5.4 Herbevestigd agrarisch gebied

 

5.4.1 Omzendbrief RO/2010/01

Volgens de omzendbrief RO/2010/01 van 7 mei 2011 worden gemeentelijke initiatieven die een planologische aanpassing van de beleidsmatig herbevestigde agrarische gebieden inhouden voldoende terughoudend beoordeeld.

Als algemeen uitgangspunt geldt dat de overheid die een planningsinitiatief neemt om de bestemming van een herbevestigd agrarisch gebied te wijzigen in de mate van het mogelijke en bij voorkeur binnen hetzelfde planningsinitiatief, de nodige acties opneemt om het planologisch evenwicht te herstellen.

Tevens geeft omzendbrief RO/2010/01 aan dat er principieel een beleidsmarge is om bestemmingswijzingen door te voeren in herbevestigd agrarisch gebied voor gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen in uitvoering van goedgekeurde planologische attesten.

5.4.2 Motivering inname

Het plangebied waarop de uitbreiding van bedrijfsactiviteiten mogelijk wordt, is gelegen binnen herbevestigd agrarisch gebied in de regio ‘Antwerpse gordel en Klein Brabant’. Het betreft het ‘Landbouwgebied tussen Berendrecht, Ertbrand en Ekeren’.

De betrokken percelen, samen zo’n 11.085 m² groot, zijn eigendom van één eigenaar: de eigenaar van de aanpalende garage en tevens aanvrager van het planologisch attest dat aanleiding gaf tot dit RUP.
Het bestaande bedrijfspand werd in 1998 op de locatie langs Leugenberg opgericht. De stedenbouwkundige vergunning werd verleend binnen de bestemming wonen op het gewestplan.

Onderzoek naar alternatieve locaties

Het onderzoek naar alternatieve locaties is in vooronderzoek tijdens de procedure van het planologisch attest gebeurd. Van de drie bedrijfslocaties biedt enkel degene aan Leugenberg de nodige mogelijkheden om de gewenste uitbreiding kwaliteitsvol te realiseren. Een herlokalisatie wordt voor dit bedrijf niet voorgesteld.

Onderzoek naar de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur

Het betreft een ingesloten, kleinschalig terrein waarop geen agrarische uitbating plaats vindt. Het grondgebruik bestaat uit grasland. Een beperkt deel is afgezet voor het grazen van dieren. Een zone direct grenzend aan de garage wordt vandaag al gebruikt als stallingsplaats voor auto’s.

Aangrenzende percelen zijn veelal tuinen van een woonlint aan de Bredeweg. Een perceel ten zuiden van het plangebied is tevens in gebruik als grasland.

Door het grondgebruik rondom het perceel en de beperkte grootte van het perceel, blijft versnippering tot een minimum beperkt en is bijgevolg de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur ook beperkt.
Bijkomend geldt dat de bedrijfsactiviteiten worden gebufferd naar de omgeving.

Onderzoek naar mogelijke flankerende maatregelen voor landbouw

Voorstellen voor planologische ruil of het ter beschikking stellen van bruikbare ruilgrond voor de getroffen landbouwers is hier, door het huidige grondgebruik van het perceel, en het feit dat geen actieve landbouwer wordt getroffen, niet aan de orde.

Het voorzien van een compensatiegebied

Er wordt in het RUP geen planologische compensatie voorzien voor deze beperkte aansnijding van agrarisch gebied. Het plangebied beperkt zich tot de herbestemming van die percelen waarvoor een planologisch attest werd goedgekeurd.

Besluit

Een uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten op het plangebied is ruimtelijk en bedrijfseconomisch te verantwoorden:

Gelet op de beperkte oppervlakte van het plangebied, het gebrek aan landbouwactiviteiten op het terrein en de afgesloten ligging ten opzichte van de rest van het landbouwgebied, is het verlies aan agrarisch gebied niet van die aard dan het afbreuk doet aan de samenhang van de agrarische structuur op macroschaal. Er wordt geen samenhangend agrarisch gebied doorsneden, geen agrarische activiteit in het gedrang gebracht, noch een landbouwer getroffen.
De impact op de agrarische structuur is dan ook zeer beperkt.