16.3 Uitgangsprincipes en ontwerpvisies voor bos

 

Onderstaande figuur geeft een overzicht van de oppervlakte bos aanwezig op LO en t.h.v. Noordkasteel.

 [image]

Er is getracht alle in het kader van het bosdecreet te compenseren oppervlakte bos binnen de bestemmingszones van het GRUP te compenseren.

Hieronder wordt een globaal overzicht gegeven van welke oppervlaktes verdwijnen en welke opnieuw worden aangeplant:

Binnen de bestemmingszones wordt de aanplanting van bos mogelijk door:

  • heraanplant van het St.-Annabos met inheems loofhout;

  • inname van de verharde oppervlakte (bv. Charles De Costerlaan), die wordt opgenomen in groene bestemmingszones;

  • verdichting van bestaand bos (bebossing Donckers en Middenvijver);

  • bebossing van de grondlichamen en taluds voor geluids- en lichtbuffering i.f.v. de integratie van de wegeninfrastructuur in het landschap.

Het aanplanten van bos in deze zones moet echter in het kader van de compensatieregeling zoals voorzien in het bosdecreet met de nodige voorzichtigheid benaderd worden. Het Sint-Annabos wordt gedurende de periode van de werken voor de OWV benut als stockageplaats voor gronden en als werfzone. Hiervoor moeten de kaprijpe populierenbossen gerooid worden. Het bomenbestand dat voor de inrichting van de stockageplaats en de werfzone wordt gerooid, zal nadien integraal worden voorzien op dezelfde locatie. Er wordt in ieder geval inheems loofhout aangeplant. Daarbij moet het mogelijk zijn dat bepaalde hoeveelheden van de gestockeerde gronden worden aangewend om het terrein te landscapen. Een verhoogd en/of geaccidenteerd terrein geeft minstens evenveel of zelfs meer mogelijkheden naar de ontwikkeling van en diversiteit in vegetatietypes. Ook moeten garanties ingebouwd worden dat het Sint- Annabos zijn recreatieve functie opnieuw kan opnemen. Hierbij dient opgemerkt dat uit juridisch advies blijkt dat de compensatie van het tijdelijk ontbossen door het aanplanten van een nieuw bos op deze gronden niet beschouwd kan worden als compensatie zoals voorzien in het bosdecreet. De compensatie voor het tijdelijk rooien van het Sint-Annabos kan gebeuren door het aanplanten van nieuw bos op gronden die gedurende de voorbije 50 jaar geen bos gedragen hebben of door betaling van de wettelijk voorziene bijdragen of door een combinatie van beide. Naast de heraanplanting van het Sint-Annabos wordt ook een financiële compensatie voorzien.

Voor het Sint-Annabos wordt een inrichtingsplan opgemaakt. Daarbij worden volgende principes gehanteerd:

  • er wordt een onderscheid gemaakt tussen een oostelijk deel dat de recreatiefunctie opnieuw kan opnemen en een westelijk deel dat meer natuurwaarden bevat en waar de toegankelijkheid beperkter is. De verbindingsfunctie tussen Blokkersdijk en de Middenvijver primeert in het westelijk deel.

  • in het oostelijk deel worden aanplantingen met streekeigen soorten (els, berk, wilg, ... op hogere delen eventueel eik en es) voorzien i.f.v. een sneller herstel en het recreatief medegebruik van het bos (bv. speelbos), in het westelijk deel is een spontane kolonisatie van typische pioniersvegetaties (ruigten, houtopslag,..) meer gewenst;

  • het recreatief medegebruik van het oostelijk deel van Sint-Annabos vertaalt zich in een hogere uitrustingsgraad: zo worden semi-verharde, aangelegde wandel-, fiets-, moutainbike-, ruiterspaden, zitbanken, infopanelen, e.d. voorzien, in het westelijk deel beperkt zich dat tot een onverharde padenstructuur. Bovendien worden langsheen de paden reeds grachtensystemen aangelegd die in verbinding staan met het bekenstelsel (Rotbeek en Palingbeek). Deze grachten ontraden op een zachte manier de recreant om van de paden af te wijken. Lichte ophogingen vergroten de droog-nat cline en bieden op een afgetopte bovenzijde ruimte aan de ontwikkeling van droge schraalgraslanden. Tegen de dijk aan wordt de licht brakke insijpeling van het Scheldewater optimaal benut om kansen te bieden aan zich ontwikkelende halofytenvegetaties. De ophoging is hier weer verwijderd tot op het niveau van voor de werken.

Verdere bebossing van Donckers door verdichting kan samen met de landscaping zorgen voor de integratie van de wegeninfrastructuur in de omgeving.

Een verdichting van de Middenvijver heeft als resultaat dat het parkachtige uitzicht verdwijnt. Gezien een sterke vernatting van het gebied wordt vooropgesteld, kan dit gebied uitgroeien tot een wilgenbroekbos.

Deze ingreep kan eveneens de recreatiedruk doen afnemen doordat het gebied minder toegankelijk wordt.

CONCLUSIE
Er is getracht alle in het kader van het bosdecreet te compenseren oppervlakte bos binnen de bestemmingszones van het GRUP te compenseren. Uit juridisch advies blijkt echter dat het heraanplanten van het Sint-Annabos niet voldoet aan de regels van de boscompensatie zoals voorzien in het bosdecreet. Dit betekent dat naast het heraanplanten van dit bos ook een financiële compensatie zal gebeuren.
Om de realisatie van het aanplanten van bos mogelijk te maken worden in het GRUP specifieke bestemmingszones voorzien (groengebied en natuurgebied).