|
4.4. Sectorale studies en beleidsdocumenten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
4.4.1. Studies en beleidsplannen m.b.t. de sector natuur en water Ecologische inventarisatie en visievorming in het kader van integraal waterbeheer: Stroomgebied van het Groot Schijn De studie is opgemaakt door Syncera Belgium in samenwerking met de Universiteit Antwerpen – departement Biologie in opdracht van AMINAL - afdeling Water en de provincie Antwerpen – dienst Waterbeleid en dateert van 28 oktober 2005. De gronden die tussen het openluchttheater en de autosnelweg liggen, komen in een zone met ecologische doelstellingen voor. Belangrijke natuurbehouddoelstelling hier is het herstel van de relatie tussen het Groot Schijn en haar oevergronden. Dit zal gebeuren door een heterogene mengeling van voedselrijke hooilanden, ruigten, struweel en broekbossen waarbij de gronden ook voor waterberging in aanmerking komen. De huidige (vis)vijvers worden maximaal in dit natuurherstelproject geïntegreerd door een natuurvriendelijke (her)inrichting van de oevers. (Provinciaal Instituut voor Hygiëne, 2004) Omdat dit scenario niet gemodelleerd is geweest gaat de toetsing gebeuren op basis van de geschatte overstromingszones in het Rivierenhof. Dit is gebeurd op basis van de zones die in september 1998 ook onder water hebben gestaan. Bovendien zijn exacte vegetatieopnames niet aanwezig van dit deel van de vallei. Op de Biologische Waarderingskaart is het overgrote deel van deze zone aangegeven als kasteelpark, het gaat dus voornamelijk over graslanden, boomaanplanten (diverse soorten waaronder ook populieraanplanten) en aangeplante bosjes. Daarnaast ligt er ook een uitgestrekt elzenbroekbos beplant met populieren (het moerasbos), een rietveld – dotterbloemhooiland – moerasspiraearuigte (westelijk deel) en ook aan de oostkant een goed bewaart valleivegetatiecomplex met soortenrijke hooilanden, elzen -vogelkersbos en rietveld. Ten zuiden van het Groot Schijn bevindt zich ook nog een uitgestrekte visvijver. Wanneer de natuurlijke vegetatietypes getoetst worden aan het model Waterberging en Natuur dan bekomt men een variëteit van combineerbaarheden, van slecht tot goed en ook kansrijke mogelijkheden. Het probleem dat zich hier stelt is alweer de waterkwaliteit die onvoldoende is om nu al overstromingen hier een kans te geven. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met de boombestanden die hier aangeplant zijn en zeer gevoelig zijn voor verdrinking tijdens overstromingen. Hier is dan ook plaatselijk boomsterfte te verwachten indien men dit scenario op deze grote schaal zou uitvoeren. Zeker in een openbaar domein als het Rivierenhof is dit een gevoelig punt, dat met de nodige aandacht en informatieverstrekking zal moeten afgehandeld worden. Als men eveneens de bestaande visvijvers mee wil opnemen in het bergingsgebied, zullen ook hier de nodige ingrepen gevraagd worden. Deze vijvers zijn immers zeer voedselrijk door de aanwezigheid van watervogels en het visbestand. Bij overstromingen zou er dus mogelijk een grote nutriënteninput kunnen komen naar het oppervlaktewater. Hydrologische en hydraulische modellering van het stroomgebied van het Groot Schijn De studie is in 2000 afgerond en is opgemaakt in opdracht van AMINAL – afdeling Water In de hydrologische studie werden verschillende simulaties uitgevoerd die de waterstanden in onder andere het Rivierenhof weergeven. Het betreft het deel van het Rivierenhof tussen de Sterckshoflei en de Ruggeveldlaan. Er werd een buiduur van 2 dagen met een terugkeerperiode van 25, 50 en 100 jaar onderzocht, ook een buiduur van 6 dagen met een terugkeerperiode van 25.50 en 100 jaar. Ook de overstromingen van 1998 werden in kaart gebracht. Uit de hydraulische studie werden enkele scenario’s weerhouden:
Uit het algemene inzicht in de overstromingsproblematiek van het betreffende stroomgebied kan besloten worden dat de inplanting van het pompgemaal aan de MIVA -overstort de meest geschikte oplossing is. Aanpassingen aan het tracé van het Groot Schijn zelf zullen geen grote verbeteringen inhouden inzake overstromingsoppervlaktes gezien de grootte van de afgevoerde volumes. 4.4.2. Studies en beleidsplannen m.b.t. de sector landschap Regionaal landschap De Voorkempen -samenwerkingsverband rond duurzame en toegankelijke groene ruimte in het peri-urbaan gebied ten noorden van Antwerpen Het Regionaal Landschap De Voorkempen is een samenwerkingsverband tussen de provincie Antwerpen, het Agentschap voor Natuur en Bos, 15 gemeenten uit de Voorkempen en diverse verenigingen uit de open ruimte sector De Voorkempen wordt gekenmerkt door een grote aanwezigheid van bos- en parkgebieden. Door de sterke verstedelijkingsgraad en de hoge dichtheid van de verkeersinfrastructuur zijn de bos-en parkgebieden echter sterk versnipperd. Deze versnippering heeft een sterke invloed op de natuurlijke en landschappelijke waarde van deze gebieden en op de beleving ervan door de verschillende gebruikers zoals recreanten. Om de versnippering tegen te gaan werd er een structuurvisie opgemaakt voor de noordelijke bosgordel rond Antwerpen. Één van de aandachtspunten binnen de samenwerking is het verhogen van de toegankelijkheid en de recreatieve waarde van de Voorkempen. Niet zozeer met als doel om meer recreanten aan te trekken maar wel om de bestaande recreantenstromen beter te geleiden en zo ecologisch kwetsbare gebieden te vrijwaren van een te hoge recreatiedruk. Binnen de structuurvisie wordt hiervoor het principe van afnemende geleiding, hiërarchie van toegangspoorten en een duidelijk netwerk-en ontsluitingsconcept voorgesteld.
Hiërarchie van toegangspoorten wil zeggen dat recreanten geleid worden naar onthaalpunten, opgedeeld in verschillende niveaus afhankelijk van de uitrustingsgraad, de vervoerswijze en herkomst van de recreant. Het Rivierenhof is in de structuurvisie aangeduid als hoofdpoort. Een hoofdpoort heeft een aantal algemene kenmerken:
Het Rivierenhof ligt aan de rand van de Voorkempen en sluit als domein perfect aan bij het gebied van de Voorkempen dat onder andere gekenmerkt worden door zijn talrijke kastelen en parken. Gezien de ligging vlakbij het stadscentrum is het Rivierenhof de ideale schakel tussen de stad Antwerpen en de Voorkempen. Via de Schijnvallei heb je een rechtstreekse groene verbinding met de groene omgeving van de Voorkempen. Omgekeerd is de Schijnvallei en het rivierenhof een groene vinger vanuit het bebouwd perifeer landschap van de Voorkempen tot diep in stedelijk gebied van stad Antwerpen. De ligging aan de rand van de stad maakt het Rivierenhof optimaal bereikbaar met het openbaar vervoer, fiets en de auto en is een ideaal vertrekpunt als je het zuidelijk deel van de Voorkempen wil bezoeken, bijvoorbeeld op basis van het fietsknooppuntennetwerk. Het Rivierenhof wordt mee opgenomen in een algemene communicatie en kan vermeld worden als het vertrekpunt voor fietsers en wandelaars die het zuidelijk deel van de Voorkempen willen bezoeken. Het Rivierenhof moet bijgevolg vooral beschouwd worden als de toegang vanuit het stad naar de Voorkempen. Stadsbos Antwerpen Het project ‘Stadsbos Antwerpen’ bestudeert de haalbaarheid van en de mogelijkheden voor stadsbosontwikkeling op het grondgebied van de stad Antwerpen. De realisatie van het project is lopende. Keuzelocatie Het Rivierenhof en de Schijnbeekvallei situeren zich binnen de keuzelocatie ‘Ertbrugge’ en worden aangeduid als verbindingsgebied. Ruggeveld wordt aangeduid als groene vinger.
Streefbeeld Het streefbeeld voor het stadsboslandschap van Ertbrugge is een kleinschalig historisch boslandschap met verspreide parken en veldbossen en een veelheid aan lijnstructuren als dreven, houtkanten, heggen en andere kleine landschapselementen. Visie en concept Bremweide, Rivierenhof en het gebied Ertbrugge/Fortvlakte vormt de groene sluitsteen van Deurne Noord (groen hoefijzer in verstedelijkt gebied). Het gebied rond Ertbrugge biedt uitzonderlijke mogelijkheden om in te pikken op een aantal landschapshistorische waarden die als attractiepool kunnen functioneren. In het omliggende stedelijke gebied zijn tal van gelegenheden aanwezig die grote groepen mensen aantrekken en voor wie het stadsbos op deze plek een meerwaarde zou betekenen. Aanknopingspunten bieden vooral de diverse sportcentra, waarvoor het stadsbos op deze plek een meerwaarde kan betekenen. Stadsbosontwikkeling en –vormgeving De voorgestelde ontwikkeling voorziet in een versterking van de algehele bosstructuur vanuit de bestaande parken en bossen, middels de aanleg van verspreide veldbossen die de verbinding tussen de natuurkernen, waaronder het Rivierenhof, onderhouden. Betreffende de ontsluiting komt het erop aan om ook voor het Rivierenhof en de Schijnvallei een goede verbinding met het stadsbos te voorzien. Om de verbinding met de omliggende parkgebieden te realiseren is het noodzakelijk dat een doorgangsmogelijkheid behouden blijft aan het Ruggeveld naar de Schijnvallei en het Rivierenhof. Harde recreatievormen moeten worden uitgesloten. Sportvelden en –zalen zijn volop in de rand aanwezig en moeten verder tot de rand beperkt blijven. Dat belet niet om bepaalde sportactiviteiten met het stadsbos te verbinden. Beleidsdoelstellingen
Inrichtingsvoorstel Behoud en uitbouw van een ecologische verbindingszone naar de Schijnvallei en het Rivierenhof. 4.4.3. Studies en beleidsplannen m.b.t. de sector toerisme, recreatie en sport Kinderen in de Provinciale Groendomeinen Regio Antwerpen: het Rivierenhof De nota is opgemaakt door het departement Welzijn, Onderwijs en Veiligheid – Jeugddienst Provincie Antwerpen. Voor het behoud en het activeren van de reeds bestaande ‘kindvriendelijke organisatiecultuur’ zijn volgende aanbevelingen van belang:
Bij het promoten van de bestaande speel- en sportvoorzieningen wordt in eerste instantie gedacht aan het meer bekend maken van de avonturenhoek en ook aan de mogelijkheid voor het reserveren van sportvelden. Op termijn kan men er ook naar streven om de huidige en toekomstige speelplekken visueel of ruimtelijk met elkaar te verbinden, zodat er een ‘speelweb’ tot stand komt. Wanneer men tussen de bestaande speelplekken nog een aantal extra speelaanleidingen als ‘stapstenen’ zou voorzien dan zou men kunnen spreken van een ‘speelparcours’ die de twee bestaande ‘speelpolen’ verbindt. Om kinderen de mogelijkheid te geven om het park verder te ontdekken zijn educatieve activiteiten interessant voor zover ze vertrekken vanuit interessante verschijnselen die op het domein te vinden zijn. Belangrijk hierbij is dat men inspeelt op de speelse eigenheid en exploratiedrang van kinderen. Ook kunnen manifestaties georganiseerd worden met kinderen als mogelijk doelpubliek. Verder is ook het behoud en de uitbouw van de bestaande ankerplaatsen voor jongeren gewenst. Hiermee worden de informele sportterreinen of andere accommodatie bedoeld. Bouwen van 3 clubhuizen en heraanleg sportzone 'ruggeveld' De provincie Antwerpen heeft een stedenbouwkundige vergunning verkregen voor het bouwen van 3 clubhuizen en het heraanleggen van de sportzone ‘ruggeveld’. De werkzaamheden zijn bezig. Bij de heraanleg van de sportzone Ruggeveld wordt een herschikking van de sportvelden voorzien met de meest dynamische of ruimtebepalende ter hoogte van de Parkweg. Centraal wordt voor elk van de sportactiviteiten een afzonderlijk clublokaal voorzien. Van aan de parking tot deze lokalen wordt een landschappelijk geïntegreerde doorstreek voorzien.
Gebouw voor technische diensten De provincie Antwerpen is bezig met plannen voor het oprichten van een gebouw voor het huisvesten van de technische diensten die instaan voor het beheer en onderhoud van de Provinciale Groendomeinen Regio Antwerpen.
4.4.4. Studies en beleidsplannen m.b.t. de sector mobiliteit, verkeer en vervoer Mobiliteitsplan Stad Antwerpen Het mobiliteitsplan van de stad Antwerpen is conform verklaard door de Provinciale Auditcommissie (PAC) op 4 november 2004. Onderstaande tabel geeft per vervoersmodi de gewenste verkeers- en vervoersstructuur voor de wegen die het Rivierenhof begrenzen en doorsnijden.
Aanvullend op de bovenlokale selecties zijn in het mobiliteitsplan van de stad Antwerpen de Ruggeveldlaan en de Hooftvunderlei – Sterckshoflei geselecteerd als lokale wegen type wijkverzamelwegen.
Herinrichting Turnhoutsebaan De heraanleg van de Turnhoutsebaan is één van de acties uit het Masterplan Antwerpen en gebeurt in opdracht van Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) – bron: projectnota versie 2 augustus 2004 De heraanleg van de N12 gebeurt gefaseerd. Voor het traject August Van de Wielelei (met inbegrip van het plein) is het ontwerpdossier afgerond en aanbestedingsklaar. Het traject van de Turnhoutsebaan, ter hoogte van het Rivierenhof, is reeds heraangelegd. Dit project is uitgevoerd onder leiding van AWV. Het traject van de Turnhoutsebaan in het (versmalde stuk) in het centrum van Deurne wordt heraangelegd door AWV. Het is de bedoeling dat de tramsporen vernieuwd worden en dat de weg heraangelegd wordt. Het typedwarsprofiel voor de Turnhoutsebaan gaat uit van een centraal gelegen vrije tram- en busbaan in beton met aan weerszijden een bomenrij. Afhankelijk van de locatie worden er tussen de sporen en de rijweg parkeerplaatsen in kassei voorzien. Op andere plaatsen wordt deze zone ingevuld met groen of met een halte-infrastructuur. De rijweg in asfalt is gereduceerd van 2x2 rijstroken tot 2x1 rijstrook. Ter hoogte van het Rivierenhof is een snelheidsregime van 50km/u voorzien. Over het gehele traject zijn dubbelrichtingsfietspaden voorzien om nodeloos oversteken te vermijden.1 Specifiek voor het Rivierenhof zijn volgende elementen van belang (het traject wordt hierbij van west naar oost overlopen):
Herinrichting Turnhoutsebaan extra muros De stad Antwerpen is bezig met plannen voor de herinrichting van de Turnhoutsebaan tussen de Leeuwlantstraat en de Singel. Momenteel is een startnota opgemaakt die dateert van juni 2008. De doelstelling van de heraanleg van de as Turnhoutsebaan ter hoogte van Deurne bestaat er in hoofdzaak in het dorpskarakter van Deurne te versterken. De concrete inrichting van het openbaar domein en de verkeersruimte is erop gericht de verblijfswaarde op te krikken. Anderzijds gaat het om een stedelijke hoofdverkeersweg binnen de bebouwde kom met een sterke openbaar vervoersfunctie. Die tegenstelling tussen ambitie en aard van de weg leidt tot een inherente contradictie die enkel op te lossen is indien er ofwel duidelijke prioriteiten doorwegen, ofwel door op zoek te gaan naar een realistisch ruimtelijk compromis. Het streefbeeld op stedelijke schaal toont de basisdoelstellingen van het studiegebied: een maximale uitbouw van de koppen om het C-segment te ontlasten en zachte connecties naar de binnenstad, de Schijnvallei, het Rode Kruisplein, over de Turnhoutsebaan en op de Craeybeckxlaan.
Fietsroutes De wandel-en fietspaden in het Rivierenhof sluiten aan op een aantal bovenlokale toeristische en functionele fietsroutes: Functioneel kunnen volgende fietsroutes onderscheiden worden 2:
Recreatief kunnen volgende bovenlokale fietsroutes onderscheiden worden:
Het netwerk TPA of fietsknooppuntennetwerk De benaming LF-routes staat voor ‘Lange-afstand Fietsroutes’. Op lokaal niveau:
4.4.5. Studies en beleidsplannen m.b.t. de sector geluid Meting van de geluidshinder in het Provinciaal Domein “Rivierenhof” In september 1991 en april 1992 zijn geluidsmetingen uitgevoerd door het Provinciaal Veiligheidsinstituut. De studie omvat geluidsmetingen ter hoogte van het openluchttheater, de visvijver, de Schranshoeve en het directeursgebouw. Op de eerste 3 plaatsen wordt de geluidshinder voornamelijk bepaald door de autosnelweg terwijl aan het directeursgebouw de hinder vooral afkomstig is van de Turnhoutsebaan. Uit de meetresultaten aan het openluchttheater blijkt dat de aanbevolen grenswaarden voor stille recreatie overtroffen worden. Op de bovenste rijen van de toeschouwersbanken wordt de aanbevolen waarde voor een stadscentrum benaderd. De metingen op weekdagen, buiten spitsuren, zijn representatief voor metingen tijdens het weekend. Samengevat kan gesteld worden dat het geluidsniveau nagenoeg overal in het park boven de aanbevolen richtwaarden ligt, ongeacht welke grootheid en normen gehanteerd worden. Indien de oplopende rijen van het theater beschouwd worden als een geluidswerende berm kan afgeleid worden dat er een verschil in geluidsniveau is van ongeveer 10 dB (A). Volgens deze studie kan de oprichting van een geluidswerende berm naast de autosnelweg voor meer dan 60% een gunstige invloed hebben. Door deze daling van geluidshinder zou een toestand kunnen gecreëerd worden die vergelijkbaar zijn met landelijke omgevingen en rustige woonwijken. In deze studie werd een eerste reeks metingen gedaan en is een eerste mogelijke oplossing aangeboden. Deze studie is echter te weinig uitgebreid en heeft te weinig onderzocht om nu reeds af te leiden of een geluidswerende berm effectief en realiseerbaar is.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||

![i_RUP_10000_213_00062_00001_200123.jpg [image]](i_RUP_10000_213_00062_00001_200123.jpg)
![i_RUP_10000_213_00062_00001_200124.jpg [image]](i_RUP_10000_213_00062_00001_200124.jpg)
![i_RUP_10000_213_00062_00001_200125.jpg [image]](i_RUP_10000_213_00062_00001_200125.jpg)
