2 JURIDISCHE EN PLANNINGSCONTEXT

 

2.1 Relatie met structuurplannen

 

2.1.1 Strategisch Ruimtelijk structuurplan Antwerpen (s-RSA)

Het strategisch Ruimtelijke Structuurplan: Antwerpen Ontwerpen (s-RSA) geeft in het richtinggevend deel aan dat een aanpassing van het BPA Binnenstad nodig kan zijn in de komende jaren:

"In de Binnenstad kan indien nodig het BPA Binnenstad aangepast worden naar aanleiding van bouwblokprojecten, wijzigende maatschappelijke omstandigheden en het beeldkwaliteitplan." 4

De binnenstad bevindt zich volledig in de strategische ruimte van de harde ruggengraat. Dit is de ruimte van het metropolitaans gebied, de ‘Stad aan de Stroom’. De strategische projecten binnen het plangebied zijn de Gedempte Zuiderdokken, het Schipperskwartier, de Universiteitsbuurt en het Theaterplein. De Gedempte Zuiderdokken zijn een strategisch project dat de volgende jaren gepland wordt en in uitvoering zal gaan. Het ruimtelijk uitvoeringsplan zal niet vastleggen welke functies het plein zal vervullen en hoe het plein er zal uitzien. Dit gebeurt in een appart pproces. Het RUP doet wel uitspraken binnen welke grenzen dit project zal uitgevoerd worden (zie punt 1.2.5 van deze toelichtingsnota). De andere projecten zijn reeds in uitvoering.

 

 [image]

s-RSA | Harde Ruggengraat

 

Het strategisch Ruimtelijk Structuurplan: Antwerpen Ontwerpen haalt de volgende aandachtspunten aan met betrekking op de binnenstad:

  • Herstellen van de relatie tussen de binnenstad en de Schelde;

  • Verbetering van het lager netwerk;

  • Enkel bestemmingsverkeer toelaten in de binnenstad, doorgaand verkeer moet via de Leien omgeleid worden;

  • Terugdringen van de leegstand;

  • Handelsactiviteiten, wonen en werken moet beter geïntegreerd worden in elkaars nabijheid;

  • Opvullen holtes in straatwand;

  • De straat profileren als voorkeurslocatie;

  • ’Gated Communities’ worden geweerd;

  • "Wonen boven winkels: specifieke instrumenten zijn noodzakelijk om de beschikbaarheid van de hogere bouwlagen te vergroten, boven op de winkels op het gelijkvloers; het is noodzakelijk om deze vernieuwing te stimuleren door middel van financiële instrumenten (subsidies, aanmoedigingen, …);

  • Herinvulling van voormalige kantoorgebouwen: de transformatie van vervallen kantoorgebouwen naar woningen dient gestimuleerd te worden;

  • Aanpassing nieuwe levensstijlen (wonen en werken): onderzoek naar nieuwe typologieën is noodzakelijk;

  • Nieuwe porositeit: recente oefeningen vanuit de bouwblokstrategie geven nieuwe inzichten. De algemene principes van het BPA Binnenstad (de zgn. harmonieregel) kunnen behouden blijven, maar het BPA dient op een correcte, maar flexibele manier toegepast te worden, teneinde de kwalitatief om te gaan met de veranderingen die de stad ondergaat. Meer functionele flexibiliteit kan worden ingevoerd in dit BPA;

  • Cultureel historisch erfgoed en markante gebouwen: een duurzaam omgaan met historisch of archeologisch waardevolle gebouwen of structuren vormt een speerpunt zodat de identiteit van de Binnenstad wordt gevrijwaard;

  • Voorzieningen op wijk- en grootstedelijk niveau;

  • Het statuut van het CHE-gebied moet meer juridische waarden krijgen;

  • Beeldkwaliteit moet ingevoegd worden in stedelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplannen;

  • In de binnenstad staat verwevenheid van functies centraal;

  • Op het Zuid en tussen de Meir, Leien en Wilde Zee moet deze mix getemperd worden, zodat de woonfunctie hier niet wordt verdrongen.

 

Elk van deze punten werd opgenomen in het onderzoek dat dit RUP voorafging. Sommige punten kunnen letterlijk opgenomen worden als een doelstelling van het RUP zelf, andere punten vragen een meer actief beleid en zullen op een andere manier behandeld worden. Hier zal voornamelijk gekeken worden of het RUP een eventuele toekomstige maatregel of project niet onmogelijk maakt.

 

2.1.2 Ruimtelijk structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA)

Het provinciaal ruimtelijk structuurplan Antwerpen (RSPA) hanteert hoofd- en deelruimten om de beleidsvisie voor de provincie weer te geven. Het gewenste ruimtelijk beeld voor de hoofdruimte “Antwerpse fragmenten” wordt voor de stad Antwerpen verder gebiedsgericht uitgewerkt aan de hand van de deelruimte “Grootstedelijk Antwerpen”.

Eén van de doelstellingen voor de deelruimte Grootstedelijk Antwerpen is om in dit gebied bij voorkeur de hoogdynamische activiteiten onder te brengen, langs de ene kant om de synergie tussen deze activiteiten aan te moedigen en de middelen efficiënt aan te wenden, langs de andere kant om de bestaande kwetsbare en natuurlijk waardevolle gebieden te vrijwaren. Toch staat er over de Antwerpse kernstad (binnenstad en negentiende eeuwse gordel) dat hier de morfologische en functionele dichtheid kan worden verlaagd. Ook het RUP Binnenstad probeert een evenwicht te vinden tussen de verwevenheid van functies en tegelijkertijd de mogelijke overlast die een doorgedreven mix in sommige gevallen kan meebrengen zoveel mogelijk in te perken3.

 [image]

RSPA | Ruimtelijk concept voor Antwerpse Fragmenten

 

2.1.3 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV)

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (BVR 23-09-1997) geeft de beleidscontext op Vlaams niveau.

Het RSV concipieert Vlaanderen open en stedelijk waarbij de stedelijke gebieden selectief worden uitgebouwd en de open ruimten worden behouden en waar mogelijk worden versterkt. De uitgangspunten voor stedelijke gebieden zijn ontwikkeling, concentratie en verdichting. Dit betekent o.m. een beleid gericht op het creëren van bijkomende woningen in een kwalitatieve woonomgeving en het versterken van het stedelijk functioneren aan de hand van een mix van functies (diensten, gemeenschapsvoorzieningen, stedelijke voorzieningen,…).

Het plangebied ligt in het grootstedelijk gebied Antwerpen waar de herwaardering van een historisch stuk stedelijk weefsel wordt nagestreefd door een invulling van stedelijke woonvormen vermengd met bedrijvigheid, diensten en gemeenschapsvoorzieningen. De uitgangspunten en doelstellingen van dit RUP zoals beschreven in hoofdstuk 3 zijn conform aan de principes van het RSV.

 [image]

RSV | gewenste ruimtelijke structuur | gedeconcentreerde bundeling

2.2 Bestaande juridische toestand

 

2.2.1 Gewestplan

Het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad treedt volledig in de plaats van het gewestplan. Dit wil zeggen dat wat op dit ogenblik door het gewestplan is vastgelegd, overgenomen moet worden in het RUP of vervalt.

Het gewestplan: KB 03/10/79

In het gewestplan wordt het ganse plangebied aangeduid als woongebied. De enige uitzondering hierop zijn de Gedempte Zuiderdokken die aangeduid zijn als Parkgebied.

Voorschriften Woongebieden: Artikel 5.1 De Woongebieden

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Voorschriften Parkgebieden: Artikel 14

De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.

Het RUP Binnenstad bestaat uit zeer flexibele zones. Wonen en woonondersteunende functies (gemeenschapsvoorzieningen) zijn overal onbeperkt toegelaten, behalve in de zone voor groen en de zone voor publiek domein. De voorschriften van het RUP kunnen dus gezien worden als een verdere detaillering van de gewestplanbestemming (KB 03/10/79). Enkel voor de Gedempte Zuiderdokken wordt een bestemmingswijziging voorgesteld (zie punt 1.2.5 van deze toelichtingsnota).

 

 [image]

Figuur 6 | Gewestplan.

Herziening van het gewestplan: MB 28/10/98

In deze herziening krijgt het plangebied een andere bestemming van woongebied, naar woongebied met culturele, historische en esthetische waarde. In dit gebied geldt de wenselijkheid van behoud. De stad voert dit uit door bij elke bouwaanvraag een CHE-rapport te vragen. In de toelichtingsnota van de herziening wordt de bestemming als volgt beschreven:

Zone met culturele, historische en esthetische waarde:

De specifieke stedelijke context met een grote concentratie aan historische gebouwen biedt in het grootstedelijk gebied Antwerpen een waaier aan culturele, historische en/of esthetische waarden, die een bescherming als landschap, monument, stads- of dorpsgezicht overstijgen. Een appreciatie op het niveau van het gewestplan, door de opname van (niet als dorpsgezicht of stadsgezicht beschermde) gebieden als zones met culturele, historische en esthetische waarde, zou in de toekomst een beter behoud van deze waarden moeten waarborgen.

A16. Antwerpen – historische binnenstad en Zuidkwartier (kaartblad 15/3)

(323 ha) omwille van de aanwezigheid van een belangrijke bovengronds bouwhistorisch-archief in de historische binnenstad en omdat de Zuidwijk een voorbeeld is van een negentiende-eeuwse planmatige stadsaanleg waarin industriële en havenactiviteiten en culturele activiteiten verzoend worden met een voorname woonwijk.

Herziening van het gewestplan: MB 07/07/00

In het gewestplan van 1979 werd reeds een beperking gesteld op de hoogte van de gebouwen in het plangebied. In deze wijzigingen worden de voorschriften betreffende de hoogte van de gebouwen veranderd:

Artikel 1. Bijzondere voorschriften betreffende de hoogte van de gebouwen

Artikel 1 van de aanvullende stedenbouwkundige voorschriften die behoren bij het gewestplan Antwerpen, vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 houdende vaststelling van het gewestplan Antwerpen, zoals meermaals gewijzigd, wordt vervangen door de volgende bepaling:

§1.Voor het optrekken van gebouwen gelegen in de volgende woongebieden, gelden de hierna vermelde bijzondere voorschriften:

1° in het stadscentrum van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad begrensd door de Leien;

[…]

In deze gebieden wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

1° de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogte;

2° de eigen aard van de hierboven gelegen gebieden;

3° de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

 

2.2.2 Bijzondere plannen van aanleg

In de binnenstad bevinden zich 22 geldige BPA’s op het moment van de opmaak van het RUP Binnenstad. Dit zorgt voor een lappendeken van juridische instrumenten. Het BPA 'Binnenstad' en het BPA 'Antwerpen-Zuid-aan de Leien' zijn beiden gebiedsdekkende, verruimde BPA’s. De overige 20 BPA’s zijn wat men noemt ‘postzegel-BPA’s’. Dit zijn plannen waarvan het plangebied meestal niet groter is dan een bouwblok. Deze BPA’s zijn opgemaakt naar aanleiding van een specifiek project.

Het RUP ‘Binnenstad’ heeft als doelstelling 21 BPA’s samen te voegen in één RUP. Dit ruimtelijk uitvoeringsplan moet zo flexibel zijn dat een constante aanpassing via ‘postzegel-RUP’s’ bij elk nieuw project niet langer noodzakelijk is.

Eén BPA zal blijven bestaan: het BPA ‘Binnenstad’ (gedeelte Falconplein – Zeemanshuis). Oorzaken hiervan staan toegelicht in artikel 1.1.3 van deze toelichtingsnota.

De samenvoeging van de 21 BPA’s is in praktijk minder problematisch dan het lijkt. Het merendeel van de ‘postzegel-BPA’s’ zijn op dezelfde manier opgemaakt als het BPA ‘Binnenstad’. Dit werd beslist door de gemeenteraad op 7 mei 1987:

“Met het oog op de eenvormigheid van de stedebouwkundige voorschriften in de binnenstad, is het noodzakelijk dat de voorschriften van de voornoemde B.P.A.’s worden aangepast, conform aan deze van het B.P.A.-Binnenstad.”

 

 [image]

Geldige BPA’s in het plangebied op het moment van de opmaak.

Slechts de vier jongste BPA’s wijken af van het BPA ‘Binnenstad’ en zij introduceren geheel nieuwe bestemmingen, zoals zone voor doorgang, zone voor overdekte open ruimte, zone voor horeca en dienstverlening. Maar ook deze zones kunnen gemakkelijk geconverteerd worden in het nieuwe gestandaardiseerde systeem, indien het gaat over een bestaand bebouwd weefsel.

 

 [image]

 

 

2.2.3 Rooilijn- en verkavelingsplannen

In de loop der jaren zijn er 106 rooilijnplannen opgemaakt in de binnenstad en 21 verkavelingsvergunningen. Een heel groot deel van deze plannen zijn al opgeheven bij de opmaak van het BPA Binnenstad. Het bijzonder plan van aanleg gebruikte zelf rooilijnen als grens van de bestemmingszones.

Vandaag zijn er nog 40 rooilijnplannen geldig in de binnenstad en 4 verkavelingsvergunningen. Deze zullen allemaal volledig opgeheven worden, ook al lopen zij voor een gedeelte buiten het plangebied. De opsomming van deze op te heffen voorschriften vindt u in punt 5.2 van deze toelichtingsnota. Het RUP Binnenstad gebruikt geen rooilijnen. Vanaf het moment van de goedkeuring van het RUP Binnenstad zullen er dus geen rooilijnen en verkavelingsvergunningen meer geldig zijn in de binnenstad.

2.2.4 Statuut van wegen

De Brouwersvliet/Oudeleeuwenrui/Ankerrui en de Leien zijn gewestwegen. Alle overige wegen gelegen in het plangebied zijn gemeentewegen. Er zijn geen buurtwegen of trage wegen aanwezig in het plangebied.

2.2.5 Recht van voorkoop

Er is een recht van voorkoop op één perceel in het plangebied. Dit staat aangeduid op het grafisch plan van het RUP. Dit voorkooprecht geldt voor een periode van 15 jaar. Het recht wordt in eerste instantie gegeven aan het Vlaamse gewest, in tweede instantie aan de stad Antwerpen. Het voorkooprecht wordt ingevoerd om eventuele uitbreiding van het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen of het Wereldculturencentrum Zuiderpershuis vzw mogelijk te maken als het perceel verkocht wordt. Dit wordt in de voorschriften als een overdruk, artikel 11 aangeduid.

2.2.6 Bouwcode

De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Bouwcode’ is van kracht vanaf 4 april 2011. De voorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan primeren boven deze van de Bouwcode. Maar er is tijdens de opmaak van de twee reglementen getracht om zoveel mogelijk voorschriften die in de bouwcode worden opgenomen niet te herhalen in het RUP. Bijvoorbeeld de normen voor fietsenbergplaatsen bij een gebouw worden niet opgenomen in het ruimtelijk uitvoeringsplan, omdat zij reeds in de bouwcode voor heel het Antwerps grondgebied opgenomen zijn. Enkel daar waar het RUP strengere of andere reglementen wil, die specifiek zijn voor de binnenstad, worden de voorschriften van de bouwcode overschreven in het ruimtelijk uitvoeringsplan.

2.2.7 Stedenbouwkundige verordening raamprostitutie

Deze stedenbouwkundige verordening is slechts van toepassing voor het concentratiegebied Raamprostitutie. Dit is een klein gedeelte van het plangebied. Voor de juiste percelen die in het toepassingsgebied van deze verordening vallen, moet u specifiek naar deze verordening kijken. Deze reglementen gaan over een heel specifiek thema, namelijk de inrichting van een raamprostitutiepand. Ze zijn van toepassing naast het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad die niets over dit thema zegt. Raamprostitutie is een activiteit die door de politiecodex wordt verboden of toegelaten.

2.2.8 Gewestelijke verordening hemelwaterputten

Deze gewestelijke stedenbouwkundige verordening bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakten. Het algemene uitgangsprincipe hierbij is dat zoveel mogelijk herbruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd naar de riolering.