1 Inleiding

Voorliggend document is een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de zin van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Een ruimtelijk uitvoeringsplan bevat:

  • een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;

  • de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichtingen en/of het beheer, en, desgevallend, de normen, vermeld in artikel 4.1.12 en 4.1.13 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid;

  • een weergave van de feitelijke en juridische toestand;

  • de relatie met het ruimtelijk structuurplan waarvan het een uitvoering is;

  • een opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en opgeheven worden.

  • in voorkomend geval een overzicht van de conclusies van het planmilieueffectenrapport, de passende beoordeling, het ruimtelijk veiligheidsrapport en andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten;

  • een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een compensatie volgens het decreet grond- en pandenbeleid.

Het grafisch plan (Bijlage I) en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften (Bijlage II) hebben verordenende kracht. De teksten en grafische plannen van de toelichtingsnota (Bijlage III) hebben als dusdanig geen verordenende kracht, maar behouden hun waarde als inhoudelijk onderdeel van het geheel van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Het ‘register van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een compensatie volgens het decreet grond- en pandenbeleid’ is als Bijlage IV toegevoegd bij dit GRUP.

Leeswijzer

Deze nota is als volgt opgebouwd:

In hoofdstuk 2 wordt de doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad van het plan bepaald. De relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt aangegeven in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 gaat in op de inhoudelijke elementen van het voorafgaande planningsprocessen en studies. Vervolgens komen de elementen van de bestaande feitelijke en juridische toestand (hoofdstuk 5) en de visie en gewenste ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven (hoofdstuk 6) aan bod. De ruimtebalans wordt weergegeven in hoofdstuk 7 en de milieuverklaring vormt hoofdstuk 8. Hoofdstuk 9 omvat de inhoudelijke toelichting van de elementen die op het grafisch plan en in de stedenbouwkundige voorschriften zijn opgenomen. De op te heffen voorschriften worden aangegeven in hoofdstuk 10.

De kaarten van de bestaande feitelijke en juridische toestand en de grafische plannen zijn in een aparte kaartenbijlage gevoegd.