In het kader van de wettelijke verplichting voor het RUP Havanastraat wordt door Antea Group een plan-MER opgesteld (zie jaarnummer 3946) waarin de milieueffecten van het plan worden onderzocht. De effecteninschatting op vlak van mobiliteit is gebaseerd op het MOBER Havanastraat (Grontmij, 24 augustus 2015), dat zelf voortbouwt op het rapport “verkeersonderzoek ontsluiting Havanasite” (Grontmij, 12 september 2013).
De volgende disciplines worden in het plan-MER behandeld door een erkend MER-deskundige:
• Mens – mobiliteit
• Geluid en trillingen
• Lucht
De disciplines bodem, water, fauna en flora en landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie en mens – ruimtelijke en sociale aspecten (inclusief hinderaspecten) worden voor dit plan niet als sleuteldisciplines beschouwd, en worden behandeld door de MER-coördinator.
In het plan-MER houdt de bespreking, beoordeling en evaluatie van de effecten van het plan voor de verschillende milieudisciplines rekening met globale ingreep-effectrelaties. De beoordeling van de effecten gebeurt waar mogelijk o.b.v. cijfermatige gegevens, en – indien dit niet mogelijk is vanwege de aard van het effect en/of het ontbreken van cijfergegevens – o.b.v. expert judgement.
Om een overzicht te verkrijgen van het belang van de verschillende effecten wordt voor elk effect volgende indelingswijze gehanteerd over de verschillende disciplines heen:
Er wordt bij de beoordeling van de negatieve effecten zowel rekening gehouden met de omvang en schaal van de impact van het plan of haar onderdelen, als met de kwetsbaarheid van de omgeving voor het betreffend milieuaspect. Grosso modo kan volgend algemeen significantiekader vooropgesteld worden:
Figuur 51 | waardeschaal voor effectenbeoordeling uit plan-MER, Antea Group, 2015
Het voorstellen/opleggen van milderende maatregelen is gekoppeld aan de effectbeoordeling:
-
Bij impactscore -1 is onderzoek naar milderende maatregelen minder dwingend maar indien de onderzoekssturende randvoorwaarden aangeven dat er zich een probleem kan stellen dan worden voorstellen van milderende maatregelen uitgewerkt;
-
Bij impactscore -2 wordt noodzakelijkerwijs gezocht naar milderende maatregelen, eventueel gekoppeld aan langere termijn;
-
Bij impactscore -3 wordt noodzakelijkerwijs gezocht naar milderende maatregelen, waarbij aangegeven wordt hoe deze bij de uitvoering van het plan/project zullen ingepast worden.
Figuur 52 | synthesetabel van milieueffecten + milderende maatregelen uit het plan-MER, Antea Group, 2015
Conclusies en aanbevelingen uit het ontwerprapport plan-MER
Algemeen kan dus gesteld worden dat het plan:
De binnenzijde van het kazernecomplex wordt qua geluids- en luchtklimaat geschikt geacht om er kwetsbare functies als wonen en/of onderwijs in te planten, en dit dankzij de afschermende werking van de bestaande en nieuwe omliggende bebouwing ten opzichte van de lucht- en geluidsemissies van de A12 en de E19. Het geluids- en luchtklimaat aan de buitenzijde van het complex, in het bijzonder langs de Noorderlaan, is en blijft echter matig tot slecht.
De geschiktheid van het kazernecomplex voor kwetsbare functies is onder voorbehoud dat de externe mensrisico’s verbonden aan de nabije Seveso-inrichting Euroports Terminal Antwerp (nog steeds) aanvaardbaar zijn.
Op basis van de resultaten van het plan-MER GRUP Oosterweelverbinding kan verwacht worden dat deze verbinding een (beperkt) positief effect zal hebben op de verkeersdoorstroming, geluids- en luchtkwaliteit ter hoogte van het plangebied.
Ten aanzien van het RUP worden volgende milderende maatregelen en aanbevelingen gedaan:
Figuur 53 | milderende maatregelen en aanbevelingen ten aanzien van het RUP
Voorts is uiteraard steeds de sectorale wetgeving (Hemelwaterbesluit, Vlarema, archeologie,…) van toepassing.
5 oktober 2015 werd de kennisgeving/ontwerp-MER gezamenlijk ingediend.
Bij het opstarten van de m.e.r.-procedure is expliciet gekozen om de voorgestelde methodologie, die in de kennisgeving wordt beschreven, reeds verder uit te werken (ontwerp-MER) en beide gebundeld in te dienen.
Het plan-MER dient goedgekeurd te zijn opdat het samen met het ontwerp RUP in openbaar onderzoek kan gaan. Het ontwerp-RUP inclusief plan-MER, dat naar de plenaire vergadering gaat, dient rekening gehouden te hebben met de officiële richtlijnen die zijn geformuleerd in de plan-m.e.r.-procedure.
Op 2 februari 2016 werd het plan-MER goedgekeurd door de dienst milieueffectenrapportagebeheer van het Vlaams departement Leefmilieu, natuur en energie.
|