen meervoudig gebruikt kunnen worden. De in- en uitgang bevindt zich in de Kempenstraat.

 

Bouwcode (definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 28 april 2014, voorliggend ter goedkeuring bij Provincie Antwerpen)

 

Fiets

Fietsen moeten op een kwalitatieve manier geplaatst kunnen worden. Om voldoende ruimte voor het parkeren en stallen van fietsen te garanderen legt de bouwcode normen op die afhankelijk zijn van de functie van het gebouw. De normen zijn minimumnormen en worden per functiecategorie vastgelegd.

Voor de functie wonen moeten fietsstal- en fietsparkeerplaatsen voorzien worden indien het een nieuwbouw, een herbouw, een functiewijziging of een volume-uitbreiding ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie betreffen.

 

Volgende minimumnormen per functiecategorie worden gehanteerd:

 

Functie

Fietsstalplaatsen voor bewoners, personeel of leerlingen

Fietsparkeerplaatsen voor bezoekers

Wonen

1 plaats per slaapkamer + 1 extra plaats

-

Kamerwoning/ studentenkamer

1 plaats per kamerwoning

-

Kantoren

1,25 plaats / 100m² BVO*

-

Bedrijven en groothandel

0,60 plaats / 100m² BVO*

-

Diensten, detailhandel en horeca

0,60 plaats / 100m² BVO*

2 plaatsen / 100m² BVO* van de publiek toegankelijke delen

Scholen

- kleuteronderwijs:

- lager onderwijs:

- secundair onderwijs

 

- 3 plaatsen / klaslokaal

- 9 plaatsen / klaslokaal

- 20 plaatsen / 100m² BVO*

-

Andere functies, waaronder: hoger onderwijs, volwassenonderwijs, zorginstellingen, sportcomplexen, socio-culturele instellingen, gemeenschapsvoorzieningen,…

Parkeernorm per bouwaanvraag op basis van het aantal bezoekers, de schaal, het type van gebruik en de capaciteit van de openbare ruimte

Parkeernorm per bouwaanvraag op basis van het aantal bezoekers, de schaal, het type van gebruik en de capaciteit van de openbare ruimte

(*BVO = bruto-vloeroppervlakte)

 

Voor een aantal functies wordt in bovenstaande tabel geen vaste norm opgelegd om reden dat de parkeerbehoefte voor deze functies erg verschillend is, afhankelijk van het specifieke programma, de ligging, etc.

 

De bouwcode bevat naast de normering om het aantal stal- en parkeerplaatsen te bepalen ook richtlijnen voor de inrichting en een gemakkelijke toegankelijkheid van de bergplaatsen voor fietsen.

 

 

Auto

Het voorzien van autostal- en autoparkeerplaatsen is vereist bij gebouwen met een voorgevelbreedte van meer dan 8 meter en in geval van:

  • woonfunctie: indien het een nieuwbouw, een herbouw en/of een vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie;

  • functies anders dan wonen: indien het een nieuwbouw, een herbouw en/of een volume-uitbreidingen ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie betreft.

 

De berekening van het aantal plaatsen verschilt naargelang de ligging ten opzichte van het stadscentrum. De Kop Spoor Noord maakt deel uit van het centrumgebied.

 

Volgende minimumnormen per functiecategorie worden gehanteerd voor het bepalen van het aantal plaatsen:

 

 

 

centrumgebied

centrumschil

overig gebied

 

aandeel bezoekers per functie (inbegrepen in norm)

Woonproject met maximaal 5 wooneenheden

1 / woning

1 / woning

1 / woning

 

0,3

Woon- of gemengd project met meer dan 5 wooneenheden:

- woningen > 90m²

- woningen (60m² t/m 90 m²)

- woningen < 60m²

 

 

 

- 1,35 / woning

- 1,2 / woning

- 1,05 / woning

 

 

 

- 1,55 / woning

- 1,35 / woning

- 1,1 / woning

 

 

 

- 1,8 / woning

- 1,55 / woning

- 1,25 / woning

 

0,3

Sociale koopwoning

1 / woning

1 / woning

1 / woning

 

0,3

Sociale huurwoning

0,6-0,9 / woning

0,6-0,9 / woning

0,75-0,9 / woning

 

0,3

Kamerwoning / studentenkamer

0,15 / kamer

0,25 / kamer

0,25 / kamer

 

0,2

Assistentiewoning

0,4 / kamer

1 / kamer

1,1 / kamer

 

0,3

Woonzorgcentrum

0,6 / wooneenheid

0, 6 / wooneenheid

0,6 / wooneenheid

 

60%

Kantoor niet in stationsomgeving

 

1,10 / 100m2 bvo

1,55 / 100m² bvo

1,65 / 100m² bvo

 

5%

Kantoor in stationsomgeving

- A’pen-Centraal: 0,6 / 100 m²

- A’pen-Berchem:
0,8 / 100m²

- A’pen-Zuid:

1 / 100m²

 

 

  

 

5%

Detailhandel (< 500m² bvo)

op maat

op maat

op maat

 

89%

Detailhandel

(500m² bvo t/m 1.500m² bvo)

3,3 / 100 m2 bvo

4,3 / 100m² bvo

4,7 / 100m² bvo

 

94%

Detailhandel

(> 1.500m² bvo)

4,7 / 100m² bvo

5,3 / 100m² bvo

6,0 / 100m² bvo

 

84%

horeca

op maat

op maat

op maat

 

hotel 74%

restaurant 80%

café 90%

Crèche (> 500m² bvo)

0,6 / 100m2 bvo

0,7 / 100m2 bvo

0,9 / 100m² bvo

 

95%

Basisonderwijs

0,75 / leslokaal

0,75 / leslokaal

0,75 / leslokaal

 

 

Secundair onderwijs

3,3 /100 leerlingen

4,0 /100 leerlingen

4,3 /100 leerlingen

 

11%

Hoger onderwijs

op maat

op maat

op maat

 

hogeschool 72%

Volwassenonderwijs

op maat

op maat

op maat

 

95%

Sporthal

1,45 / 100m² bvo

2,0 / 100m² bvo

2,65 / 100m² bvo

 

96%

Andere functies

Op maat

Op maat

Op maat

 

 

 

 

De bouwcode houdt rekening met specifieke probleemstellingen rond parkeren. Zo kunnen er voor sociale woningbouw en kinderdagverblijven andere factoren bepalend zijn in het bepalen van het aantal plaatsen en de ligging ervan.

 

De bouwcode voorziet verder in een compensatieregeling wanneer het verplichte aantal autostal- en autoparkeerplaatsen niet gerealiseerd kan worden.

 

Bij grootschalige projecten is bijkomend onderzoek naar de parkeernoodzaak en verkeers(over)last noodzakelijk. Hierbij wordt steeds gestreefd naar een ruime waaier aan vervoersmogelijkheden die tezelfdertijd het zuinig ruimtegebruik faciliteren.

In een mobiliteitstoets worden naast het parkeren ook andere facetten van werknemers- en bezoekersverplaatsingen beschreven. Zo denken we aan het gebruik van het openbaar vervoer, autodelen, fietsdelen, etc. Deze mobiliteitstoets wordt bij voorkeur opgemaakt door mobiliteitsexperten.

Bij grootschalige projecten dient het aantal vervoersmogelijkheden zeer divers te zijn maar moet er tevens zuinig ruimtegebruik nagestreefd worden. Dit kan onder meer door het gedeeld gebruik van parkeerplaatsen tussen functies die naar mobiliteitsvraag complementair zijn.

 

Met grootschalige projecten wordt bedoeld:

  • gebouwen vanaf 30 wooneenheden

  • kantoren vanaf 2.000 vierkante meter bruto vloeroppervlakte

  • bedrijvigheid/KMO vanaf 8.000 vierkante meter bruto vloeroppervlakte

  • handelsfuncties vanaf 750 vierkante meter bruto-vloeroppervlakte

  • ziekenhuizen

  • voetbalstadia

  • culturele centra

  • rust- en verzorgingstehuis

  • onderwijsinstellingen

  • andere functies vanaf 50 parkeerplaatsen

 

Voor deze grootschalige projecten kan dan bijkomend afgeweken worden als:

  • de confrontatie van het mobiliteitsprofiel en het bereikbaarheidsprofiel aantoont dat er meer of minder parkeerplaatsen nodig zijn;

  • het parkeeronderzoek aantoont dat de parkeerdruk in de omgeving reeds erg hoog is;

  • als parkeerplaatsen gedeeld kunnen worden;

  • indien een bedrijfsvervoersplan aantoont dat er voldoende alternatieven voorhanden zijn.

 

Het stallen en parkeren van auto’s is toegelaten op volgende wijze, opgesomd in volgorde van voorkeur:

  • ondergronds binnen het bouwvolume;

  • bovengronds binnen het bouwvolume, op voorwaarde dat de plint levendig is;

  • ondergronds onder tuinen indien een grondlaag met een dikte van minimaal 1 meter wordt voorzien;

  • bovengronds in open lucht, met uitzondering van percelen met een woonfunctie van meer dan 2 wooneenheden en/of kantoorfunctie, rekening houdend met het realiseren van kwalitatieve open ruimte en binnen de draagkracht van het gebied.

 

De bouwcode bevat naast de normering om het aantal stal- en parkeerplaatsen te bepalen ook richtlijnen voor de inrichting van de parkeerplaatsen.