8.3 Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (S-RSA)

(goedgekeurd door de deputatie van de provincie Antwerpen op 22 december 2006)

De ruimtelijk visie op de stad is gebaseerd op een generiek en een actief beleid. De leidraad hierbij zijn een aantal thematische denkbeelden en strategische maatregelen om de visie op de ganse stad op een gestructureerde wijze gestalte te geven en ook effectief tot stand te brengen.

Het plangebied ligt volgens deze visie op het kruispunt van een Harde Ruggengraat voor grootstedelijke functies, parallel aan de Schelde, en een Zachte Ruggengraat van parkgebieden die de openruimte buiten de stad in verbinding stelt met de Schelde en zo de stad groen kleurt.

Het plangebied vormt bovendien een strategische link tussen het noordelijke deel van de stad met de haven en het centrum. Het is een strategische plek omdat het een mogelijke verbinding is tussen verschillende deelruimten van de agglomeratie (haven–park, stad–park, …). Een belangrijk stedelijk gebied in transformatie dus, binnen een policentrisch opgebouwde grootstad waar het metropolitaan gebied van het Eilandje aan de stedelijk parkstructuur van de Schijnvallei raakt. Bovendien is het door de positie ten opzichte van een belangrijke in- en uitvalsweg (Noorderlaan) ook één van de stadspoorten.

Spoor Noord is een geselecteerde kantoorlocatie met 63.000m² te ontwikkelen kantooroppervlakte. Het Eilandje is in het algemeen zeer geschikt voor de vestiging van havengerelateerde kantoren, maritieme bedrijven en hoofdzetels van de havensector. Aan de Kop Spoor Noord wordt er qua kantorenbeleid een verwevingstrategie nagestreefd. Er is ruimte voor een gemengde stedelijke ontwikkeling met een mix van wonen, kantoren en stedelijke voorzieningen (bv. stedelijk ziekenhuis). Deze ruimte moet geïnspireerd worden door volgende criteria:

  • Het behoud van de oost-westgerichte ecologische verbinding door het park.

  • Het concentreren van nieuwe ontwikkelingen in het westelijk deel van het park, doorkruist door een groene strook die via het Eilandje kan reiken tot aan de Schelde.

  • Het verbeteren van de noord-zuidrelaties tussen de omliggende woonwijken.

Het RUP handhaaft in beide scenario’s de gemengde stedelijke ontwikkeling. De oost-westgerichte ecologische verbinding door het park wordt gerealiseerd enerzijds langsheen het voetpad dat is aangeduid binnen het publiek domein ten noorden van de bouwpercelen en anderzijds door de parkhelling en parkbrug in het zuidelijke deel van de kop Spoor Noord (ten zuiden van het plangebied).

Het RUP voorziet 2 belangrijke noord-zuidverbindingen.

 

 [image]

 [image]

 [image]

Synthese S-RSA gewenste ruimtelijke structuur (generiek en actief beleid)

 

In de contactzones met de haven die in transformatie zijn, is er speciale aandacht nodig voor het publieke domein. Het vormgeven van specifieke en stimulerende stedelijke ruimten is een belangrijke doelstelling. De continuïteit van het publieke domein als een meer stedelijke omgeving is de voorwaarde voor een kwalitatieve ontwikkeling van de Harde en de Zachte Ruggengraat. Het publiek domein is de rode draad.

De open ruimte moet de stad beïnvloeden op dezelfde manier waarop de verkeersstructuur dat in het verleden heeft gedaan. De stad moet gestructureerd worden door de Zachte Ruggengraat van parkgebieden. Het plangebied is als onderdeel van de Kop Spoor Noord gelegen in de stedelijke parkstructuur die de haven dient te omarmen. Het plangebied van Park Spoor Noord is een ontbrekende schakel tussen Schijnvallei en Scheldeboorden.

Het doel van projecten gelegen in de stedelijke parkstructuur, is het ontwikkelen van innovatieve oplossingen, die coherent zijn met het landschap en de integratie tussen open ruimten en stedelijke wijken bevorderen. Bebouwing is mogelijk volgens de richtlijnen om te ‘bouwen volgens de regels van de Ecostad’ en ‘bouwen in het park’.

  • Bebouwing legt grenzen vast, bevordert toegankelijkheid en sociale controle en introduceert nieuwe woonstijlen en –concepten;

  • Aandachtspunten zijn toegankelijkheid, ‘fronten’, het ontwerp van de benedenverdieping en verdichting. Bijzondere aandacht moet besteed worden aan de landschappelijke inpassing en de groene dooradering.

De stad moet een ruimtelijk ‘open’ systeem zijn met een fijnmazige en optimale verdeling van het verkeer over het lager netwerk dat ten dienste staat van het stedelijk gebied. Versterken van het openbaar vervoer wordt centraal gesteld binnen dit lager netwerk om privaat transport in het stadscentrum te beperken en de rol van lokale centraliteit (buurt- en stedelijke centra) te versterken. Een functie als het ZNA op een locatie die multimodaal bereikbaar is, zorgt voor minder auto’s in de stad.

Het s-RSA zegt letterlijk: Kantoren, diensten, commerciële activiteiten en voorzieningen, zoals stedelijke ziekenhuizen, moeten dus gelegen zijn langs de tramlijnen om zo stedelijke centra te vormen, het karakter van de buurt te verhogen en een sterkere relatie tussen de verschillende bestaande infrastructuren te definiëren. Nieuwe grote ontwikkelingsgebieden situeren zich daarenboven op belangrijke knooppunten van openbaar vervoer (bvb. kantoorontwikkelingen, bedrijventerreinen, toplocaties).

De realisatie van Brabo 2 biedt de nodige garanties voor de realisatie van een kwalitatief openbaar vervoersnetwerk. De realisatie van Brabo 2 is afgestemd op de stedenbouwkundige voorschriften van voorliggend RUP.

In het s-RSA is de Noorderlaan als één van de radialen een territoriale boulevard met tramverbinding. De Leien openen via de Noorderlaan de stad naar het noorden en ondersteunen zo de geografische structuur van de Harde Ruggengraat. Langs deze route loopt het bus- en tramnetwerk en een uitgebreid systeem van wandel- en fietspaden.

De stad moet zich blijvend kunnen heruitvinden. Duurzame hedendaagse architectuur is een onderdeel van de historische gelaagdheid. Monumenten, beeldbepalende gebouwen en generieke richtlijnen in verband met beeldkwaliteit moeten mee opgenomen worden in de gemeentelijke RUP’s om ze meer juridische waarde te geven. Deze moeten een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de leefomgeving en de identiteit van de gebieden. Dit veronderstelt dat in de RUP’s volgende aspecten kunnen onderzocht worden:

  • De algemene wijze van bebouwing binnen de cultuurhistorische en architecturaal samenhangende gebieden (ook de nieuwe).

  • De wijze van omgaan met aanwezig archeologisch patrimonium, inclusief de historische waterstructuur van de stad.

  • Het valoriseren van historisch typische structuurgevende elementen en kenmerken in het landschap.

  • Het omgaan met de skyline indien van toepassing.

Binnen het strategisch of actief beleid vormt het plangebied het westelijke uiteinde van één van de 5 parken van de Zachte Ruggengraat en heeft het tegelijkertijd belangrijke raakvlakken met de Harde Ruggengraat. Dit stedelijk vernieuwingsproject langs de Schelde moet speciale aandacht besteden aan het publieke domein. De continuïteit van het publieke domein langs de Schelde en de dokken is de voorwaarde voor een kwalitatieve ontwikkeling van de Harde Ruggengraat.

 

Link met Stuivenbergziekenhuis

De problematiek van het nieuwe ziekenhuis op Kop Spoor Noord is gerelateerd aan die van de huidige locatie van het Stuivenbergziekenhuis. Bij het verdwijnen van de huidige functie van de site van het Stuivenbergziekenhuis, aansluitend aan de Lange Beeldekensstraat (geselecteerd in het structuurplan als winkelstraat), is een gemengd renovatieproject mogelijk, vergelijkbaar met het project voor de site van het Militair Hospitaal. Voor dit historisch waardevol complex moet nieuwe invulling worden onderzocht, die bestaat uit een combinatie van wonen, woonondersteunende functies, groen en dit gecombineerd met een mogelijke vestiging van een psychiatrische instelling voor geïnterneerden.