Artikel 8 Visuele en vormelijke inpassing

 

  1. Voor het plaatsen van een toegangspoort gelden volgende regels:
  1. Per 8 meter perceelsbreedte is er maximaal 1 toegangspoort toegestaan. De toegangspoort mag maximaal 3 meter breed zijn. Indien de perceelsbreedte meerdere toegangspoorten toelaat, kunnen deze ook gekoppeld worden tot een maximale breedte van 6 meter.


  2. In voorgevels van minder dan 8 meter breed is een toegangspoort verboden. Dit geldt voor elk gevel(deel) grenzend aan het openbaar domein van het gebouw afzonderlijk.

3m is gebaseerd op de vaak voorkomende breedte van wagens. Het kan dus dat voor welbepaalde functies (KMO, etc) grotere breedtes nodig zijn, in dat geval kan een afwijking gemotiveerd worden vanuit de specifieke context.

  1. De afwerking van gevels moet het straatbeeld en de architecturale kwaliteit van het gevelbeeld respecteren of opwaarderen.

Gevels worden steeds beoordeeld op hun architecturale kwaliteit. Daarbij zijn materiaal- en beeldkwaliteit en erfgoedwaarde belangrijk Volgende elementen spelen daarin een rol:

  • Architecturale elementen en hun compositie zoals de inkom en andere gevelopeningen, dagkanten, dorpels en dakranden, dakvormen, plinten, regenwaterafvoer, etc.

  • Materialen en hun toepassing zoals bakstenen en hun metselverbanden, etc.

  • De representativiteit van het bestaande gevelbeeld zoals een bepaalde architectuurstijl, stijlspecifieke detailleringen, sierelementen, etc.

  • Een gevel kan ook met levend groen bekleed worden. Het groen wordt beschouwd als een extra laag op een kwalitatieve gevel. Automatische bewatering en regelmatig onderhoud moet voorzien worden.

  • De mate waarin de gevel hittestress vermijdt (ikv het verblijfscomfort van de publieke ruimte). In deze overweging genieten lichtkleurige gevels de voorkeur boven donkerkleurige.

Bij de inpassing in het straatbeeld zijn volgende elementen van belang:

  • De beeldondersteunende waarde van de gevel. Deze ondersteunt het straatbeeld in combinatie met andere beeldondersteunende of waardevolle gevels.

  • Indien het pand deel uitmaakt van eenheidsbebouwing is de beoordeling van het al dan niet behoud van de eenheid van het geheel noodzakelijk. Deze beoordeling zal leidend zijn voor alle aanvragen binnen het geheel.

  • Na-isoleren van gevels: de stad zet in op een obstakelvrije ruimte van 1,5m voor al haar voetpaden (exclusief boordsteen). In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om gevelisolatie toe te staan die de doorgang van 1,50 meter vermindert, als er nog 1 meter obstakelvrije doorgang is (op basis van Het Besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer en bijhorende Omzendbrief van 23 maart 1998).


  1. Volgende handelingen aan alle voorgevels en aan zijgevels van (half)open bebouwing zijn verboden:

  1. Het her- of overschilderen, in een kleur die in strijd is met het kenmerkende straatbeeld;


  2. Het aanbrengen van een nieuwe pleisterlaag met een andere kleur en/of oppervlaktetextuur dan oorspronkelijk vergund;


  3. Het vervangen van bestaand schrijnwerk door schrijnwerk in een ander materiaal, in een andere kleur of met een andere raamverdeling.

Het wijzigen van het buitenschrijnwerk, de kleur en het materiaal van een gevel van een gebouw heeft een grote impact op de uiteindelijke beeldwaarde van het gebouw en de kwaliteit van de gevelafwerking. Het veranderen van buitenschrijnwerk mag de historische beeldwaarde van de gevels niet verstoren door zijn materiaalgebruik, maatvoering en/of indeling.

Het louter vervangen van vergund schrijnwerk, het aanbrengen van dubbele beglazing met behoud van materiaalgebruik, raamindeling, en een gelijkaardige profieldikte, of normale onderhouds- en schilderwerken zijn niet vergunningsplichtig en dus nog steeds mogelijk.

Wil je toch wijzigingen doorvoeren, dan kan dit door in een omgevingsvergunning een afwijking te motiveren op dit artikel, waarbij wordt aangetoond hoe het nieuwe gevelbeeld het straatbeeld en de architecturale kwaliteit van het gevelbeeld respecteren of opwaarderen.

Bij het schilderen, pleisteren of kaleien van een voorgevel is het daarbij wenselijk elementen en decoraties die niet bedoeld waren om beschilderd, bepleisterd of gekaleid te worden, zoals natuursteen of arduinen plinten en dorpels, onbepleisterd, onbeschilderd en ongekaleid te behouden.

  1. Zaakgebonden publiciteit

  1. Zaakgebonden publiciteit is statisch en bevat dus geen bewegende beelden of dynamische verlichting en wordt enkel toegestaan op steigerdoeken, op voorgevels en ramen in de voorgevel of middels totems.


  2. De publiciteit is in verhouding met de maat van het gebouw, het aangrenzende openbaar domein en de omgeving en belemmert de verblijfskwaliteit en de sociale controle niet.


  3. De publiciteit kan statisch aangestraald of statisch inwendig verlicht worden.


  4. In CHE-gebied, voor onroerende goederen opgenomen in een vastgestelde of wetenschappelijke inventaris en voor beschermd erfgoed geldt dat zaakgebonden publiciteit op het gevelvlak of gevelopeningen enkel mag bestaan uit losse letters.


  5. Publiciteit in het gevelvlak en aan vaste uitsprongen mag niet voor gevelopeningen geplaatst worden of gevelornamenten bedekken. Indien ze geplakt of gespoten worden op een gevelopening mag ze maximaal 50% van de opening bedekken en geen raamkaders bedekken. Publiciteit haaks op het gevelvlak: Een banier wordt geplaatst: Binnen de zone tussen 2,60 meter boven het aangrenzende maaiveld en de derde verdieping De afmetingen van een lichtbak moeten voldoen aan volgende voorwaarden: Maximum 0,60 meter hoog; Maximum 0,60 meter uit de gevel.


  6. Totems zijn enkel toegelaten in retailclusters, de Singel, de Ring en in industriegebieden als de voorgevel zich bevindt op meer dan 5 meter van de rooilijn met een beperking tot 1 totem per voorgevel of desgevallend per handelsgeheel.


  1. Niet-zaakgebonden publiciteit

  1. Niet-zaakgebonden publiciteit is statisch en bevat dus geen bewegende beelden of verlichting en is enkel toegelaten op een steigerdoek, een werfafsluiting of een volledig vrijstaande wachtgevel. Led-schermen kunnen niet voor niet-zaakgebonden publiciteit.


  2. Deze kan statisch aangestraald of statisch inwendig verlicht worden.


  3. Op steigerdoeken en werfafsluitingen is niet-zaakgebonden publiciteit enkel toegelaten tijdens de noodzakelijke periode van de werken waarvoor er een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen werd verleend met een maximale duur van 1 jaar of het bewijs kan geleverd worden van geakteerde meldingsplichtige handelingen met een maximale duur van 6 maanden of, van omgevingsvergunning vrijgestelde of niet-vergunningsplichtige handelingen met een maximale duur van 1 maand.


  4. De niet-zaakgebonden publiciteit op steigerdoeken mag maximaal 2/3 van de volledige oppervlakte van het doek beslaan:

    • aan gebouwen gelegen in CHE-gebied;
    • aan gebouwen opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Minimaal 1/3 van de oppervlakte van de steigerdoek wordt voorzien van een fotosimulatie, in hoge resolutie, van de nieuwe toestand;
    • binnen een straal van 50 meter van beschermde monumenten.

Een afwijking is mogelijk op basis van de beleidsrichtlijn niet-zaakgebonden lichtreclame in gevels van publieke en private gebouwen (24 november 2017).Vergunningen regelgeving

  1. Het gelijkvloers van een publiek toegankelijke functie die aan het openbaar domein of aan een voortuinstrook grenst, moet aan de straatzijde minstens een invulling krijgen die zichtbaar is vanaf het openbaar domein en bijdraagt aan de belevingswaarde van het openbaar domein.

Dit is relevant om de levendigheid van Antwerpen hoog te houden. Het gaat dan om een detailhandel- of een reca-invulling, een ruimte voor dienstverlening, een school, een kantoor, een culturele instelling of een andere publiekstoegankelijke functie, maar geen woonruimte.

  1. De rolluiken van publiek toegankelijke functies, gelegen in kernwinkelgebied moeten openmazig zijn.