Overlijden aangeven
Een overlijden moet je zo snel mogelijk melden bij het stadsloket. Pas na de melding mag je de overledene laten begraven of cremeren. Vaak doet de begrafenisondernemer de aangifte voor de lijkbezorging.
Wie kan de aangifte doen?
- elke meerderjarige
- een getuige
- een begrafenisondernemer.
In de praktijk gebeurt de aangifte meestal door de begrafenisondernemer in opdracht van de familie van de overledene.
Wanneer aangeven?
Zo snel mogelijk na het overlijden, omdat:
- na de aangifte van overlijden stelt de loketmedewerker een overlijdensakte op.
Die akte bewijst het overlijden en stelt de identiteit van de overledene vast. - je pas na de aangifte en het opmaken van de overlijdensakte toestemming krijgt om de overledene te vervoeren, begraven of cremeren.
- het lichaam binnen de 7 dagen na het overlijden moet worden:
- begraven
- gecremeerd
- verwijderd van het grondgebied
Hoe aangeven?
In de praktijk gebeurt de aangifte meestal door de begrafenisondernemer in opdracht van de familie van de overledene. Doe je de aangifte zelf dan neem je volgende stappen:
- Ga tijdens de openingsuren naar het regioloket van het district waar de persoon is overleden. Een afspraak maken is niet nodig.
- De loketmedewerker
- stelt de overlijdensakte op
- brengt zo nodig de gemeente of het stadsloket van de laatste woonplaats van de overledene op de hoogte
- kijkt na of er een laatste wilsbeschikking of verklaring voor orgaandonatie werd geregistreerd
Wat breng je mee?
Afhankelijk van de aard van het overlijden of bij crematie gelden andere regels.
Deze documenten moet je altijd meebrengen:
- Een overlijdensverklaring ondertekend door de geneesheer die het overlijden vaststelde (model IIIC of model IIID voor een kind jonger dan 1 jaar) met de aanduiding of het over een natuurlijk, verdacht of gewelddadig overlijden gaat.
- De identiteitskaart en eventueel trouwboekje, paspoort en rijbewijs van de overledene.
- De identiteitskaart van de aangever/getuige.
Als het om een verdacht of gewelddadig overlijden gaat:
- Een proces-verbaal van de politie.
- De toelating tot begraving of crematie van de procureur des Konings.
Als het stoffelijk overschot gecremeerd wordt:
- Een aanvraag tot crematie.
- Een bijkomend medisch attest van de behandelende geneesheer of de geneesheer die het overlijden vaststelde. Als de vaststellende dokter op het model IIIC of IIID een natuurlijk overlijden aanduidde, moet de dokter van de burgerlijke stand (van de overlijdensplaats) een extra controle uitvoeren. Dat attest moet ook aan de burgerlijke stand bezorgd worden.
- Het adres van de asbezorging (de begraafplaats, op zee of privéadres).
Lijkbezorging
De begrafenisondernemer zorgt meestal voor de aangifte van de lijkbezorging en het vervoer naar de begraafplaats of het crematorium.
De aangifte kan online gebeuren met dit formulier of met de pdf die je invult en bezorgt aan de administratie van de begraafplaats.
Tarief
gratis