5 Beschrijving van beleidsvisies en de bestaande juridische toestand | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Plan 2: bestaande juridische toestand 5.1 Ruimtelijk beleidscontext 5.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
Besluit Vlaamse Regering 23 september 1997
In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is Antwerpen geselecteerd als grootstedelijk gebied. Het maakt deel uit van de Vlaamse Ruit. Er zijn ontwikkelingsperspectieven vooropgesteld voor de grootstedelijke gebieden zoals o.a. minimale woondichtheden, een differentiatie en verbetering van de woningvoorraad, een versterking van de multifunctionaliteit, het ontwikkelen van kantoren aan de knooppunten van openbaar vervoer, het afstemmen van voorzieningen op het belang van het stedelijk gebied, het bundelen van de kleinhandel en het behoud en de ontwikkeling van randstedelijke groengebieden. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt tevens een specifiek beleid inzake stedelijke mobiliteit aangereikt.
Relevante aspecten voor het plangebied:
"Het is noodzakelijk de stedelijke gebieden te vernieuwen door het voeren van o.a. een meer dynamische stadsvernieuwing. De vernieuwing van verwaarloosde of onderbenutte terreinen is hiervan een essentieel onderdeel. Strategische projecten stimuleren andere actoren, waaronder huisvesting, om projecten op te zetten die de aantrekkelijkheid van het stedelijk wonen aantonen".1
"Om in de bestaande toeristisch-recreatieve aantrekkingspolen … de kwaliteit van de leefomgeving en de maatschappelijke en economische ontwikkelingsmogelijkheden van de eigen bevolking te behouden, is het wenselijk een in het stedelijk beleid geïntegreerde toeristische beleidsvisie te ontwikkelen. Aandacht moet gaan naar het ontwikkelen van minder bezochte toeristische potenties in en nabij de stedelijke gebieden".2
Het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen kiest voor een stedelijk beleid en pleit voor stedelijke vernieuwing en herwaardering. De stedelijke vernieuwing wordt vorm gegeven door strategische projecten. 5.1.2 Ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen
Goedgekeurd bij ministerieel besluit op 10 juli 2001
-Antwerpse fragmenten hoeksteen van de Vlaamse ruit Vier grote hoofdruimten zijn gesitueerd in de provincie: de Antwerpse fragmenten, de Noorderkempen, de Oostelijke Netwerken en het Netegebied. In de Antwerpse fragmenten is het grootstedelijk gebied Antwerpen het a- centrisch hart van de provincie. Het gebied rond het grootstedelijk gebied is het Antwerpse deel van de Vlaamse ruit. Het gebied is sterk verstedelijkt en bestaat uit een kluwen van stedelijke fragmenten. Vanuit de Antwerpse gordel die aangeduid is als een groene band omheen het grootstedelijk gebied (met recreatieve en open ruimte functies), dringen groene vingers van bovenlokaal niveau het stedelijk gebied binnen. Voor de Antwerpse fragmenten geldt een beleid van omgaan met fragmentatie. -Zeven deelruimten binnen de Antwerpse fragmenten De hoofdruimte Antwerpse fragmenten bevat verschillende deelruimten. Antwerpen behoort tot de deelruimte 'het grootstedelijk Antwerpen'. Deze deelruimte behoudt voor de provincie een centrale rol en biedt het gebied ruimte aan de meest hoogwaardige functies. Antwerpen is het grootstedelijk hart van de provincie.
-Doelstellingen - Vernieuwen van het grootstedelijk gebied; dit vertaalt zich bijvoorbeeld in het herbestemmen van verlaten bedrijventerreinen, het vernieuwen van woonomgevingen, het realiseren van groenstructuren,… - Uitbouwen van kwalitatieve woonomgevingen; o.a. de morfologische en functionele dichtheid van Antwerpen kernstad (stadskern en negentien eeuwse gordel) kan verlaagd worden enerzijds door het doorlopend herwaarderen van het weefsel en anderzijds door het uitvoeren van herbestemmingsprojecten - Vrijwaren van de groene vingers door het realiseren van een grootstedelijke groenstructuur - Verbeteren van de bereikbaarheid Uitbouwen en inrichten van grootstedelijke assen 5.1.3 Globaal Structuurplan Antwerpen
(goedkeuring synthesenota globaal structuurplan Antwerpen d.d. 26/06/1990)
Het Globaal structuurplan Antwerpen (1990), "Antwerpen een herwonnen stad", was het resultaat van het planproces dat opgestart werd naar aanleiding van de fusie van Antwerpen met de omliggende gemeenten. Het doel was te komen tot een gemeenschappelijk ruimtelijk beleid voor de stad en zijn districten ("Dorpen en Metropool"). Het plan was opgebouwd op basis van de ruimtelijke structuur en gewenste ontwikkeling voor de jaren negentig, ingepast in een globale ruimtelijke visie, voorgesteld in het plan. De visie werd vertaald in ruimtelijke concepten en een structuurschets voor het stedelijk gebied en de kernstad. De concepten benadrukten acht hoofdthema's, aangetoond met enkele schetsen en beschouwd als de basis voor de stedelijke herwaardering:
De visie en de concepten werden uitgewerkt als specifieke middelen om de acties te begeleiden in drie verschillende facetten: een verweving van huisvesting en activiteiten, een nieuwe poging om een lightrail te realiseren als openbaar vervoersmiddel, nieuwe relaties tussen de stad en de haven aan te gaan. Deze prioriteiten werden voorgesteld en gedetailleerd in sommige specifieke projecten zoals bijvoorbeeld de herwaardering van het publiek domein samen met het verbeteren van de kwaliteit van de woningen in de negentiende eeuwse gordel. Tenslotte bevat het document een lijst van strategische projecten: bijvoorbeeld de oost-west as, de verlenging van de tramlijnen, een fietsnetwerk, het Ringbos, buffers tussen de haven en de polderdorpen, de brugpoorten, enzovoort. Voor de realisatie van de projecten werden er specifieke organisatorische structuren uitgewerkt. 5.1.4 Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (S-RSA)
(in opmaak; presentatie Nota Strategische Aanpak aan het College van burgemeester en schepen in juli 2003; Start Nota in november 2003)
Om dit te kunnen uitwerken zal in het vervolg proces van de opmaak van dit Structuurplan, meer dan in de voorbije fase ( opmaak Nota Strategische Aanpak en Startnota) aandacht moeten besteed worden aan de districten buiten de Ring (incl. Berendrecht, Zandvliet en Lillo). Met het oog op de veranderende socio-demografische en socio-economische omstandigheden zal de vernieuwing van de stad de doorwerking van de verzorgingseconomie moeten faciliteren en aandacht hebben voor aangepaste voorzieningen voor de verouderde baby-boomgeneratie. Ook deze aspecten zullen in de volgende fase van het Structuurplan verder uitgewerkt worden.
De verkennende projecten die werden voorgesteld in het vierde hoofdstuk hadden tot doel om de haalbaarheid te testen van het concept en van de coherentie met de sleutelkwesties, beelden en projecten opgenomen in de Atlas.
5.1.5 Gemeentelijke Natuurontwikkelingsplan (GNOP)
(definitief goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 april 1997)
In het GNOP wordt gestreefd naar het behoud van de huidige kwaliteit en de versterking van de potentiële kwaliteit van de natuurwaarden. Het GNOP van Antwerpen omvat twee delen: deel I houdt een inventarisatie van de actuele ecologische waarden in. Deel II houdt acties in voor specifieke gebieden. Het spoorwegemplacement wordt bij de inventarisatie niet vermeld. In het tweede deel worden de ecologische waarden van spoorwegemplacementen in het gefragmenteerd landschap benadrukt.
5.1.6 Mobiliteitsplan
(voorgelegd aan de auditcommissie op (12-06-2003)
Het mobiliteitsplan Antwerpen is uitgesplitst in een algemeen deel en acht deelgebieden. Het spoorwegemplacement is gelegen in het deelgebied Kernstad In het hoofdstuk "Opbouw van het beleidsplan 2010" worden de werkdomeinen (A "ruimtelijke ontwikkelingen", B "ontwikkelingen verkeersnetwerken", C "ondersteunende maatregelen", D "samenhang tussen werkdomeinen A, B, C", E "financiële raming" en F "organisatie") uitgewerkt tot een consistent en duurzaam geheel van maatregelen.
Volgende projecten worden als strategische projecten geduid:
Ten opzichte van de ruimtelijke ontwikkelingen worden volgende doelstellingen geformuleerd:
Ten opzichte van de ruimtelijke ontwikkelingen worden volgende doelstellingen geformuleerd:
Ten opzichte van de ontwikkeling van verkeersnetwerken worden volgende doelstellingen geformuleerd:
De wegen in de nabijheid van het plangebied behoren tot de volgende categorie:
Onderdeel van het mobiliteitsplan is een parkeerplan. Voor het deel van het stadsgrondgebied binnen de Singel werd dit plan opgemaakt in 1998 en door het college goedgekeurd. Volgende elementen zijn van toepassing op het projectgebied:
5.2 Bestaande juridische toestand 5.2.1 Gewestplan
Het plangebied is deel van het gewestplan Antwerpen.3 Het plangebied is hierin bestemd als stedelijk ontwikkelingsgebied met uitzondering van het deel gelegen tussen de Noorderlaan en de Kempenstraat. Dit deel is aangeduid als zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's .
De aanvullende stedenbouwkundige voorschriften voor het gewestplan Antwerpen omschrijven stedelijke ontwikkeling als volgt. "Dit gebied is bestemd voor industriële, ambachtelijke en agrarische activiteiten, kantoren kleinhandel, dienstverlening, recreatie, wonen, verkeer en vervoer, openbaar vervoer openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen, en dit voor zover deze functies verenigbaar zijn met hun onmiddellijke multifunctionele stedelijke omgeving.
De stedenbouwkundige aanleg van het gebied, de bijhorende voorschriften betreffende terreinbezetting, vloeroppervlakte, hoogte; aard en inplanting van de gebouwen met bijhorende voorzieningen , en de verkeersorganisatie in relatie met de omliggende gebieden, worden vastgesteld in een bijzonder plan van aanleg vooraleer het gebied kan ontwikkeld worden. Ook het wijzigen van de functie van de bestaande gebouwen kan pas na goedkeuring van een bijzonder plan van aanleg".4
figuur 3: uittreksel gewestplan Antwerpen
5.2.2 BPA's in de omgeving
Twee BPA's zijn gesitueerd in de omgeving van het studiegebied: BPA nr. 97: "Dam West" (goedgekeurd MB 08/06/1988) en het BPA nr. 16 "Slachthuis en omgeving" (goedgekeurd M.B. 26/06/2001).
Het belangrijkste doel van het BPA "Dam West" is het garanderen en stimuleren van de leefbaarheid in deze wijk (Dam). Het betreffende deel van de Damwijk was volgens het geldende gewestplan bestemd als KMO zone. In werkelijkheid bestaat dit gebied voor 60% uit ambachtelijke bedrijven en ongeveer 40% wonen (inclusief binnenplaatsen). Het BPA "Dam West" bevestigt deze realiteit door het bestemmen van ongeveer 40% tot woonzone.
Het BPA "Slachthuis en omgeving" betreft overwegend een verfijning van de bestemming op het gewestplan (zone voor openbaar nut) naar "zone voor groothandelsactiviteit". Deze zone is bestemd voor groothandelsactiviteiten gericht op de vleesverwerkende industrie, voornamelijk vlees en gevogelte en de toelevering aan de horeca en detailhandel. De noordwestelijke zijde/huizenrij van de Ceulemansstraat is bestemd als woonzone. 5.2.3 Verkavelings- en rooilijnplannen Er zijn geen goedgekeurde verkavelingen gelegen in het plangebied. 5.2.4 Statuut van wegen en waterwegen De Noorderlaan, de Leien en de Singel zijn gewestwegen. Alle overige wegen zijn gemeentewegen. Binnen het plangebied liggen geen voet- of waterwegen opgenomen in de Atlas van Voet of Waterwegen. 5.2.5 Beschermde monumenten, landschappen en stads- en dorpsgezichten Enkele monumenten binnen en de omgeving het plangebied zijn bij besluit als monument beschermd. Deze zijn aangeduid op plan. Tabel 1: beschermde monumenten in (de omgeving van) het plangebied
5.2.6 Woningvernieuwingsgebieden en woningbouwgebieden Status: de woongebieden en de woonvernieuwingsgebieden werden bij besluit van de Vlaamse Regering op 7 april 1998 afgebakend. In artikel 23 van de Vlaamse Wooncode is het territoriaal selectief huisvestingsbeleid voor het eerst decretaal verankerd. Ter uitvoering van dit artikel keurde de Vlaamse Regering 'het besluit houdende de afbakening van woonvernieuwings- en woningbouwgebieden' goed.
De volgende gebieden zijn als woonvernieuwingsgebied bepaald: Tabel 2: Woningvernieuwingsgebieden en woningbouwgebieden
5.3 Eigendomsstructuur
Het plangebied kent slechts twee eigenaars: de gronden ten noorden van de Noorderlaan zijn in eigendom van NV ANNEIS (een vennootschap die werd opgericht door EIS en het autonoom gemeentebedrijf Antwerpen Nieuw Noord). De overige gronden zijn eigendom van de NMBS. De Italiëlei en de Noorderlaan zijn beide gewestwegen en dus eigendom van het Vlaamse Gewest. figuur 4: eigendomsstructuur
5E.I.S. Euro Immo Station, dit is een dochter van de spoorwegmaatschappij NMBS (nationale maatschappij Belgische Spoorwegen)
|