|
7.1 Algemene uitgangspunten van het RUP | |
|
7.1.1 Een hoogwaardig parkgebied
Het hele gebied Ruggeveld-Silsburg wordt aangelegd als hoogwaardig parkgebied. Volgende elementen worden benadrukt: het belang van de gehele groene vinger voor de Antwerpse agglomeratie, de ecologische waarde en betekenis van de valleien Groot Schijn en Koude Beek, en de integratie van zeer uiteenlopende recreatieve elementen en sportaccommodaties in de globale parkaanleg. Extra nadruk wordt eveneens gelegd op aspecten van duurzaamheid, in het bijzonder voor de in te brengen gebouwde sportinfrastructuur. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan een lage milieubelasting, zuinig ruimtegebruik, een sterke architecturale uitstraling van de sportaccommodaties en de kwalitatieve ruimtelijke inpassing ervan in de parkomgeving. Het hoogwaardige karakter van het park komt eveneens tot uitdrukking op sociaal vlak. Er wordt aanvullende tewerkstelling gegenereerd in de vorm van ondersteunende werkzaamheden aan het sportpark zoals uitbating en onderhoud. Het is de ambitie om zo te komen tot een maximale synergie tussen de ecologische, recreatieve en sociale componenten.
Een hoogwaardig sportpark omvat sportterreinen, bestemd voor uiteenlopende clubs en sportbeoefenaars. Er wordt een zeer markant sportcomplex aan toegevoegd. Dit vergt extra kwaliteitsvolle architectuur, als baken in de stedelijke context, in een verzorgde omgevingsaanleg voor het geheel van het park. De globale aantrekking is te realiseren door een kwaliteitsvolle omgeving van het hele parkconcept enerzijds en door de ondersteuning van faciliteiten en voorzieningen anderzijds. Deze worden al dan niet gekoppeld aan een commerciële uitbating voor een aantal ondersteunende voorzieningen, voornamelijk in de nieuw te bouwen sportinfrastructuur, die zo een hoge toegevoegde waarde bijbrengt aan het voorzieningenniveau van de hele agglomeratie.
Het park is publiek toegankelijk, met een grotere concentratie op de hoofdas en in de omgeving ervan, tussen de centrale sportvelden. In de minder toegankelijke delen van het park (natuur- en valleigebieden) past een zekere dosering. Er wordt wel een volwaardige infrastructuur voorzien voor fietsers en wandelaars doorheen het hele gebied. In het kader van de toegankelijkheid van gebouwen en openbare ruimten wordt elke aanvraag tot vergunning die betrekking heeft op een publieke ruimte voor advies voorgelegd aan het Centrum voor Toegankelijkheid Provincie Antwerpen (Boomgaardstraat 22, bus 101, 2600 Antwerpen; tel. 03 240 56 47 of www.provant.be, Welzijn, Toegankelijkheid) alvorens de aanvraag tot de stedenbouwkundige vergunning in te dienen. De aanvrager dient alle nodige informatie te verstrekken die nodig is om de toegankelijkheid te evalueren. Onder publieke ruimte wordt verstaan: de openbare en niet-openbare gebouwen die voor het publiek toegankelijk zijn, met inbegrip van de praktijken voor vrije beroepen, de openbare en niet-openbare wegen die voor het publiek toegankelijk zijn, alsook elk ander domein, infrastructuur, gebouw of plaats die voor het publiek toegankelijk is. 7.1.2 Een globale planning
De realisatie van het sportpark vereist een doorgedreven planning en optimale samenwerking tussen de stad Antwerpen en de verschillende gebruikers. Tevens dient een beheersformule uitgewerkt te worden die het goed onderhoud van het geheel op termijn kan garanderen. De stad Antwerpen zal in de ontwikkelingsfase de nodige stappen zetten en initiatieven nemen om deze ambitieuze taakstelling in goed onderling overleg met alle betrokken clubs, toekomstige uitbaters en gebruikers in te vullen. Het totaalontwerp en de aanleg van het park als geheel, evenals de inpassing van de gemeenschappelijke voorzieningen, de inrichting van elke zone apart en de kwaliteitsbewaking ervan, moeten onderwerp zijn van een permanente zorg en een samenhangend beheer.
De stad Antwerpen staat in voor de regie van de realisatie van de totaliteit van het parkgebied (eventueel in een publiek-private-samenwerking of PPS-formule) en voor de coördinatie van de eventuele ontwikkelingen binnen specifieke deelgebieden. Als beheerder van het geheel draagt de stad zorg voor de gemeenschappelijke aspecten ervan en staat ze in voor de bewaking van het hoogwaardige parkkarakter. Dit veronderstelt onder meer een hoogstaande kwalitatieve uitwerking van het ontwerp voor het park zelf en van de (sport)infrastructuur die erin wordt opgenomen, het afstemmen van de architecturale beeldvorming en inrichting (bv bewegwijzering), het beheer van de gemeenschappelijke voorzieningen, het onderhoud van het park en het opmaken en opvolgen van een beheersvisie Harmonisch Park- en Groenbeheer (HPG).
Individuele vergunningsaanvragen (vb van clubs) kunnen voorafgegaan worden door een inrichtingsstudie waarin de aanvrager aantoont dat deze tegemoetkomt aan de gevraagde elementen in het globale kader. Deze studies kunnen voor de aanvrager een basis vormen voor begeleiding door en overleg met de stad Antwerpen en voor het nodige overleg met de vergunningverlenende overheid. Het initiatief ligt bij de aanvrager. Bij elke afzonderlijke vergunningsaanvraag voor een deel van het park (door één of meer clubs of verenigingen, of door een andere initiatiefnemer) wordt aangetoond dat de geplande werken en activiteiten in overeenstemming zijn met de kenmerken van het park als geheel en dat met het oog op een duurzame ontwikkeling gestreefd wordt naar een maximale synergie tussen de sociale, ecologische en economische componenten. Het afwegingskader wordt gevormd door de parkstructuur zelf en de integratie daarin van sportaccommodatie, rekening houdend met zuinig ruimtegebruik. Het hoogwaardige imago wordt verder uitgedrukt in de kwaliteit van de architectuur en de omgevingsaanleg, de vormgeving van informatieve elementen, de aandacht voor de inplanting van gebouwen, de ontsluiting, het omgaan met de perceelsscheidingen en de inrichting van de overgang naar andere zones. Verder moet aandacht besteed worden aan het ecologisch beheer van het park. 7.1.3 Duurzaamheidsprincipes Het beheer van het parkdomein en alle inrichtingen moeten kaderen binnen een duurzame ontwikkeling. Voor gebouwen vertaalt dat zich in een lage bebouwingsdichtheid en aspecten van duurzaam bouwen, voor het park in een harmonisch parkbeheer, integraal waterbeheer en een minimale milieubelasting.
Duurzaam bouwen is het zodanig ontwerpen, bouwen en inrichten, beheren en gebruiken van gebouwen, dat de gevolgen voor milieu en gezondheid tot een minimum worden beperkt. Bovendien wordt, uitgaande van die brede visie, ook rekening gehouden met sociale aspecten (o.m. toegankelijkheid en aanpasbaarheid). De integrale visie slaat op de vier componenten die in het bouwproces aan bod komen: zuinig ruimtegebruik, rationeel energiegebruik (isolatie en ventilatie, hernieuwbare energiebronnen), aandacht voor de levenscyclusanalyse (LCA) van materialen, het gebruik van gezonde en vervangbare grondstoffen als bouwmaterialen en integraal waterbeheer (besparing, gebruik van regenwater, kleinschalige waterzuivering, infiltratie, ...).
Het parkconcept in de stedelijke groene vinger vergt een zeer specifieke verhouding tussen gebouwen en groene open ruimte en dus een zeer lage bebouwingsdichtheid. De bouwindex of footprint van de gebouwen wordt bovendien tot een minimum beperkt. Door de indoor-sportinfrastructuur maximaal te integreren in één complex, blijft open ruimte maximaal gevrijwaard.
Autoverkeer en parkeren worden geconcentreerd op enkele plekken aan de rand van het gebied. In het park zelf worden enkel de onderhoudsdiensten, laden en lossen, fietsers en wandelaars toegelaten. De milieubelasting van de accommodaties wordt eveneens tot een minimum beperkt.
Bijzondere aandacht wordt besteed aan het energieconcept van de nieuwbouwsportinfrastructuur. Voor dit sportcomplex wordt maximaal ingezet op de integratie van alternatieve energiewinningsystemen en een geïntegreerd gebruik van energiebronnen (bv koeling ijspiste in combinatie met verwarming zwembad). Onderzocht wordt of zonne-energie en eventueel windenergie bruikbaar zijn voor dit complex.
Elke club of andere initiatiefnemer zal bij de vergunningsaanvraag aantonen dat de gewenste duurzaamheidsprincipes inzake water, energie, ruimtegebruik, mobiliteit en materiaalgebruik nagevolgd worden. Om het hoogwaardige parkkarakter extra te ondersteunen zal elke club of elke andere initiatiefnemer aantonen dat bijzondere inspanningen geleverd worden op vlak van integraal waterbeleid en/of alternatieve energie.
Ruggeveld en Silsburg moeten optimaal beheerd worden volgens de principes van integraal waterbeheer. Een eco-hydrologische studie van het traject van de Schijnvallei binnen het domein zelf, geïntegreerd in een visie op ruimere schaal, is aangewezen. Bij de beoordeling van bouwaanvragen geldt de watertoets. De verhardingen van parkeerruimten, wandel- en fietswegen worden uitgevoerd in waterdoorlatende systemen. Onvervuild regenwater van buitenverhardingen en daken moet maximaal worden opgevangen om afvoer naar de waterbekkens te vertragen. Het regenwater dient gerecupereerd te worden voor besproeiing van groenelementen (bv. gazons, grasvelden, borders) en sanitaire spoeling. Dankzij de aanwezigheid van de vallei van het Groot Schijn en de Koude Beek kan in deze gebieden regenwater van het eigen terrein en de omgeving infiltreren en geborgen worden. Vervuild water moet afgevoerd worden naar het rioleringsstelsel of een eigen zuiveringsinstallatie. Lozing van vervuild water in het Groot Schijn of de Koude Beek is ten strengste verboden. Regenwater afkomstig van gebouwen, wegenis en parkeerruimten dient o.a. met olie-afscheiders gefilterd te worden, vooraleer het in de grachten terecht komt. De grachten vormen een aaneengesloten systeem in combinatie met de beide riviervalleien. Het BVR van 1 oktober 2004 inzake infiltratie en buffering van hemelwater en scheiding van waterafvoerstelsels is volledig van toepassing. Bij de oprichting van de gebouweninfrastructuur dient aandacht besteed te worden aan geïntegreerde zuiveringssystemen voor het grijs water. Gerecupereerd water kan in het gebouw voor diverse doeleinden herbruikt worden: voor douches en sanitair, onderhoud, aanmaak van ijs (ijspiste), … 7.1.4 Parkinrichting
Het parkconcept is de structurele drager van het hele gebied. Het park bepaalt het beeld van het geheel en is het kader voor de verschillende afzonderlijke onderdelen (valleigebied, bosgebied, recreatieve zone, sportpark, sportinstallaties, parkbegraafplaats), die elk met hun eigen landschapstype deel uitmaken van het totaal.
Het parkconcept inspireert zich op deze bepalende landschapstypes, die in het geheel van de aanleg verweven worden: valleigebied met klemtoon op een natuurlijke en ecologische inrichting, aansluiting op het historisch parkgebied Rivierenhof via de hoofdas door het gebied, parkgebied met integratie van sportieve en recreatieve elementen en andere gemeenschapsvoorzieningen, speelbos, ...
|

