12 Keuze van het tracé

 

Op basis van de resultaten en de conclusies van de hierboven beschreven studies (plan-MER met bijhorende passende beoordeling en watertoets, SIA, MKBA, RVR) wordt hieronder de keuze van het tracé voor de OWV verantwoord.
Voor het gebied Linkeroever werden zes onderscheiden tracés bestudeerd. De afgezonken tunnel sluit hierop aan op Linker Scheldeoever en wordt verlengd op Rechter Scheldeoever met het Rondpunt Oosterweel. Voor gebied Antwerpen Noord werden twee tracés bestudeerd.
Na vergelijking van de verschillende wegtracés op LO met als gelijkwaardig beste het LO Middentracé en tracé Staten Generaal, wordt het geoptimaliseerd Middentracé als beste keuze voorgesteld. Met optimalisatie wordt bedoeld dat de geformuleerde suggesties en de voorgestelde milderende maatregelen o.a. in het kader van (de onderscheiden onderdelen van) de plan-MER ruimtelijk zijn vertaald bij de uitwerking van het tracé en mee aan de basis liggen van de afbakening van de verschillende bestemmingszones in het GRUP.
Op RO wordt het tracé door het Straatsburgdok gekozen, wat een strategische keuze impliceert: mogelijke interferenties met de voorziene ontwikkelingen op het Eilandje worden vermeden. De keuze van het tracé Straatsburgdok garandeert eveneens voldoende vrije hoogte voor de scheepvaart met als herkomst of bestemming het Albertkanaal.
Onderzoek van de milieueffecten, veiligheidsaspecten, ruimtebeslag, sociale implicaties en investeringskost voor de verschillende tracés verantwoorden mede de keuze van het Middentracé.
Op basis van sociale impact analyse (SIA) en maatschappelijke kosten en batenanalyse (MKBA), worden de gepaste flankerende maatregelen mee opgenomen (vb. ontzien bebouwde eigendom, verbeteren sociale netwerken door betere lokale bereikbaarheid, maximaal hergebruik van de bestaande infrastructuur, ...).
Het tracé op RO door het Straatsburgdok vereist een aantal specifieke flankerende maatregelen en voorzieningen teneinde de veiligheid voor de binnenscheepvaart te waarborgen (bijlage XIV a).