16.7 Uitgangsprincipes en ontwerpvisies voor de Middenvijver

Uit de plan-MER en de natuurstudie blijkt dat de impact op Blokkersdijk na de uitvoering van de geplande wegeninfrastructuurwerken (bouw van de Oosterweelverbinding) kleiner zal zijn dan op heden omwille van de talrijke genomen maatregelen zoals geluidswallen, aangepaste wegniveaus, ...

Om de eventuele tijdelijke impacten ter hoogte van het natuurreservaat Blokkersdijk, veroorzaakt door de bouw van de Oosterweelverbinding, op te vangen zijn milderende maatregelen voorzien die een opwaardering van de natuurwaarde nastreven.

Het gebied ondergaat een enorme recreatiedruk die vanuit het zuiden en het oosten in het gebied doordringt. Een van deze natuurmitigerende maatregelen bestaat erin een nieuwe waterplas te creëren als mogelijke uitwijkplaats voor de avifauna die momenteel verblijft in het natuurreservaat Blokkersdijk. De reeds eerder vermelde natuurstudie van het betreffende gebied geeft aan dat de creatie van een nieuwe waterplas in de onmiddellijke omgeving van Blokkersdijk tijdelijke impacten zou kunnen milderen.

De meest geschikt bevonden locatie hiervoor is het gebied ‘Middenvijver’ omwille van de beschikbare open ruimte tussen de bestaande bossen en het woonuitbreidingsgebied van Linkeroever. Rekening houdend met de huidige hoge recreatieve druk op het plangebied wordt geopteerd om de waterplas ten westen van de Fluxysleidingen te voorzien. Op die manier wordt een consensus bereikt tussen enerzijds de behoefte voor natuurontwikkeling en anderzijds de behoefte voor recreatie.

 

 [image]

Figuur 15: inrichtingsschets Middenvijver

 

Er wordt een geleidelijke overgang voorzien tussen het gebied dat vooral moet tegemoet komen aan de recreatieve behoeften en het gebied dat moet tegemoet komen aan de natuur.

Aan de hand van bossen, open plekken en paden worden recreanten gedeeltelijk gestuurd en beperkt. Maar een duidelijk fysische scheiding tussen beide gebieden blijft noodzakelijk.

Er wordt geopteerd om een waterloop te voorzien die in staat is beide gebieden van elkaar te scheiden. De waterloop wordt dusdanig ontworpen dat hij als een fysische barrière wordt ervaren en niet als een afsluiting van een gebied.

Bijkomende doelstellingen zijn:

  • voorzien van een gescheiden afwatering;

  • mortaliteitseffecten beperken;

  • rotvegetatie uitbreiden;

  • zoveel mogelijk vrijwaren van het bestaande bomenbestand.

 

CONCLUSIE
De aanleg van de Middenvijver vormt een wezenlijk onderdeel van de milderende maatregelen in het kader van de aanleg van de OWV. Om de realisatie mogelijk te maken wordt in het GRUP een specifieke bestemmingszone voorzien ten westen van het woonuitbreidingsgebied op LO. Om voldoende ruimte en garanties naar de realisatie van de vooropgestelde ontwerpvisies en doelstellingen voor deze waterplas en het organiseren van het recreatief gebruik in te bouwen, wordt een afzonderlijke bestemmingszone voorzien. Het gewestplan voorziet momenteel deels natuurgebied en deels gebied voor speelbossen of speelweiden. De meest geschikte locatie voor de plas blijkt zich te situeren in het gebied voor speelbossen of speelweiden.
In de verordenende stedenbouwkundige voorschriften zullen de elementen opgenomen worden die moeten garanderen dat de Middenvijver en het daarbijhorend grondverzet kan gerealiseerd worden.
De realisatie van de plas is voorzien vóór de aanvang der werken.