8.1 Watertoets

In toepassing van artikel 8 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 moeten alle uitvoeringsplannen worden onderworpen aan een watertoets. Het plangebied wordt afgetoetst op zijn ligging binnen overstromingsgevoelige gebieden. Dit gebeurt door het raadplegen van de kaartlagen van de watertoets:

 

  • het plangebied is mogelijk overstromingsgevoelig gebied;

  • het plangebied is niet infiltratiegevoelig;

  • het plangebied is zeer gevoelig voor grondwaterstroming. 

 

Het plangebied is grotendeels onverhard. Voor de realisatie van het plan zal zo minimaal mogelijk bijkomende verharding voorzien worden:

  • het fietspad gelegen langs de Moerelei en langsheen het spoor achter de woningen in de Den Haaglaan;

  • Keerlus: wat betreft de gedeeltelijke verharding van de zone in functie van het onderhoud (rond en tussen de sporen) zijn enkel grastegels toegestaan. Kleinschalige randinfrastructuur ‘dienstgebouw’ is toegelaten.

Sinds 1 maart 2012 is een aangepast of gewijzigd besluit met betrekking tot de watertoets van kracht. Bij dit besluit werden de kaarten met effectief en overstromingsgevoelige gebieden geactualiseerd. De actualisatie hield echter voor het plangebied van voorliggend RUP geen wijzigingen in. De conclusies met betrekking tot de watertoets kunnen bijgevolg behouden blijven.