13 Visie, doelstellingen en ruimtelijke concepten voor de Oosterweelverbinding

Het tracé-ontwerp is in sterke mate bepaald door de bestaande en gewenste ruimtelijke en verkeerskundige context en is gebaseerd op het intensief onderzoek naar het functioneren van het netwerk en de relatie tussen netwerk en tracé. Als basis voor het netwerk wordt een vormconcept en een stroomconcept gehanteerd.

13.1 Vormconcept

Als vormconcept is gekozen voor het ‘ringconcept’. De Oosterweelverbinding vervolledigt de R1 en maakt deze tot een volwaardige ringweg. Het inkomende verkeer van de radiale hoofdwegen op de doorgaande ringweg (DRW) wordt de keuze geboden om ofwel wijzerzin ofwel tegenwijzerzin op de ringweg te rijden.

Het doorgaand verkeer kiest doorgaans de kortste weg. Enkel de tol die op de Oosterweeltunnel wordt geheven, kan de routekeuze nog beïnvloeden. Het ringconcept zal de kans op congestie ook sterk verminderen. Op een gesloten ringweg is geleiding van het verkeer in de andere richting mogelijk. D.w.z. dat wanneer er congestie optreedt in een bepaalde richting of op een bepaald vak het inkomend verkeer van de radiale hoofdwegen door dynamische verkeerssignalisatie zo kan gestuurd worden dat het de congestie ontwijkt.

 [image]

 

13.2 Stroomconcept

Er wordt gekozen voor de introductie van een gescheiden systeem. Dit houdt in dat bestemmingsverkeer wordt gescheiden van doorgaand verkeer. De voordelen van het gescheiden systeem zijn de mogelijkheid tot beperken van het aantal aansluitingspunten en het minimaliseren van de omrijfactor en tegelijkertijd het vermijden van sluipverkeer.

Het gescheiden systeem wordt ingevoerd op twee plaatsen: op rechteroever van voor Aansluitingscomplex Groenendaallaan tot Aansluitingscomplex Schijnpoort en op linkeroever tussen Aansluitingscomplex Pastoor Coplaan en Aansluitingscomplex Waaslandhaven.

Het gescheiden systeem impliceert een aansluiting van de radiale hoofdwegen (E17/E19/E313/E34 en A12) op zowel de verdeelweg (respectievelijk stedelijke ringweg afgekort SRW op RO en Parallelweg op LO) als op de doorgaande ringweg (afgekort DRW). Er gebeurt geen uitwisseling van verkeer tussen de doorgaande ringweg en verdeelweg. Doorgaand verkeer komende van de radiale hoofdwegen, wordt via de DRW naar de radiale hoofdwegen geleid. Via de verdeelwegen wordt het bestemmingsverkeer van het hoofdwegennet naar het lokaal wegennet geleid.

Op de overige segmenten tussen beide gebeurt geen scheiding van verkeer in de zin van een opdeling tussen doorgaand verkeer en bestemmingsverkeer. De aansluiting van de radiale hoofdwegen gebeurt rechtstreeks op de R1.

 [image]