3 Planningscontext: relatie met de overige planniveaus

 

Kaart 5b: Overzicht planningscontext op mesoniveau

 

3.1 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen

 

Opgesteld door:

Studiegroep Omgeving

In opdracht van:

Provinciebestuur Antwerpen, AROHM Antwerpen

Datum goedkeuring:

10 juli 2001

Status:

Goedgekeurd door de Vlaamse regering

 

Bindende bepalingen

 

Selectie van natuurverbindingen

  • tussen Schelde en de Kuifeend tot aan Leugenberg;

  • tussen Schelde, grensgebied Zandvliet – Putte en complex Mastenbos – Wolvenbos.

 

Selectie van gebieden met een ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang

 

  • gebied met Kuifeend, Verlegde Schijns, vormingsstation Antwerpen-Noord en Muisbroek.

 

Selectie van woonkernen

 

  • Antwerpen, Berchem, Berendrecht, Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem, Wilrijk, Zandvliet, Zwijndrecht en Burcht.

 

Selectie van toeristisch-recreatieve netwerken van provinciaal belang

  • steden en stromen.

 

Selectie van gebieden van primair toeristisch-recreatief belang

  • grootstedelijke gebieden.

 

Selectie van secundaire wegen type III

  • N12 tussen R1 en R11;

  • N70 tussen Antwerpen LO en de grens met provincie Oost-Vlaanderen.

 

Selectie van bakens

  • binnenste fortengordel;

  • kasteel Runcvoort, hof van Rozendaal, kasteel Boekenberg, domein Middelheim, domein Klaverblad.

 

Selectie van open-ruimteverbindingen

  • Peerdbos – Vordenstein;

  • vallei Klein Schijn (inclusief Bosuil);

  • vallei Groot Schijn (inclusief Rivierenhof);

  • vliegveld Deurne;

  • Hazeschrans – fort 6 – UIA – Middelheim;

  • omgeving kasteel Cleydael – fort 7 & 8 – Schoonselhof;

  • rechter- en linkeroever Scheldevallei;

  • gebied ten zuiden van de N49.

 

Acties en maatregelen

De provincie maakt geïntegreerde gebiedsgerichte strategische plannen op voor de Antwerpse gordel (in samenspraak met het Vlaams Gewest) en de gebieden van primair toeristisch-recreatief belang.

 

 

Richtinggevend gedeelte

Bij de formulering van het ruimtelijk concept voor de provincie Antwerpen valt de gemeente Antwerpen in de hoofdruimte “Antwerpse fragmenten (hoeksteen van de Vlaamse ruit)”. Een beleid van omgaan met fragmentatie wordt vooropgesteld.

Volgende ordeningsbeginselen die mee het ruimtelijk concept voor deze hoofdruimte vormen, hebben betrekking op de stad Antwerpen:

  • Schelde, Rupel, Dijle en Nete als dragers van vernieuwing en ontwikkeling;

  • gordel grootstedelijke groenstructuur met groene vingers tot in de kernstad;

  • knooppunten van een voorstedelijk vervoersnet als verdichtings- en ontwikkelingsgebied;

  • Boomsesteenweg als concentratie van grootschalige stedelijke publieksfuncties en activiteiten;

  • haven, Albertkanaal en Brabantse poort als economische concentraties in onderling verband

  • Deelruimte “Grootstedelijk Antwerpen”

Het projectgebied is gelegen binnen de deelruimte Grootstedelijk Antwerpen.

Doelstellingen voor deze deelruimte: -vernieuwen van het grootstedelijk gebied;

  • uitbouwen van kwalitatieve woonomgevingen;

  • vrijwaren van de groene vingers;

  • verbeteren van de bereikbaarheid;

  • uitbouwen en inrichten van grootstedelijke assen.

 

Deelruimte “Antwerpse haven”

Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen selecteert de Antwerpse haven als poort van Vlaams niveau. De haven is bijgevolg een deelruimte van Vlaams niveau. De haven is daarbij onderdeel van een netwerk van havens in de Benelux delta. Een visie op de toekomstige ontwikkeling van de Antwerpse haven moet met deze samenhang rekening houden en complementariteit op basis van eigen sterke punten stimuleren.

Doelstellingen voor deze deelruimte:

  • bieden van kansen aan de haven;

  • Verzekeren van toegankelijkheid en bereikbaarheid;

  • vorm geven aan grenzen;

  • verdichten, efficiënt benutten en hergebruiken van haventerreinen.

 

Deelruimte “Antwerpse gordel”

Een ruimtelijk concept voor de Antwerpse gordel vanuit de invalshoek van de provincie ziet het gebied als een versterkt netwerk van allerlei min of meer natuurlijke en open ruimten rond het grootstedelijk gebied. De binnenste (aan R11) en buitenste fortengordels, samen met sommige rivier- en beekvalleien en het anti-tankkanaal, vormen de ruggengraat van de gordel.

Doelstellingen voor deze deelruimte:

  • tegengaan van bebouwing in de Antwerpse gordel;

  • beschermen, versterken en verbinden van onderdelen van de gordel;

  • versterken van open-ruimte functies zoals natuur, bossen, landbouw, recreatie en landschap.

 

 

SAMENVATTING
: In het betrokken gebied zijn verschillende natuurverbindingen, gebieden met een ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang, bakens en open-ruimteverbindingen bindend geselecteerd. Verder selecteert het PRS Antwerpen volgende wegen bindend als secundaire weg type III: N12 tussen R1 en R1; N70 tussen Antwerpen Linkeroever en de grens met de provincie Oost-Vlaanderen.

Volgende ruimtelijke concepten zijn bepalend voor het betrokken gebied:

- vrijwaren van bebouwing van bestaande en nieuwe groene vingers die vanaf de gordel grootstedelijke groenstructuur doordringen tot in de kernstad. Nieuwe activiteiten mogen het open en groen karakter niet aantasten. Eén van deze groene vingers vormt tevens de afbakening van de haven: de groene vinger langs de N49 die eindigt in het natuurreservaat op linkeroever.
- verbeteren van de bereikbaarheid van de deelruimtes “Grootstedelijk Antwerpen” en “Antwerpse haven”
- Het "Eilandje" is een overgangsgebied tussen stad en haven. Allerlei overgangsfuncties vinden hier plaats, zo ook de toegang tot de haven.

 

CONCLUSIE
Het GRUP houdt rekening met de verschillende natuurverbindingen, gebieden met een ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang, bakens en open-ruimteverbindingen. Indien de aanleg van de Oosterweelverbinding deze gebieden aantast, worden steeds mitigerende maatregelen voorzien. Door de aanleg van de Oosterweelverbinding wordt de bereikbaarheid van Grootstedelijk Antwerpen en de Antwerpse Haven verbeterd.

 

3.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen

 

Opgesteld door:

Provincie Oost-Vlaanderen

In opdracht van:

Provinciebestuur Oost-Vlaanderen

Datum goedkeuring:

18 februari 2004

Status:

Goedgekeurd door de Vlaamse regering

 

 

Bindend gedeelte

 

De nederzettingsstructuur

De provincie selecteert het E17-netwerk als stedelijk netwerk op provinciaal niveau.

 

Lijninfrastructuur

 

De provincie selecteert minimaal de volgende wegvakken als secundaire weg type II:

  • N70 van R42 (Sint-Niklaas) tot Beveren (westelijke grens kleinstedelijk gebied);

  • N450 van N70 (Beveren) tot te ontwerpen primaire weg parallel aan A11/N49.

De provincie selecteert minimaal volgende wegvakken als secundaire weg type III:

  • N70 van westelijke grens kleinstedelijk gebied Beveren tot provinciegrens (Antwerpen).

De provincie suggereert aan het Vlaams Gewest volgende wijzigingen voor de primaire wegen II:

  • Nx van provinciegrens (Antwerpen) tot N451 te ontwerpen primaire weg II, parallel aan A11 cfr.Ontwerp Raamplan mobiliteit Strategisch Plan Linkerscheldeoever.

  • Ny van Nx (A11/N49) tot Verrebroekdok - te ontwerpen deel van Ontsluitingsring Waaslandhaven;

  • Nz van R2 tot Deurganckdok - te ontwerpen deel van Ontsluitingsring Waaslandhaven.

 

 

Richtinggevend gedeelte

 

Het E17-netwerk als stedelijk netwerk op provinciaal niveau

Het E17-netwerk moet de (stedelijke) dynamiek in het spanningsveld Gent-Antwerpen opvangen. Door die te concentreren en te bundelen in het netwerk wordt de verdere verstedelijking van de openruimtegebieden voorkomen.

 

De Waaslandhaven, poort en motor voor ontwikkelingen in Oost-Vlaanderen

De Waaslandhaven is een poort van Vlaams belang. De ontwikkeling van dit zeehavengebied (m.i.v. het multimodaal logistiek park) zal ontwikkelingen in Oost-Vlaanderen induceren. Op Vlaams niveau wordt een visie geformuleerd voor de haven en zijn omgeving.

De Scheldevallei, groene slagader van Vlaanderen

De Scheldevallei wordt ontwikkeld als groene long in de Vlaamse Ruit. Hierbij worden de landschappelijke en ecologische potenties ten volle benut. Het toeristisch-recreatief belang wordt versterkt en benut in de verdere ontwikkeling van de deelruimte.

Visie op de kleinstedelijke gebieden in het E17-netwerk

Het geheel van de stedelijke ontwikkelingen in het E17-netwerk mag niet in concurrentie treden met het grootstedelijk gebied Gent of het grootstedelijk gebied Antwerpen. De invloedssfeer van het kleinstedelijk gebied Beveren is grotendeels beperkt tot (de dorpen in) de eigen fusiegemeente. De ontwikkelingen in de Waaslandhaven beïnvloeden echter in belangrijke mate de ontwikkelingen in het stedelijk gebied Beveren. Een goede ontsluiting van dit kleinstedelijk gebied naar de E17 is wenselijk om de kleinstedelijke functie in het netwerk te kunnen vervullen.

 

Gewenste lijninfrastructuur

Kleinstedelijk gebied Beveren:

 

  • ontsluiting via primaire wegen en hoofdwegen en station Beveren (regionaal ontsluitingspunt);

  • uit te bouwen infrastructuren: een optimale noordelijke aansluiting van Beveren naar de Waaslandhaven (weg, openbaar vervoer, fiets), verbeterde openbaar vervoerontsluiting naar Antwerpen door verlenging van de tramlijn, daaraan gekoppeld de inrichting van N70 (belangrijke fietsdrager) en een opwaardering van het station, doortrekken tramlijn Zwijndrecht tot Beveren.

Waaslandhaven gericht op Havenweg en vervoersalternatieven:

  • verbinding van de haven met zijn achterland van prioritair belang ook via alternatieve vervoerswijzen;

  • N49/A11 uitgebouwd als havenweg voor de verbinding tussen de Vlaamse havens, met beperken open afritten (E17 motor voor E17-netwerk).

 

SAMENVATTING:
Het PRS Oost-Vlaanderen selecteert het E17-netwerk als stedelijk netwerk op provinciaal niveau. Hiernaast wordt de N70 vanaf de grens van het kleinstedelijk gebied Beveren tot de provinciegrens bindend als secundaire weg III geselecteerd.
Volgende ruimtelijke concepten zijn bepalend voor het betrokken gebied:
- bereikbaarheid is belangrijk binnen het E17-netwerk;
- vanuit het Noordelijk Openruimtegebied moet een selectieve bereikbaarheid verdere verstedelijking van de open ruimte voorkomen. Het aantal op- en afritten moet worden beperkt.
- openruimtecorridors vormen een buffer tussen de stedelijke ontwikkelingen: o.a. de corridor tussen het E17-netwerk en het grootstedelijk gebied Antwerpen;
- de verbinding tussen de Waaslandhaven en het E17-netwerk moet worden verbeterd;
- de Waaslandhaven moet duidelijk begrensd en gebufferd worden;
- het kleinstedelijk gebied Beveren moet goed ontsloten worden naar de E17. Hiervoor zal de N485 na het afsluiten van het knooppunt Haasdonk niet meer kunnen instaan. Deze taak zal worden opgenomen door de oostelijke tangent te Sint-Niklaas.

 

CONCLUSIE
Door het realiseren van de Oosterweelverbinding met parallelweg wordt het E17-netwerk nog beter bereikbaar vanuit alle richtingen. Door het voorzien van het parallelwegsysteem kunnen het aantal op- en afritten beperkt worden en blijven alle functies optimaal ontsloten. De openruimtecorridors blijven als buffer functioneren.

3.3 Afbakening kleinstedelijk gebied Beveren

 

Opgesteld door:

Mebumar

In opdracht van:

Provincie Oost-Vlaanderen

Datum goedkeuring:

December 2003

Status:

werkdocument

 

De gemeente Beveren is een vrij landelijke, groene gemeente, die toch een groot industrieaspect heeft. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de ligging van de Waaslandhaven op het grondgebied van Beveren.

De ruimtelijke ontwikkeling van de Waaslandhaven behoort tot de verantwoordelijkheid van het Vlaams Gewest en kan dan ook niet opgenomen worden in het stedelijk gebied. De gemeente Beveren wordt opgewaardeerd tot een kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. In deze stedelijke kern wordt er gestreefd naar een evenwicht tussen wonen en werken, natuur en cultuur, mobiliteit en infrastructuur.

De provinciale taakstelling voor bedrijventerreinen voor het kleinstedelijk gebied Beveren ligt momenteel op 30 ha (juridisch bijkomend). De uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen zou hiervoor best in aanmerking komen. Na afweging blijken er 2 locaties in aanmerking te komen: Aven Ackers (49 ha havengebonden bedrijvigheid volgens gewestplan) en Schaarbeek (10-12 ha niet-havengebonden bedrijvigheid). Indien deze voorgestelde locaties niet in aanmerking komen, kan de gemeente niet voldoen aan de taakstelling van het PRS. In dit geval zal het resterende deel van 30 ha opgenomen worden in het E17-netwerk.

CONCLUSIE
Momenteel wordt een RUP opgesteld voor de ontwikkeling van 20 ha bedrijventerrein aan Aven Ackers. Er werd dus geopteerd voor de uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Aven Ackers voor het opvangen van de provinciale taakstelling voor het kleinstedelijk gebied Beveren. Het GRUP Oosterweel heeft geen directe gevolgen voor de realisatie van het bedrijventerrein Aven Ackers.

3.4 Globaal structuurplan Antwerpen - Antwerpen herwonnen stad

 

Opgesteld door:

Stramien i.s.m. Stad Antwerpen

In opdracht van:

Stad Antwerpen

Datum goedkeuring:

26 juni 1990

Status:

Synthesenota goedgekeurd door de Gemeenteraad

 

Het Globaal structuurplan Antwerpen, Antwerpen een herwonnen stad, was de uitkomst van het planproces dat opgestart werd naar aanleiding van de fusie van Antwerpen met de omliggende gemeenten.

Het doel was te komen tot een gemeenschappelijk ruimtelijk beleid voor de stad en zijn districten ("Dorpen en Metropool"). Het plan was opgebouwd op basis van de ruimtelijke structuur en gewenste ontwikkeling voor de jaren negentig, ingepast in een globale ruimtelijke visie, voorgesteld in het plan. De visie werd vertaald in ruimtelijke concepten en een structuurschets voor het stedelijk gebied en de kernstad. De concepten benadrukten acht hoofdthema's, aangetoond met enkele schetsen en beschouwd als de basis voor de stedelijke herwaardering:

  • de oost-west as als ruggengraat;

  • een stad-aan-de-stroom;

  • woonbuurten ook in de stadskern;

  • stadspoorten op de Leien;

  • de 19de eeuwse gordel een vitaal stadsdeel;

  • een ringbos en nieuwe brugpoorten;

  • de voorstad, kernen met eigen karakter;

  • stadseinder en satellietkernen.

 

Strategische projecten voor verkeer en infrastructuur

Openbaar vervoer:

- doortrekken van de tramlijnen tot in de kernen van het suburbane gebied;

- op termijn de realisatie van een tramlijn die de verschillende kernen van de voorstad met elkaar verbindt.

 

Infrastructuur voor het autoverkeer:

  • verbinding Scheldelaan – Groenendaallaan;

  • sluiting van de Singel ter hoogte van de Noorderlaan;

  • herstructurering van de Singel als verdeelweg;

  • capaciteitsverbetering Ring in functie van het doorgaand verkeer.

 

CONCLUSIE
Het globaal structuurplan Antwerpen dateert van 1990 en de hierin opgenomen visies zijn verwerkt en hertekent binnen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Antwerpen.

 

3.5 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Antwerpen

 

Opgesteld door:

Studio O5, Iris Consulting en de planningscel van de stad Antwerpen

In opdracht van:

Stad Antwerpen

Datum:

Maart 2006

Status:

ontwerp

 

Ruimtelijke en sectorale elementen die betrekking hebben op het plangebied:

  • Er wordt aan het Vlaams gewest uitdrukkelijke en bijzondere aandacht gevraagd voor de stedenbouwkundige impact van de aanleg van de Oosterweelverbinding. Gezocht moet worden naar het realiseren van aanvaardbare overgangsgebieden met bijzondere kwaliteiten, daar waar de Oosterweelviaduct het stedelijk gebied bovengronds of gelijkvloers kruist. Specifiek wordt gevraagd in de gebieden die worden ingericht tot werfzone of de gebieden die schijnbaar zullen overblijven als 'restruimte' na de aanleg van de Oosterweelverbinding, te voorzien in een landschappelijke herinrichting die coherent is met de visie van de stad: een nieuw St. Annabos met aandacht voor toegankelijkheid, een groene bedrijvenzone in de werfzone het Zand na realisatie van de Oosterweelverbinding, een festivalweide in de banaanvormige ruimte die overblijft ten zuiden van Katwilgweg, een landschapsontwerp voor het Noordkasteel alvorens de verkeerswisselaar op rechteroever aan te leggen, een herinrichting van de Stationsomgeving Luchtbal, een ringpark Schijnpoort (ten zuiden van Schijnpoort en ten noorden van Berchem station).

  • Anderzijds wordt ook gevraagd om een hoge esthetische en beeldkwaliteit na te streven bij het ontwerpen van de Oosterweelviaduct.

  • Twee nieuwe bruggen over de Schelde worden aangeduid als belangrijke strategische projecten: de zuidelijke Scheldebrug, opgevat als een nieuwe stedelijke boulevard die de rivier en de parken op Linkeroever kruist, en een noordelijke voetgangers- en fietsbrug. De nieuwe bruggen hebben als doel een fysieke en functionele link met Linkeroever te realiseren. De realisatie van de bruggen moet echter afgestemd zijn op de doelstellingen van de Oosterweelverbinding.

 

CONCLUSIE
In het ruimtelijk structuurplan Antwerpen wordt getracht constructief in te spelen op de beslissing van het sluiten van de ring, zodat mogelijke negatieve invloeden op bepaalde gebieden beperkt kunnen worden. Er wordt onderzocht hoe de stad door de sluiting van de ring toch ruimtelijk open kan zijn en dit coherent met de mogelijkheden van haar noord-zuid geografische oriëntatie en met de kansen van haar fysische expansie.

 

3.6 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zwijndrecht

 

Opgesteld door:

Studiegroep Omgeving

In opdracht van:

Gemeente Zwijndrecht

Datum:

22 juni 2001

Status:

Goedgekeurd bij MB

 

Bindend gedeelte

 

Taakstellingen

Woningbouwprogrammatie

De gemeente beslist om het niet-gerealiseerde gedeelte van het woonuitbreidingsgebied begrepen tussen Pastoor Coplaan, Verbindingsstraat, Boomgaardstraat en E17 te herbestemmen naar groenzone (bufferzone, parkzone,...) en gemeenschapsvoorzieningen.

Bedrijvigheid

De gemeente beslist om op gemotiveerde wijze in het afbakeningsproces van het grootstedelijk gebied Antwerpen te pleiten voor:

  • het niet bestemmen van bijkomende open-ruimtegebieden naar ruimte voor bedrijvigheid;

  • het aanduiden van het bedrijventerrein Baarbeek als thematisch regionaal bedrijventerrein;

  • het aanduiden van het bedrijventerrein Westpoort als gemengd regionaal-lokaal bedrijventerrein.

Prioritaire acties

  • opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor een gedeelte van de bufferzone en het nietgerealiseerde woonuitbreidingsgebied ten zuiden van E17 (Boskouter). Het woonuitbreidingsgebied wordt herbestemd naar groenzone (buffer, park,...) en zone voor gemeenschapsvoorzieningen (realisatie jeugdvoorzieningen en groene vinger).

  • opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor de noordelijke kouter;

  • opmaken van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor het Vliet;

  • opmaken van een stedenbouwkundig ontwerp en beheersplan voor het Zand.

 

Richtinggevend gedeelte

 

Het niet-gerealiseerde woonuitbreidingsgebied ten zuiden van de E17 tussen de Pastoor Coplaan, Verbindingsstraat en Boomgaardstraat wordt herbestemd naar groenzone en gemeenschapsvoorzieningen.

Ruimtelijke concepten met impact op het studiegebied:

  • Zwijndrecht als poort voor het stedelijk gebied Antwerpen;

  • de aanwezige open ruimten dienen behouden te blijven. Zo is de open ruimte tussen Antwerpen-Linkeroever en Zwijndrecht essentieel voor het behoud van de continuïteit van de open ruimte en vormt ze een belangrijke buffer ten opzicht van de grootstad.

  • de centrale as tussen Zwijndrecht en Burcht wordt een belangrijke as voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. Sterk verkeersgenererende functies worden wel geweerd.

 

Ontwikkelingsperspectieven deelruimten:

  • Zeehaven: aandacht voor natuurwaarden, creëren buffer t.o.v. dorpskern, verbeteren toegankelijkheid voor langzaam verkeer, vrijwaren fortengordel en aanleg langzaam verkeersroute langs gordel;

  • kernen Zwijndrecht en Burcht: aanleg parallelweg langs E17 voor ontsluiting bedrijventerreinen, open ruimte als buffer tussen E17 en woongebied;

  • randen E17: bestaande bedrijventerreinen worden heringericht en nieuwe terreinen ontwikkeld, sterk verkeersgenererende functies worden geweerd, de terreinen worden gebufferd naar de woonwijken, gekoppeld aan de groenstructuur worden langzaam verkeersvoorzieningen gecreëerd tussen deze terreinen en de woonbuurten, de ontsluiting is geënt op de centrale as en de terreinen ten oosten van de centrale as worden ontsloten via een parallelweg;

  • open ruimte in het oosten: dit gebied wordt deels beheerd als stedelijk natuurgebied en deels als randstedelijk groengebied, de ingesloten driehoek industriegebied bij Baarbeek en de open ruimte rondom de Burchtse Weel worden niet ontwikkeld;

  • open ruimte in het westen: blijft voorbehouden voor de professionele landbouw met aandacht voor de landschappelijke waarden, zachte recreatie is toegestaan.

Ontwikkelingsperspectieven voor de verkeers- en vervoersstructuur:

  • E17 en N49 als hoofdweg: verminderen aantal knooppunten, de gemeente verkiest het knooppunt nr. 17 van E17 te behouden, verbeteren oversteekbaarheid voor zachte weggebruiker (o.a. fietstunnel onder de N49 t.h.v. de fortengordel of een fietsbrug tegen de spoorwegbrug over de N49), groenbuffers langsheen deze wegen.

  • Krijgsbaan (N419) als primaire weg categorie II tussen E17 en N70;

  • N70 als secundaire weg: kruispunt N70 x E17 aandacht zachte weggebruikers en openbaar vervoer;

  • N419 (waar niet primair) als intergemeentelijke lokale verbindingsweg;

  • centrale as als belangrijke noord-zuid as op lokaal niveau;

  • as Kruibeeksesteenweg – Koningin Astridlaan als belangrijke as op lokaal niveau, evenwijdig aan de Schelde;

  • parallelweg voor een vlotte ontsluiting van de (regionale) bedrijventerreinen naar E17;

  • woonwijken als verblijfsgebieden geënt op de N70 en lokale assen via wijkverzamelwegen;

  • lokaal fietsnetwerk.

 

CONCLUSIE
Het GRUP staat de ontwikkeling van de geplande bedrijventerreinen niet in de weg en voorziet in het behoud van de openruimtegebieden en –corridors. Er worden kruisingen voor de zachte weggebruiker voorzien. Via parallelwegen blijft de ontsluiting van het regionaal bedrijventerrein mogelijk. Het GRUP vormt m.a.w. geen problemen voor de verdere realisatie van het ruimtelijk structuurplan van Zwijndrecht.

 

 

3.7 Masterplan fase 1 Het Eilandje

 

Opgesteld door:

Buro 5 Maastricht

In opdracht van:

Stad Antwerpen

Datum goedkeuring:

Maart 2002

Status:

Goedgekeurd door de Stad Antwerpen

 

In fase 1 werd het zuidelijk deel, aansluitend op de binnenstad, behandeld. Het gaat hierbij om volgende buurten: de Oude Dokken, Montevideo en Cadixwijk. Dit gebied vormt een overgangsgebied tussen de verfijnde gedetailleerde schaal van de 19e eeuwse en middeleeuwse stad en de grote schaal van de haven en het noordelijk deel van het Eilandje.

Het programma werd als volgt ingevuld: 57% wonen, 30% kantoren en 13% voorzieningen.

Dit masterplan wordt verder uitgewerkt in stedenbouwkundige plannen (2005 – 2010) en architectonische plannen (heden tot 2015).

CONCLUSIE
De ontwikkeling van het Eilandje fase 1wordt nauwelijks beïnvloed door de bouw van de Oosterweelverbinding

 

3.8 Masterplan fase 2 Het Eilandje

 

Opgesteld door:

Buro 5 Maastricht

In opdracht van:

Stad Antwerpen

Datum:

7 oktober 2004

Status:

Concept eindrapportage

 

Het Masterplan fase 2 behandelt het noordelijke deel van het eilandje, met de buurten Noorderlaan, Kempisch Eiland, Mexico-eiland en Droogdokkeneiland. Dit plan heeft een verre planhorizon en de uitvoering van deze fase 2 is afhankelijk van het succes van fase 1.

Dit gebied wordt in belangrijke mate bepaald door de confrontatie tussen stad en haven. Het Masterplan fase 2 wordt beïnvloed door enkele belangrijke projecten in de omgeving: de infrastructuurplannen voor de Oosterweelverbinding en de Singel, het waterplan,…

Dit gebied zal worden ontwikkeld als gemengd stedelijk gebied met het accent op wonen, kantoren, bedrijven, sport, congres, recreatie en leisure. Hierbij wordt het wonen vooral voorzien langs verbindende lijnen en de zuidelijke kaaien. De programmatische verhouding is: 33 % wonen, 33% kantoren, 33% voorzieningen. Bij de invulling van het gebied moet er bijzondere aandacht besteed worden aan de ruimteljke inpassing en de opbouw van het stedelijk weefsel.

Iedere wijk krijgt een eigen invulling, afhankelijk van de aanwezige potenties.

Droogdokkeneiland: stedelijke recreatie en congresfunctie en groene open ruimte langs de Schelde (prijsvraag lopende).

Mexico-eiland: gemengd stedelijk milieu met kantoorfuncties, wonen, grootschalige stedelijke functies en voorzieningen en in het noorden een parkachtige invulling.

Kempisch eiland: nadruk op wonen met eventueel bedrijvigheid in de plint.

Noorderlaan: op- en overslagbedrijven gecombineerd met kantoorruimtes.

Het gebied wordt onsloten via een directe koppeling met de Groene Singel ter hoogte van de Noorderlaan.

CONCLUSIE
De invulling van het Eilandje zoals voorzien in het Masterplan fase 2 zal veel bijkomend verkeer genereren. Een goede aansluiting op de belangrijkste stedelijke ontsluitingswegen is van belang. Ten noorden van het Eilandje wordt de grens met het water ingevuld met groenvoorzieningen (o.a. parkachtige invulling). Indien de Oosterweelverbinding ten noorden van het Eilandje, over het Straatsburgdok voorzien wordt, vormt dit geen probleem voor de ontwikkeling van het Eilandje zoals voorzien in het Masterplan.

 

3.9 Stadsbos Antwerpen

 

Opgesteld door:

Bureaucombinatie Econnection / Studiegroep Omgeving

In opdracht van:

Stad Antwerpen

Datum:

2002

Status:

Studie naar de haalbaarheid van en de mogelijkheden voor stadsbosontwikkeling op het grondgebied van de stad Antwerpen

 

Antwerpen Linkeroever is een eerstekeuze locatie voor de ontwikkeling van een stadsbos. Dit stadsbos kan een halfopen boslandschap met multifunctionele bosontwikkeling worden toegespitst op recreatie en landschapsbeleving. Er dient bijzondere aandacht besteed te worden aan gebiedsontsnippering vooral wat betreft de verkeersinfrastructuren (veilige oversteekplaatsen, integratie infrastructuren,...).

CONCLUSIE
Bij het onderzoek naar een geschikt tracé voor de Oosterweelverbinding werd gestreefd naar een maximale gebiedsontsnippering, daarnaast worden er ook (gecombineerde) eco- en fietsverbindingen voorzien.

 

3.10 Ontwerp - strategisch plan Haven van Antwerpen - Rechteroever

 

Opgesteld door:

Studiegroep Omgeving

In opdracht van:

Provincie Antwerpen

Datum:

Juni 2004

 

CONCLUSIE
De geplande Oosterweelverbinding wordt in het document ondersteund en opgenomen als prioritaire actie voor infrastructuren en mobiliteit

 

3.11 Strategisch plan voor de Haven van Antwerpen - fusiewerkgroep mobiliteit

 

Opgesteld door:

Studiegroep Omgeving

In opdracht van:

Provincie Antwerpen

 

In de startnotitie voor de fusiewerkgroep mobiliteit wordt gesteld dat er moet worden nagekeken of de verkeerstromen ten gevolge van de groei van het containerverkeer geen aanvullingen vragen bij het Masterplan.