4.2 Geluids- en luchtstudie

 

Geluidshinder

 

 [image][image]

Figuur 47 | Aanduiding van de site op de geluidsbelastingskaart alle bronnen Lden (LNE, 2014)

 

Voor geluidshinder bestaat geen (in tegenstelling tot Nederland) officieel normenkader op Europees of Vlaams niveau. Er bestaan wel een aantal referentiewaarden (voorgesteld door LNE in het MER richtlijnenboek voor geluid en trillingen). Deze referentiewaarden geven het kader aan waarmee de omgevingskwaliteit van een site kan beoordeeld worden.

  • Lden ≤ 60dB/Lnight ≤ 50dB à kwalitatieve woonomgeving

  • Lden ≤ 65dB/Lnight ≤ 55dB à aanvaardbare woonomgeving, maar milderende maatregelen zijn aangewezen.

  • Lden > 70dB/Lnight > 60dB à het geluidsniveau is onaanvaardbaar hoog, woonfunctie is niet aangewezen.

Op bovenstaande kaart blijkt duidelijk dat de geluidsbelasting op de site zeer hoog is, de geluidsniveaus variëren van 65 tot 75dB. Enkel in een klein deel van het binnengebied wordt de 60dB (nipt) niet overschreden. De voornaamste bronnen zijn wegverkeer en spoorverkeer.

 

Luchtkwaliteit

 

 [image][image]

Figuur 48 | NO2 kaart situatie 2012

 

Wat de luchtkwaliteit betreft legt de EU voor een aantal polluenten drempelwaarden vast die niet overschreden mogen worden. Voor fijn stof (PM10, PM2.5) worden die normen de laatste jaren gerespecteerd en prognoses voor de toekomst geven aan dat de toestand nog verder verbetert.

 

Fijn stof
(PM
10)

mens

jaargemiddelde

40 µg/m3

grenswaarde

mens

daggemiddelde; overschrijding is toegestaan op niet meer dan 35 dagen per jaar.

50 µg/m3

grenswaarde

 

Fijn stof
(PM
2,5)

mens

jaargemiddelde

25 µg/m3

grenswaarde, geldig van af 2015

mens

jaargemiddelde

20 µg/m3

streefwaarde, te bereiken in 2020

 

 

De meest relevante indicator blijft NO2. Stikstofdioxide is een oxiderend gas dat irritatie van de luchtwegen kan veroorzaken. Verder speelt het een belangrijke rol in de verzuring, in de vorming van secundair fijn stof en als ozonprecursor. NO2 wordt beschouwd als een ‘proxy’ voor verkeersgerelateerde luchtverontreiniging. Zowel de EU (2008/50/EG) als de Wereldgezondheidsorganisatie hanteren dezelfde jaargemiddelde grenswaarde van 40 µg/m³. Deze is bedoeld om de blootstelling van mensen aan lokale hoge concentraties langs bijvoorbeeld straten en wegen zo sterk mogelijk te beperken;

 

Op bovenstaande kaart is te zien dat de site voor NO2 in een risicozone tussen 40 en 50 µg/m³ ligt. Hier moeten zware inspanningen worden geleverd om de concentratieniveaus naar beneden te krijgen. Er wordt wel verwacht dat de plaatselijke situatie tegen 2020 aanzienlijk verbetert, vooral omdat het vracht- en busvervoer door de invoering van EURO 6 dieselmotoren properder wordt en het openbaar vervoersnet in de omgeving verder wordt uitgebouwd.

Enkele courante maatregelen voor een verbetering van de leefkwaliteit:

  • Gebouwen voor andere dan woonfuncties als buffer tussen de verkeersweg en de woonzone plaatsen, waardoor de luchtkwaliteit in het binnenterrein verbetert.

  • Aanleggen van groene zones die de afstand tussen bron en ontvanger vergroten

  • In functie van een gezond binnenmilieu is een ventilatiesysteem noodzakelijk. Er wordt minstens een F7 filter in combinatie met een actieve koolfilter aanbevolen; de aanzuiging wordt aan de verkeersluwe zijde geplaatst.

 

 

In maart 2012 werd een studie naar de geluids- en luchtkwaliteit voor de sites Havana en Rozemaai opgeleverd.

 

De conclusie van de studie naar geluid op de site Havana luidt als volgt:

Uit de bestaande geluidsbelastingskaarten van LNE en de eigen geluidsmodellering door Acoustical Engineering blijkt dat de Vlaremnormen en de consensuswaarden voor verkeersgeluid in (vrijwel) het hele deelgebied Rozemaai (ver) overschreden worden. In deelgebied Havanastraat ligt het geluidsniveau minstens even hoog, maar zijn de normen minder streng omdat de geplande bestemming hier “gemeenschapsvoorzieningen” (in casu een onderwijscampus) is en niet woongebied.

In deelgebied Havanastraat kan het gepland technisch gebouw langs de A12 voldoende afscherming bieden om t.h.v. de eigenlijke scholencampus (ruimschoots) aan de vooropgestelde Lden-norm van 65 dB(A) te voldoen. Dit is wel op voorwaarde dat het gebouw voldoende lang is – zich o.a. tot aan de Ekersesteenweg uitstrekt – en voldoende hoog is – minstens enkele meters uitsteekt boven de A12, die hier op een talud gelegen is (scenario 1). Indien men ook in het oostelijk deel van de site een geluids-niveau onder de 65 dB(A) wil bekomen, is ook afscherming nodig t.o.v. het geluid van het knooppunt Antwerpen-Noord en de spoorweg Antwerpen-Nederland. Dit kan bekomen worden door het technisch gebouw L-vormig door te trekken langs de spoorweg (scenario 2).

Aan de oostrand van Rozemaai en de westrand van Havanastraat zal de voorziene snelheidsverlaging op de Ekersesteenweg, resp. de Noorderlaan voor een daling van het geluidsniveau met 1 a 2 dB(A) zorgen, maar t.h.v. de eerstelijnsbebouwing nog altijd boven 60 dB(A) Lden liggen. Geluidsschermen of –bermen zijn hier niet aan de orde; de aangewezen oplossing is een betere isolatie van de betreffende bouwblokken.

 

De conclusie van de studie naar lucht op de site Havana luidt als volgt:

Wat het aspect luchtkwaliteit betreft, kan op basis van de luchtmodellering van VITO voor het jaar 2015 verwacht worden dat noch voor NO2, PM10 of PM2,5 een overschrijding zal optreden van de jaargemiddelde normen. Dit is in belangrijke mate het gevolg van de stelselmatige verstrenging van de emissienormen en vernieuwing van het wagenpark.

Hierdoor zijn milderende maatregelen t.h.v. het studiegebied in principe niet nodig, maar elke maatregel ter verbetering van de luchtkwaliteit is uiteraard wenselijk.