5.4.2 Ontwerp keerlus

In het kader van de opmaak van het BPA ‘keerlus Moerelei’ werd onderzoek verricht naar de aanleg en inpasbaarheid van een keerlus voor de doortrekking van de tramlijn op de SBS. Tot op heden zijn er geen nieuwe elementen die een herziening van de concepten en voorstellen uitgewerkt in het kader van het BPA keerlus noodzaken. Ook voor het gegeven van de keerlus dient er dus geen bijkomend onderzoek te worden verricht.

Tijdens het ontwerpproces werden verschillende varianten voor de keerlus ontwikkeld, die elk vanuit een ander standpunt voor- en nadelen boden. Na technische optimalisatie door De Lijn werd volgende oplossing weerhouden als voorkeursvariant

 

 [image]

Figuur 31: Voorkeursvariant keerlus tram

Deze variant verenigt zowel maatschappelijke, landschappelijke en technische eisen en vormde de basis voor het BPA (over te nemen in dit RUP). Zo werd er rekening gehouden met de woonkwaliteit van de woningen in de directe omgeving (en specifiek langs de Moerelei) door de visuele- en geluidshinder te minimaliseren. Ten voordele van de landschappelijke kwaliteit werd er geopteerd voor een minimale ruimte-inname door de positionering van de keerlus, een maximale afstand tot de schans en het behoud van de bestaande poel. Ook wat betreft de technische eisen beantwoordt het ontwerp aan de vraag: de keerbewegingen kunnen vlot uitgevoerd worden, een noodspoor is voorzien en het geheel hypothekeert een eventuele doortrekking naar Hemiksem niet.

Aansluitend bij de keerlus, wordt in het RUP de mogelijkheid voorzien voor het oprichten van een dienstgebouw. Het betreft een technisch dienstlokaal voor het personeel van De Lijn met refter, sanitaire voorzieningen, technische ruimte,… . Het lokaal staat uitsluitend ten dienste van het personeel en de exploitatie van de tramlijn. Halte-infrastructuur en/of reizigersaccommodatie (perron, schuilruimte, fietsenstallingen,…) wordt voorzien naast het grasveld (zone voor keerlus), op de Sint-Bernardsesteenweg zelf.