|
Artikel 16 Energievoorziening | |||||||||||||||||
|
De vloer van de centrale ruimte voor warmteverdeling bevindt zich logischerwijze op het maaiveld of maximaal 3 meter onder het maaiveld zodat koppeling met een eventueel warmtenet dat in de straat loopt zo efficiënt mogelijk kan worden uitgevoerd. De aanpassingen binnen het gebouw zijn dan minimaal. De ruimte is ofwel rechtstreeks bereikbaar vanaf het openbaar domein of via de gemeenschappelijke delen. De ruimte kan desgevallend deel uitmaken van een stookplaats die aan dezelfde voorwaarden voldoet. Leidingskokers of leidingschachten vertrekken vanuit de centrale ruimte voor warmteverdeling en zijn vanaf alle verdiepingen eenvoudig bereikbaar. Ze worden zo ingeplant dat elke woongelegenheid aan minstens 1 koker grenst in een ruimte die minstens een doorsnede van 0,30 meter op 0, 30 meter. Het wordt ook bij kleinere projecten die gelegen zijn in één van de pilootzones warmtenetten aangeraden om een wachtleiding te voorzien voor aansluiting op het warmtenet. Meer informatie over de planning en realisatie van warmtenetten op www.antwerpenmorgen.be/warmtenet.
| |||||||||||||||||

