6.2 Aanvullingen en aanpassingen ten opzichte van het BPA

Onderstaand worden de voorschriften integraal weergegeven. De aanvullingen en aanpassingen ten opzichte van het BPA werden aangeduid in kleur.

Rood = geschrapte voorschriften uit het BPA

Blauw = inhoudelijke aanvullingen van het voorschrift

Groen = herformulering voorschrift naar aanleiding van de vormvereisten (geen inhoudelijke wijziging).

 

 

 

ART. 1 Zone voor publiek domein

Overeenstemming aanduiding gebiedscategorieën Vlaams Gewest: 8. Lijninfrastructuur.

 

1.1. Bestemming

- Openbare weg

- Aanleg van een keerlus met noodspoor

- Het oprichten van één dienstgebouw binnen het daartoe voorziene aanduidingsvlak

- Opvang van oppervlaktewater

- Aanplant van streekeigen beplanting ten voordele van de landschappelijke integratie van de keerlus in de omgeving. Onder landschappelijke integratie worden volgende doelstellingen begrepen:

- behoud visuele openheid van het gebied vanaf de Sint-Bernardsesteenweg naar de Schans;

- bewerkstelligen van een visuele buffering tussen de keerlus en de bebouwing langs de Moerelei;

- voorzien van opgaande begroeiing en struiklaag ter ondersteuning van het behoud en ontwikkeling van de vleermuizenhabitats van Fort 7 en fort 8 en de nabije omgeving van de schans.

- voorzien van een kwalitatieve, groene afsluiting tussen het fietspad langs de spoorlijn en de achtertuinen van de woningen van de Den Haaglaan

 

De zone is bestemd voor de aanleg van een keerlus met noodspoor, de opvang van oppervlaktewater en de aanplant van beplanting ten voordele van de landschappelijke integratie van de keerlus in de omgeving.

Het oprichten van halte-infrastructuur, een dienstgebouw en/of fietsenstalling evenals andere constructies is verboden in deze zone.

 

 

1.2. Inrichting

Keerlus Tram (overdruk): De inrichting van deze zone, aangeduid in overdruk op het bestemmingsplan, moet gericht zijn op ruimtelijke kwaliteit en maximaal behoud van de bestaande landschappelijke kwaliteit. Uitgangsgedachte is de minimale belasting van het gebied in combinatie met een zo functioneel mogelijke inrichting wat betreft traminfrastructuur. De landschappelijke waarde van het gebied is in grote mate toe te kennen aan het groene en open karakter van de zone en de aanwezigheid van de schans, als landmark en cultuurhistorisch landschapelement. Deze kwaliteiten zijn bepalend voor de inrichtingsvoorschriften.

Bij alle grondwerken binnen het plangebied moet het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Monumenten en Landschappen Onroerend Erfgoed gecontacteerd worden en om advies inzake archeologie gevraagd worden. Ophogingen en afgravingen van het terrein, die niet strikt noodzakelijk zijn voor de realisatie van de bestemming, zijn niet toegestaan.

Het oprichten van één dienstgebouw, met een maximale bebouwde vloeroppervlakte van 60m² en een maximale bouwhoogte van 3 meter is toegestaan. Het inrichten van kleinschalige accommodatie voor reizigers is niet toegestaan.

Wat betreft de gedeeltelijke verharding van de zone in functie van het onderhoud (rond en tussen de sporen) zijn enkel grastegels toegestaan. Het inzaaien met een gepast grasmengsel en onderhoud van de gazon in de hele zone (met uitzondering van de zone voor grasland) door de beheerder/eigenaar is verplicht.

In de zone voor de keerlus met uitzondering van de niet te beplanten zone en het grasland (zoals aangeduid op het bestemmingsplan), is het aanplanten van maximaal 10 solitaire bomen toegestaan. De plantsoorten die hiervoor in aanmerking komen zijn: gewone vlier (Sambucus nigra), éénstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), struikhazelaar (Corylus avellana), zomereik (Quercus robur), (knot) wilg (Salix alba) en zwarte els (Alnus glutinosa). Andere aanplanten

Omheiningen (tijdelijke) opslag e.d., zijn niet toegestaan ten voordele van de landschappelijke identiteit van het gebied en de aansluiting op het openruimtegebied Klaverblad-Cleydael.

Verlichting moet tot het minimum gereduceerd worden. Enkel verlichting noodzakelijk om op een veilige manier manoeuvres uit te voeren is toegestaan.

Niet te beplanten (overdruk): in de niet te beplanten zone, zoals aangeduid op het bestemmingsplan, mogen geen hoogstammen en/of andere diepwortelende planten aangeplant worden en dienen spontaan ontwikkelde hoogstammen en/of andere diepwortelende planten verwijderd te worden. Het oprichten van halte-infrastructuur, een dienstgebouw en/of fietsenstalling evenals andere constructies is verboden in deze zone.

Grasland (overdruk): de huidige natuurwaarde van het grasland, aangeduid op het bestemmingsplan, dient maximaal behouden te blijven. Betreding voor andere doeleinden dan het noodzakelijk onderhoud is niet toegestaan. Tweemaal jaarlijks onderhoud van deze zone is verplicht (maaibeurt in juni en in september). Het oprichten van halte-infrastructuur, een dienstgebouw en/of fietsenstalling evenals andere constructies is verboden in deze zone.

Bij eventuele beschadiging dient herstel te gebeuren door inzaaien met Italiaans raaigras en goed te verdichten. Het beplanten van deze zone is verboden.

 

ART. 2 ZONE VOOR KLEIN LANDSCHAPSELEMENT

2.1 Bestemming

Deze zone is bestemd voor de aanplant van een bijkomend structurerend kle (klein

landschapselement).

Enkel betreding in functie van het noodzakelijk onderhoud is toegelaten. De eigenaar/beheerder is verplicht de nodige beheersmaatregelen uit te voeren. Andere handelingen zijn verboden in deze zone.

2.2 Inrichting

Het is verboden in deze zone constructies op te richten evenals (tijdelijke) opslag.

Bij alle grondwerken binnen het plangebied moet het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Monumenten en Landschappen gecontacteerd worden en om advies inzake archeologie gevraagd worden.

Ophogingen en afgravingen van het terrein, die niet strikt noodzakelijk zijn voor de realisatie van de bestemming, zijn niet toegestaan. Eventuele ophogingen mogen niet hoger gerealiseerd worden dan het maaiveldniveau van het aanpalend openbaar domein.

Openingen in de houtkant ten voordele van de visuele relatie vanuit de wijk zijn toegestaan.

De plantsoorten die in aanmerking komen zijn: gewone vlier (Sambucus nigra), éénstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), struikhazelaar (Corylus avellana), zomereik (Quercus robur), (knot)wilg (Salix alba) en zwarte els (Alnus glutinosa).