4.2 CHE-rapport

Al vanaf 1999 worden nieuwbouw en verbouwingsplannen onderworpen aan een erfgoedtoets. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat achter veel gevels, vooral daterend uit de 19de eeuw, oudere kernen verborgen gaan. Sinds het ontstaan van de stad in de 10e eeuw is er veel gebouwd, gesloopt en verbouwd. In oude huizen zijn daarom diverse bouwstijlen, constructies en materialen uit verschillende perioden terug te vinden. Bij een bouwhistorische studie worden deze bouwsporen onderzocht en gedocumenteerd.

Het vastleggen van bouwhistorische gegevens heeft twee doelen:

  • Documentatie en kennisvergroting
    Eén van de belangrijkste doelen van bouwhistorisch onderzoek is het vergroten van de kennis over de ontwikkeling van de huizen en stedelijke structuren, de constructiewijzen en bouwmaterialen. Door documentatie, interpretatie en analyse van bouwhistorische sporen kan de bouw- en verbouwingsgeschiedenis worden vastgesteld van huizen of huizenblokken.

  • Waardestelling en advisering
    Door de resultaten van bouwhistorisch vooronderzoek worden ontwerpers en gebruikers van gebouwen met een (mogelijke) monumentale waarde geïnspireerd bij het maken van (ver)bouwplannen. De overheid en de dienst stedenbouwkundige vergunningen worden door een bouwhistorisch vooronderzoek gesteund bij het beheer en de bescherming van het cultuurhistorisch erfgoed. De bouwhistorische studies geven al in een vroeg stadium belangrijke informatie die uitgangspunt moeten zijn bij renovaties en restauraties. Dit voorkomt dat belangrijke historische elementen verloren gaan.

Hoe gaat dit praktisch in zijn werk

Wanneer u een pand wil kopen of verkopen, of wanneer u een bouwaanvraag indient, wordt in de eerste plaats nagekeken wat het statuut is van de bestaande bebouwing. Misschien is het beschermd als monument, is het onderdeel van een stads- of dorpsgezicht of valt het binnen een beschermd landschap. In de binnenstad zijn 681 beschermde monumenten, 12 beschermde stadsgezichten en 6 beschermde landschappen gelegen. Ongeveer 10,5% van de gebouwen is er met andere woorden beschermd door een gewestelijk decreet. Het statuut van uw pand staat altijd vermeld op de notariële akte. Ook bij de stedelijke dienst monumentenzorg kan u terecht voor meer informatie. Deze dienst is wettelijk verplicht een actuele lijst bij te houden van de op dat moment geldende beschermingen.

Voor alle beschermde panden is men bij geplande werkzaamheden verplicht advies te vragen aan het agentschap Ruimte en Erfgoed van de Vlaamse overheid. Dit advies is altijd bindend. Zelfs wanneer de geplande werken geen stedenbouwkundige vergunning vereisen of wanneer de tussenkomst van een architect niet noodzakelijk is, moet er een machtiging verkregen worden. De Vlaamse overheid voorziet in subsidies, waarvan de omvang varieert naargelang de geplande werken en het statuut van het gebouw. Uitgebreide info over welke werken in aanmerking komen voor welke subsidies vindt u op de website http://www.onroerenderfgoed.be of kan verkregen worden door rechtstreeks contact op te nemen met de administratie van het agentschap Ruimte en Erfgoed, afdeling Antwerpen, http://www.ruimte-erfgoed.be.

Niet alle cultuurhistorisch waardevolle gebouwen krijgen het statuut ‘beschermd monument’. Toch vormen deze ook een onderdeel van het bouwkundig erfgoed van stad Antwerpen. De ‘Inventaris van het bouwkundig erfgoed’ werd opgemaakt door de Vlaamse overheid voor heel Vlaanderen. Per gemeente heeft men een overzicht opgesteld van deze relicten met een korte beschrijving van het pand. Sinds 2010 wordt aan deze inventaris een juridisch statuut verleend door de vaststelling ervan door de bevoegde minister. Dit betekent dat er speciale regels gelden voor deze panden, die gehanteerd worden wanneer men een bouwaanvraag indient. Wat deze regels precies inhouden kan men nakijken op de website http://www.inventaris.vioe.be onder het item ‘Rechtsgevolgen’. Bij verbouwingen aan panden opgenomen in deze vastgestelde inventaris is het de taak van de stedelijke dienst monumentenzorg om de werken aan dit niet-beschermd waardevol erfgoed deskundig te begeleiden. Hierbij draagt het advies van de stedelijke dienst monumentenzorg reeds in belangrijke mate toe bij. Er zijn ongeveer 2736 relicten in het plangebied, dit zijn ongeveer 33% van alle gebouwen.

Tenslotte voorziet ook het ruimtelijk uitvoeringsplan in een garantie voor het behoud van het bouwkundig erfgoed in de binnenstad. De binnenstad is namelijk in het gewestplan in haar geheel beschreven als ‘gebied met culturele, historische en/of esthetische waarde’, kortweg een CHE-gebied. Deze inkleuring wordt integraal overgenomen in het ruimtelijk uitvoeringsplan. Concreet betekent dit dat alle cultuurhistorisch waardevolle gebouwen maximaal bewaard en gerestaureerd moeten worden. Om de waardevolle bebouwing van de overige bebouwing te kunnen onderscheiden wordt een CHE-rapport opgemaakt. Dit is een bouwhistorische en beschrijvende studie van een gebouw. Het is aangewezen om tijdig (voor het indienen van de bouwaanvraag) een afspraak te maken met de dienst monumentenzorg, die meer informatie kan geven over het specifieke pand en de krijtlijnen uittekent waarbinnen de architect kan ontwerpen. De dienst bepaalt op basis van een plaatsbezoek en een verkennend gesprek met de architect en/of bouwheer over de geplande werken, de inhoud en de omvang van de studie.

Er bestaan geen vastomlijnde regels voor de opmaak van een CHE-rapport. De eisen die gesteld worden zijn afhankelijk van de historische waarde van het pand en de aard en de omvang van de aangevraagde werken. In ieder geval bevat een CHE-rapport minstens een historiek van het gebouw, een beschrijving van zowel het interieur als het exterieur en een opmeting van de bestaande toestand. In bepaalde omstandigheden worden deze gegevens verder aangevuld met een bouwfysische studie. Het dossier wordt geïllustreerd aan de hand van tekeningen en foto’s.

Het CHE-rapport wordt toegevoegd aan de beschrijvende nota van de bouwaanvraag. Het zorgt ervoor dat de dienst stedenbouwkundige vergunningen in samenwerking met de stedelijke dienst monumentenzorg – die de bouwaanvraag beoordeelt – weet wat waardevol is en op welke manier hiermee in de bouwaanvraag wordt omgegaan. Indien het rapport te weinig informatie bevat of niet bij de bouwaanvraag gevoegd werd, kan de bouwaanvraag niet beoordeeld worden. Voor de opmaak van een bouwdossier kan u dus best contact opnemen met de stedelijke dienst Welstands- en monumentenzorg. Zij kunnen u begeleiden bij de opmaak van een CHE-rapport.

 

Inlichtingen:

Welstands- en monumentenzorg
Francis Wellesplein 1
Tel. 03 338 22 70

 

 [image]

Waardevol gebouw | deels gerestaureerd, deels verbouwd.