|
5.2.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
7
Binnen het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen werd Antwerpen, geselecteerd als grootstedelijk gebied, gepositioneerd binnen het stedelijk netwerk van de Vlaamse Ruit. Een stedelijk netwerk is een complementair en samenhangend geheel van stedelijke gebieden en van structuurbepalende elementen van het buitengebied die verbonden zijn door infrastructuren (wegen, spoorwegen, kanalen,…). Antwerpen vormt aldus één van de polen van een stedelijk netwerk dat internationale betekenis heeft omwille van het internationale karakter en de internationale rol van dit gebied. Volgens het RSV moet het stedelijk beleid volgende doelstellingen nastreven:
-
Het stimuleren en concentreren van activiteiten;
-
Het vernieuwen van de stedelijke woon- en werkstructuur door strategische stedelijke projecten;
-
Het ontwikkelen van nieuwe woningtypologieën en kwalitatieve woonomgevingen;
-
Het leefbaar en bereikbaar houden door andere vormen van stedelijke mobiliteit en door locatiebeleid;
-
Het verminderen van het ongeordend uitzwermen van functies.
Er zijn ontwikkelingsperspectieven vooropgesteld voor de grootstedelijke gebieden zoals o.a. minimale woondichtheden, een differentiatie en verbetering van de woningvoorraad, een versterking van de multifunctionaliteit, het ontwikkelen van kantoren aan de knooppunten van openbaar vervoer, het afstemmen van voorzieningen op het belang van het stedelijk gebied, het bundelen van de kleinhandel en het behoud en de ontwikkeling van randstedelijke groengebieden. Er is in het RSV ook een specifiek beleid inzake stedelijke mobiliteit uitgewerkt.
RSV p.332 ‘Het is noodzakelijk de stedelijke gebieden te vernieuwen door het voeren van o.a. een meer dynamische stadsvernieuwing. De vernieuwing van verwaarloosde of onderbenutte terreinen is hiervan een essentieel onderdeel. Strategische projecten stimuleren andere actoren, waaronder huisvesting, om projecten op te zetten die de aantrekkelijkheid van het stedelijk wonen aantonen.’
De ontwikkeling van het Eilandje kan als een strategisch project beschouwd worden en voldoet aan de kenmerken vooropgesteld in het’ RSV p. 374
Ontwikkelen van stedelijke potenties, RSV p. 369: ‘Om in de bestaande toeristischrecreatieve
aantrekkingspolen Antwerpen, Brugge, Gent de kwaliteit van de leefomgeving en de maatschappelijke en economische ontwikkelingsmogelijkheden van de eigen bevolking te behouden, is het wenselijk een in het stedelijk beleid geïntegreerde toeristische beleidsvisie te ontwikkelen. Aandacht moet gaan naar het ontwikkelen van minder bezochte toeristische potenties in en nabij de stedelijke gebieden’.
5.2.2 Ruimtelijk structuurplan provincie Antwerpen
8
Binnen dit provinciaal structuurplan worden vier hoofdruimten onderscheiden: de Antwerpse Fragmenten, de Noorderkempen, de oostelijke netwerken en het netegebied. Antwerpen behoort uiteraard tot de Antwerpse Fragmenten. Elk van deze hoofdruimten werd verder uitgewerkt in deelruimten. Op die manier zijn 14 deelruimten afgebakend. De stad Antwerpen is onderdeel van de deelruimte ‘Grootstedelijk Antwerpen’.
Een ruimtelijk concept voor deze deelruimte vanuit de invalshoek van de provincie bevat volgende ruimtelijke principes of ordeningsbeginselen:
-
Het grootstedelijk gebied wordt gezien als een geheel van gelijkwaardige grootstedelijke woonomgevingen met een hoog voorzieningenniveau. De meer perifere woonomgevingen nemen daarbij een aantal taken over van de kernstad. Het onderscheid tussen het voorzieningenniveau van deze laatste en dat van de andere woonomgevingen vervaagt. De dichtheid van de kernstad verlaagt, deze van de meer perifere woonmilieus verhoogt.
-
De samenhang tussen de verschillende woonomgevingen wordt verzekerd door grootstedelijke elementen als een grootstedelijke groenstructuur en grootstedelijke assen. De groenstructuur bestaat uit groene vingers, geworteld in de Antwerpse gordel en doorlopend in een natuurlijk netwerk verweven tussen de woonomgevingen. De grootstedelijke assen zijn dragers van voorzieningen, van hoogdynamische activiteiten en van openbaar vervoer.
-
De Schelde wordt opgenomen in een nieuwe gemengd groene, gemengd stedelijke vinger van het grootstedelijk gebied. Een nieuwe band van stedelijkheid aan het water met wonen, natuur en groen, dienstverlening en voorzieningen vervangt daarbij de vroegere en huidige bedrijvigheid.
Rond Antwerpen zijn drie andere deelruimten gedefinieerd: de Antwerpse haven,
het bebouwd perifeer landschap en de Antwerpse gordel.
Relevante aspecten voor de bijzonder plannen van aanleg voor het ‘Eilandje’:
-
Door het verdichten, hergebruiken en efficiënt benutten van de oudere havendelen, kunnen de voortgaande verschuiving en verwijdering van de haven ten opzichte van de stad Antwerpen worden tegengegaan.
5.2.3 strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen
9
Het s-RSA is een ruimtelijk toekomstbeeld voor de hele stad en werd in 2006 goedgekeurd. Het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) vormt het kader voor het ruimtelijk beleid van de stad Antwerpen.
Het structuurplan is opgebouwd uit twee delen: het generieke beleid en het actieve beleid. Het generieke beleid geeft een stadsbrede visie weer op basis van 7 beelden die refereren naar het collectieve geheugen van de stad. Het actieve beleid geeft de projectmatige werking weer op basis van 5 strategische ruimtes.
De 7 beelden van het generiek beleid zijn waterstad, havenstad, ecostad, spoorstad, poreuze stad, dorpen en metropool en tenslotte megastad. Elk van deze beelden doet expliciet of impliciet uitspraken die zijn meegenomen in het Plan van aanpak Cadix.
De waterstad wil Antwerpen terug een link geven met het water. De ontwikkelingen op het ganse Eilandje en dus ook op de Cadixwijk zijn hier een directe doorvertaling van.
De ecostad doelt zowel op de algemene toepassing van duurzaamheid binnen de stad als op de specifieke doorvertaling naar de stedelijke ecologie. De aandacht die in het Plan van Aanpak uitgaat naar duurzaamheid is een gevolg van dit beeld. Ondanks dat de groene inrichting van de Cadixwijk terug te brengen is op het Beeldkwaliteitplan buitenruimte en het Groenplan is er ook een link naar het s-RSA daar deze twee plannen mee in acht werden genomen bij het opstellen ervan.
De havenstad wil contact zoeken met de haven en zo de link tussen de stad en diens haven versterken. Eén van de contactzones met het stedelijk gebied in transformatie is het Eilandje, en meer specifiek de Cadixwijk. Hier wordt een stedelijke omgeving met een sterke relatie tot de dokken en de Schelde vooropgesteld bij de ontwikkeling.
De spoorstad wil vooral de stad vertrammen en zo het openbaar vervoer op een zichtbare manier in de stad verder uitbouwen. Het Plan van aanpak bevat de aanleg van een tramlijn en geeft zo een directe uitvoering aan de spoorstad als vooropgesteld beeld van de stad.
De poreuze stad doelt op het in gebruik nemen van holtes in het stedelijk weefsel. Behalve een strategie ten aanzien van de bebouwde ruimte is dit ook een strategie ten aanzien van het groen in de stad.
Dorpen en metropolen is een meerledig beeld, waarbij het onderdeel polycentrische stad zich richt op het vernieuwen van het stedelijke weefsel en waarbij het Eilandje één van de grote bebouwbare gebieden is. Het kan dus dus een grote rol spelen bij het tot stand komen van een evenwichtige bebouwingstypologie en een goede mix van sociale groepen.
Het laatste beeld van het generiek beleid is de mega stad. Het drukt de positie uit van Antwerpen binnen de netwerkstad maar heeft weinig relevantie op niveau van de Cadixwijk.
Het actief beleid is opgebouwd uit vijf strategische ruimtes: harde ruggengraat, zachte ruggengraat, groene singel, lager netwerk en stedelijke centra en levendig kanaal. Het Eilandje maakt onderdeel uit van de harde ruggengraat. Het Eilandje moet specifiek het wonen in deze stedelijke zone aantrekkelijk maken door er een geïntegreerd gebiedsgericht project verder te ontplooien. Daar het structuurplan dateert van na de opmaak van de beeldkwaliteitplannen en het BPA Eilandje, vormden deze ook mee de basis voor de ontwikkelingen die het
structuurplan vooropstelt binnen zowel het Eilandje als de Cadixwijk.
Specifiek stelt het s-RSA:
“De Cadixwijk kan ontwikkeld worden als een aangename woonomgeving met ondersteunende voorzieningen. Vooral in deze wijk zal worden ingezet op het creëren van een sociale mix. Bovendien zullen centraal in deze wijk, als aanvulling op de aanwezige scholen, gemeenschapsvoorzieningen (onderwijs, sport, openbare diensten, …) ingepland worden en dit in afstemming op de wijknoden van Oude Dokken, Cadix en Montevideo samen. Aan de dokranden worden de huidige bedrijfsgebouwen vervangen door bouwblokken naar analogie van de rest van het bebouwingsweefsel. Ter hoogte van de parking van het Douanegebouw wordt het Cadixplein, als groen parkachtig plein, aangelegd als groene long van de wijk. Ook hier zal de aanleg van een kwalitatief publiek domein als katalysator worden aangewend voor een duurzame wijkontwikkeling waar, naast de grotere randprojecten, ruimte is voor invulprojecten langs de binnenstraten. Het is belangrijk dat deze wijk in de toekomst bediend wordt met een tramlijn. Dit is onderwerp van verder onderzoek met de lijn.”
In de bindende bepalingen van het s-RSA wordt het gebied ‘Oude Dokken, Cadix- en Montevideowijk’ geselecteerd als te implementeren hefboomactie. Dit wil zeggen dat het stadsvernieuwingsproces in dit gebied moet uitgevoerd worden met als één van de doelstellingen ‘een kwalitatief openbaar domein inzetten als katalysator voor een duurzame wijkontwikkeling’.
![i_RUP_11002_214_10003_00001_200225.png [image]](i_RUP_11002_214_10003_00001_200225.png) ![i_RUP_11002_214_10003_00001_200226.png [image]](i_RUP_11002_214_10003_00001_200226.png)
Figuur 56: harde ruggengraat, strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen.
Bron: s-RSA. harde ruggengraat: strategische ruimte strategische projecten in de harde ruggengraat
|